Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 23 november 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er tekorten zijn aan pleegouders en dus de huidige pleegouders behouden moeten blijven en nieuwe moeten worden geworven;
constaterende dat pleegouders naast de pleegvergoeding een toeslag en een vergoeding voor bijzondere kosten kunnen krijgen, maar dat het onduidelijk is welke kosten voor vergoeding in aanmerking komen;
overwegende dat de onduidelijkheid en soms ontoereikende vergoedingen het pleegouderschap onaantrekkelijk maken;
verzoekt de regering, om samen met gemeenten richtlijnen op te stellen en daarin te expliciteren welke zaken betaald moeten worden uit de pleegvergoeding en welke zaken en bedragen vallen onder de toeslag en de vergoeding voor bijzondere kosten, met behoud van de mogelijkheid tot maatwerk;
verzoekt de regering, tevens met de gemeenten en pleegzorgorganisaties afspraken te maken over de naleving hiervan,
en gaat over tot de orde van de dag.
Westerveld