Voorgesteld 19 november 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat veel mensen die beroepen uitoefenen waarin men als gevolg van de coronamaatregelen tijdelijk niet kan werken, financieel ernstig in de knel komen;
overwegende dat deze werkenden niet of onvoldoende aanspraak kunnen maken op de bestaande steunmaatregelen;
verzoekt de regering, om met werkgevers en werknemers in gesprek te gaan teneinde tot een sluitende regeling te komen die gebaseerd is op een vast bedrag voor alle werkenden die hun baan of inkomen (tijdelijk) zijn verloren door de coronacrisis,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Kent
Gijs van Dijk
Smeulders