Ontvangen 2 november 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel D, wordt «€ 55» vervangen door «€ 158».
II
In artikel XVIII, onderdeel B, wordt «€ 55» vervangen door «€ 158».
III
In artikel XXXIX, onderdeel A, onder 4, wordt «€ 184» vervangen door «€ 154» en wordt «€ 324» vervangen door «€ 294».
IV
In artikel XXXIX, onderdeel C, onder 4, wordt «€ 184» vervangen door «€ 154» en wordt «€ 324» vervangen door «€ 294».
Met dit amendement wordt bewerkstelligd dat de ouderenkorting van artikel 8.18 Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) en artikel 22b Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB 1964), nadat de inflatiecorrectie van de artikelen 10.1 Wet IB 2001 en 22d Wet LB 1964 per 1 januari 2021 zijn toegepast, met ingang van 1 januari 2021 wordt verhoogd met € 158. Dit is een additionele verhoging van € 103 ten opzichte van de voorgenomen verhoging van € 55 in het voorstel van wet. De additionele verhoging van de ouderenkorting kost structureel € 182 miljoen. Met dit amendement wordt ter dekking tevens een verlaging van € 30 bewerkstelligd van de voorgestelde verhoging van de maximale arbeidskorting in het tweede en derde opbouwtraject van artikel 8.11 Wet IB 2001 en artikel 22a Wet LB 1964 per 1 januari 2021, nadat de inflatiecorrectie van de artikelen 10.1 Wet IB 2001 en 22d Wet LB 1964 per 1 januari 2021 zijn toegepast.
Van Otterloo