Ontvangen 27 oktober 2020
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Na artikel XVII worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
De Wet maatregelen woningmarkt 2014 II wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.7 wordt «0,562» vervangen door 0.
B
De artikelen 2.4b tot en met 2.7 vervallen.
Indien het bij koninklijke boodschap van 15 september 2020 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II en de Woningwet (eenmalige huurverlaging huurders met een lager inkomen) (Kamerstukken 35 578) na tot wet te zijn verheven,
a. eerder in werking treedt dan deze wet, wordt in artikel XVIIA «0,562» vervangen door «0,526».
b. later in werking treedt dan deze wet, vervalt artikel I van die wet.
Dit amendement verlaagd het tarief van de verhuurderheffing naar nul, waarmee de belasting effectief wordt afgeschaft. Indieners zijn van mening dat in een wooncrisis met een actueel tekort van ruim 300.000 woningen er meer gedaan moet worden om woningcorporaties de financiële armslag te geven dit tekort in te lopen. Door de heffing op nul te stellen kunnen woningcorporaties 85.000 betaalbare woningen bouwen en wordt 60.000 fte aan werkgelegenheid gecreëerd. Bovendien stelt het woningcorporaties in staat de huren te matigen of verlagen en het verduurzamen van woningen te versnellen. De maatregel wordt bekostigd door de invoering van de BIK niet te laten plaatsvinden.
Door het op nul stellen van het tarief voor de verhuurderheffing worden de heffingsverminderingen feitelijk ook nul. Op grond van artikel 1.10, eerste lid, van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II kan de heffingsvermindering niet hoger zijn dan het verschuldigde bedrag van de verhuurderheffing.
De artikelen 2.4b tot en 2.7 van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II voorzien in het op toekomstige data wijzigen van het tarief van de verhuurderheffing. Nu het tarief op nul gesteld wordt, is dat niet langer wenselijk.
Nijboer Beckerman Alkaya Smeulders