Voorgesteld 3 december 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de herschreven handreiking kindzorg niet aansluit bij de wensen van ouders die intensieve zorg aan hun ernstig zieke kind verlenen;
overwegende dat deze ouders een zeer grote (regie)rol spelen in en bij de zorgverlening van hun ernstig zieke kind;
overwegende dat ouders speciaal opgeleid zijn om medisch-specialistische handelingen te verrichten;
van mening dat aangeleerde medische-specialistische verrichte handelingen door ouders nooit en te nimmer gezien kunnen worden als ouderlijke, gebruikelijke of mantelzorg;
van mening dat een gezin niet ineens zelfredzaam is wanneer de ouders zelf medisch-specialistische handelingen kunnen verrichten of beschikken over de benodigde kennis en kunde van bepaalde medisch-specialistische handelingen;
van mening dat de handreiking kindzorg niet geschreven is voor deze specifieke kleine groep, zeer ernstig zieke kinderen die intensief door hun ouders verzorgd worden, vaak zelfs in de laatste fase van hun leven;
verzoekt de regering, deze kinderen uit te zonderen van de herschreven handreiking kindzorg en te komen met een aparte handreiking intensieve kindzorg voor deze kleine groep zeer ernstig zieke kinderen, opgesteld door kinderartsen en ouders,
en gaat over tot de orde van de dag.
Agema
Kerstens