Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 augustus 2021
In de brief van 20 mei jl. aangaande de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden bij de 74ste World Health Assembly (WHA) (Kamerstuk 35 570 XVI, nr. 192) die plaatsvond van 24 t/m 31 mei 2021, heb ik aangegeven u mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, te informeren over de uitkomsten van de WHA en de vervolgstappen met betrekking tot de implementatie van de aanbevelingen en het initiatief tot een nieuw internationaal pandemieverdrag.
De vergadering was dit jaar weer geheel digitaal met veelal vooraf voorbereide statements wat een inhoudelijke discussie lastig maakte. In de voorbereidingen van de WHA en uit de interventies van lidstaten bleek hoezeer global health en het werk van de WHO op de politieke mondiale agenda staat.
Het Koninkrijk heeft aandacht gevraagd voor het verbeteren van toegang tot vaccins, het belang van een internationaal pandemieverdrag, het One Health perspectief benadrukt alsook de risico’s van «wet markets», het verzoek om spoedig het vervolgonderzoek naar de oorsprong van SARS-CoV2 te beginnen, betere en voorspelbare financiering en versterking van de WHO, noodzaak tot financiering van seksueel en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) en de integratie van geestelijke gezondheid en psychosociale steun (MHPSS).
COVID-19 bestrijding en voorkomen van pandemieën
Directeur-Generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), Tedros Adhanom Ghebreyesus, onderstreepte het belang van gelijke toegang van vaccins en beschermingsmiddelen, vanuit moreel oogpunt en uit eigenbelang van landen, waaronder het tegengaan van mutaties. De DG riep op om 10 procent van de wereld in september gevaccineerd te hebben en 30 procent eind 2021 door acuut vaccins te doneren aan COVAX. Nederland, net als tal van andere landen, steunde zijn pleidooi en herhaalde de ook tijdens de G-20 Global Health Summit aangekondigde toezegging tot vaccindonatie. De WHO gaf een uitgebreide presentatie over de COVID-19 respons. Lidstaten van de WHO maakten veelvuldig gebruik van de mogelijkheid tot interventies waarin waardering werd uitgesproken voor de inzet van de WHO, voor de verschillende panels en hun bevindingen, en aandacht voor zowel de acute fase van de pandemie, alsook de langere termijn doelen, zoals een internationaal pandemieverdrag, het belang van versterking van lokale health surveillance capaciteit en aandacht voor kwetsbare groepen.
Werkgroep ten behoeve van de versterking van de WHO
Tijdens de WHA werd een resolutie aangenomen ten behoeve van de versterking van de WHO en het onderstrepen van het belang van internationale samenwerking voor preventie, voorbereiding en bestrijding van pandemieën. Het besluit is genomen om een werkgroep in te stellen die concrete oplossingen moet gaan vormen voor deze uitdagingen. Deze werkgroep, open voor alle lidstaten, zal voor het eerst bijeen komen in september 2021 en via de Uitvoerende Raad tijdens de 75ste WHA een rapport presenteren over de implementatie van deze resolutie.
Vervolgstudie naar de oorsprong van SARS-CoV2
Net als Nederland benadrukten veel landen het belang van een spoedig begin van een tweede fase studie naar de oorsprong van SARS-COV2, zoals in de aanbevelingen uit de eerste fase ook naar voren was gekomen. De WHO benadrukte ook het belang van een vervolgfase en zegde toe binnen enkele weken met meer duidelijkheid over de planning hiervan te komen. Kort na de WHA heeft de EU opnieuw een verklaring gegeven waarin het belang voor een snelle aanvang van de tweede fase studie werd onderstreept.
Markten met levende dieren
Tijdens de WHA werd benadrukt dat een One Health benadering noodzakelijk is in voorbereiding en respons op noodsituaties en dat ook zoönosen onderdeel zijn van de One Health benadering. Nederland en de Europese Unie vroegen het WHO secretariaat om hun interim rapport over de gezondheidsrisico's van (voedsel)markten waar levende dieren worden verhandeld op de agenda van de Uitvoerende Raad te zetten. Dit is door de WHO toegezegd.
Vervolgstappen internationaal pandemieverdrag
De lidstaten hebben geen overeenstemming bereikt over het starten van een onderhandelingsproces voor een internationaal pandemieverdrag, ondanks eenduidige aanbevelingen van verschillende evaluatierapporten over de COVID-19 respons die de afgelopen weken zijn gepresenteerd. Daarnaast is er steun van ongeveer 100 lidstaten, inclusief de lidstaten van de EU, voor een dergelijk Verdrag. Een aantal WHO lidstaten is echter niet overtuigd van de noodzaak van een internationaal bindend instrument. In november 2021 zal een speciale zitting van de WHA worden gehouden met als doel het overwegen van «de voordelen van het ontwikkelen van een WHO verdrag, overeenkomst of ander internationaal instrument over pandemieparaatheid en -respons». De eerder genoemde werkgroep zal de komende maanden een analyse maken van de verschillende aanbevelingen, die als input moet dienen voor deze speciale zitting.
WHA Agenda onderwerpen
De agenda van de WHA bevatte meer dan 70 agendaonderwerpen en er zijn ruim 30 resoluties en besluiten genomen waaronder:
Antibiotica resistentie
Antibiotica resistentie (AMR) kreeg veel aandacht tijdens de WHA, dit werd benadrukt door de vele lidstaten die het probleem AMR benoemen en specifiek in de bredere One Health context zetten. Ook het Koninkrijk heeft zich nadrukkelijk over de AMR problematiek en het belang van een One Health benadering uitgesproken.
Toegang tot medicijnen
De Global Strategic Action Plan on Access to Medicines had dit jaar bijzondere aandacht vanwege de pandemie. Om vaccintekorten het hoofd te bieden is versterking van lokale productie een van de manieren om de tekorten aan vaccins, diagnostiek en medicijnen op middellange termijn op te lossen. Er is een resolutie aangenomen waarin lidstaten worden opgeroepen om lokale productie voor medische middelen te stimuleren en de WHO wordt verzocht om hier strategisch en technisch op te adviseren. Technologieoverdracht is noodzakelijk voor lokale productie en daarom gaf Costa Rica namens de ondertekenaars van de Call to Action voor een COVID-Technology Access Pool (C-TAP), waaronder Nederland, een verklaring waarin nogmaals alle belanghebbenden werden opgeroepen om oplossingen te formuleren voor het delen van technologische kennis.
De WHO kondigde tijdens de WHA aan op korte termijn de eerste World Local Production Forum te organiseren. Deze heeft inmiddels van 21 – 25 juni jl. plaats gevonden. In navolging van de inzet van Nederland tijdens de WHA op dit onderwerp, heeft Nederland op 25 juni jl. bekend gemaakt het gastlandschap van de volgende World Local Production Forum 1 op zich te nemen.
Geestelijke gezondheid en psychosociale steun (Mental Health and psychosocial support – MHPSS)
Sinds het begin van de COVID-19 pandemie zijn geestelijke noden alleen maar toegenomen, en daarmee het belang van MHPSS, en ook de internationale erkenning van dat belang. Tijdens de WHA bleek dit uit de belangstelling van lidstaten voor het geactualiseerde Mental Health Action Plan 2013–2030 dat door de WHA is bevestigd. Meer dan 40 landen voerden het woord over dit onderwerp en benadrukten het belang van aandacht voor, en investeringen in geestelijke gezondheid. Onder meer het Koninkrijk verwelkomde het feit dat het geactualiseerde plan nu ook elementen bevat die anticiperen op geestelijke en psychosociale noden die tijdens crises ontstaan of verergeren. Ook steunde het Koninkrijk een resolutie die het plan verwelkomt en lidstaten oproept om ontwikkeling van MHPSS dienstverlening structureel mee te nemen als essentieel onderdeel van Universal Health Coverage. Verder roept de resolutie op om de capaciteit van de WHO op het gebied van MHPSS verder te versterken. De WHO zal hier eens per twee jaar over rapporteren.
Nederland greep de tijdens de WHA bevestigde Mental Health Action Plan 2013–2030 aan voor het houden van een bijeenkomst met hoge vertegenwoordigers van OCHA, IFRC, ICRC, de WHO en non-gouvernementele partner War Child, waar werd doorgesproken over de bijdrage die MHPSS kan leveren aan veerkracht van mensen en gemeenschappen tijdens en na afloop van crises. Deze bijeenkomst trok veel publiek onder vertegenwoordigers van ministeries van gezondheid.
Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR), hiv/AIDS en Gendergelijkheid
Het Koninkrijk ondersteunde een resolutie van de Verenigde Staten over een multi-sectorale aanpak bij geweld tegen kinderen waarin ook veel aandacht was voor het belang van gendergelijkheid en tegengaan van seksueel en gender gerelateerd geweld. Het benoemen van de rol van seksuele voorlichting hierin lag voor veel lidstaten te gevoelig en de resolutie werd daarom zonder deze passage aangenomen. Het Koninkrijk greep het bespreken van de WHO Strategy on Women’s, Children’s and Adolescents» health aan om het belang van veilige abortus te onderstrepen en aandacht te vragen voor afnemende financiering voor SRGR wereldwijd. Tenslotte onderschreef het Koninkrijk het nieuwe strategisch plan op HIV, Hepatitis en Seksueel overdraagbare aandoeningen.
Seksuele uitbuiting en seksueel misbruik door WHO personeel in Oost-Congo
Het Koninkrijk heeft zich uitgesproken over het onderzoek naar vermeende misstanden van WHO personeel in Oost-Congo en hecht grote waarde aan een solide aanpak van seksuele uitbuiting en seksueel misbruik. Naar verluidt was het misbruik op managementniveau bekend, maar werd geen actie ondernomen door de WHO. De WHO heeft aangekondigd om lidstaten beter op de hoogte te houden van de voortgang van de onafhankelijke onderzoekscommissie die het misbruik onderzoekt. Verder zal seksueel overschrijdend gedrag als terugkerend thema op bestuursvergaderingen worden geagendeerd en is het budget voor het voorkomen en adresseren van seksueel overschrijdend gedrag verhoogd. De aanbevelingen en conclusies van de onderzoekscommissie zullen serieus worden genomen, daarnaast is er een aparte werkgroep in het leven geroepen die moet toezien op de implementatie.
Overige technische en organisatorische agendapunten
Naast bovengenoemde thema’s zijn gezondheid-gerelateerde onderwerpen besproken als patiëntveiligheid, preventie en behandeling van non-communicable diseases (NCDs) en verschillende organisatorische zaken van de WHO waaronder het programma budget 2022–2023 en presentatie van het resultatenraamwerk.
Ook werden er tijdens de WHA nog een aantal onderwerpen met duidelijke buitenlandpolitieke raakvlakken behandeld. Een Italiaans voorstel is aangenomen om de waarnemersbevoegdheden van de Heilige Stoel, die al sinds 1953 als waarnemer wordt uitgenodigd bij de WHA en de Uitvoerende Raad, te formaliseren. Met het voorstel wordt deze meer in lijn gebracht met de status van de Heilige Stoel bij de AVVN, waar het Koninkrijk mee heeft kunnen instemmen. Daarnaast diende de Palestijnse Autoriteit, net zoals in de afgelopen jaren, een resolutie in waarin zij de WHO vragen jaarlijks te rapporteren over haar werk en de gezondheidsomstandigheden in de Palestijnse Gebieden en Golanhoogten. Omdat de tekst van de resolutie ten opzichte van vorig jaar onwenselijk was gepolitiseerd, heeft Nederland tegen gestemd, en de Nederlandse positie in een stemverklaring toegelicht. Afgelopen jaren onthield Nederland zich van stemming, vanwege de feitelijke en grotendeels apolitieke tekst.
Ten slotte was deelname van de Nederlandse jongerenvertegenwoordiger aan de WHA belangrijk. Het is een goed signaal dat jongeren en toekomstige gezondheidsprofessionals actief bij internationaal gezondheidsbeleid betrokken moeten worden.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis