Voorgesteld 3 december 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in de komende tien jaar het aantal mensen dat jaarlijks overlijdt met 14% zal toenemen als gevolg van de vergrijzing;
constaterende dat ondanks het stijgende aantal euthanasiezaken verreweg het grootste deel van de mensen in Nederland overlijdt zonder ingrijpen;
overwegende dat er in de Nederlandse samenleving veel onwetendheid is over sterven, en artsen soms worstelen met stervensprocessen omdat patiënten en hun familie soms iets anders vragen dan wat artsen medisch zinvol vinden;
verzoekt de regering, in alle uitingen aandacht te (blijven) besteden aan een «gewoon sterfbed» en de mogelijkheden van palliatieve zorg;
verzoekt de regering, tevens te bevorderen dat kennis van het Landelijk Expertisecentrum Sterven wordt gedeeld met huisartsen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dik-Faber
Van der Molen