Voorgesteld 5 november 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat een brede economie en een sterke maakindustrie voor Nederland van groot belang zijn;
constaterende dat bijna 20% van het Nederlandse bbp indirect of direct in de industrie wordt verdiend, waar circa 800.000 Nederlanders werkzaam zijn;
constaterende dat in Nederland de arbeidsproductiviteit dalende is en vergrijzing op termijn leidt tot krapte op de arbeidsmarkt;
overwegende dat de procesinnovaties in de maakindustrie bijdragen aan de arbeidsproductiviteit, werkgelegenheid en concurrentiekracht in alle regio’s en daarmee aan het toekomstig verdienvermogen van Nederland als geheel;
overwegende dat structureel investeren in procesinnovaties helpt om de maakindustrie te behouden en/of naar Nederland terug te halen;
constaterende dat op dit moment procesinnovaties in veel mkb-sectoren achterblijven en bedrijven door de coronacrisis niet of nauwelijks investeringsruimte hebben;
verzoekt de regering, een procesinnovatie-stimuleringsinstrument buiten de Wbso te verkennen, met als voorwaarde toegankelijkheid voor het brede mkb, en de Kamer hierover voor 1 juli 2021 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Amhaouch
Bruins