Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2020
Met deze brief bied ik u het rapport «Onderzoek destructiebestel» aan dat is opgesteld door Rebel1. Het rapport betreft een actualisatie van het onderzoek van Rebel uit 2015 naar de Nederlandse markt voor transport en verwerking van kadavers2. In dat onderzoek was bekeken of er mogelijkheden waren om het destructiebestel – in het bijzonder de wettelijk gereguleerde kadavermarkt – op maatschappelijk verantwoorde wijze in Nederland anders te ordenen en/of in te vullen.
De markt voor het transport en de verwerking van kadavers kent hoge toetredingsdrempels en weinig concurrentiedynamiek. Mede daarom is in het verleden gekozen voor een marktordening met een wettelijk gereguleerd monopolie. Aanleiding voor een periodieke actualisatie is dat er diverse ontwikkelingen zijn die invloed kunnen hebben op zowel de vraag- als aanbodzijde van de kadavermarkt en die tot andere conclusies kunnen leiden over de gewenste marktordening.
In de studie van deze zomer beantwoordt Rebel de vraag wat de mogelijkheden zijn om het destructiebestel op maatschappelijk verantwoorde wijze anders te ordenen. De invalshoek van het uitgevoerde onderzoek is economisch. Het betreft een marktscan naar de mogelijke interesse in toetreding tot de kadavermarkt, relevante ontwikkelingen in de markt en implicaties voor de wenselijkheid van diverse marktordeningsmodellen. In tegenstelling tot de studie uit 2015 blijkt uit deze marktscan dat een nieuwe potentiële aanbieder interesse heeft getoond om ook kadavers te transporteren en te verwerken in Nederland met de capaciteit om dit (op termijn) op landelijk niveau uit te gaan voeren. Onder de huidige marktordening, met een wettelijk gereguleerd monopolie, is dit echter niet mogelijk.
Rebel beschrijft in het rapport alternatieven op het huidig gereguleerde monopolie, dit zijn liberalisering, aanbesteding en twee modellen waarbij transport en verwerking worden gescheiden. De in het rapport geschetste opties voor een nieuwe marktordening vragen om een beleidsmatige afweging. Bij deze afweging moet gekeken worden naar een goed functionerend stelsel enerzijds en anderzijds de betaalbaarheid ervan. Daarnaast moeten de transactiekosten en de sturingsmogelijkheden vanuit de overheid in ogenschouw worden genomen. Het borgen van de publieke belangen ten aanzien van de dier- en volksgezondheid is daarbij een belangrijke randvoorwaarde.
Gegeven de veranderende marktomstandigheid zal ik de komende periode een verkenning uitvoeren naar een nieuwe ordening van de destructiemarkt. Hierbij richt ik mij op de inrichting van een nieuw destructiebestel op de middellange termijn.
Relevante stakeholders, waaronder de sectororganisaties, zal ik betrekken bij de voornoemde verkenning van de nieuwe marktordening. Over de uitkomsten van de verkenning en de keuze voor een nieuwe inrichting van het destructiemodel wordt u in de eerste helft van 2021 geïnformeerd.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten