Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 december 2020
Bijgaand vindt u de Nationale Eiwitstrategie1, zoals ik deze heb toegezegd in het Realisatieplan Visie LNV2 en waarover ik uw Kamer via een voortgangsbrief3 heb geïnformeerd.
De Nationale Eiwitstrategie draagt bij aan de zelfvoorzieningsgraad van Nederland en de Europese Unie, door de productie van plantaardige en innovatieve eiwitten te stimuleren en de benutting van reststromen te vergroten.
Tevens is deze strategie een stap in de eiwittransitie richting een gezonde en duurzame balans in plantaardige en dierlijke eiwitconsumptie. Deze strategie biedt daarmee tevens invulling aan de motie Moorlag om in kaart te brengen met welke beleidsinstrumenten en strategieën de verschuiving van consumptie kan worden bevorderd en versneld4.
Om samen met de stakeholders uit de eiwitwaardeketen de doelen te bereiken, zet ik de komende 5 tot 10 jaar in op de volgende sporen:
I. Selectieve inzet op teelt van typisch Nederlandse eiwitrijke gewassen, waaronder aardappelen, gras en vlinderbloemigen, zoals veldbonen.
II. Innovatie en ontwikkeling van alternatieve eiwitbronnen voor mens en dier, zoals microbiële eiwitten en kweekvlees.
III. Insecten als veevoer, voedsel en bij het benutten van reststromen.
IV. Benutting van reststromen. De Nederlandse agrarische economie is immers sterk in efficiëntie. Dat betekent dus ook het tegengaan van verspilling en het circulair gebruik van reststromen. Vooral de nog niet toegestane reststromen diermeel en keukenafval bieden potentieel.
V. Verhogen van het aandeel plantaardige consumptie. Alles begint en eindigt met een gezonde balans tussen dierlijke en plantaardige consumptie.
In deze sporen wordt gebruik gemaakt van de sterke punten van de Nederlandse agro-foodsector en de kansen die de typisch Nederlandse gewassen bieden. Met deze sporen sluit de NES ook aan bij de uitvoering van de LNV-visie Waardevol en Verbonden, door de inzet op volhoudbaar gebruik van nutriënten in het voedselsysteem, duurzaam bodembeheer, meer biodiversiteit en verbetering van het verdienvermogen van telers.
Omdat de veehouderij in Nederland mede zo efficiënt is vanwege de goede aminozuursamenstelling van de import-soja die gevoerd wordt, brengt dat ook een sterke afhankelijkheid van deze import met zich mee. Maar typisch Nederlandse eiwitrijke gewassen verbouwen kan juist wel weer bijdragen aan regionale productie èn aan bodemkwaliteit en biodiversiteit. En juist het sterke Nederlandse kennisklimaat biedt verschillende kansen waarmee ons land zich kan onderscheiden. Zoals de ontwikkeling van innovatieve en plantaardige eiwitbronnen voor voeding en veevoeradditieven en de benutting van reststromen voor circulair veevoer.
In de strategie staat een aantal concrete acties die reeds zijn ingezet of in 2021 worden uitgevoerd. Voor de langere termijn zullen uitvoeringsplannen verder uitgewerkt worden, samen met ondernemers, overheden en onderzoekers uit de gehele eiwitketen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten