Voorgesteld 11 november 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat promotiestudenten en beurspromovendi niet in alle gevallen aanspraak kunnen maken op kinderopvangtoeslag;
overwegende dat het niet rechtvaardig is dat zij afhankelijk van de arbeidsrechtelijke vormgeving tussen wal en schip vallen doordat zij in een aantal gevallen niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag als werkende, maar ook niet als student;
verzoekt de regering, te regelen dat alle promovendi als zij dat nodig hebben, recht kunnen krijgen op kinderopvangtoeslag, en de Kamer daarover te informeren in het eerste kwartaal van 2021,
en gaat over tot de orde van de dag.
Omtzigt