Ontvangen 15 september 2020
Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln). Totaal € 7.836,8 mln.
Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln). Totaal € 4.816,0 mln.
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.
Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat/begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).
Wetsartikel 2
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en de lasten, het saldo van de baten en de lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de in de staat opgenomen baten-lastenagentschappen voor het onderhavige jaar vastgesteld en worden de verplichtingen, ontvangsten en uitgaven van verplichtingen-kasagentschappen voor het onderhavige jaar vastgesteld. De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (Begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake de agentschappen.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E. D. Wiebes
De leeswijzer gaat in op de volgende onderwerpen:
1. Begrotingsstructuur;
2. Prestatiegegevens;
3. Groeiparagraaf;
4. Verwerking motie Schouw en motie Hachchi c.s.;
5. Ondergrenzen toelichtingen.
1. Begrotingsstructuur
Beleidsagenda
De beleidsagenda begint met het onderdeel beleidsprioriteiten. Aansluitend bij de missie van EZK hebben de beleidsprioriteiten de volgende opbouw: Inleiding, Economisch beeld en uitdagingen voor EZK, Ondernemend Nederland en Duurzaam Nederland. Na het onderdeel beleidsprioriteiten volgen: de belangrijkste begrotingsmutaties voor de uitgaven en de ontvangsten, het overzicht van de niet-juridisch verplichte uitgaven, de Strategische Evaluatie Agenda en de planning van de beleidsdoorlichtingen, het overzicht van de risicoregelingen en tenslotte de overzichtstabel bedrijfslevenbeleid en Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid.
Beleidsartikelen
Aansluitend op de beleidsagenda volgt de toelichting op de beleidsartikelen. Per beleidsartikel is een algemene doelstelling en een beschrijving van de rol en verantwoordelijkheid van de bewindspersonen opgenomen. Voor elk beleidsartikel zijn de belangrijkste beleidswijzigingen apart opgenomen onder het kopje «beleidswijzigingen». De financiële instrumenten zijn voorzien van een korte toelichting. Waar mogelijk wordt, voor een meer inhoudelijke en gedetailleerde beleidstoelichting, verwezen naar de relevante beleidsnota’s of brieven die al naar de Tweede Kamer zijn gestuurd.
In de budgettaire tabellen van de beleidsartikelen zijn de financiële instrumenten onderverdeeld naar de volgende categorieën: subsidies, opdrachten, garanties, leningen, bekostiging, bijdrage aan agentschappen, bijdrage aan ZBO’s/RWT’s, bijdrage aan (inter)nationale organisaties en bijdragen aan medeoverheden. Deze onderverdeling komt ook terug in de structuur van het beleidsartikel.
In de begroting zijn verder de volgende bijlagen opgenomen: (bijlage 1) een overzicht van de ZBO’s/RWT’s vallend onder het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, (bijlage 2) een toelichting op de mutaties ten opzichte van de stand Voorjaarsnota en Incidentele Suppletoire begrotingen, (bijlage 3) Moties en toezeggingen, (bijlage 4) het subsidieoverzicht met hyperlinks naar de betreffende subsidie, de meest recent uitgevoerde evaluatie en geprogrammeerde eerstvolgende evaluatie en de geplande einddatum van de subsidie en (bijlage 5) het overzicht van evaluatie- en overig onderzoek met een nadere uitwerking van de Strategische Evaluatie Agenda en de meest recent uitgevoerde en geprogrammeerde beleidsdoorlichtingen en evaluaties met hyperlinks naar de betreffende rapporten.
Begrotingsreserves
Een begrotingsreserve mag met toestemming van de Minister van Financiën ten laste van een begrotingsartikel worden aangehouden (artikel 2.21, lid 1 Comptabiliteitswet 2016). De begrotingsreserves zijn bestemd voor een concreet doel en kunnen alleen voor dat doel worden gebruikt. De begrotingsreserves op de EZK-begroting worden ingezet voor de volgende doelen:
• Als borg voor de afgegeven garantstellingen (Borgstelling MKB-kredieten, Garantie Ondernemingsfinanciering, Groeifaciliteit, MKB financiering, garantieregeling Aardwarmte. Uit deze begrotingsreserves kunnen eventuele mismatches in de tijd tussen (premie-)inkomsten en uitgaven (verliesdeclaraties) worden opgevangen;
• De uitfinanciering (op kasbasis) van reeds aangegane en deels nog aan te gane verplichtingen (reserve voor duurzame energie en lening ECN). Via de reserves blijven de middelen beschikbaar voor het specifieke doel tot het moment van uitbetaling.
• Vanwege de onzekere aard en timing van maatregelen voor aanvullende CO2-reductie is een reserve van € 500 mln gevormd.
Totaal | % Juridisch verplicht | Specificatie naar type reserve (x € 1 mln) | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Borg garanties | Duurzame energie | Lening ECN | Maatregelen CO2-reductie | |||
Artikel 2 | 213,8 | 100% | 213,8 | |||
Artikel 4 | 3.578,9 | 100% | 22,0 | 3.155,1 | 6,6 | 395,2 |
Totaal | 3.792,7 | 100% | 235,8 | 3.155,1 | 6,6 | 395,2 |
In de 1e suppletoire begroting 2020 hebben op artikel 4 enkele onttrekkingen aan de begrotingsreserves plaatsgevonden, onder andere verliesdeclaraties op basis van de garantieregeling aardwarmte aan de reserve aardwarmte, de onbenutte Urgenda-middelen 2019 aan de reserve maatregelen CO2-reductie en een bijdrage aan het aanvullende Urgenda-maatregelen-pakket aan de reserve duurzame energie.
In de 1e suppletoire begroting 2020 hebben ook enkele onttrekkingen aan de begrotingsreserves op artikel 2 plaatsgevonden. Er is € 0,3 mln onttrokken aan de begrotingsreserve GO in het kader van de overdracht van de ontvangen premies over de uitstaande garanties GO-ETFF aan Invest-NL. Daarnaast is een onttrekking van € 10 mln geraamd aan de reserve Groeifacileit. Deze € 10 mln is in de 1e suppletoire begroting 2020 als storting geraamd in de reserve Garanties MKB-financiering ter afdekking van de uitstaande risico’s. Tot slot is in de 1e suppletoire begroting 2020 geraamd om € 1 mln te storten in de reserve BMKB ter afdekking van de risico’s samenhangend met het Stikstof/PFAS luik in de BMKB. Deze storting is bij ontwerpbegroting verhoogd met € 1,1, mln naar in totaal € 2,1 mln.
In de betreffende beleidsartikelen (2 en 4) van deze begroting worden de bovengenoemde begrotingsreserves apart toegelicht (conform artikel 2.21, lid 2 Comptabiliteitswet 2016). Naar aanleiding van de toezegging van de Minister van Financiën aan de Algemene Rekenkamer en de aangenomen motie Ronnes c.s. (Kamerstuk 34 475, nr. 20) wordt het percentage juridisch verplicht voor de begrotingsreserves in de beleidsartikelen 2 en 4 toegelicht. Daarnaast zijn conform de motie Van Veldhoven en Koolmees (Kamerstuk 34 475, nr. 12) de eventuele aanvullende afspraken over de begrotingsreserves opgenomen . Als opvolging van de motie Geurts (Kamerstuk 34 000 XIII, nr. 64) worden de geraamde wijzigingen gedurende het begrotingsjaar in de 1e en 2e suppletoire begroting inzichtelijk gemaakt.
Overzicht maatregelen ten behoeve van het Energieakkoord, het Klimaatakkoord en CO2-reducerende maatregelen
Conform de motie Leegte (Kamerstuk 2014-2015, 30 196, nr. 278) is in beleidsartikel 4 (Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering) een totaaloverzicht opgenomen van alle maatregelen van alle ministeries ten behoeve van het Energieakkoord, het Klimaatakkoord en CO2-reducerende maatregelen.
Overzichtstabel agentschappen
In het hoofdstuk «De agentschappen» is een overzichtstabel agentschappen opgenomen. In deze tabel is de aansluiting te maken tussen de «opbrengst moederdepartement» zoals opgenomen in de agentschapsparagrafen en de «bijdrage aan agentschappen» zoals opgenomen in de begrotingsartikelen. Eventuele resterende verschillen zijn toegelicht.
2. Prestatiegegevens
In de beleidsartikelen wordt onder de algemene doelstelling aangegeven waar de Minister van EZK voor verantwoordelijk is. Indien voor deze doelstellingen een directe relatie gelegd kan worden tussen het gevoerde beleid en de gewenste (maatschappelijke) uitkomst, zijn prestatie-indicatoren opgenomen. De voorwaarde voor het opnemen van een indicator is een (doen) uitvoerende rol van de Minister. Bij de doelstellingen waarbij EZK een belangrijke bijdrage kan leveren door de juiste randvoorwaarden te creëren en het resultaat afhankelijk is van externe factoren, is het niet of beperkt mogelijk om prestatie-indicatoren op te nemen en wordt volstaan met kengetallen over ontwikkelingen op het betreffende beleidsterrein. Daarnaast zijn, waar mogelijk, prestatie-indicatoren en kengetallen opgenomen op instrumentniveau, die inzicht geven in het bereiken van specifieke resultaten.
3. Groeiparagraaf
De afgelopen maanden zijn voor een belangrijk deel getekend door de coronacrisis. Het kabinet heeft diverse (nood)maatregelen genomen om de crisis het hoofd te bieden. In de EZK-begroting 2021 onder het onderdeel belangrijkste beleidsmatige mutaties is een overzicht coronamaatregelen opgenomen, die inzcht heeft in de maatregelen die op de begroting van het Ministerie van EZK zijn genomen.
In het kader van operatie Inzicht in Kwaliteit van het kabinet is het gebruikelijke overzicht met een planning van beleidsdoorlichtingen omgevormd tot een Strategische Evaluatie Agenda (SEA). In de SEA staan de beleidsthema’s van de missie van EZK centraal. 2021 betreft een overgangs- en leerjaar met de SEA waardoor de agenda een eerste uitwerking betreft en waarbij ook nog een enkele traditionele beleidsdoorlichting zal worden uitgevoerd. Deze aanpassingen zijn verwerkt in de beleidsagenda en in bijlage 5: Evaluatie- en overig onderzoek.
In het wetgevingsoverleg over het Jaarverslag van EZK 2018 van 12 juni 2019 werd van de zijde van de Kamer aangedrongen op verdere verbetering van de informatie door tabellen met kernindicatoren op te nemen en op basis daarvan de relatie te schetsen tussen middelen, de prestaties en de doelen. Aan dit verzoek van de Kamer geeft de Minister van EZK gehoor gegeven door in de EZK-begroting 2020:
• Meer ordening in de begroting aan te brengen door kernindicatoren op een gestructureerde wijze per artikel centraal te presenteren.
• Doelstellingen zoveel als mogelijk te kwantificeren. Voor de artikelen 1 en 4 is, naar het voorbeeld van de artikelen 2 en 3, een lijst met kwantitatieve doelstellingen toegevoegd.
• Daarnaast zijn in de begroting 2021 in artikel 4 een aantal kengetallen opgenomen over de uitvoering van de subsidieregelingen op het gebied van klimaat en energie.
Tijdens het WGO over het Jaarverslag 2018 van het Ministerie van EZK heeft de Minister van EZK toegezegd om zich in de begroting van 2020 in te spannen voor een betere toelichting op de bijdragen van de ODE aan de uitgaven voor duurzame energie. Hiertoe wordt in de begroting in een meerjarig overzicht aangegeven wat de relatie is tussen de SDE+-uitgaven en de ODE-ontvangsten op de EZK-begroting. Verder wordt in de begroting 2021 een overzicht gepresenteerd van de meerjarig (2020-2032) voor de duurzame energieregelingen beschikbare middelen en hoe deze zich verhouden tot de nog openstaande verplichtingen op deze regelingen. Daarnaast wordt sinds enkele jaren uitgebreid ingegaan op de mutaties op de reserve duurzame energie, welk deel van de reserve afkomstig is uit de ODE-ontvangsten resp. de algemene middelen, welk deel van de reserve juridisch verplicht is en wat het geraamde verloop van de reserve in het huidige uitvoeringsjaar en het begrotingsjaar zal zijn.
4. Verwerking motie Schouw en motie Hachchi c.s.
Motie Schouw
In juni 2011 is de motie Schouw c.s. ingediend en aangenomen (Kamerstuk 2010-2011, 21 501-20, nr. 537). Deze motie zorgt er voor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen.
De Europese Commissie heeft in 2020 een landenspecifieke aanbeveling gedaan om publieke investeringsprojecten te vervroegen en private investeringen aan te moedigen om het economisch herstel te bevorderen. Daarnaast heeft de Europese Commissie aanbevolen de investeringen toe te spitsen op de groene en digitale transitie, met name op de ontwikkeling van digitale vaardigheden, duurzame infrastructuur, het schoon en efficiënt opwekken en gebruiken van energie, en missiegedreven onderzoek en innovatie. In de beleidsartikelen 1 (Goed functionerende economie en markten), 2 (Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei) en 4 (Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering) wordt op deze aanbeveling ingegaan.
Motie Hachchi c.s.
Ter uitvoering van de motie Hachchi c.s. (Kamerstuk 33 000 IV, nr. 28) brengen departementen in kaart welke uitgaven zij doen in Caribisch Nederland, uitgesplitst per instrument. Hiervoor geldt een ondergrens van € 1 mln. De totale uitgaven van EZK voor Caribisch Nederland in 2021 bedragen € 6,9 mln. Deze uitgaven zijn verdeeld over de beleidsartikelen 1, 2, en 4. De uitgaven voor het beleidsartikel 1 zijn lager dan de ondergrens van € 1 mln en worden derhalve niet opgenomen in de budgettaire tabel.
5. Ondergrenzen toelichtingen
Voor wat betreft het toelichten van significante verschillen in de uitgaven, ontvangsten en verplichtingen zijn de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen | Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) | Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.
Inleiding
Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) staat voor een duurzaam en ondernemend Nederland. Het jaar 2021 zal voor EZK grotendeels in het teken staan van het herstellen van de gevolgen van de coronacrisis. EZK werkt aan de hervatting van de groei, in lijn met de Groeistrategie van het kabinet.
Samen met zijn partners werkt EZK aan de welvaart van alle Nederlanders, nu en later. Wij werken aan de klimaatambities, op weg naar een duurzame samenleving met schone, betrouwbare en betaalbare energie. We staan voor een open economie met een sterke internationale concurrentiepositie. We stimuleren innovatie en benutten de economische en maatschappelijke kansen van digitalisering. We geven ondernemers de ruimte en borgen de balans tussen de belangen van bedrijven en consumenten. Deze opgaven vragen erom dat verduurzaming en economische ontwikkeling samengaan.
Economisch beeld en uitdagingen voor EZK
De Nederlandse economie draaide voor de uitbraak van het coronavirus op volle kracht en Nederland stond er goed voor. Zo heeft de Nederlandse economie bijna zes jaar aaneengesloten economische groei ervaren. Deze periode bracht ons veel welvaart.1 Het inkomen per hoofd van de bevolking steeg naar het hoogste niveau ooit van 38.400 euro. Ook bereikte de arbeidsparticipatie met 69% zijn hoogtepunt en daalde het werkloosheidspercentage naar het laagste punt van 2,9% in het begin van 2020. Nederlanders zijn in Europa relatief het meest tevreden met hun leven, ervaren veel regie over hun eigen leven en in Nederland is het vertrouwen in instituties en de medemens hoog. Daarnaast scoort Nederland ook internationaal goed op het gebied van concurrentiekracht (World Economic Forum) en innovatie (Global Innovation Index).
Groeistrategie
Tegelijkertijd ging de groei die de Nederlandse economie heeft doorgemaakt voornamelijk op aan de stijgende kosten van collectieve voorzieningen en het aflossen van de staatsschuld, waardoor veel mensen te weinig van deze economische groei hebben kunnen merken in hun portemonnee. Om te borgen dat in de toekomst niet alleen de collectieve voorzieningen veilig worden gesteld, maar ook bestedingsruimte voor huishoudens wordt gecreëerd, heeft EZK de Groeistrategie ontwikkeld om op de lange termijn het verdienvermogen van Nederland te versterken.
De Groeistrategie is gericht op zes fundamentele gebieden: het opleiden van mensen in het onderwijs en gedurende hun werkzame leven, het bevorderen van arbeidsparticipatie, het versterken van onderzoeks- en innovatie-ecosystemen, het verbeteren van bereikbaarheid en het benutten van de klimaat- en energietransitie en de transities naar een circulaire economie en kringlooplandbouw die vragen om baanbrekende vernieuwingen in alle sectoren van de Nederlandse economie.2
Economische gevolgen van de coronacrisis
De coronacrisis raakt de Nederlandse economie ongekend hard en onderstreept het belang van het oplossen van de bestaande uitdagingen voor de Nederlandse economie, zoals het versterken van het verdienvermogen voor de lange termijn. Ondanks de sterke uitgangspositie voor de coronacrisis, worden zo goed als alle sectoren direct (door bijvoorbeeld gedwongen sluitingen) of indirect (door het wegvallen van vertrouwen en vraag) geraakt. Het CPB verwacht in het basisscenario een krimp van 5,0% in 2020, gevolgd door een onvolledig herstel van 3,5% in 2021.
De ontwikkelingen rondom de coronacrisis gaan snel en blijven onzeker. Ook bij positief verloop van ontwikkelingen rondom het coronavirus kunnen de economische gevolgen nog lange tijd zichtbaar blijven. Bijvoorbeeld omdat bedrijven tijd nodig hebben om te herstellen, omdat investeringen in mensen en kapitaalgoederen zijn uitgesteld, de internationale toeleverketen nog hinder ondervindt, of omdat de wereldwijde vraag naar goederen en diensten achterblijft.
Voor sommige bedrijven en hun werknemers zal ook na de coronacrisis de wereld er blijvend anders uit zien. Die nieuwe situatie vraagt om aanpassing en heroriëntatie. EZK geeft samen met andere ministeries en partners vorm aan de noodzakelijke stappen naar herstel en aanpassing van de economie, met oog voor de staatsschuld en kijkend naar de lange termijn. Het kabinet heeft daarom besloten de overbruggingsmaatregelen te verlengen en specifieker te richten, en als de situatie het toelaat ze daarna geleidelijk af te bouwen. Samen met een stimulering van investeringen, waarborgt het kabinet dat de aanpassingen aan de nieuwe situatie verantwoord en geleidelijk gebeuren.3 Daarnaast werkt het kabinet zoals aangekondigd in de Miljoenennota van 2019 ook aan de oprichting van het Nationaal Groeifonds. Daarmee wordt ook op de lange termijn het verdienvermogen van Nederland versterkt en perspectief geboden na de crisis, door te bouwen aan de economie van morgen.
Daarnaast onderzoekt het kabinet de mogelijkheden om ondernemers in zwaar weer te ondersteunen in hun zoektocht naar private oplossingen om een faillissement af te wenden. Het gaat hier bijvoorbeeld om ondersteuning bij het herstructureren van hun balans of het ombuigen van hun verdienmodel.
Waar het gaat om verduurzaming, streeft het kabinet naar een Europese doelstelling van een reductie van broeikasgassen van 55% in 2030 ten opzichte van 1990. Deze transitie vormt een grote opgave, maar een internationaal leidende positie van het Nederlandse bedrijfsleven biedt ook kansen voor ondernemers en daarmee voor ons duurzame verdienpotentieel.4
EZK zet zich in voor een blijvend sterke economie nu en op de lange termijn, waarin innovatieve koplopers die vernieuwing aanjagen en een brede basis van bedrijven die werkgelegenheid bieden aan velen. Het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid van EZK benut de innovatiekracht van de topsectoren om belangrijke bijdragen te leveren aan het vermarkten van vernieuwingen en het aanpakken van sociale en maatschappelijke vraagstukken. De creativiteit en innovatiekracht van startups en scale-ups en andere partners in het ecosysteem zijn essentieel voor een duurzaam economisch herstel. Zij zijn de banenmotor van de toekomst en dragen met hun innovatieve producten en diensten bij om oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken te ontwikkelen.
Ondernemend Nederland
Om onze welvaart ook in de toekomst te behouden is een excellent vestigings- en ondernemersklimaat, vernieuwing en verduurzaming cruciaal.
Vestigings- en investeringsklimaat
Voor de toekomstige welvaart van Nederland zetten wij ons in om koploper te zijn op het gebied van innovatie, verduurzaming en digitalisering. Het is van belang dat bedrijven die leidend zijn op deze gebieden - van klein tot groot en zowel Nederlands als buitenlands - in Nederland blijven investeren en daardoor hun activiteiten hier verder ontwikkelen en zo bijdragen aan duurzame groei. Deze investeringen zorgen voor hoogwaardige kennisontwikkeling en werkgelegenheid in Nederland. Door de belangrijke aanwezigheid van mondiale spelers zijn wij internationaal een serieuze gesprekspartner op deze gebieden. Daarom blijft het kabinet voortdurend werken aan de belangrijke vestigingsplaatsfactoren, zoals een goed functionerende arbeidsmarkt en een goede digitale en fysieke infrastructuur.
Hierbij heeft het stimuleren van het mkb in de transitie naar een duurzame en digitale economie extra de aandacht, zoals is uiteengezet in het MKB-Actieplan. Om het verdienvermogen van Nederland te herstellen en te vesterken, is internationalisering van het bedrijfsleven, met name het mkb, essentieel.
Ondernemers staan aan de basis van nieuwe producten en diensten die bijdragen aan vernieuwing en verduurzaming. Het is daarom van belang dat zij de ruimte krijgen om te groeien. Daarom zet EZK erop in om innovatie te stimuleren, digitalisering op te schalen en economische veiligheid en concurrerende markten te waarborgen. Daarbij is Europese samenwerking van belang. Zo bouwen we onze internationale toppositie verder uit.
Versterking van de samenwerking met (regionale) partijen is cruciaal om samen uit de crisis te kunnen komen. Dit krijgt bijvoorbeeld vorm via de Samenwerkingsagenda Rijk-Regio, de Regiodeals en de MKB-deals. Tegelijkertijd brengt de coronacrisis veel onzekerheid me zich mee. Juist in deze tijd is een voorspelbare, betrouwbare overheid van belang voor een aantrekkelijk ondernemersklimaat dat nodig is voor ondernemers om investeringen te doen en bij te dragen aan ons economisch herstel. Ook blijft EZK zich inzetten voor een goed werkende mkb-financieringsmarkt en voldoende geschikt menselijk kapitaal via de human capital agenda ICT.
Innovatie
Innovatie staat voor vooruitgang en is de sleutel tot herstel. Innovatie creëert namelijk nieuwe oplossingen, die een uitkomst kunnen bieden voor maatschappelijke uitdagingen. Bovendien kan innovatie leiden tot een grotere arbeidsproductiviteit en als gevolg tot een groter verdienvermogen op de lange termijn. Hierbij vormt ondernemerschap een belangrijke rol om te zorgen dat uitvindingen leiden tot innovaties die daadwerkelijk worden vermarkt. EZK stimuleert innovatie langs drie wegen: generiek innovatiebeleid, specifiek beleid en Europese samenwerking.
Generiek innovatiebeleid is volgens de recente beleidsdoorlichting succesvol en versterkt het Nederlandse vestigings- en ondernemers-klimaat.5 Uit de doorlichting blijkt dat de instrumenten die zich direct richten op het stimuleren van innovatie (zoals innovatiekrediet en WBSO),6 en ook de kapitaalmarktinstrumenten (waaronder SEED, Micro-financiering, Groeifaciliteit, BMKB) doeltreffend zijn en leiden tot meer innovatie. Dat geldt ook voor het beleid gericht op publiek-private onderzoekssamenwerking (PPS, zoals TKI’s).7
Daarnaast wordt innovatie bevorderd met specifiek beleid, zoals het Missiegedreven Topsectoren en Innovatiebeleid. Het doel van dit beleid is het koppelen van maatschappelijke missies aan verdienvermogen.8 Om na de coronacrisis snel te kunnen herstellen en op belangrijke gebieden een wereldspeler te blijven of te worden, zet EZK door op de weg van de gekozen maatschappelijke thema’s. Door de coronacrisis kan innovatie echter onder druk komen te staan, doordat bedrijven noodgedwongen bezuinigen en daarmee hun R&D-uitgaven verlagen. Om innovatiever en productiever te worden, zijn de investeringen in publiek-private samenwerking (nationaal en Europees) op sleuteltechnologieën van belang, zoals op het gebied van Artificiële Intelligentie (AI) en kwantumtechnologie.9
Ook is Europese samenwerking op gebied van innovatie nodig om onze ambities te kunnen realiseren. Nederland is te klein om op alle gebieden een wereldspeler te zijn. Het is daarom belangrijk dat Nederland in gezamenlijke innovatietrajecten investeert.10 Dit waarborgt dat we een belangrijke kunnen rol spelen en optimaal profiteren van en bijdragen aan het herstel van de Europese economie.
Start- en scale-up beleid
Het kabinet heeft de ambitie dat Nederland zich ontwikkelt tot één van de sterkste startup-ecosystemen van de wereld.11 Start- en scale-ups spelen ook een belangrijke rol voor economisch herstel. Zij zorgen voor de inkomsten en banen van morgen én dragen met hun innovatieve producten en diensten bij aan het oplossen van wereldwijde uitdagingen. In Nederland zijn snelle groeiers nog vaak afhankelijk van buitenlandse investeerders, zoals bij Smart Photonics.12 Als gevolg van de toenemende onzekerheid door uitbraak van het coronavirus trekken investeerders zich momenteel terug. Hierdoor nemen financieringsmogelijkheden voor start- en scale-ups verder af. Daarom ondersteunt het kabinet niet-bancaire financiers om beschikbaarheid van financiering uit Nederland voor start en scale-ups te vergroten. Ook wordt door de oprichting van een nationale-scale up faciliteit doorgroeimogelijkheden gestimuleerd door investeringen in het eigen vermogen.13
Daarnaast zet het kabinet in samenwerking met de provincies in op versterking van het fondsvermogen van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's).14 Hierdoor kunnen ROM's het eigen vermogen van start-ups en mkb-bedrijven versterken, door bijvoorbeeld het converteren van corona-overbruggingsleningen in eigen vermogen.
Digitalisering
Als gevolg van de coronacrisis werd op grootschalige wijze omgeschakeld naar digitale alternatieven om de economie en de samenleving zoveel mogelijk doorgang te laten vinden, zelfs op de momenten waarop werd opgeroepen om zoveel mogelijk thuis te blijven.
In de tweede update van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie, die op 25 juni 2020 aan de Kamer is verzonden,15 heeft EZK in samenwerking met het Ministerie van Binnenlandse Zaken Koninkrijksrelaties (BZK) en het Ministerie van Justitie en Veiligheid (J&V) uiteengezet hoe digitalisering maximaal kan bijdragen aan economische groei, innovatie en de aanpak van maatschappelijke uitdagingen, inclusief economisch herstel. Voor EZK ligt de focus de komende periode op opschaling, datadeling, artificiële intelligentie, digitale connectiviteit en cyberweerbaarheid. De versnelling van de digitalisering van het mkb heeft specifiek de aandacht. De scope van de digitaliseringsstrategie wordt bovendien vergroot met een verkenning naar de bijdrage van digitalisering aan het thema duurzaamheid.
De urgentie van versnelde transformatie en digitalisering van de industrie is groter door de coronacrisis. Om ketens wendbaarder en weerbaarder te maken, wordt het EZK-beleid gericht op smart industry voortgezet en geïntensiveerd. EZK blijft in 2021 de Smart Industry Implementatieagenda 2018-2021 ondersteunen, die is opgesteld om digitalisering van de industrie te versnellen, met steun aan 43 fieldlabs waar bedrijven en kennisinstellingen experimenteren met de nieuwste technologieën om te komen tot innovatieve oplossingen.
EZK heeft de ambitie om Nederland een voorhoedepositie te bezorgen op het gebied van AI die waarde toevoegt voor mens, maatschappij en economie.16 Mede in reactie op de coronacrisis neemt het aantal AI-toepassingen toe in allerlei domeinen en sectoren. In 2021 wordt daarom met de Nederlandse AI-coalitie verder gebouwd aan uitbreiding en versterking van het Nederlandse AI-ecosysteem. Die krijgt een startimpuls van € 23,5 mln van het kabinet, voor onderzoek naar en het ontwikkelen van toepassingen.17 Door de sterke toename van digitale activiteiten is het van belang om de ontwikkeling van de Nederlandse infrastructuur voor vaste en mobiele communicatie op peil te houden. Daarom zet EZK in 2021 in op frequentieverdelingen voor mobiele communicatie18 en een 5G-innovatienetwerk.
Een samenleving die zich steeds meer online afspeelt, heeft behoefte aan versterkte cyberweerbaarheid. De taken van het Digital Trust Center worden daartoe uitgebreid, onder meer met een wettelijke basis voor het verwerken en delen van vertrouwelijke informatie over digitale bedreigingen voor ondernemend Nederland. Verder programmeert EZK voorlichtingscampagnes over cyberhygiëne en zet het zich in voor Europese normen voor internet of things-apparaten.
Om ook privacy online en grip op persoonsgegevens te waarborgen, spant het kabinet zich in voor de totstandkoming en implementatie van een ambitieuze Europese e-privacy verordening.
Strategisch industriebeleid en economische veiligheid
De geopolitieke ontwikkelingen hebben gevolgen voor mondiale waardeketens. De Nederlandse industrie is sterk internationaal verweven en levert een grote bijdrage aan onze welvaart. De coronacrisis heeft aangetoond dat de buitenlandse leveringsketens waar de Nederlandse maatschappij op vertrouwt soms kwetsbaar zijn. Om deze kwetsbaarheden te verminderen zal EZK in 2021 verder investeren in de strategische relaties met de Europese Commissie, lidstaten en stakeholders. Een voorbeeld hiervan is de inzet op een samenwerking met de Europese Commissie om te verkennen hoe Nederlandse bedrijvigheid ook in de toekomst robuust kan worden verankerd in de mondiale waardeketens. De Nederlandse uitgangspositie blijft hierin om onze economie open en toegankelijk te houden, en tegelijk de concurrentiekracht op lange termijn te behouden door oog te hebben voor onze strategische economische belangen. Dit bereikt EZK door in te blijven zetten op een sterk mededingingsrechtelijk- en staatsteunkader, een goed investeringsklimaat, een sterke Europese interne markt en het missiegedreven innovatiebeleid. EZK zal hierop inzetten bij de uitwerking van de EU-industriestrategie.
Daarnaast zal EZK in 2021 intensief samenwerken met andere ministeries om kwetsbaarheid door internationale afhankelijkheden te verkleinen en tegelijkertijd nationale veiligheid te waarborgen. In samenwerking met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport werkt EZK aan verdere versterking van de productieketen in de farmaceutische sector en het innovatie-ecosysteem rondom de topsector ‘Life Sciences and Health’. Verder zet EZK samen met het Ministerie van Defensie in 2021, in lijn met de Defensie Industrie Strategie, in op het versterken en internationaal positioneren van een hoogwaardige en concurrerende defensie- en veiligheidgerelateerde industrie in Nederland. Voor het versterken van Europese defensiecapaciteiten werken EZK en Defensie intensief samen om Nederlandse kennisinstellingen en bedrijven te kunnen laten participeren in Europese onderzoek- en ontwikkelingsprojecten die vanaf 2021 worden ondersteund via het nieuwe Europees Defensie Fonds (EDF) onder het nieuwe MFK (2021-2027).
Ook veiligheid en economie raken steeds meer verweven. De combinatie van snelle en diepe technologische ontwikkelingen en een veranderende geopolitieke omgeving kunnen leiden tot risico’s die mogelijk gevolgen hebben voor de economie en de nationale veiligheid, door bijvoorbeeld cyberspionage, sabotage en door kwetsbaarheden als gevolg van ongewenste overnames en investeringen. Om dit tegen te gaan, beschikt Nederland op dit moment al over sectorale investeringstoetsen voor de gas- en elektriciteitssector. Daarnaast werkt EZK aan aanvullende sectorale toetsen voor onder andere investeringen in de telecom- en IT-sector19 en, samen met Defensie, voor toeleveranciers voor het vitale proces Inzet Defensie. Tegelijkertijd werkt het kabinet aan een breed stelsel van investeringstoetsen om risico’s voor de nationale veiligheid te minimaliseren.20 De wetsvoorstellen voor deze investeringstoetsen worden naar verwachting in 2021 aan de Tweede Kamer aangeboden.
Daarnaast treedt in oktober 2020 de Europese FDI-screeningsverordening (Foreign Direct Investment) in werking.21 De verordening schrijft voor dat lidstaten via een zogeheten contactpunt onderling en met de Europese Commissie vertrouwelijke informatie kunnen uitwisselen en over investeringen uit derde landen, waar mogelijke risico’s voor de nationale veiligheid aan verbonden zijn. Het Nederlandse contactpunt zal in lijn met de Verordening tegelijkertijd in werking treden.
Mededingings- en consumentenbeleid
Het is voor het optimaal functioneren van de economie van belang dat bedrijven concurreren om consumenten zoveel mogelijk waar voor hun geld te bieden, en dat consumenten worden beschermd.
Als gevolg van digitalisering is de platformeconomie in opkomst waarbij data en technologie van groot belang zijn. Dit leidt tot hiaten in de rechtsbescherming van consumenten. EZK maakt zich daarom in EU-verband sterk voor het borgen van concurrentie in markten waarop online platforms actief zijn. Sommige platforms hebben hierbij een poortwachtersfunctie, namelijk wanneer het gebruik maken van dit platform noodzakelijk is voor bedrijven en klanten om elkaar te vinden. EZK pleit voor de mogelijkheid dat een Europese toezichthouder platforms met dergelijke poortwachtersfunctie verplichtingen op kan leggen.22 In 2021 zet EZK zich er in het bijzonder voor in dat platforms verantwoordelijk worden gesteld voor het naleven van de rechten van consumenten die via platforms aankopen doen. Zo kunnen consumenten zowel in de winkel als online blijven vertrouwen op veilige producten en goede bescherming, en blijft het speelveld voor producenten en retailers gelijk.
Als gevolg van de coronacrisis hebben overheden in Nederland en in het buitenland maatregelen genomen om het bedrijfsleven te ondersteunen.23 Uiteindelijk zal het bedrijfsleven weer op eigen benen moeten staan. Concurrentiekracht – met name in Europees verband – is een belangrijke pijler in dit economisch herstel. Goede, toekomstgerichte mededingingskaders spelen daarin een belangrijke rol. Dit is ook toegelicht in de kabinetspositie Europese Concurrentiekracht24 en de Kamerbrief over het realiseren van een gelijk speelveld op de Europese Interne Markt voor alle ondernemingen.25 De Europese Commissie heeft voor 2021 evaluaties van de Europese Mededingingsregels aangekondigd.26 De inzet van EZK daarbij zal – aansluitend bij de kabinetspositie – gericht zijn op het actualiseren van het mededingingsinstrumentarium, zodanig dat een gelijk speelveld waarin bedrijven eerlijk kunnen concurreren blijvend kan worden gewaarborgd. Daarbij heeft EZK ook aandacht voor ontwikkelingen op het terrein van bijvoorbeeld digitalisering en duurzaamheid.
Aanbestedingen door overheden, die in Nederland circa € 73 mld per jaar bedragen, kunnen instrumenten vormen om de economie op een duurzame manier aan te jagen. Om dit verder aan te moedigen zal EZK in 2021 bestaande initiatieven om samenwerking tussen partijen in de aanbestedingspraktijk te verbeteren, zoals het vervolg op het programma «Beter Aanbesteden», hierop richten.27
Europese samenwerking
De uitdagingen waar Nederland voor staat, vragen steeds vaker om oplossingen op een schaal waarbij in elk geval Europees moet worden gedacht. Dat geldt ook voor de coronacrisis. Op Europees niveau worden in aanvulling op de nationale inspanningen onder andere via het EU Meerjarig Financieel Kader 2021-2027, het EU Herstelplan en het Europees Semester stappen gezet om het economisch herstel na de coronacrisis aan te jagen en te ondersteunen. Daarbij is het van belang om Europees beleid en Europese investeringen te richten op versterking van de Europese concurrentiekracht en het toekomstige verdienvermogen, zoals de groene en digitale transities, onderzoek en innovatie. EZK zal in 2021 inzetten op een actieve beïnvloeding van de Europese agenda op deze gebieden. Dit ook in de reactie op de in Europa weerklinkende roep om van strategische autonomie, waarbij het te doen is om het aan de orde stellen van eenzijdige ongewenste afhankelijkheden voor vitale processen (zoals van één land of één productielocatie) zonder overreactie vanuit protectionistische overwegingen.
Er wordt nog bezien hoe de middelen uit het Europese Recovery and Resilience Facility het beste kunnen worden ingezet om het economisch herstel te bevorderen en de weerbaarheid van onze economie te vergroten. Uiterlijk in het voorjaar van 2021 zal het kabinet een plan indienen bij de Europese Commissie. Daarnaast heeft EZK een plan opgesteld waarbij het kabinet cofinanciering levert, zodat bedrijven, universiteiten en andere deelnemers met Europese programma’s sneller uit de coronacrisis accelereren: innovatiever, duurzamer en digitaler.
De Europese Commissie heeft op 11 december 2019 de European Green Deal gepresenteerd. EZK zal zich inzetten om samen met de kopgroep van andere lidstaten te werken aan een strategie voor een kosteneffectieve en maatschappelijk haalbare ophoging van het 2030-doel naar 55% en om in een mondiale context samen te werken om het momentum naar de klimaatconferentie in Glasgow (COP26) te behouden.28
Uiteraard blijft EZK zich inzetten om de schade van Brexit voor de Nederlandse reële economie zoveel mogelijk te beperken. De ambitie van de EU en Nederland om op 1 januari 2021 een nieuw partnerschap met het Verenigd Koninkrijk in werking te laten treden, met daarin het voor Nederland uiterst belangrijke pakket aan afspraken over de economische relatie met het Verenigd Koninkrijk. In 2021 zal EZK in nauwe samenwerking met andere betrokken departementen, VNO-NCW en brancheverenigingen het Nederlandse bedrijfsleven voorlichten over de nieuwe economische relatie met het Verenigd Koninkrijk en de nieuwe situatie na het aflopen van de huidige overgangsperiode. Het Brexit-loket blijft hierin een centrale rol spelen.
Duurzaam Nederland
EZK kiest voor een realistische en ambitieuze groeistrategie om de transitie op het gebied van een duurzame en klimaatneutrale economie te bewerkstelligen. De coronacrisis heeft een grote impact op de investeringen in energie.29 Door de dalende prijzen van fossiele brandstoffen, verslechtert de business case voor de investeringen in duurzame energie, waardoor onderinvesteringen dreigen. Samen met andere departementen zet EZK zich ervoor in om te komen tot 49% broeikas-gasreductie in 2030 en in Europees verband op een reductie van 55% aan te sturen, zoals vastgelegd in het Klimaatakkoord.30
Verduurzaming van de industrie
Een belangrijk onderdeel van het Klimaatakkoord is de verduurzaming van de industrie. De energie-intensieve industrie staat voor een grote transitieopgave naar een CO2-neutrale en circulaire industrie. EZK heeft in 2020 zijn visie gepubliceerd op verduurzaming van de basisindustrie voor 2050.31 Een zorgvuldige transitie naar en opbouw van een nieuwe groene basisindustrie kan bereikt worden door een inzet op duurzame energiedragers, opslag en hergebruik van CO2, vergaande elektrificatie, chemische recycling, procesefficiëntie en maximale warmtebenutting. Verduurzaming is een economische kans, een kans voor ondernemerschap. Nederland is hiervoor uitstekend uitgerust op gebied van ligging, kennis en infrastructuur. Dit stelt Nederland in staat om concurrentievoordeel te behalen, sociale kosten te vermijden en de bijdrage aan het behalen van Sustainable Development Goals te vergroten.
Waterstof kan een sleutelrol vervullen in de transitieopgave. Nederland heeft een unieke uitgangspositie voor grootschalige productie en toepassing van duurzame waterstof. Om dit potentieel te benutten, heeft EZK een ambitieus waterstofprogramma32 aangekondigd met een gefaseerde aanpak gericht op kostenreductie en innovatie. Dit programma is aangekondigd in het Klimaatakkoord en zal na een voorbereidende fase tot en met 2021 starten. Ook is waterstof op Europees niveau als strategische waardeketen aangewezen op basis van de bijdrage aan het concurrentievermogen, klimaatambities en strategische autonomie én nadrukkelijk aanwezig in Europese herstelplannen voor de coronacrisis. Daarom zal het kabinet innovaties en grootschalige pilot- en demoprojecten ondersteunen, beleid op het terrein van veiligheid, regelgeving en certificeren voorbereiden en hiermee de basis leggen voor de realisatie van de waterstofambities.33
Een andere belangrijke pijler die binnen de verduurzaming van de industrie bijdraagt aan de CO2-reductie is de toepassing van afvang en opslag van CO2 (CCS). CCS kan als opmaat voor hergebruik van CO2 (CCU) dienen. EZK zet in 2021 in op verdere realisatie van CCS-projecten middels een programmatische aanpak gericht op onderzoek en innovatie, internationale samenwerking, kennisuitwisseling en het aanpassen van wet- en regelgeving waar dat nodig is.
Daarnaast zet EZK in op stimuleren en beprijzen om de ambitieuze klimaatambities te behalen, en tegelijktijdig te waarborgen dat Nederland aantrekkelijk blijft als vestigingsland voor de energie-intensieve industrie. Dit gebeurt bijvoorbeeld via de introductie van een CO2-heffing en het verbreden van huidige stimuleringsregelingen. Zo wordt de huidige SDE+ verbreed naar SDE++,34 waarmee naast hernieuwbare energieproductie ook industriële CO2-reducerende technieken worden gestimuleerd. Ook zijn de innovatieregelingen voor de industrie aangepast, waaronder de TSE industrie en de GoChem regeling voor het mkb in de chemie. Beide regelingen bieden subsidie voor kleinere toegepaste onderzoeksprojecten voor met name het mkb.
Een tijdige ontwikkeling en beschikbaarheid van de benodigde infrastructuur voor energie en grondstoffen (o.a. CO2, restwarmte, elektriciteit en waterstof) is een cruciale randvoorwaarde voor de transitie en het realiseren van de klimaatopgave. Dit onderwerp zal extra inzet vanuit de Rijksoverheid vergen, met een sterkere publieke rol. De Taskforce Infrastructuur Klimaatakkoord Industrie (TIKI) heeft op 13 mei 2020 haar rapport aangeboden aan de Minister van EZK. Na de zomer volgt de kabinetsreactie.
Gaswinning Groningen
De gaswinning in Groningen heeft tot schade geleid aan woningen en gebouwen en heeft daarbij een grote maatschappelijke impact veroorzaakt. De veiligheid van de bewoners van Groningen staat daarbij op de eerste plaats. Voor de wettelijke kaders en normen van deze veiligheid zal het door de Minister van EZK ingestelde Adviescollege Veiligheid Groningen ook in 2021 gevraagd en ongevraagd advies geven.
Om verdere aardbevingen zoveel mogelijk te voorkomen, heeft het kabinet besloten de gaswinning uit het Groningenveld zo snel mogelijk volledig te beëindigen, met inachtneming van de leveringszekerheid.35 Vanaf medio 2022 is het Groningenveld naar verwachting alleen nodig als reservemiddel voor koude momenten en verstoringen in het gassysteem. Teneinde dit doel te bereiken, wordt actief gestuurd op het terugdringen van de vraag naar laagcalorisch Groningengas en het vergroten van het aanbod van pseudo-Groningengas (hoogcalorisch gas gemengd met stikstof).36 Zo wordt er extra stikstof ingekocht en wordt er gebouwd aan een stikstofinstallatie in Zuidbroek. Ook is met Shell en ExxonMobil een principe-akkoord bereikt om de gasopslag Norg structureel in te zetten om de gaswinning uit Groningen te kunnen minimaliseren. De financiële tegemoetkoming voor de gewijzigde inzet van Norg zal worden voorgelegd aan een arbitragepanel dat de kosten zal bepalen.37 Daarnaast brengt EZK de vraag naar laagcalorisch gas terug door de export naar Duitsland, België en Frankrijk af te bouwen en grootverbruikers van laagcalorisch gas te verplichten om hiervan af te schakelen.
EZK en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werken intensief samen om bewonders te helpen met schadeclaims en versterkingen. Het Instituut Mijnbouwschade Groningen is verantwoordelijk voor het afhandelen van de schadeclaims door onafhankelijk te besluiten over aanvragen tot vergoeding van schade. De uitvoering van de versterkingsoperatie is belegd bij de Nationaal Coördinator Groningen, die onderdeel is van BZK.
Energiewet
De energietransitie vraagt om aanpassingen in wet- en regelgeving. EZK wil daarom in 2021 het wetsvoorstel voor de Energiewet indienen bij de Tweede Kamer.38 In dit wetsvoorstel worden afspraken uit het Klimaatakkoord, met name van de elektriciteitstafel, in wetgeving omgezet en worden de aangekondigde maatregelen in de Kamerbrief over de Energiewet uitgevoerd.39 De Energiewet kent zes pijlers: een versterkt kader voor toekomstige systeemintegratie; het benutten van energiedata; het efficiënter aansluiten, transporteren en distribueren van hernieuwbare elektriciteit; het creëren van meer ruimte voor nieuwe marktinitiatieven; het borgen en versterken van de positie van de eindafnemer; en de versterking van toezicht en stroomlijning van de wetgeving.
Tot slot
De coronapandemie zet de Nederlandse economie en ondernemers voor grote uitdagingen. Daarom zet EZK in op de veerkracht van Nederland en laat EZK zien dat dit hand in hand kan gaan met verduurzaming en vernieuwing om onze sterke concurrentiepositie te behouden en ontwikkelen. Daar hebben we iedereen voor nodig: burgers, werknemers, ondernemers, maatschappelijke organisaties, de verschillende ministeries, de regio, de EU en andere landen.
Overzicht coronamaatregelen
De afgelopen maanden zijn voor een belangrijk deel getekend door de coronacrisis. Het kabinet heeft diverse (nood)maatregelen genomen om de crisis het hoofd te bieden. Deze paragraaf geeft een overzicht van de maatregelen die op de begroting van [naam begroting invullen] zijn genomen. Een uitgebreid overzicht is te vinden op https://www.rijksfinancien.nl/corona-visual.
Maatregel | Bedrag 2020 | Bedrag 2021 | Bedrag 2022 | Bedrag 2023 | Bedrag 2024 | Bedrag 2025 | Relevante Kamerstukken |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Noodloket (TOGS) | 870 | Kamerstuk 35 420, nr. 2 en Kamerstuk 35 420, nr. 16 | |||||
Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) | 1.347 | 1.363 | Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42 en Kamerstuk 35 420, nr. 81, Kamerbrief Steun- en herstelpakket | ||||
BMKB | 203 | Kamerstuk 35 420, nr. 1 en Kamerstuk 35 420, nr. 16 | |||||
Garantie ondernemingsfinanciering (GO) | 175 | 250 | 200 | 200 | 100 | 100 | Kamerstuk 35 420, nr. 2 en Kamerstuk 35 420, nr. 16 |
Corona Overbruggingslening (COL) | 300 | Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 38 en Kamerstuk 35 420, nr. 42 | |||||
Garantieregeling Klein Krediet Corona (KKC) | 164 | Kamerstuk 35 420, nr. 31 | |||||
Qredits | 31 | Kamerstuk 35 420, nr. 2 en Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerbrief Steun- en herstelpakket | |||||
Bedrijfssteun | 0 | 160 | Kamerstuk 35 420, nr. 72, Kamerbrief Steun- en herstelpakket | ||||
Verlaging netbeheertarief Caribisch Nederland | 5 | 8 | Kamerstuk 35 420, nr. 25, Kamerbrief Steun- en herstelpakket | ||||
Telecom Caribisch Nederland | 2 | 3 | Kamerstuk 35 420, nr. 25, Kamerbrief Steun- en herstelpakket | ||||
Versterken fondsvermogen Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen | 75 | 75 | |||||
Omscholing naar tekortsectoren | 38 | ||||||
Bijdrage RVO.nl | 41 | 19 | Kamerstuk 35 420, nr. 2 en Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerbrief Steun- en herstelpakket | ||||
Totaal | 3.212 | 1.916 | 200 | 200 | 100 | 100 |
De aanvullende middelen voor EU-cofinanciering zijn niet in deze tabel opgenomen want deze zijn maar ten dele corona-gerelateerd. Zij bewerkstelligen een economische impuls die bovendien -door de aanspraak op Europese middelen hierdoor- een grote hefboomwerking kennen.
Toelichting op coronamaatregelen
Noodloket (TOGS)
De Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren (TOGS, voorheen noodloket genoemd) is een belastingvrije gift van € 4.000 voor ondernemers die een dominant effect zien op hun bedrijfsvoering door het wegblijven van de consument als gevolg van de kabinetsmaatregelen in verband met COVID-19.
Tegemoetkoming Vaste Lasten mkb (TVL)
De TVL biedt bedrijven in sectoren die hard geraakt zijn door de overheidsmaatregelen ter bestrijding van het coronavirus een tegemoetkoming voor de vaste lasten. De TVL wordt vanaf 1 oktober 2020 met negen maanden verlengd, waarbij het maximale subsidiebedrag wordt verhoogd naar € 90.000 per drie maanden. Voor de periode tot en met 31 december wordt de TVL verlengd onder de huidige voorwaarden, dat wil zeggen dat bedrijven met een omzetverlies van meer dan 30% in aanmerking komen. Vanaf 1 januari worden de voorwaarden voor de TVL aangescherpt door deze omzetdervingsgrens te verhogen naar 40%. Voor de periode 1 april tot en met 30 juni wordt de grens op 45% gesteld. De overige voorwaarden voor de TVL blijven ongewijzigd: zo blijft het percentage van de vaste kosten dat de TVL vergoedt 50%.
BMKB
Het kabinet heeft een tijdelijke faciliteit onder de BMKB opengesteld voor door de Coronacrisis getroffen mkb-bedrijven om liquiditeitsproblemen op te vangen. Hierbij staat de overheid voor per saldo 67,5% borg op krediet aan in de kern gezonde mkb-bedrijven. Op basis van de verwachte benutting is het garantiebudget van de BMKB verhoogd van € 765 mln naar € 1,5 mld. In totaal is € 203 mln kasbudget beschikbaar gesteld voor het opvangen van eventuele verliesdeclaraties.
Garantie ondernemingsfinanciering (GO)
Het garantiebudget van de GO is met € 1,1 mld verhoogd tot € 1,5 mld. Daarnaast is het maximale krediet dat per onderneming onder de GO kan worden gegarandeerd verhoogd van € 50 mln naar € 150 mln. Als gevolg van deze verruiming wordt circa € 75 mln aan extra uitgaven verwacht. Aanvullend heeft het kabinet tijdelijk een corona-module voor garantie op bankleningen aan de GO toegevoegd (GO-C), met 80% garantie voor grootbedrijf en 90% voor mkb-ondernemingen. Het totale garantieplafond voor de GO (incl. de GO-C) is tevens verhoogd naar € 10 mld. Daarnaast is voor de GO-C verspreid over de jaren 2020-2026 een kasbuffer van € 1 mld aangelegd voor het opvangen van verliesdeclaraties.
Corona Overbruggingslening (COL)
Het kabinet heeft de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) een lening van € 300 mln verstrekt voor de uitvoering van de Corona overbruggingsleningen. De ROM’s verstrekken tot en met 30 september 2020 overbruggingskredieten tussen de € 50.000 en € 2 mln. Ondernemers die gefinancierd zijn met (extern) eigen vermogen (startups en scale-ups) en intern eigen vermogen die geen bankrelatie hebben (familiebedrijven en maakindustrie) kunnen een COL-aanvraag doen.
Garantieregeling Klein Krediet Corona (KKC)
Om getroffen ondernemers te helpen die geen kredietrelatie hebben met een bank of maar een kleine kredietbehoefte hebben, is de garantieregeling KKC gestart voor kredieten tot € 50.000, met een looptijd van 5 jaar, 95% garantie en een premie van 2%. De inschatting is dat met deze faciliteit € 750 mln aan krediet wordt verstrekt. Daarom is een garantiebudget van € 713 mln ter beschikking gesteld. Ter afdekking van eventuele verliezen is een kasbuffer van € 164 mln aangelegd.
Qredits
Qredits verstrekt kredieten tot € 250.000 aan kleine bedrijven die niet bij een bank terecht kunnen. Het kabinet heeft Qredits een subsidie van € 6 mln verleend om bestaande klanten waarvoor dit noodzakelijk is ten hoogste twaalf maanden uitstel van aflossing met rentekorting aan te bieden. Tevens heeft Qredits een subsidie in de vorm van een achtergestelde lening van € 25 mln ontvangen om overbruggingskredieten tot € 25.000 te verstrekken. De looptijd van het overbruggingskrediet is 48 maanden, vervroegd boetevrij aflossen is mogelijk en de rente op het overbruggingskrediet is het eerste jaar verlaagd naar 2%.
Bedrijfssteun
Het kabinet verstrekt een lening van € 150 mln aan de Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR). Met de lening kan SGR consumenten schadeloos blijven stellen na faillissement van aangesloten reisorganisaties en blijft het vouchersysteem voor pakketreizen in stand. Voor 2021 is € 150 mln aan kasuitgaven geraamd. Naast SGR is in 2021 voor leningen aan kleine garantiefondsen/regelingen in de reisbranche € 10 mln beschikbaar op de EZK-begroting.
Verlaging netbeheer Caribisch Nederland
Als specifieke maatregel voor de bewoners van de eilanden Bonaire, Saba en Sint-Eustatius is aan de energiebedrijven van deze eilanden subsidie verstrekt, zodat de netbeheertarieven in 2020 en 2021 op € 0 gesteld konden worden en de bewoners dus minder geld kwijt zijn aan hun energierekening.
Telecom Caribisch Nederland
Het kabinet verleent inwoners van de BES-eilanden (Caribisch Nederland) een vergoeding van 25 US dollar per vaste internetaansluiting per maand aan, ter vermindering van de armoedeproblematiek en facilitering van thuiswerken en thuisonderwijs. Het is een tijdelijke maatregel voor circa 9.800 aansluitingen voor de periode van 1 mei 2020 tot en met 31 december 2021. Het budget voor de maatregel bedraagt € 1,8 mln in 2021 en € 3 mln in 2021.
Versterken fondsvermogen Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen
Het kabinet stelt € 150 mln beschikbaar om het fondsvermogen van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) te versterken. Met de Corona-Overbruggingslening heeft het kabinet via de ROM’s straks circa 800 mkb-ondernemingen met overbruggingskredieten geholpen. Door het fondsvermogen van ROM’s te versterken, kunnen de ROM’s in nieuwe financieringsrondes ook het eigen vermogen van deze veelal innovatieve mkb-ondernemingen versterken. Daarmee wordt de solvabiliteitspositie van deze bedrijven verstevigd. Voorwaarde is wel dat de regio’s zelf cofinanciering verschaffen.
Omscholing naar tekortsectoren
In 2021 wordt € 37,5 mln. beschikbaar gesteld voor intersectorale scholing naar tekortberoepen in het mkb. Hiermee kunnen 10.000 trajecten met een gemiddeld subsidiebedrag van € 3.750,- per stuk worden gesubsidieerd, zijnde 50% van de verwachte gemiddelde kosten van een omscholingstraject van € 7.500,- per individu. De werkgever draagt zelf zorg voor de overige 50% (d.w.z. uit eigen middelen, sectorale opleidings- en ontwikkelingsfondsen of andere samenwerkingsverbanden).
Bijdrage RVO.nl
Betreft de uitvoeringskosten van RVO.nl voor de uitvoering van de coronamaatregelen.
Het kabinet monitort voortdurend hoe het pakket van generieke crisismaatregelen voor diverse economische actoren uitwerkt en of het pakket nog adequaat is. Als de schade van onder meer de garanties onverhoopt meer is dan uit de huidige ramingen blijkt, zal dit generaal worden gecompenseerd. Bij onderuitputting na definitieve beëindiging van de crisismaatregelen vloeien de middelen terug naar het algemene beeld.
Overzicht intensiveringen Rutte III
In het Regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’ zijn verschillende budgettaire intensiveringsenveloppes opgenomen. De volgende tabel geeft weer welke intensiveringsmiddelen uit het Regeerakkoord zijn overgeheveld naar de EZK-begroting.
Toegevoegd aan begroting EZK (x € 1 mln) | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Envelop | Status1 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
B8 | Cybersecurity | b | 5,0 | 7,0 | 9,0 | 9,0 | 9,0 | 9,0 | 9,0 | |
E23 | Klimaat | b | 117,0 | 122,8 | 97,5 | 95,0 | 125,0 | 140,0 | 140,00 | 140,0 |
E24 | Intensivering SDE+ uitgaven | b | 103,0 | 368,0 | 290,0 | 288,0 | 576,0 | 576,0 | ||
G37 | Toegepast onderzoek | b | 75,0 | 112,0 | 150,0 | 150,0 | 150,0 | 150,0 | 150,0 | 150,0 |
L105 | Regionale knelpunten | b | 132,0 | 25,0 | ||||||
L107 | Ombouw laag- naar hoogcalorisch | a | 0,3 | 10,0 | 64,7 | |||||
L108 | Gas/regiofonds Groningen2 | b | 44,4 | |||||||
Totaal | 324,0 | 284,2 | 382,8 | 632,0 | 638,7 | 587,0 | 875,0 | 875,0 |
Verklaring code status: a = nog niets toegevoegd aan EZK-begroting; middelen staan nog op Aanvullende Post; b = aandeel EZK volledig toegevoegd aan begroting; geen middelen meer op Aanvullende Post.
De middelen op de Aanvullende Post voor het gasfonds zijn een deel van de voeding van het Nationaal Programma Groningen. De verantwoordelijkheid hiervoor is in 2019 overgegaan naar de Minister van BZK. De besteding van deze middelen wordt vanaf 2020 verantwoord op de begroting en het jaarverslag van het Ministerie van BZK.
Totaaloverzicht belangrijkste beleidsmatige mutaties t.o.v. vorig jaar
Aansluitend een beknopte toelichting op de voornaamste mutaties ten opzichte van de stand Ontwerpbegroting 2020 (incl. Nota’s van Wijziging).
Art. | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand begroting 2020 (inclusief NvW) | 5.694.923 | 5.637.197 | 5.535.985 | 6.075.231 | 6.150.327 | 0 | |
Belangrijkste mutaties | |||||||
Coronamaatregelen | 1 t/m 4 | 3.212.444 | 1.915.700 | 200.000 | 200.000 | 100.000 | |
Cofinanciering Europese Programma's | 1,2 en 4 | 38.000 | 89.000 | 65.000 | 46.000 | ||
Maatregelen Urgenda industrie | 2 | 5.500 | 49.500 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Kasschuif PPS-toeslag | 2 | ‒ 50.000 | 15.000 | 24.000 | 11.000 | ||
Bedrijfssteun Royal IHC | 2 | 40.000 | |||||
Eindejaarsmarge Toekomstfonds | 3 | 138.778 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Kasschuiven toekomstfonds | 3 | ‒ 84.849 | 21.897 | 29.211 | 22.041 | 7.830 | |
Caribisch Nederland | 4 | 14.500 | |||||
Kasschuif ISDE | 4 | ‒ 60.000 | 30.000 | 30.000 | |||
ETS-compensatie | 4 | 179.000 | |||||
Bijdrage EZK aan generale beeld | 4 | ‒ 680.000 | |||||
Eindejaarsmarge Groningen | 5 | 25.378 | |||||
Schadevergoedingen | 5 | 200.000 | 150.000 | ||||
Uitvoeringskosten schade, waardedaling en immateriële schade | 5 | 57.000 | 55.000 | ||||
Waardedaling en immateriële schade Groningen | 5 | 303.000 | 345.000 | ||||
Loon- en prijsbijstelling | 1 t/m 40 | 53.626 | 51.936 | 47.789 | 47.579 | 47.368 | |
Overige mutaties | 118.682 | 43.526 | 36.910 | 13.478 | 1.594 | 0 | |
Stand ontwerpbegroting 2021 | 9.668.982 | 7.836.756 | 5.983.895 | 6.447.329 | 6.364.119 | 6.144.636 |
Toelichting
Coronamaatregelen
Bij het onderdeel beleidsprioriteiten is een overzicht van de coronagerelateerde uitgaven van het Ministerie van EZK opgenomen. Deze uitgaven zijn in verschillende incidentele suppletoire begrotingen aan de EZK-begroting toegevoegd en verantwoord op de beleidsartikelen 1,2,3 en 4. Het betreft zowel subsidie-uitgaven als leningen en verwachte uitgaven op te verstrekken garanties in het kader van de verschillende garantiemodules.
Cofinanciering Europese Programma's
Het kabinet heeft € 255 mln vrijgemaakt voor cofinanciering van Europese programma’s, gericht op regionale ontwikkeling, onderzoek en innovatie, duurzaamheid en digitalisering. Dit biedt Nederlandse deelnemers een grotere slaagkans in de Europese calls for proposals, waarmee er meer Europese middelen worden geïnvesteerd in Nederlandse bedrijven, universiteiten en andere deelnemers. Van deze middelen wordt € 155 mln verantwoord op beleidsartikel 2 ten behoeve van EFRO (REACT EU € 30 mln), Cofinanciering Fonds voor Rechtvaardige Transitie (JTF, € 60 mln), Horizon partnerschappen (€ 45 mln) en het Europese Defensie Fonds (€ 20 mln). De resterende € 100 mln wordt verantwoord op artikel 1 (Digital Europe Programma, € 50 mln) en artikel 4 (Innovation Fund, € 50 mln).
Maatregelen Urgenda Industrie
Vanaf de aanvullende post worden middelen overgeboekt naar de EZK begroting voor 'stimulering specifieke maatregelen industrie'.
Kasschuif PPS-toeslag
Vanwege een vertraging in de uitfinanciering van de PPS-toeslag worden deze kasmiddelen meerjarig in de tijd gespreid.
Bedrijfssteun Royal IHC
Dit betreft een overbruggingsfaciliteit ten behoeve van de continuïteit van Royal IHC.
Eindejaarsmarge Toekomstfonds
De niet benutte middelen van het Toekomstfonds in 2019 worden conform de fondsconstructie toegevoegd aan het budget voor 2020. Het betreft begrotingsgeld voor onder meer het Innovatiekrediet, de Seed Capital regeling, Thematische Technology Transfer, Vroegefasefinanciering en Fundamenteel en toegepast onderzoek.
Kasschuiven Toekomstfonds
De middelen die in 2019 niet tot benutting zijn gekomen, zijn bij 1e suppletoire wet 2020 aan het Toekomstfonds toegevoegd. Met deze kasschuif worden deze middelen op de verschillende instrumenten (waaronder het Oncode Research, ROM's, TOF en TTT-regeling, Vroegefasefinancering en bijdrage aan RVO.nl) over de jaren verdeeld in het gewenste kasritme.
Caribisch Nederland
Voor de in 2020 op te richten beleidsdeelneming in de opslag van brandstof op Bonaire leveren IenW en EZK € 10,1 mln eigen vermogen aan. Daarnaast wordt € 3,4 mln beschikbaar gesteld om de energievoorziening op gang te houden als de olieleverantie vanuit de olieterminal Bobec onverhoopt stopt en € 1 mln voor het vormen van een werkbudget voor Bonaire.
Kasschuif ISDE
Op basis van het door Mulder c.s. ingediende amendement op de begroting 2020 (Kamerstuk 35 300 XIII, nr. 16) is het budget van de Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE) met € 100 mln opgehoogd. Doel van de ophoging is het stimuleren van de opwek van duurzame energie door het MKB. Omdat ook volgens de indieners van het amendement in 2020 slechts € 40 mln van de beschikbare € 100 mln benodigd is, wordt € 60 mln doorgeschoven naar 2021 en 2022.
ETS-compensatie
De subsidieregeling indirecte emissiekosten ETS biedt specifieke bedrijven die gevoelig zijn voor carbon leakage een subsidie ter compensatie voor hogere elektriciteitskosten als gevolg van de EU-emissiehandel. Deze mutatie voegt het verwacht benodigd budget voor de regeling in 2021 (€179 mln) uit de algemene middelen aan de EZK-begroting toe.
Bijdrage EZK aan generale beeld
EZK levert € 680 mln voor het generale beeld uit de eigen middelen (kasuitgaven SDE+) om bij te dragen aan Rijksbrede problematiek. In verband met de vele opgaven dit voorjaar is besloten om in brede context te zoeken naar oplossingen. Vanwege de budgettaire problematiek is ook rijksbreed gezocht naar ontlasting van het uitgavenkader 2021. De bijdrage van EZK van € 680 mln voor het generale beeld wordt om die reden volledig ten laste gebracht van de SDE+ uitgaven 2021. Voor zover dit leidt tot een tekort in de raming voor uitgaven SDE+ zal dit tekort aangevuld worden door een onttrekking uit de begrotingsreserve duurzame energie. Het geheel van de meerjarig beschikbare middelen, inclusief de begrotingsreserve duurzame energie, is toereikend voor het bereiken van de klimaatdoelstellingen.
Eindejaarsmarge Groningen
De niet benutte middelen van het meerjarenprogramma Nationaal Coördinator Groningen zijn bij Voorjaarsnota toegevoegd aan de begroting 2020. Het betreft de regelingen Verduurzaming (€ 14,3 mln) en Fonds achterstallig onderhoud (€ 8,7 mln), het onderzoeksbudget (€ 1,4 mln) en het werkbudget van de NCG (€ 0,9 mln). Fonds achterstallig onderhoud, het onderzoeksbudget en het werkbudget van de NCG zijn bij Julibrief overgeheveld naar BZK.
Schadevergoedingen
Dit betreft een bijstelling van de raming voor de afhandeling vanfysieke schade aan gebouwen in Groningen door het IMG.
Uitvoeringskosten schade, waardedaling en immateriële schade
De uitvoeringskosten van het IMG/RVO nemen toe als gevolg van de stijging van de afhandeling van fysieke schade aan gebouwen en vanaf 1 juli 2020 door de uitvoering van de regelingen voor waardedaling en immateriële schade.
Waardedaling en immateriële schade Groningen
Dit betreffen de verwachte uitgaven door het IMG voor de vergoeding van de waardedaling van woningen in Groningen en de vergoeding van immateriële schade in Groningen.
Loon- en prijsbijstelling
Bij Voorjaarsnota 2020 is loon- en prijsbijstellingstranche 2020 voor EZK uitgedeeld. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten en pensioenpremies voor de overheidswerkgevers. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen.
Art. | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand begroting 2020 (inclusief NvW) | 4.903.988 | 4.360.245 | 4.124.343 | 4.576.371 | 4.589.275 | 0 | |
Belangrijkste mutaties | |||||||
Veilingen 5G-frequenties | 1 | 822.586 | 407.924 | ||||
Onttrekking reserve groeifaciliteit | 2 | 10.000 | |||||
Overbruggingsfaciliteit IHC | 2 | 40.000 | |||||
Bedrijfssteun SGR | 2 | 32.000 | 32.000 | 32.000 | |||
Coronaoverbruggingsleningen (COL) | 3 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | |||
Co-investment venture capital instrument/EIF | 3 | 15.000 | |||||
Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie | 4 | 63.020 | 235.680 | ||||
Onttrekking begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie | 4 | 66.160 | |||||
Bijstelling ETS-raming | 4 | ‒ 70.000 | ‒ 10.000 | 50.000 | 10.000 | ||
Ontvangsten NAM | 5 | 687.061 | 550.000 | ||||
Aardgasbaten | 5 | ‒ 851.000 | ‒ 771.000 | ‒ 681.000 | ‒ 471.000 | ‒ 321.000 | |
Overige mutaties | 35.808 | 3.110 | 1.510 | 1.510 | 935 | 0 | |
Stand ontwerpbegroting 2021 | 5.682.623 | 4.815.959 | 3.556.853 | 4.178.881 | 4.331.210 | 4.416.997 |
Toelichting
Veilingen 5G-frequenties
De veilingen van de zogenoemde frequentiebanden voor 700, 1400 en 2100 Megahertz zijn in juli 2020 afgerond. De opbrengst van deze veiling bedraagt € 1,23 mld. Dit bedrag zal in twee termijnen door de telecomproviders worden betaald. In 2020 zal naar verwachting € 822,6 mln worden betaald.
Onttrekking reserve groeifaciliteit
Ten behoeve van de begrotingsreserve garanties MKB-financiering wordt € 10 mln onttrokken aan de begrotingsreserve Groeifaciliteit.
Overbruggingsfaciliteit IHC
Dit betreft de raming van de aflossing van de overbruggingsfaciliteit door Royal IHC.
Bedrijfssteun SGR
Dit betreft de raming van de terugbetalingen op de leningen aan SGR en kleine garantiefondsen/regelingen in de reisbranche.
Coronaoverbruggingsleningen (COL)
Dit betreft de raming van de aflossingen van de aan de ROM’s verstrekte leningen voor het uitvoeren van de Coronaoverbruggingsleningen. Als meer duidelijkheid bestaat over de verliespercentages op deze leningen zal de raming daarop worden aangepast.
Co-investment venture capital instrument/EIF
Dit betreft de ontvangst van € 15 mln van Invest-NL in het kader van de overdracht van het Co-investment venture capital instrument/EIF aan Invest-NL conform de machtigingswet Invest-NL.
Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie
Het Ministerie van EZK levert een bijdrage aan de financiering van de additionele Urgenda-maatregelen van in totaal € 298,7 mln, waarvan € 63 mln in 2020 en € 235,7 mln in 2021. De bijdrage wordt onttrokken aan de begrotingsreserve Duurzame Energie.
Onttrekking begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie
De in 2019 door de Ministeries van BZK, LNV en EZK niet-benutte Urgenda-middelen worden aan de reserve maatregelen CO2-reductie onttrokken.
Bijstelling ETS-raming
Op basis van nieuwe ETS-ramingen worden de huidige ramingen in de begroting aangepast. Dit betreft een nieuwe raming van de prijzen, die door de Corona-crisis zijn gedaald. Daarnaast is er een nieuwe raming van de hoeveelheid te veilen rechten, die afhankelijk is van het marksstabiliteitsmechanisme.
Ontvangsten NAM
NAM vergoedt de uitgaven aan schadevergoedingen, waardedalingen en immateriële schade in Groningen. Ook de hierbij behorende uitvoeringskosten van RVO.nl worden door NAM vergoed.
Aardgasbaten
De MR heeft op 21 februari besloten tot de versnelde afbouw van de gaswinning in Groningen. Dit volume-effect wordt nu conform de begrotingsregels in de aardgasbaten verwerkt. Daarnaast wordt de raming van de aardgasbaten naar beneden bijgesteld als gevolg van de neerwaarts bijgestelde raming van de gasprijs in de komende jaren. Verder komt de lagere opbrengst onder meer door lagere inkomsten uit EBN met andere oorzaken dan de prijs (zoals operationele kosten of de bijstortingen in de voorzieningen voor de aardbevingskosten).
Art. | Naam artikel (totale uitgaven artikel) | Juridisch verplichte uitgaven1 | Niet-juridische verplichte uitgaven1 | Bestemming van de niet-juridisch verplichte uitgaven | |
---|---|---|---|---|---|
1 | Goed functionerende economie en markten (€ 239.028) | € 215.125 (90%) | € 23.903 (10%) | ‒ | Cyber security |
‒ | ICT Beleid | ||||
‒ | Beleidsvoorbereiding en evaluaties, Frequenties en Veiligheid | ||||
‒ | Opdrachten en onderzoek | ||||
‒ | Bijdrage internationale organisaties | ||||
‒ | Digital Trust Center | ||||
‒ | EU-cofinanciering Digital Europe | ||||
‒ | Telecom Caribisch Nederland | ||||
2 | Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei (€ 2.950.996) | € 1.074.296 (36%) | € 1.876.700 (64%) | ‒ | Urgenda maatregelen |
‒ | Verduurzaming Industrie | ||||
‒ | PPS-toeslag | ||||
‒ | MIT | ||||
‒ | Bevorderen Ondernemerschap | ||||
‒ | EFRO | ||||
‒ | ROM's | ||||
‒ | Startup beleid | ||||
‒ | Internationaal Innoveren | ||||
‒ | Eurostars | ||||
‒ | Tegemoetkoming vaste lasten | ||||
‒ | EU-cofinanciering Just Transition Fund | ||||
‒ | Kasbuffer Coronamodule Garantieondernemingsfinanciering | ||||
‒ | Omscholing naar tekortsectoren | ||||
3 | Toekomstfonds (€ 265.316) | € 140.117 (53%) | € 125.199 (47%) | ‒ | Innovatiekrediet |
‒ | Vroegefasefinanciering | ||||
‒ | TTT-regeling | ||||
‒ | Seed Capital regeling | ||||
‒ | Startups/mkb | ||||
‒ | Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek | ||||
‒ | Versterken fondsvermogen Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen | ||||
4 | Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering (€ 3.373.090) | € 2.930.626 (87%) | € 442.464 (13%) | ‒ | Missiegedraven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) |
‒ | Hernieuwbare Energietransitie (HER+) | ||||
‒ | Demonstratieregeling Klimaat- en Energie-innovatie (DEI+) | ||||
‒ | Projecten Klimaat- en Energieakkoord | ||||
‒ | SDE/SDE+ | ||||
‒ | ISDE | ||||
‒ | ETS-compensatie | ||||
‒ | Carbon Capture Storage | ||||
‒ | Caribisch Nederland | ||||
‒ | Experticecentrum Warmte | ||||
‒ | Regeling Postcoderoos | ||||
‒ | Onderzoek en opdrachten | ||||
‒ | COVA-heffing | ||||
‒ | TNO | ||||
‒ | Uitkoopregeling | ||||
‒ | Bijdrage aan ECN-NRG | ||||
‒ | Bijdrage aan internationale contributies | ||||
‒ | Nationale co-financiering EU Innovation fund | ||||
5 | Een veilig Groningen met perspectief (€ 722.013) | € 715.807 (99%) | € 6.206 (1%) | ‒ | Verduurzamingsopgave (uit de aardgasbaten) |
‒ | Werkbudget Groningen Bovengronds | ||||
‒ | Werkbudget Gastransitie Groningen | ||||
‒ | Geestelijke bijstand | ||||
Totaal aan niet verplichte uitgaven | € 2.474.472 |
In het kader van operatie Inzicht in Kwaliteit van het kabinet wordt het gebruikelijke overzicht met een planning van beleidsdoorlichtingen omgevormd tot een Strategische Evaluatie Agenda (SEA). Richten beleidsdoorlichtingen zich primair op de doorlichting van afzonderlijke begrotingsartikelen, in de SEA staan de beleidsthema’s van de missie van EZK centraal. Daarmee komt het vizier meer te liggen op de integrale en samenhangende beleidsaanpak van een beleidsthema (zoals energietransitie of innovatie) en minder op de afzonderlijke beleidsonderdelen. Met deze eerste SEA wordt tevens beoogd onderzoeken beter te laten aansluiten op de beleidscyclus en wordt meer recht gedaan aan ontwikkelingen op een beleidsveld. Op deze wijze kunnen ook leerervaringen benut worden om het beleid tussentijds bij te sturen als dat nodig blijkt. In de toekomst hopen we meer ex-ante onderzoeken op te kunnen nemen. 2021 betreft een overgangs- en leerjaar met de SEA waardoor de agenda een eerste uitwerking betreft en waarbij ook nog een enkele traditionele beleidsdoorlichting zal worden uitgevoerd.
Beleidsdoorlichtingen
Voor artikel 1 (Goed functionerende economie en markten) staat in 2021 een beleidsdoorlichting gepland die in 2020 van start gaat.
Voor artikel 2 en 3 (Bedrijvenbeleid) is in 2020, als input voor de Brede Maatschappelijke Heroverwegingen, een alternatieve integrale beleidsdoorlichting afgerond en gepubliceerd (zie publicatie op https://www.bedrijvenbeleidinbeeld.nl/beleidsevaluatie). Dit is tevens een voorbeeld van een integrale doorlichting van samenhangende onderdelen en instrumenten van een beleidsveld, in dit geval het bedrijvenbeleid.
Voor artikel 4 is in 2024 een beleidsdoorlichting Klimaatbeleid opgenomen in de Strategische Evaluatie Agenda.
Voor artikel 5 staat in 2021 een parlementaire enquête gaswinning Groningen in de planning waarmee de geplande beleidsdoorlichting komt te vervallen.
Strategische Evaluatie Agenda (SEA)
De SEA is gericht op onderstaande beleidsthema’s die het merendeel van de EZK-begroting afdekken. Hierbij is met name ingegaan op onderdelen waar geen recente beleidsdoorlichting of ander integraal onderzoek is ingepland/uitgevoerd en waar behoefte is aan nader inzicht. Deels gaat het om het verbeteren van methoden van onderzoek en opzetten van monitors en deels om het verkrijgen van inzicht in effecten van belangrijke beleidsmaatregelen. In de evaluatiebijlage wordt toegelicht welke onderliggende evaluatieplanning hiermee samenhangt.
Thema | Type onderzoek | Afronding | Artikel | Toelichting |
Monitor Coronamaatregelen ter ondersteuning bedrijfsleven | Ex-durante | 2020 | 2 en 3 | Opzetten monitor om inzicht te krijgen in gebruikers van steunmaatregelen en een traject om de databronnen op microniveau van alle ondersteuningsmaatregelen voor bedrijven te koppelen aan het ABR van het CBS voor impact-analyses (B&I, RvO, CBS). Voor eerste resultaten: |
Deze data-infrastructuur biedt de basis voor een evaluatie van het noodpakket (verwacht in 2021), waarvan betrokken departementen (FIN, SZW en EZK) gebruik kunnen maken. | ||||
Expertcommissie evaluatiemethoden (Theeuwes 2.0) | Overig: Ontwikkeling evaluatie-aanpak | 2021 | 1/2/3/4 | Als vervolg op de aanbevelingen van de beleidsdoorlichting van het bedrijvenbeleid. Onderzoek staat in het teken van een doorontwikkeling en aanvulling van bestaande evaluatiepraktijk met evaluatieaanpakken die kunnen worden benut voor systeem- en transitie-evaluaties, zoals het missiegedreven innovatiebeleid (inclusief de bijdrage hieraan van de topsectoren) en het CO2-reductiebeleid. |
Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid | Ex-durante | Eerste resultaten in 2021 | 2 | Betreft opzet monitoring en effectmeting. |
Monitor Klimaatbeleid | Ex-durante | 2020 e.v. | 2 en 4 | Bij de Klimaatnota verschijnt in 2020 voor het eerst de Monitor Klimaatbeleid. Deze Monitor moet een objectief inzicht bieden, zowel kwalitatief als kwantitatief, in de voortgang van het beleid in het Klimaatplan (dat voor een belangrijk deel is bepaald door het Klimaatakkoord). |
SDE++ | Ex-post | 2023 | 4 | Bij de SDE++ staat het doel van 49 procent emissiereductie in 2030 en kosteneffectiviteit om dit doel te bereiken centraal. De SDE++ is het belangrijkste subsidie-instrument om dit klimaatdoel te halen. |
Beleidsdoorlichting Klimaatbeleid | Synthese | 2024 | 4 | De Klimaatwet bepaalt dat iedere vijf jaar een herijking van de opgave plaatsvindt. Deze opgavegerichte doorlichting is een syntheseonderzoek van meerdere instrumentenevaluaties van betrokken departementen. Het brengt de samenhang tussen de instrumentenevaluaties in beeld en zal antwoord geven op evaluatievragen op systeemniveau. Jaarlijks wordt bij de Klimaatnota gerapporteerd over de voortgang van voor het Klimaatbeleid relevante evaluaties. In 2021 zal binnen de Operatie Inzicht in Kwaliteit nader worden uitgewerkt op welke evaluatievragen de integrale evaluatie zich in 2024 zal richten. Hierover wordt de Tweede Kamer bij de Klimaatnota in 2021 geïnformeerd. |
---|---|---|---|---|
Evaluaties van herziening in regelgevend kader (o.a. Energiewet en Warmtewet) | Synthese | 2027 | 4 | Betreft synthese van evaluaties van gewijzigde Elektriciteit- en gaswet en Warmtewet. |
Studiegroep Invulling Klimaatopgave Green Deal | Ex-ante/Ex-durante | 2020 | 4 | Ambtelijke studiegroep die vanuit een brede blik analyseert wat de gevolgen van een aangescherpte Europese reductiedoelstelling is voor 2030 en wat vanuit Nederland mogelijke strategieën zijn om hier invulling aan te geven. |
In aansluiting op voorgaande beleidsthema’s zijn ook de volgende Interdepartementale Beleidsonderzoeken (IBO’s) van belang:
• IBO Financiering Energietransitie: start najaar 2020 (gericht op betaalbaarheid).
• IBO Ruimtelijke Ordening: start najaar 2020 (gericht op interactie tussen energiebeleid en het ruimtelijk domein).
Voor een verdere onderbouwing van de meerjarenprogrammering zie bijlage 5 «Evaluatie- en overig onderzoek».
Art. | Omschrijving | Uitstaande Garanties 2019 | Geraamd te verlenen 2020 | Geraamd te vervallen 2020 | Uitstaande garanties 2020 | Geraamd te verlenen 2021 | Geraamd te vervallen 2021 | Uitstaande Garanties 2021 | Garantieplafond | Totaal plafond |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | BMKB | 1.868.331 | 1.500.000 | 474.000 | 2.894.331 | 765.000 | 530.000 | 3.129.331 | 1.500.000 | 0 |
Klein Krediet Corona garantieregeling | 0 | 713.000 | 0 | 713.000 | 0 | 0 | 713.000 | 0 | 713.000 | |
Garantie Ondernemingsfinanciering | 320.912 | 1.500.000 | 50.667 | 1.770.245 | 400.000 | 50.000 | 2.120.245 | 1.500.000 | 0 | |
Garantie Ondernemingsfinanciering Corona | 0 | 8.500.000 | 0 | 8.500.000 | 0 | 1.400.000 | 7.100.000 | 0 | 8.500.000 | |
Groeifaciliteit | 91.193 | 85.000 | 23.674 | 152.519 | 85.000 | 23.000 | 214.519 | 85.000 | 0 | |
MKB financiering | 268.200 | 0 | 268.200 | 0 | 0 | 268.200 | 0 | 268.200 | ||
Qredits | 124.980 | 5.000 | 6.447 | 123.533 | 0 | 11.273 | 112.260 | 0 | 130.000 | |
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering | Aardwarmte | 45.475 | 66.600 | 34.425 | 77.650 | 66.600 | 0 | 144.250 | 66.600 | 0 |
Totaal | 2.719.091 | 12.369.600 | 589.213 | 14.499.478 | 1.316.600 | 2.014.273 | 13.801.805 | 3.151.600 | 9.611.200 |
Art. | Omschrijving | Uitgaven 2019 | Ontvangsten 2019 | Stand risicovoorziening 2019 | Saldo 2019 | Uitgaven 2020 | Ontvangsten 2020 | Stand risicovoorziening 2020 | Saldo 2020 | Uitgaven 2021 | Ontvangsten 2021 | Stand risicovoorziening 2021 | Saldo 2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | BMKB | 23.682 | 37.196 | 108.333 | 13.514 | 36.897 | 33.000 | 110.433 | ‒ 3.897 | 37.523 | 33.000 | 111.583 | ‒ 4.523 |
Klein Krediet Corona garantieregeling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Garantie Ondernemingsfinanciering | 3.245 | 7.439 | 71.210 | 4.194 | 11.745 | 13.000 | 70.886 | 1.255 | 11.745 | 13.000 | 70.886 | 1.255 | |
Garantie Ondernemingsfinanciering Corona | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Groeifaciliteit | 2.017 | 30.112 | 24.546 | 28.095 | 8.772 | 8.000 | 14.546 | ‒ 772 | 8.472 | 8.000 | 14.546 | ‒ 472 | |
MKB financiering | 0 | 253 | 9.696 | 253 | 0 | 0 | 19.696 | 0 | 0 | 0 | 19.696 | 0 | |
Qredits | 0 | 182 | 0 | 182 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering | Aardwarmte | 0 | 420 | 21.974 | 420 | 4.500 | 700 | 18.094 | ‒ 3.800 | 600 | 1.000 | 18.414 | 400 |
Totaal | 28.944 | 75.602 | 235.759 | 46.658 | 61.914 | 54.700 | 233.655 | ‒ 7.214 | 58.340 | 55.000 | 235.125 | ‒ 3.340 |
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei
Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)
De BMKB biedt zowel banken als niet-bancaire financiers een borgstelling voor leningen aan midden- en kleinbedrijven (≤ 250 werknemers) voor zover deze bedrijven onvoldoende zekerheden kunnen bieden aan de bank. Het knelpunt dat met de BMKB wordt bestreden is het verschijnsel dat in de kern gezond MKB – met voldoende zicht op rentabiliteit en continuïteit – niet of onvoldoende in een kredietbehoefte kan voorzien door een tekort aan zekerheden (onderpand).
De gemiddelde eenmalige premie die voor het borgstellingskrediet wordt betaald is 4,8%. De premie is afhankelijk van de looptijd van het bedrijfsborgstellingskrediet. Er zal gedifferentieerd worden tussen de premies voor enerzijds startende en gevestigde bedrijven (gemiddeld 4,65%) en anderzijds voor innovatieve bedrijven (gemiddeld 6,65%). Hierbij wordt de mogelijkheid geboden de premiebetaling gedeeltelijk over de looptijd van het krediet te voldoen. De premie is niet kostendekkend. Op de begroting is structureel vanaf 2023 € 11 mln (inclusief de uitvoeringskosten) beschikbaar ter afdekking van de schades die niet door premie-ontvangsten worden gedekt. In de jaren 2019–2022 is dit gemiddeld ca. € 6 mln per jaar.
Tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2021 is de regeling met een PFAS/Stikstof-luik verruimd. Het hogere borgstellingspercentage van per saldo 67,5% geldt ook voor bedrijven in sectoren die zijn getroffen door de PFAS- en/of stikstofproblematiek (tot het maximum borgstellingskrediet van € 1,5 mln).
Per 16 maart 2020 is de regeling tot en met 1 april 2021 verruimd met een Coronaluik. Onder het Coronaluik worden borgstellingen gebracht voor bedrijven met een rekeningcourant-krediet en overbruggingskrediet met een looptijd van maximaal vier jaar die negatieve economische gevolgen ondervinden van het coronavirus. Dit is in tegenstelling tot het PFAS/Stikstofluik niet sectorgebonden. Het hogere borgstellingspercentage van per saldo 67,5% wordt gehanteerd. De premie voor het Coronaluik in de BMKB is 2% voor kredieten met een looptijd tot en met 2 jaar en 3% voor kredieten met een looptijd vanaf 2 jaar tot en met 4 jaar. Er is ook kasbudget gereserveerd voor de Corona maatregel, maar naar verwachting zal hier pas na 2020 aanspraak op worden gemaakt.
Er is een begrotingsreserve (risicovoorziening) voor de BMKB waardoor een verevening mogelijk is van premie-inkomsten en schade-uitgaven over een reeks van jaren. De regeling is namelijk conjunctuurgevoelig (in tijden van krimp en recessie hogere verliezen) waardoor uitgaven en inkomsten kunnen fluctueren.
De horizonbepaling voor de BMKB is 1 juli 2022. De volgende evaluatie zal in 2021 plaatsvinden.
Klein Krediet Corona (KKC)
De Klein Krediet Corona garantieregeling (KKC) is specifiek bedoeld voor kleine ondernemers met kredietaanvragen van € 10.000 tot € 50.000. Er bestaat een grote kans dat dit type bedrijven als gevolg van de coronacrisis juist extra liquiditeit nodig heeft, maar hiervoor dus niet bij een financier terecht kon. Deze kleine ondernemingen waren daarmee extra kwetsbaar. De lening staat open voor ondernemers met een omzet vanaf € 50.000,- die voor de coronacrisis voldoende winstgevend waren en die zijn ingeschreven in de KvK voor 1 januari 2019. Onder de regeling wordt 95% van het kredietbedrag dat kredietinstellingen verstrekken aan mkb-ondernemingen gegarandeerd door de Staat. De Staat ontvangt een eenmalige premie van 2% voor deze garantie en de kosten die financiers aan de ondernemers mogen doorrekenen als zij gebruik maken van deze garantieregeling is gemaximeerd op 4% van het kredietbedrag. Er is ook kasbudget gereserveerd voor de Corona maatregel, maar naar verwachting zal hier pas na 2020 aanspraak op worden gemaakt.
De horizonbepaling van de KKC garantieregeling is 31 december 2020.
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)
De GO-regeling is bestemd voor ondernemers die financiering willen aantrekken bij banken en is gericht op (middel)grote ondernemingen met substantiële activiteiten in Nederland en met bevredigende rentabiliteits- en continuïteitsperspectieven. De GO regeling biedt banken de mogelijkheid om nieuwe bankleningen te verstrekken en/of bankgaranties af te geven van minimaal € 1,5 mln en maximaal € 50 mln met een garantie van 50% door de overheid. De overheid deelt mee in de opbrengsten uit zekerheden. De GO is door het huidige kabinet structureel gemaakt met een jaarlijks garantieplafond van € 400 mln.
Het kredietbeheer ligt primair bij de bank. De bank heeft geen ander belang bij de betaling van rente en aflossing dan de overheid. Naast de 50% garantie van de overheid draagt de bank namelijk zelf eveneens 50% risico. RVO.nl beoordeelt de kredietaanvragen en wijziging van kredieten. Daarnaast is een kredietcommissie met externe deskundigen geïnstalleerd, die de kredietvoorstellen eveneens beoordeelt. De Commissie toetst – additioneel aan RVO.nl – het risico van het betreffende voorstel en bij fiattering wordt de premie bepaald op basis van het te lopen risico.
De premie bestaat in hoofdzaak uit de provisie op de rentemarge voor het debiteurenrisico van de bank onder aftrek van 0,25% die de bank voor haar beheersactiviteiten mag behouden. Andere bronnen van inkomsten zijn bijvoorbeeld afsluitprovisies en fees die ten gunste van bank en overheid komen. Uitgangspunt is dat de GO-regeling kostendekkend is. Een eventueel verschil tussen premieontvangsten, schades en uitvoeringskosten in enig jaar worden afgestort naar dan wel onttrokken aan de begrotingsreserve.
De horizonbepaling voor de GO is 1 april 2021. De evaluatie wordt afgerond in 2020.
GO Corona
De GO is tijdelijk tot en met 31 december 2020 verruimd met een GO-coronamodule (GO-C). In tegenstelling tot de reguliere GO-regeling kunnen landbouwsectoren eveneens aanspraak doen op de GO-C. Met de GO-C kunnen leningen tot een maximum van € 150 mln met als doel te voorzien in de liquiditeitsbehoefte die is ontstaan als gevolg van de uitbraak van het Coronavirus, worden gegarandeerd met een staatsgarantie van 90% voor het mkb met een omzet tot € 50 mln en 80% voor het (middel)grootbedrijf met een omzet vanaf € 50 mln.
De Staat ontvangt een garantieprovisie naar rato van het garantiepercentage. Dit is dezelfde provisie als die de financier ontvangt over het niet-gegarandeerde deel van de lening, onder aftrek van 0,5% die de bank voor haar beheeractiviteiten mag behouden. De afsluitprovisie komt geheel ten goede aan de bank. Deze zal nooit meer bedragen dan 1,0%. Er is ook kasbudget gereserveerd voor de Corona maatregel, maar naar verwachting zal hier pas na 2020 aanspraak op worden gemaakt.
De horizonbepaling van de GO-C is 31 december 2020.
Groeifaciliteit
De regeling Groeifaciliteit helpt bedrijven bij het aantrekken van risicodragend vermogen door garanties te geven op achtergestelde leningen verstrekt door banken en op aandelen verstrekt door participatiemaatschappijen aan ondernemingen. De Groeifaciliteit kan ondernemingen in een groeifase, bij bedrijfsovernames en bij herstructureringen helpen bij het aantrekken van risicokapitaal. De regeling wordt ook opengesteld voor bedrijven uit de agrosector.
Alleen deelnemende financiers kunnen een garantieaanvraag bij de overheid indienen. De maximumgarantie van de overheid is 50%, dat bij participaties neerkomt op maximaal € 12,5 mln en bij bancaire achtergestelde leningen op maximaal € 2,5 mln.
Financiers betalen om de garantie te verwerven in ieder geval een eenmalige premie van 1% van het garantiebedrag vooraf en vervolgens een premie van 3% over het uitstaande garantiebedrag. Het uitgangspunt is dat de Groeifaciliteit hiermee kostendekkend is. Deze jaarlijkse premie kan gedurende de looptijd van de garantiemaatregel worden herzien en zo nodig naar boven worden bijgesteld om ervoor te zorgen dat de premies de kosten van de regeling blijven dekken. Een eventueel verschil tussen premieontvangsten, schades en uitvoeringskosten in enig jaar wordt met ingang van 2014 afgestort in de begrotingsreserve.
De horizonbepaling voor de Groeifaciliteit is verlengd naar 1 juli 2021. De laatste evaluatie is in 2018 uitgevoerd. In de brief van 15 februari (Kamerstuk 28 165, nr. 281) is aangekondigd dat de Groeifaciliteit per 1 juli 2020 zou worden uitgefaseerd en afgeschaft, omdat verwacht wordt dat de doelen van deze faciliteit ook via de Investeringstak van Invest-NL bereikt kunnen worden. De uitfasering is in verband met de Coronacrisis een jaar uitgesteld (zie Kamerstuk 35 420, nr. 29).
MKB-financiering
In het kader van het aanvullend actieplan MKB-financiering van 8 juli 2014 heeft het kabinet inmiddels € 268,2 mln aan garanties verstrekt om de funding van nieuwe aanbieders van MKB-financiering mogelijk te maken. Naast alle andere initiatieven en plannen was er behoefte aan nieuwe financiers en nieuwe financieringsmogelijkheden voor het verstrekken van vreemd vermogen aan het MKB. Het vinden van funding voor deze nieuwe mogelijkheden was echter, bij gebrek aan voldoende track-record van dergelijke financiers, lastig. Met het Aanvullend Actieplan MKB-financiering is er daarom voor goede initiatieven ruimte beschikbaar gesteld om die funding te vereenvoudigen met behulp van een overheidsgarantie. De verstrekte overheidsgaranties zijn kostendekkend en mogen geen staatssteun inhouden. Er is een begrotingsreserve voor de verevening van premie-inkomsten en schade-uitgaven.
Qredits
Er is een eenmalige garantie verstrekt aan de Europese Investeringsbank van € 86,7 mln op de funding van Qredits met € 100 mln voor de verstrekking van micro- en MKB-krediet. Voor deze garantie is een premie van 0,4% verschuldigd. Daarnaast is een garantie van € 13,3 mln verstrekt aan de Council of Europe Bank (CEB) voor de funding van Qredits met een bedrag van € 16,6 mln waarvoor eveneens een premie van 0,4% is verschuldigd. Een garantie van € 25 mln is verstrekt aan het BNG voor € 50 mln funding van Qredits. Qredits is een premie van 0,4% verschuldigd op de garantie. In 2020 is een garantie van € 5 mln aan CEB verstrekt ten behoeve van de funding van € 10 mln aan Qredits. Voor de CEB garantie is Qredits een premie van 0,4% verschuldigd.
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
Aardwarmte
Aardwarmte wordt gezien als een kosteneffectieve duurzame energiebron met potentie. Het draagt bij aan het halen van de duurzame energiedoelstelling van Nederland. Aardwarmte is een belangrijke optie voor het behalen van energie- en klimaatdoelen. Stimuleren van aardwarmte is een prioriteit uit het energieakkoord, de warmtevisie, de beleidsbrief tuinbouw en de meerjarenafspraak energietransitie glastuinbouw 2014–2020. Ook het nieuwe Klimaatakkoord zet fors in op de ontwikkeling van geothermie in Nederland om de klimaatdoelen in 2030 te kunnen halen.
Het doel van de garantieregeling aardwarmte is het afdekken van het geologisch risico dat het boren van de putten voor de toepassing van aardwarmte, niet succesvol is. Het gaat om het risico dat de volgens het plan aangeboorde aardlaag minder warmwaterproductie oplevert en/of water van lagere temperatuur oplevert dan op basis van een gedegen geologisch vooronderzoek verwacht werd.
Het ontbreken van een (betaalbare) verzekering is nog steeds een belangrijk knelpunt voor de toepassing van aardwarmte. Door dit risico af te dekken wordt de toepassing van aardwarmte gestimuleerd. De garantieregeling dekt het risico dat een boring niet in een goede watervoerende laag uitkomt, waardoor het vermogen dat vooraf verwacht werd, niet wordt behaald. In dat geval wordt voor een deel van de gemaakte kosten een subsidie uitgekeerd, gerelateerd naar de mate waarin de aardwarmteboring mislukt is.
Er wordt een premie van 7% gevraagd.
De garantie wordt uitgekeerd wanneer projecten (deels) mislukken. Met de garantstelling worden projecten uitgelokt met een relatief klein risico (eis 90% slaagkans). Het verwacht vermogen dat aan de bodem onttrokken wordt (dit is het vermogen dat bij de aanvraag is opgegeven) is maximaal het vermogen dat met 90% zekerheid aan de ondergrond kan worden onttrokken (op basis van een locatiespecifiek geologisch onderzoek dat moet zijn opgesteld door een ISO 9001 gecertificeerde onderneming).
EZK maakt een garantieplafond en het maximaal te garanderen bedrag per boring bekend. EZK neemt binnen acht weken na de indiendatum een besluit op de aanvraag. De aanvrager moet binnen 12 maanden na goedkeuring van de aanvraag starten met het boorproject. Na de aanvang van de aardwarmteboring heeft de aanvrager een jaar voor de voltooiing. Het aardwarmteproject moet binnen twee jaar leiden tot toepassing van aardwarmte in Nederland.
De premieontvangsten worden gestort in de begrotingsreserve. Eventuele schade-uitkeringen komen ten laste van deze reserve. De horizonbepaling is 2021.
Art. | Omschrijving | Uitstaande lening | Looptijd lening | Rente percentage | Wijze van aflossing |
---|---|---|---|---|---|
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | Microkrediet Nederland1 | 46.296 | 1-4-2045 | 1% vanaf 2025 | vanaf 2045 in halfjaarlijkse termijnenvan € 4,5 mln afhankelijk van de liquiditeitspositie |
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | Biopartner | 13.524 | 31-12-2020 | 0% | Door middel van vervreemding van belangen |
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | One Logistics | 5.000 | Tot leningnemer aan alle verplichtingen heeft voldaan, vooralsnog verwacht te beëindigen in 2025 | 6,50% | In vijf jaarlijkse termijnen van 1 mln vanaf 2021 |
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | NESEC | 258 | 1-9-2020, | 0,05% | Halfjaarlijkse termijnen. Laatste termijn in september 2020 |
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering | Stichting Nuclear Research and Consultancy Group | 78.154 | Tot en met 2026 | 2,85% | afhankelijk uitkomsten bedrijfsvoering Stichting Nuclear Research and Consultancy Group tot en met 2026 |
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering | Pallas | 41.702 | 1-1-2022 | 1,50% | uiterlijk 2022 |
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering | Fibrant | 30.000 | 31-12-2034 | 0,00% | In 2034 |
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering | EBN | 3.000 | 1-12-2032 | 0,00% | afhankelijk uitkomsten (cashflow uit geothermie projecten) |
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering | Ambigo | 4.000 | 31-12-2027 | 2,00% | 2028 tenzij wordt verlengd |
Artikel 5 Een veilig Groningen met perspectief | Stichting Woonbedrijf Aardbevingsgebied Groningen | 10.000 | 31-12-2026 | 0,00% | vanaf 1-1-2026 |
Dit betreft een achtergestelde lening aan stichting Qredits voor het verstrekken microkrediet aan ondernemers.
Microkrediet Nederland
Dit betreft een achtergestelde lening aan stichting Qredits voor het verstrekken microkrediet aan ondernemers.
Biopartner
Dit betreft een in het jaar 2000 verstrekte lening ten behoeve van een start-up participatiefonds life sciences.
One Logistics
Dit betreft een in 2018 verstrekte lening aan Onelogistics ten behoeve van de voorbereidingen van een warehouse voor de opslag, het beheer en verzending van F-35 onderdelen op het Logistiek Centrum Woensdrecht.
NESEC
Dit betreft een in het jaar 2000 verstrekte lening aan Nesec ten behoeve van de financiering van scheepsnieuwbouworders ten behoeve van de Nederlandse Scheepsbouw. De lening wordt in 2020 afgelost.
Stichting Nuclear Research and Consultancy Group
Aan Stichting Nuclear Research and Consultancy Group (NRG) is een lening verstrekt voor het uitwerken en uitvoeren van een Herstelplan, in algemene zin gericht op de continuïteit van de bedrijfsvoering van NRG en in het bijzonder op het scheppen van de noodzakelijke financiële, technische, commerciële en organisatorische voorwaarden voor het in bedrijf houden van de Hoge Flux Reactor (HFR).
Pallas
Aan de Stichting Voorbereiding Pallas-reactor is een lening verstrekt voor fase 1 van de totstandkoming van een nieuwe hoge flux reactor (de Pallas-reactor), die bestemd is voor de productie van medische en industriële radio-isotopen en voor nucleair technologisch onderzoek.
Fibrant
De lening aan Fibrant is verstrekt tbv investeringen in (de ombouw van) installaties teneinde de uitstoot van lachgas (als CO2 equivalent) te reduceren. Hiermee worden in totaal drie projecten uitgevoerd met een totale lachgasreductie van ruim 0,6 Mton CO2 eq.
EBN
De achtergestelde lening tegen 0% rente van in totaal € 48 mln van EZK is bedoeld voor investeringen in geothermieprojecten in Nederland in de komende vijf jaar volgens het businessplan genaamd ‘Masterplan Aardwarmte’. Er is door EZK gekozen voor verplichte deelname van EBN in deze geothermieprojecten. De lening wordt verstrekt aan EBN bv, die deze lening doorstort als agio in EBN Aardwarmte bv. Deze dochter krijgt zo een solvabiliteit van 30%. Verder zal EBN eigen overtollige kasmiddelen inzetten als een groepslening van EBN bv aan EBN Aardwarmte bv waarmee voor 70% van de kapitaalbehoefte van de dochter EBN Aardwarmte bv gedekt wordt. EBN zal samen met professionele marktpartijen risicodragend deelnemen in projecten via haar dochter voor 20% tot 40%.
Ambigo
Deze lening is in 2017 verstrekt voor de ontwikkeling van een duurzame biomassavergassing installatie.
Stichting Woonbedrijf Aardbevingsgebied Groningen
Deze lening dient ter financiering van de aankoop van langdurig te koop staande particuliere woningen in het aarbevingsgebied. Deze lening is in 2020 overgedragen aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
De tabel bevat een meerjarig overzicht van de middelen die in 2020–2025 beschikbaar zijn binnen de begrotingen van een aantal departementen voor het bedrijvenbeleid en het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid. De indeling van de tabel geeft inzicht in de samenhang tussen de verschillende onderdelen. Voor een groot deel betreft dit het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid, dat uit een generieke pijler en een specifieke pijler bestaat. Het generieke beleid ondersteunt innovatie voor alle bedrijven, binnen en buiten de topsectoren (A1 en A2). Ook de bijdrage van Buitenlandse Zaken (A3) is generiek van aard. De kern van het specifieke beleid is publiek-private samenwerking (PPS, B1 en B2). Door een intensievere samenwerking tussen de excellente Nederlandse publieke kennisinfrastructuur en bedrijven vindt de kennis beter zijn weg in innovatieve producten en draagt het bij aan het realiseren van oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. PPS wordt gestimuleerd met de PPS-toeslag en de MIT. Internationale PPS wordt mogelijk gemaakt door EU-cofinanciering (B2), Innovatie Attachés en technologiemissies. Onderdeel C bevat de instrumenten voor aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt en tot slot bestaat onderdeel D uit verschillende specifieke bijdragen van departementen aan voor hun relevante topsectoren en missies.
In de tabel is aangegeven op welk begrotingsartikel de middelen op de departementale begrotingen staan. Daar zijn de hier getoonde reeksen vaak niet één op één terug te vinden, omdat hier alleen de middelen zijn getoond die samenhangen met het bedrijfslevenbeleid en Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid. De verantwoording over dit budget vindt plaats via de reguliere begrotingscyclus van de desbetreffende departementale begrotingen.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | Departement | Artikel | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
I Generiek | ||||||||
A1. Ondernemerschap en innovatie | 590 | 220 | 167 | 151 | 140 | 142 | EZK | |
Financieringsinstrumenten Toekomstfonds | 590 | 220 | 167 | 151 | 140 | 142 | EZK | 3 |
A2. Fiscale maatregelen | 1.287 | 1.443 | 1.348 | 1.286 | 1.286 | 1.286 | EZK/FIN | |
Aftrek speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) | 6 | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 | EZK/FIN | 2, belastingplan |
Afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) | 1.281 | 1.438 | 1.281 | 1.281 | 1.281 | 1.281 | EZK/FIN | 2, belastingplan |
Onderuitputting WBSO 2017 en 2018 | 62 | |||||||
A3. Internationaal | 268 | 255 | 249 | 247 | 247 | 237 | BH/OS | |
Internationaal ondernemen en ontwikkelingssamenwerking | 218 | 205 | 199 | 197 | 197 | 187 | BH/OS | 1,2,3 |
Dutch Good Growth Fund (DGGF) | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | BH/OS | 1 |
II Specifiek voor topsectoren | ||||||||
B1. Kennis en innovatie | 620 | 620 | 620 | 620 | 620 | 620 | ||
NWO-PPS | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | OCW | 16 |
NOW | 16 | |||||||
NWO2 | 175 | 175 | 175 | 175 | 175 | 175 | OCW | 16 |
NWO-TTW | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | EZK | 2 |
KNAW | 14 | 14 | 14 | 14 | 14 | 14 | OCW | 16 |
Toegepast onderzoek (TO2)1 | 262 | 262 | 262 | 262 | 262 | 262 | ||
- TNO, Marin, NLR, Deltares | 171 | 171 | 171 | 171 | 171 | 171 | EZK | 2,4 |
- Wageningen Research | 91 | 91 | 91 | 91 | 91 | 91 | LNV | 23 |
Profilering kennisinfrastructuur | 44 | 44 | 44 | 44 | 44 | 44 | OCW | 16 |
B2. Innovatie en PPS | 259 | 322 | 345 | 341 | 318 | 297 | ||
PPS-toeslag | 116 | 166 | 195 | 205 | 192 | 179 | EZK | 2 |
MKB Innovatiestimuleringsregeling Topsectoren | 42 | 41 | 40 | 40 | 41 | 41 | EZK | 2 |
Cofinanciering EU-innovatieprogramma's en overige | 65 | 79 | 84 | 72 | 65 | 61 | EZK | 2 |
Economische Ontwikkeling en Technologie | 8 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 | EZK | 2 |
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek | 28 | 26 | 16 | 14 | 10 | 6 | EZK | 3 |
C. Onderwijs en arbeidsmarkt | 23 | 22 | 22 | 42 | 39 | 39 | ||
Regionaal investeringsfonds MBO | 23 | 22 | 22 | 42 | 39 | 39 | OCW | 4 |
D. Specifieke bijdragen departementen | 257 | 276 | 293 | 277 | 250 | 221 | ||
Life Sciences & Health/zorg | 60 | 62 | 63 | 61 | 60 | 58 | VWS | 1, 2, 4, kader Zorg |
Energie-innovatie (excl. ECN) | 132 | 169 | 175 | 169 | 156 | 136 | EZK | 4 |
Energietransitie gebouwde omgeving | 1 | 2 | 6 | 10 | 8 | 16 | BZK | 4 |
Logistiek | 18 | IenW | divers H-XII, IF en DF | |||||
Water en Maritiem | 24 | 18 | 24 | 12 | IenW | divers H-XII, IF en DF | ||
Creatief | 12 | 15 | 15 | 15 | 15 | n.n.b. | OCW | 14 |
Defensie | 10 | 10 | 10 | 10 | 11 | 11 | DEF | 9 |
Totaal | 3.303 | 3.158 | 3.044 | 2.964 | 2.900 | 2.843 |
Het scheppen van voorwaarden voor een goed functionerende economie en goed functionerende markten, waaronder de markt voor elektronische communicatie en de markt voor overheidsopdrachten.
Goed functionerende markten dragen bij aan de economische groei en innovatie. Digitale ontwikkelingen leiden tot ingrijpende veranderingen in sectoren en domeinen. Er is sprake van een digitale transitie die onze manier van werken en leven ingrijpend verandert, met alle kansen en bedreigingen van dien. Om het economisch verdienvermogen te versterken en maatschappelijke uitdagingen aan te pakken zet het kabinet er op in dat Nederland digitaal koploper is en blijft in Europa, onder meer door het slim benutten van en zorgdragen voor hoogwaardige, betrouwbare en veilige digitale infrastructuren en door het stimuleren van onderzoek en innovatie op digitaal terrein.
De Staatssecretaris van EZK is op grond van de Telecommunicatiewet verantwoordelijk voor het stellen van regels voor vaste en mobiele communicatienetwerken. De Staatssecretaris van EZK ziet het als taak eventuele belemmeringen voor het goed functioneren van markten te verminderen of weg te nemen en innovatie te stimuleren. De Minister van EZK heeft een systeemverantwoordelijkheid voor de statistische informatievoorziening van rijkswege.
De Staatssecretaris van EZK is samen met bewindspersonen van J&V en BZK verantwoordelijk voor de coördinatie van de Nederlandse Digitaliseringstrategie (2018; update 2019; update 2020). Dat is een kabinetsbrede agenda om de maatschappelijke en economische kansen van digitalisering te benutten en het fundament van de digitale transitie te versterken, waaronder digitale vaardigheden, cybersecurity, privacy, concurrentie en innovatie.
Hieruit vloeien de volgende verantwoordelijkheden voort:
Stimuleren
• Het stimuleren van een goede balans tussen de belangen van bedrijven en consumenten met generiek consumentenbeleid waarbij de Wet handhaving consumentenbescherming centraal staat.
• Stimuleren van innovatie in het bedrijfsleven.
Financieren
• Het bijdragen aan het goed functioneren van markten door het financieren van een deel van de exploitatie van de Autoriteit Consument en Markt (ACM), van TenderNed (het elektronisch aanbestedingssysteem) en diverse organisaties op het gebied van metrologie, normalisatie, accreditatie en markttoezicht.
• Het financieren van een deel van de exploitatie van het Agentschap Telecom en het verrichten van uitgaven voor opdrachten inzake beleidsvoorbereiding en evaluaties voor frequentiebeleid en veiligheid.
• Het financieren van het CBS om het van overheidswege verrichten van statistisch onderzoek ten behoeve van praktijk, beleid en wetenschap en het openbaar maken van de op grond van zodanig onderzoek samengestelde statistieken mogelijk te maken.
• «Het bijdragen aan een vrij, veilig en open internet door het financieren van een aantal (internationale) organisaties op het terrein van Internet Governance, waaronder het IGF.»
(Doen) uitvoeren
• Het tegengaan van mededingingsbeperkende gedragingen met generiek mededingingsbeleid, zoals opgenomen in de Mededingingswet.
• Het reguleren van de postmarkt met de Postwet 2009, waardoor een toegankelijke en betaalbare basisvoorziening voor de post is gewaarborgd (universele postdienst).
• Het opstellen van regels voor het gebruik van de ether, door afspraken te maken in internationaal verband voor harmonisatie en door – in geval van schaarste – te bepalen op welke wijze het spectrum wordt verdeeld.
• Het inzetten op het realiseren van hoogwaardige en innovatieve breedbandige mobiele communicatie en omroeptoepassingen door verruiming van gebruiksmogelijkheden van het spectrum en door de uitgifte van frequentieruimte.
Regisseren
• Het bevorderen van goed functionerende markten door het scheppen van randvoorwaarden via wet- en regelgeving.
• Het bevorderen van innovatie en digitalisering in economische sectoren en maatschappelijke domeinen, door coördinatie van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie.
• Het scheppen van de juiste voorwaarden voor concurrentie met de Waarborgwet, de Winkeltijdenwet, de Aanbestedingswet 2012, de Wet aanwijzing nationale accreditatie-instantie en de Metrologiewet.
• Het moderniseren van de telecommunicatieregelgeving om deze te kunnen laten meegroeien met de ontwikkelingen in de markt en de behoeftes in de samenleving.
Om - aanvullend op de begroting – de Kamer te informeren over voortgang en effecten van beleid treft u op de website www.cbs.nl/nl-nl/publicatieplanning de planning aan van de CBS-publicaties. Actuele en gedetailleerde informatie over de specifieke beleidsgebieden treft u aan op de websites van PIANOo, de ACM (o.a. over de telecommunicatiemarkt), Agentschap Telecom (Staat van de Ether, jaarberichten), TNO (Monitor Draadloze Technologie) het CBS (Cybersecuritymonitor en DAB+ ontvangers) en NCSC (cybersecurity dreigingen, incidenten en maatregelen) en tenslotte het Digital Trust Center (DTC).
Voor de hierna benoemde beleidswijzigingen zijn data en kengetallen te vinden op de website Bedrijvenbeleid in beeld. De Monitor van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie biedt daarnaast een uitgebreid overzicht van data en kengetallen betreffende een veelheid van aspecten van de digitalisering in Nederland.
Kengetallen | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | Ambitie 2022 | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Penetratiegraad van digitale radio ontvangers in huishoudens | 4% | 6% | 6% | 10% | 12% | 16% | 35% | |
2. Ranglijst digitale economie en maatschappij (DESI) | 4 | 4 | 3 | 2 | 3 | 4 | Koploper | |
3a. Connectiviteit – beschikbaarheid vast breedband | 84% | 94% | 95% | 98% | 97% | 98% | 98% (minimaal 100 Mbps in 2023) | |
3b. Connectiviteit – beschikbaarheid mobiel breedband | 77% | 80% | 85% | 88% | 94% | 99% | 98% |
In bovenstaande tabel staan de kengetallen uit het meest recente DESI-rapport (juni 2020) en de meest recente CBS-statistiek (oktober 2019). Het cijfer in DESI 2017 heeft betrekking op 2016, het cijfer in DESI 2018 heeft betrekking op 2017 en in DESI 2019 op 2018. De streefwaarden geven het streven van EZK aan voor genoemde activiteiten, in de komende jaarverslagen zal gerapporteerd worden over de voortgang. Uit het Regeerakkoord (2017) komt de ambitie naar voren dat op sociaal, economisch en digitaal vlak Nederland de Europese koploper wil worden. Volgens het Actieplan Digitale Connectiviteit (2018) stelt het kabinet concreet de volgende connectiviteitsdoelstelling vast: de overheid streeft naar kwalitatief hoogwaardige connectiviteit die een grote diversiteit aan vraag kan bedienen en altijd en overal beschikbaar is tegen concurrerende tarieven. Met mobiele netwerken moeten daarnaast in elk geval basisdiensten altijd en overal kunnen worden geraadpleegd.
Aansluitend de ranglijst digitale economie en maatschappij over 2019, waarin Nederland de 4e positie inneemt (oktober 2019).
Figuur 3 Index Digitale Economie en Samenleving
Bron: Europese commissie, Digitaal Scoreboard
Voor de hierna benoemde beleidswijzigingen zijn data en kengetallen te vinden op de website Bedrijvenbeleid in beeld. De Monitor van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie biedt daarnaast een uitgebreid overzicht van data en kengetallen betreffende een veelheid van aspecten van de digitalisering in Nederland.
Nederlandse digitaliseringsstrategie (NDS)
De uitvoering van de NDS is in volle gang. In 2020 heeft de Kamer een update van de kabinetsbrede strategie ontvangen (Kamerbrief Nederlandse Digitaliseringsstrategie 2020 van 25 juni 2020). Hierin heeft het kabinet langs de zes prioriteiten (AI, data, digitale vaardigheden en inclusie, digitale overheid, digitale connectiviteit, digitale weerbaarheid) de voortgang en bijdrage van digitalisering aan maatschappelijke en economische uitdagingen zo tastbaar mogelijk gemaakt. De impact van de coronacrisis op digitalisering is hierin ook zoveel mogelijk meegenomen. Ook heeft het kabinet o.a. op basis van de Brede Maatschappelijke Heroverwegingen een aantal toekomstige uitdagingen op het terrein van digitalisering geschetst. Nieuwe ontwikkeling in de NDS is de verkenning die het kabinet is gestart naar de bijdrage die digitalisering kan leveren aan het thema duurzaamheid. Het kabinet vindt het van belang om enerzijds de ecologische impact van digitalisering zelf te verkleinen en anderzijds om digitalisering in te zetten om bedrijfssectoren efficiënter te laten werken. Met de uitvoering en update van de NDS komt het kabinet ook de landenspecifieke aanbevelingen voor Nederland in het kader van het Europees Semester tegemoet. Hierin wordt Nederland onder andere aangemoedigd te investeren in de digitale transitie met hierbij speciale aandacht voor digitale vaardigheden (aanbeveling drie). De Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) bundelt kabinetsbreed de ambities en doelstellingen voor een succesvolle digitale transitie in Nederland met digitale vaardigheden en inclusie als één van de hoofdprioriteiten. De Digitaliseringsagenda primair en voortgezet onderwijs, het Versnellingsplan Onderwijsinnovatie met ICT voor het hoger onderwijs, de strategische digitaliseringsagenda mbo en het kabinetsprogramma Tel mee voor Taal zijn voorbeelden van maatregelen op dit terrein. Verder bieden ook de nieuwe samenwerkingen in het onderwijs die in de COVID-19 crisis tot stand zijn gekomen kansen. Daarnaast investeert het kabinet in digitale sleuteltechnologieën, zoals AI. Zo heeft de staatssecretaris van EZK besloten een financiële impuls toe te kennen van € 23,5 mln voor de periode 2020-2024 voor acties van de Nederlandse AI Coalitie. In 2021 gaat het kabinet verder met de uitvoering van de NDS en zal, indien de omstandigheden dat toestaan, begin 2021 de Conferentie Nederland Digitaal organiseren.
Een sterke basis voor Artificiële Intelligentie (AI) onderzoek en innovatie
Nederland denkt mee, doet mee, profiteert mee en is medebepaler van de richting van digitalisering. Dat vereist een continu hoog niveau van kennis. En dat vraagt om samenwerking tussen universiteiten, hogescholen, overige kennisinstellingen, het bedrijfsleven en overheden over de hele AI-waardeketen. In 2021 zet EZK in op het verder bundelen van de krachten zodat Nederland de kansen van Artificiële Intelligentie (AI) op een verantwoorde wijze kan benutten. Het kader daarvoor vormt het strategisch actieplan AI van het kabinet (Kamerstuk 26 643, nr. 640). De aanpak in 2021 is onder andere gericht op het uitbreiden van de Nederlandse AI-coalitie. Deze zet zich in voor o.a. publiek-private onderzoekslaboratoria, kennisdeling voor het MKB, samenwerking voor maatschappelijke uitdagingen (o.a. zorg, veiligheid, landbouw), de technische industrie, datadelen voor AI, en kennisontwikkeling voor verantwoorde AI. Onderdeel van deze aanpak is ook de uitwerking van AI als sleuteltechnologie in het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid, synergie behalen met regionale AI-initiatieven en het versterken van samenwerking in Europa.
Onderwijscurriculum up-to-date
Om te bewerkstelligen dat jongeren mediawijs zijn en beschikken over goede ICT-basisvaardigheden en informatievaardigheden is een curriculum voor primair en voortgezet onderwijs opgesteld met aandacht voor digitale en praktische vaardigheden. Om de implementatie van het curriculum te bevorderen is door EZK en OCW de digitaliseringsagenda po/vo opgesteld. Hierin wordt in 2021 verder samengewerkt tussen onderwijs en bedrijfsleven om digitale vaardigheden van leerlingen en leraren te versterken.
Voldoende ICT-professionals
Om ervoor te zorgen dat bedrijven voldoende goed gekwalificeerd personeel kunnen vinden, ontwikkelt EZK de Human Capital Agenda ICT in 2021 verder door met nieuwe prioriteiten en wordt het Techniekpact voortgezet.
Een florerende data-economie
Nederland heeft een sterke uitgangspositie als het gaat om het delen van data, niet alleen binnen, maar ook tussen sectoren. Daarmee wordt een belangrijke voorwaarde ingevuld voor succesvolle innovatie op digitaal terrein. Ter ondersteuning daarvan heeft het kabinet een visie op datadeling tussen bedrijven gepubliceerd (Kamerstuk 26 643, nr. 594), wordt onderzoek uitgevoerd, en steunt ook in 2021 financieel concrete initiatieven voor vrijwillige datadeling tussen bedrijven, en dan vooral over sector en landsgrenzen heen.
Digitale infrastructuur van wereldklasse (connectiviteit)
De inspanningen van EZK zijn gericht op een sterke internationale positie voor Nederland op het gebied van vaste en mobiele communicatienetwerken. In 2020 heeft de veiling van de 700, 1400 en 2100 MHz plaatsgevonden. In 2021 en de jaren daarna vindt nog een aantal frequentieverdelingen plaats op basis van de nota mobiele communicatie (Kamerstuk 24 095, nr. 478). De verdeling van de 26 GHz band vindt naar verwachting in 2021 plaats. De veiling van de 3.5 GHz band is voorzien voor eind 2021 of begin 2022. Inmiddels heeft EZK de meerderheid van de acties uit het Actieplan Digitale Connectiviteit uitgevoerd en de Kamer geïnformeerd over de voortgang (Kamerstuk 26 643, nr. 654). Gemeenten worden ondersteund om faciliterend beleid te maken ten aanzien van digitale connectiviteit, zowel voor de vaste als de mobiele digitale infrastructuur. Ook is de meerderheid van de adressen in het buitengebied voorzien van snel internet. In 2021 wordt de ingezette lijn doorgetrokken. Het opgebouwde netwerk met gemeenten wordt onderhouden en verder verstevigd. Zo zal EZK in 2021 verder werken aan de transparantie en harmonisatie van lokaal beleid om een soepele uitrol te bevorderen. Ook wordt ondersteuning geboden bij de mogelijke uitdagingen die op hun pad komen met de komst van nog sneller mobiel internet, waaronder 5G. EZK organiseert ook in 2021 weer een 5G-Innovatienetwerk om toepassingen in maatschappelijke domeinen en economische sectoren te versnellen. EZK geeft daarmee ook invulling aan de afspraken in het Handvest 5G.
Implementatie nieuw Europees telecomkader
Eind december 2018 is de herziening van het Europese telecomkader gepubliceerd. Het belangrijkste doel van het nieuwe kader is het verbeteren van de randvoorwaarden voor het realiseren van snelle digitale communicatieverbindingen (connectiviteit) in de Europese Unie. Verder heeft deze herziening van het telecommunicatiekader als doel om investeringen in snelle breedbandnetwerken te stimuleren, een consistent radiospectrumbeleid en -beheer, een doeltreffende bescherming van consumenten, het creëren van een gelijk speelveld voor alle marktpartijen en een doeltreffender institutioneel regelgevingskader. De nieuwe EU-richtlijn, die vier bestaande richtlijnen vervangt, zal worden geïmplementeerd middels een aanpassing van de Telecommunicatiewet en de daarop gebaseerde lagere regelgeving. Behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is voorzien in2021. Vooruitlopend op het brede implementatiewetsvoorstel is een aantal onderdelen (o.a. toegangsregulering in geval van replicatiebelemmeringen en het overstappen van telecomaanbieder) uit de Telecomcode opgenomen in een separaat wetsvoorstel dat reeds is aangenomen en gepubliceerd (Stb. 2020, 199).
Een veilige digitale samenleving
Mensen en bedrijven moeten digitale technologieën veilig kunnen gebruiken. De roadmap veilige hard- en software (Kamerstuk 26 643, nr. 535) wordt nader ingevuld om veilige (hard- en software) producten te bevorderen. Dit is van belang omdat door de opkomst van het Internet of Things steeds meer (vaak onveilige) producten aan het internet worden gekoppeld. J&V en EZK voeren ook in 2021 voorlichtingscampagnes cyberhygiëne om burgers en bedrijven bewust te maken van het belang van digitale veiligheid en bijpassend handelingsperspectief te bieden. Cyberhygiëne is erop gericht dat burgers en bedrijven maatregelen nemen om zichzelf digitaal te beschermen, zoals het uitvoeren van veiligheidsupdates. De campagne ‘Doe je updates’ brengt het belang hiervan onder de aandacht.
Structureel is € 2,5 mln per jaar beschikbaar voor de activiteiten van het Digital Trust Center (DTC) om via voorlichting, tools en advisering bedrijven – van zzp-er tot grootbedrijf – beter in staat te stellen hun eigen cyberweerbaarheid te organiseren. Deze middelen zijn voor opdrachten zoals de doorontwikkeling van de website en een online platform, kennisopbouw over cyberrisico’s en kennisdeling met de doelgroep niet-vitale bedrijfsleven. Het DTC is extern geëvalueerd (Kamerstuk 26 643, nr. 668). De evaluatie gaf een positief beeld van de resultaten en doelbereik van het DTC. In lijn met de conclusies en aanbevelingen van deze evaluatie zal in 2021 gestart worden met het ontsluiten van vertrouwelijke dreigingsinformatie voor grote en meer cybermature bedrijven. Ook zal het landelijk dekkend stelsel van informatieknooppunten voor het niet-vitale bedrijfsleven via een subsidieregeling in 2021 verder uitgebreid en bestendigd worden. Voor de digitale dienstverleners zoals clouddiensten en on-line-marktplaatsen wordt de informatievoorziening van het Computer Security Incident Response Team (CSIRT) in 2021 verder vormgegeven. De technologische ontwikkelingen in de telecomsector in combinatie met de dreiging vanuit statelijke actoren nopen tot een aanscherping van het toezicht en veiligheidseisen ten aanzien van telecomnetwerken. Uiterlijk 28 juni 2021 wordt de Europese Verordening Cyber Security Act (CSA) geimplemteerd en Agentschap Telecom zal de taken van de nationale autoriteit uitvoeren. Het doel van de CSA is om door middel van een geharmoniseerde certificatiesystematiek de cyberveiligheid in Europa aan te jagen en de (digitale) interne markt te versterken.
Bescherming van en regie op Persoonsgegevens
De acties van EZK zijn er op gericht dat mensen erop kunnen vertrouwen dat hun privacy online goed beschermd is en grip hebben op hun persoonsgegevens. EZK zet zich in 2021 verder actief in voor de totstandkoming en implementatie van een ambitieuze Europese e-privacy verordening. De totstandkoming van de verordening heeft forse vertraging opgelopen door verdeeldheid in de Raad. Hierdoor is onduidelijk wanneer de Raad kan komen tot een algemene oriëntatie. Pas als die er is kunnen de trilogen met het Europese Parlement en de Commissie beginnen.
Mededinging en digitalisering
In april 2020 heeft EZK een Kamerbrief gepubliceerd over de voortgang van de modernisering van het mededingingsinstrumentarium in relatie tot digitalisering en online platforms (Kamerstuk 35 134, nr. 13). EZK is verheugd dat de Europese Commissie in lijn met de beleidsinzet van EZK heeft aangekondigd opties voor een ex ante instrumentarium voor platforms met een poortwachtersfunctie te zullen verkennen en uit te werken in concrete voorstellen. Naar verwachting komt de Commissie in het eerste kwartaal van 2021 met een voorstel. Omdat grote platforms in heel de EU actief zijn en vervolgacties daarom op Europees niveau plaats moeten vinden, zal EZK in 2021 doorgaan met het uitdragen van de Nederlandse beleidsinzet in Europa. Dit moet ervoor zorgen dat de concurrentie in de digitale economie wordt geborgd, zodat consumenten en ondernemers hun autonomie en keuzevrijheid behouden en zo de kansen die de platformeconomie biedt optimaal kunnen benutten.
Postmarkt
Een wetsvoorstel tot wijziging van de Postwet 2009 is op 30 maart 2020 ingediend bij de Tweede Kamer. Deze wijziging heeft als doel de postvoorziening ook in de toekomst beschikbaar, betaalbaar en betrouwbaar te houden en een overgang naar een brede bezorgmarkt op een verantwoorde manier vorm te geven. De beoogde inwerkingtreding van deze wet is halverwege 2021.
Telemarketing
Nederland kent op dit moment een zogenaamd opt-out regime, waarbij natuurlijke personen die telemarketing niet op prijs stellen dit kunnen aangeven door hun telefoonnummer in te schrijven in het Bel-me-niet register. In 2020 is het wetsvoorstel dat een opt-in systeem voor telemarketing instelt aanhangig gemaakt bij de Tweede Kamer. Wanneer de parlementaire behandeling voorspoedig verloopt kan dit wetsvoorstel in 2021 in werking treden.
Programma Vervolg Beter Aanbesteden
In 2020 is gewerkt aan de vormgeving van een programma Vervolg Beter Aanbesteden. Dit vervolg is medio 2019 aan de Kamer toegezegd (Kamerstuk 34 252, nr. 14). Doel van dit meerjarige programma is om te zorgen voor verbeteringen in de aanbestedingspraktijk door een betere dialoog tussen overheden en ondernemers en een betere verankering van aanbesteding in overheidsorganisaties. Voor dit programma is budget nodig. De omvang van dit budget wordt op dit moment nog uitgewerkt.
Rechtsbescherming
Als dialoog niet tot overeenstemming leidt, is het belangrijk dat ondernemers en aanbestedende diensten over evenwichtige rechtsbeschermingsmogelijkheden beschikken. In 2021 zullen de door het kabinet aangekondigde maatregelen om de rechtsbescherming bij aanbestedingen te verbeteren (Kamerstuk 34 252, nr. 13 en Aanhangsel Handelingen 2019-2020, nr. 582) verder worden geïmplementeerd.
Evaluatie werkwijze adviescommissie Gids Proportionaliteit
Begin 2017 is de schrijfgroep Gids Proportionaliteit omgevormd tot een adviesgroep (Kamerstuk 32 440, nr. 95). Daarbij is aangekondigd dat deze nieuwe werkwijze na de zittingsperiode van de eerste leden van de schrijfgroep, die afloopt per 1 juni 2021, geëvalueerd zou worden (Kamerstuk 32 440, nr. 99). De evaluatie zal in 2021 worden afgerond.
Evaluatie Raad voor Accreditatie (RvA)
Gelet op artikel 39, eerste lid van de Kaderwet ZBO’s, dient de Minister elke vijf jaar een verslag aan het parlement te sturen inzake het functioneren van de RvA. Het laatste verslag dateert van 2016. In 2021 zal een externe opdracht worden uitgezet om het functioneren van de RvA over de jaren 2016-2020 te evalueren.
EU-cofinanciering Digital Europe
Het Digital Europe Programma (DEP) is een nieuw programma binnen het MFK (Meerjarig Financieel Kader voor Europa) om het innovatie & concurrentievermogen van de EU te verhogen en de strategische digitale capaciteiten te verstevigen. Dit is aanvullend aan het Horizon Europe Programma, dat zich meer richt op ‘onderzoek en innovatie’. De voorgestelde prioriteiten binnen het programma zijn onder meer: Artificiële Intelligence, Cybersecurity en vertrouwen, Digitale vaardigheden voor gevorderden en European Digital innovation Hubs. Het gaat om een totaal bedrag van 50 mln in 2021 (verplichtingen).
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 265.347 | 228.275 | 280.737 | 226.357 | 227.801 | 222.389 | 223.660 |
Waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan overige verplichtingen | 265.345 | 228.275 | 280.737 | 226.357 | 227.801 | 222.389 | 223.660 |
Uitgaven | 251.492 | 231.540 | 239.028 | 243.928 | 244.030 | 238.410 | 222.989 |
Waarvan juridisch verplicht | 90% | ||||||
Subsidies (regelingen) | 517 | 2.582 | 8.000 | 15.000 | 15.000 | 15.000 | 0 |
Cyberweerbaarheid | 517 | 778 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidiemaatregel telecom Caribisch Nederland (Corona) | 0 | 1.804 | 3.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
EU-cofinanciering Digital Europe | 0 | 0 | 5.000 | 15.000 | 15.000 | 15.000 | 0 |
Opdrachten | 54.511 | 22.622 | 24.964 | 28.623 | 28.524 | 28.718 | 28.718 |
Onderzoek en Opdrachten | 1.710 | 2.500 | 1.649 | 1.698 | 1.780 | 1.824 | 1.824 |
Beleidsvoorbereiding en evaluaties Frequenties en Veiligheid | 6.204 | 5.430 | 5.295 | 6.610 | 6.855 | 7.005 | 7.005 |
Digital Trust Center | 125 | 599 | 2.532 | 2.532 | 2.532 | 2.532 | 2.532 |
Cyber Security | 901 | 6.642 | 6.526 | 8.245 | 8.245 | 8.245 | 8.245 |
ICT beleid | 0 | 6.451 | 7.962 | 8.538 | 8.112 | 8.112 | 8.112 |
Terugbetaling boetes ACM | 45.571 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
CSIRT-DSP | 0 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
Bijdrage aan agentschappen | 34.814 | 38.702 | 37.115 | 32.651 | 32.852 | 27.179 | 27.179 |
Agentschap Telecom | 23.576 | 27.840 | 25.883 | 22.490 | 22.490 | 22.490 | 22.490 |
Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland | 11.238 | 10.862 | 11.232 | 10.161 | 10.362 | 4.689 | 4.689 |
Bijdrage aan zbo/rwt's | 157.720 | 163.653 | 164.983 | 163.677 | 163.677 | 163.536 | 163.115 |
Metrologie | 9.480 | 9.741 | 9.741 | 9.741 | 9.741 | 9.741 | 9.741 |
Raad voor Accreditatie | 235 | 271 | 271 | 271 | 271 | 271 | 271 |
ACM | 614 | 761 | 761 | 761 | 761 | 761 | 761 |
CBS | 147.391 | 152.880 | 154.210 | 152.904 | 152.904 | 152.763 | 152.342 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 3.931 | 3.981 | 3.966 | 3.977 | 3.977 | 3.977 | 3.977 |
Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) | 1.157 | 1.186 | 1.171 | 1.171 | 1.171 | 1.171 | 1.171 |
Internationale organisaties | 2.774 | 2.795 | 2.795 | 2.806 | 2.806 | 2.806 | 2.806 |
Ontvangsten | 19.559 | 854.540 | 439.858 | 31.934 | 31.934 | 31.934 | 31.934 |
Ontvangsten ACM | 162 | 162 | 162 | 162 | 162 | 162 | 162 |
High Trust | 17.486 | 30.200 | 30.200 | 30.200 | 30.200 | 30.200 | 30.200 |
Diverse ontvangsten | 1.910 | 824.178 | 409.496 | 1.572 | 1.572 | 1.572 | 1.572 |
Budgetflexibiliteit
Subsidies: Het bedrag dat geraamd is in 2021 is niet juridisch verplicht. De € 3 mln voor de subsidiemaatregel telecom Caribisch Nederland (Corona) is wel bestuurlijk gebonden.
Opdrachten: Van het opdrachtenbudget is 62% juridisch verplicht. Het betreft de uitfinanciering van in voorgaande jaren verstrekte opdrachten, met name voor projecten op het gebied van wettelijke voorzieningen, onderzoeksopdrachten in verband met frequentie veilingen en telefonie. Het merendeel van de opdrachten zal worden afgerond in 2021.
Bijdrage aan agentschappen: Het budget betreft de financiering van de opdracht 2021 aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl), Agentschap Telecom (AT) en DICTU en is 100% juridisch verplicht.
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s: Van de totaal voor 2021 geraamde uitgaven voor artikel 1 is circa € 165 mln bestemd voor bijdragen aan ZBO’s/RWT 's. Hiervan is 100% niet flexibel inzetbaar in 2021 als gevolg van overeenkomsten met betrokken organisaties.
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties: Van het beschikbare budget voor (inter)nationale organisaties is 70% juridisch verplicht. Het betreft o.a. contributies voor de Internationale Telecommunicatie-unie, Universal Postal Union en Internet Governance Forum. De afspraken gelden voor meerdere jaren.
Subsidies
Naast de activiteiten van het Digital Trust Center wordt subsidie verstrekt aan groepen van bedrijven in niet-vitale sectoren die op cybersecurity-terrein willen samenwerken. De uitvoering van de regeling ligt bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
Telecom Caribisch Nederland (corona)
Gegeven het feit dat de vaste lasten van essententiele diensten, zoals telecommunicatie, op Caribisch Nederland relatief hoog zijn en deze diensten in deze moeilijke tijd meer dan ooit nodig zijn (homescholing, thuiswerken), heeft het kabinet in 2020 maatregelen genomen om de kosten van deze diensten te verlagen. Van mei tot en met december 2020 was 25 USD per aansluiting per maand beschikbaar om de kosten van een vaste internetverbinding te verlagen. Deze tijdelijke maatregel wordt in 2021 tijdelijk grotendeels gecontinueerd, maar omdat internet Bovenwinds aanzienlijk duurder is in verband met de kleine schaal wordt bezien of differentiering tussen de eilanden zal plaatsvinden.
EU- cofinanciering Digital Europe
Het Digital Europe Programma (DEP) is een nieuw programma binnen het MFK (Meerjarig Financieel Kader voor Europa) om het innovatie & concurrentievermogen van de EU te verhogen en de strategische digitale capaciteiten te verstevigen. Dit is aanvullend aan het Horizon Europe Programma, dat zich meer richt op ‘onderzoek en innovatie’. De voorgestelde prioriteiten binnen het programma zijn onder meer: Artificiële Intelligence, Cybersecurity en vertrouwen, Digitale vaardigheden voor gevorderden en European Digital innovation Hubs.
Opdrachten
Onderzoek en opdrachten/beleidsvoorbereiding frequenties
Dit betreft onderzoeksopdrachten die dienen ter ondersteuning van het beleid op het gebied van onder andere het marktordeningsbeleid, mededingingsbeleid, consumentenbeleid, aanbestedingsbeleid, Europese zaken en strategie en telecom.
Voor het DTC is een budget van € 2,5 mln beschikbaar voor het opzetten van een Digital Trust Center (DTC) om 'Niet-vitale bedrijfsleven'beter in staat te stellen hun eigen cyberweerbaarheid te organiseren. Deze middelen zijn voor opdrachten zoals de ontwikkeling van een online platform.
CSIRT staat voor Computer Security Incident Response Team ofwel een gespecialiseerd team van professionals die snel kunnen handelen bij een beveiligingsincident met computers of netwerk. CSIRT geeft naast het nemen van maatregelen,advies bij incidenten en is pro-actief bezig met
het analyseren en opsporen van bedreigingen. Ook wordt de informatievoorziening o.a voor clouddiensten en online-marktplaatsen verder vormgegeven.
Vanaf 2020 wordt ingezet op voorlichting om burgers en bedrijven bewust te maken van het belang van digitale veiligheid en bijpassend handelingsperspectief te bieden.
Ook zal een aantal werkzaamheden bestaan uit het doen van concrete kennis- en innovatie calls, die voortvloeien vanuit de Kennis- en Innovatie Agenda. Deze innovatie en onderzoekscalls zullen mede worden vormgegeven door de (vak)departementen. Het in te zetten instrumentarium, zal onder meer bestaan uit calls in samenwerking met NWO, versterken specifieke kennisvragen met SMO (Samenwerkingsmiddelen Onderzoek) programmering van TNO en het (mede) ontwikkelen van instrumenten ten behoeve van een technology transfer facility. Daarnaast zal gebruik worden gemaakt van bewezen EZK instrumenten als SBIR en MKB instrumenten.
Specifieke aandacht zal uitgaan naar activiteiten die de crosssectorale doelstellingen vanuit het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid kunnen ondersteunen. Tot slot zullen middelen ingezet worden om een bijdrage te leveren aan het versterken van community building binnen de cybersecuritysector.
Bijdrage aan agentschappen
Agentschap Telecom
Agentschap Telecom draagt onder meer zorg voor de toelating tot het spectrum en ziet toe op het juiste gebruik daarvan. De voornaamste uitvoeringstaken zijn voorlichting in het kader van het antennebeleid, juridische procedures en een bijdrage voor werkzaamheden in het kader van vergunningsvrije toepassingen. De toezichtstaken hebben betrekking op onder meer toezicht ondergrondse netten (WION), Metrologiewet, Waarborgwet, bevoegd aftappen en dataretentie en de Cybersecuritywet voor netwerkbeveiliging en informatiebeveiliging (NIB-richtlijn). Ook voert Agentschap Telecom het toezicht uit op vertrouwensdiensten die onder de Europese eIDAS-Verordening vallen.
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
RVO.nl is de uitvoeringsdienst van het Ministerie van EZK en is onder meer verantwoordelijk voor de voorlichting van ondernemers over de aanbestedingsregelgeving. Hieronder vallen ook de taken van PIANOo als expertisecentrum voor aanbestedende diensten en het daarbij behorende TenderNed, het systeem voor het systeem voor elektronisch aanbesteden.
Bijdrage aan ZBO's/ RWT's
Metrologie
Met de Metrologiewet worden nationale meetstandaarden beschikbaar gesteld, die de basis vormen van een internationaal herleidbare metrologische infrastructuur. Het gebruik van gecontroleerde meetinstrumenten bij het leveren van goederen draagt onder andere bij aan eerlijke handel en consumentenbescherming. VSL is het nationaal metrologisch instituut (NMI) van Nederland. VSL B.V. ontwikkelt, beheert en onderhoudt de nationale meetstandaarden in opdracht van EZK op basis van een overeenkomst voor onbepaalde tijd.
Raad voor Accreditatie (RvA)
De Raad voor Accreditatie is een ZBO dat controleert of een keuringsinstantie, certificeringsinstantie, inspectie-instantie of een laboratorium aan de accreditatienormen voldoet. De taken van de Raad voor Accreditatie zijn vastgelegd in de Wet aanwijzing nationale accreditatie-instantie. De RvA ontvangt jaarlijks een bijdrage van de Staat voor de kosten die de RvA maakt in het kader van Europese en internationale activiteiten die relevant zijn voor de accreditatie sector als geheel.
Autoriteit Consument en Markt (ACM)
De ACM is belast met wettelijke taken op het gebied van het generieke mededingingstoezicht (Mededingingswet), generieke consumentenbescherming (Wet handhaving consumentenbescherming), de regulering van de telecommarkt en het sectorspecifieke markttoezicht in de sectoren energie, telecommunicatie, post en vervoer. De apparaatsuitgaven van de ACM zijn geraamd op artikel 40, net als de kosten van de ACM die worden doorbelast naar marktorganisaties die onder het ACM-toezicht vallen. Het bedrag geraamd op artikel 1 betreft de geraamde kosten van de leden van het bestuur van de ACM. Informatie over de organisatie, onderwerpen en publicaties van de ACM treft u aan op: https://www.acm.nl/nl.
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Het Centraal Bureau voor de Statistiek is opgericht om te zorgen dat cijfers aan de basis liggen van (solide) beleid. Het CBS heeft als onafhankelijk kennisinstituut dan ook tot taak het publiceren van betrouwbare en samenhangende statistische informatie, waardoor becijferde maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden. Het werkterrein van het CBS omvat alle onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Informatie over het CBS treft u onder meer aan op: https://www.cbs.nl/nl-nl/over-ons/organisatie. Statline is de databank van het CBS.
Voor Caribisch Nederland maakt het CBS statistieken op het gebied van o.a. prijzen, bevolking, bedrijven, gezondheid en internationale handel.
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Nederlands Normalisatie Instituut (NEN)
Het Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) ontvangt een bijdrage van de Staat voor het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden die voortvloeien uit de Europese verordening voor normalisatie (Verordening (EU) Nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012) en de Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen die over het geven van informatie over normen gaat. Tevens is de bijdrage bedoeld voor het informeren van Nederlandse belanghebbenden over initiatieven van de Europese en mondiale normalisatie-instellingen. Daarnaast gebruikt het NEN de bijdrage voor een deel van de contributies die het NEN is verschuldigd aan de Europese en mondiale normalisatie-instellingen en voor de controle op actualiteit van verwijzingen naar normen in regelgeving en kennisgeving aan ministeries indien verwezen wordt naar ingetrokken normen.
Internationale organisaties
Dit betreft bijdragen aan:
– Universal Postal Union (UPU): is een internationale organisatie die de verschillende postovergangen tussen lidstaten controleert. Elke lidstaat gaat dan ook akkoord met de regels voor het internationaal postverkeer. Het is formeel een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties. De UPU speelt een voorname rol in het constant optimaliseren van postdiensten. De hoofddoelen van de UPU zijn de promotie van het mondiale postverkeer, toename van het aantal verwerkte poststukken door te voorzien in moderne producten en diensten, en een hoge servicekwaliteit voor de consument;
– European Conference of Postal and Telecommunications Administrations (CEPT): De inzet in de ITU en UPU wordt regionaal voorbereid, voor landen in Europa is daarvoor CEPT het aangewezen kanaal. EZK draagt jaarlijks bij aan de kosten van ERO (het permanente ondersteunende bureau van CEPT in Kopenhagen);
– Internationale organisaties Metrologie. Het gaat om bijdragen op het gebied van metrologie die vastliggen in internationale verdragen (Organisation Internationale de Métrologie Légale (OIML), WELMEC, Bureau International des Poids et Mesures (BIPM));
– Nederland betaalt als lid van de International Telecommunications Union (ITU) lidmaatschap. Binnen de ITU worden internationale afspraken gemaakt over wereldwijde toewijzing van radiofrequenties aan categorieën van diensten en over de toewijzing van (schaarse) ruimteposities aan satellietsystemen;
– EZK doneert jaarlijks een bedrag aan het secretariaat van het Internet Governance Forum (IGF). Dit forum is een uitvloeisel van het VN-top World Summit on Information Society in 2005.
Toelichting op de ontvangsten
Diverse ontvangsten
De veilingen van de zogenoemde frequentiebanden voor 700, 1400 en 2100 Megahertz zijn in juli 2020 afgerond. De opbrengst van deze veiling bedraagt € 1,23 mld. Dit bedrag zal in twee termijnen door de telecomproviders worden betaald. In 2020 zal naar verwachting € 822,6 mln worden ontvangen.
High Trust
Deze ontvangsten hebben betrekking op boetes die toezichthouders van EZK opleggen en waar – in het kader van het zogenaamde High Trust-beleid – een meerjarige raming voor wordt aangehouden. Verreweg het grootste deel van de ontvangsten betreft boetes die opgelegd worden door de ACM.
Extracomptabele fiscale regelingen
Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, is er een fiscale regeling die betrekking heeft op dit beleidsterrein. Het betreft de BTW-vrijstelling voor post. Voor een beschrijving van de regeling, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota «Toelichting op de Fiscale regelingen».
Met het bedrijvenbeleid40 zorgt EZK ervoor dat bedrijven kunnen floreren en hun bijdrage kunnen leveren aan de brede welvaart van onze samenleving. De maatschappelijke bijdrage van bedrijven bestaat uit het bieden van: werk, inkomen, economische vooruitgang, innovatieve toepassingen die de kwaliteit van ons leven vergroten, ontplooiingsmogelijkheden voor burgers en een hoge kwaliteit van de leefomgeving. Door innovatie en ondernemerschap te bevorderen draagt het bedrijvenbeleid bij aan onze welvaartsgroei, door economische vooruitgang op een evenwichtige wijze te combineren met een hoge kwaliteit van onze leefsituatie zodat Nederland internationaal aantrekkelijk blijft om in te wonen, te werken en te leven.
Corona en bedrijvenbeleid
Sinds het begin van 2020 staat ook het bedrijvenbeleid vooral in het teken van de economische en maatschappelijke gevolgen van de door het Corona-virus veroorzaakte gezondheidscrisis. Met het eerste en tweede steunpakket voor bedrijven heeft het kabinet maatregelen genomen om de directe schade zoveel mogelijk te beperken om zodoende zoveel mogelijk banen en inkomens te beschermen. Met het derde steunpakket continueert het kabinet de steun aan bedrijven met daarnaast aandacht voor investeringen, toekomstig groeivermogen en een sociaal pakket voor mensen van wie werk onder druk staat of die hun rekeningen niet meer kunnen betalen perspectief te bieden.
Het CPB heeft laten zien dat we het risico lopen dat de crisis blijvende schade aanricht aan ons groeivermogen op de middellange termijn vanwege de effecten die het heeft op (de kwaliteit van) het arbeidsaanbod en het teruglopen van investeringen en minder innovatie; met mogelijk nadelige gevolgen voor de productiviteitsontwikkeling. Het is daarom extra belangrijk om ons toekomstig verdienvermogen verder te versterken Met een pakket aan maatregelen gericht op investeringen bespoedigt het Kabinet het economische herstel en versterkt het ons groeivermogen. Het kabinet kiest er voor met een fiscale maatregel private investeringen in R&D uit te lokken. In 2021 wordt het tarief van de eerste schijf van de WBSO voor starters en niet-starters incidenteel verhoogd. Tevens worden publieke investeringen op een slimme manier naar voren gehaald en werkt het kabinet zoals aangekondigd in de Miljoenennota 2020 ook aan de oprichting van een investeringsfonds. Daarmee wordt ook op de lange termijn het verdienvermogen van Nederland versterkt.
Als de Coronacrisis één ding duidelijk heeft gemaakt dan is het wel de kwetsbaarheid van onze manier van leven en werken en ook de belangrijke rol die bedrijven daarbij spelen. Welvaartsgroei is geen vanzelfsprekendheid, of het nou gaat om onze gezondheid, de beschikbaarheid van voldoende zorg, inkomen, werk of winstgevende bedrijvigheid. Goed functionerende bedrijven bieden naast werk en inkomen ook een maatschappelijk verband waar werknemers zich gewaardeerd en betrokken voelen, zichzelf kunnen ontplooien en waar ze naar vermogen kunnen bijdragen aan maatschappelijke vooruitgang. Bedrijven hebben ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid om mogelijk de nadelige gevolgen van economische activiteiten voor de kwaliteit van onze leefomgeving en samenleving te beperken. Zo dragen bedrijven ook bij aan onderzoek en scholing, maatschappelijk verantwoorde producten, eerlijke prijzen, goede lonen en pensioenvoorzieningen, en aan een hoogwaardige leefomgeving door met nieuwe producten, diensten en technologieën bij te dragen aan de grote maatschappelijke vraagstukken van deze tijd, zoals de energietransitie en verduurzaming van de industrie en de digitalisering. Ook nu tijdens de Coronacrisis pakken bedrijven hun maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Samenwerking en maatschappelijke betrokkenheid is cruciaal voor onze welvaartsgroei. Samenwerking tussen grote internationaal opererende ondernemingen en het midden- en kleinbedrijf is essentieel voor het ondernemerssucces. Ook internationale samenwerking is onmisbaar voor een open economie als de onze. Strategische samenwerking tussen bedrijven, (hoge) scholen en wetenschap is ook belangrijk omdat de wetenschap en de (hoge) scholen fundamentele ideeën en ontwikkelcapaciteit bieden, en het bedrijfsleven de mogelijkheden ziet waar nieuwe technologieën kunnen worden toegepast in nieuwe producten, diensten of productieprocessen.
Nederland behoort tot de mondiale top van de meest dynamische en concurrerende kenniseconomieën en is ook één van de landen met de hoogste arbeidsproductiviteit ter wereld. Door de Coronacrisis krijgt onze economie een enorme schok te verduren met een forse economische krimp dit jaar tot gevolg, in het onverhoopte geval doorlopend in 2021. Het kabinet zet er met het bedrijvenbeleid en het steun- en herstelpakket op in deze toppositie te behouden en verder te versterken en onze welvaart duurzaam veilig te stellen voor de toekomstige generaties. Dat doen we met een offensieve innovatie- en ondernemersstrategie die niet alleen bijdraagt aan onze materiële welvaart maar ook aan bijvoorbeeld klimaat, duurzaamheid, veiligheid, gezondheid, voedselkwaliteit en een uitdagende werkomgeving.
Om deze toppositie(s) te handhaven en te versterken zet het kabinet in op het realiseren van de volgende twee strategische doelen:
1. Het realiseren van innovaties die bijdragen aan de maatschappelijke vooruitgang, onder meer met het missiegedreven innovatiebeleid, de topsectorenaanpak en publiek-private onderzoekssamenwerking.
2. Een goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door het waarborgen van goede randvoorwaarden voor ondernemerschap en innovatie.
1) Het realiseren van duurzame innovaties die bijdragen aan de maatschappelijke vooruitgang met het missiegedreven innovatiebeleid, de topsectorenaanpak en publiek-private onderzoekssamenwerking.
Innovatie is één van de belangrijkste bronnen voor economische groei, welvaart en vooruitgang op tal van maatschappelijke terreinen. Succesvolle innovaties creëren niet alleen toegevoegde waarde, maar bieden ook (deel)oplossingen voor de maatschappelijke vraagstukken, onder meer op de terreinen «Energietransitie en Duurzaamheid», «Landbouw, Water en Voedsel», «Gezondheid en Zorg» en Veiligheid. Om bedrijven aan te zetten tot innovatie, stimuleert en financiert de overheid onderzoek en ontwikkeling (R&D) bij publieke kennisinstellingen en bedrijven. Het kabinet houdt vast aan de in Europees verband vastgelegde Nederlandse ambitie om een R&D-intensiteit van 2,5% van het BBP te realiseren (Kamerstuk 33 009, nr. 63). Investeren in R&D is echter geen doel in zichzelf, maar vormt één van de fundamenten voor het innovatief vermogen van een land, naast een goed ondernemingsklimaat, een goede kennisinfrastructuur, kennissamenwerking, een goed werkende financieringsmarkt (zie verder artikel 3 van deze begroting) en het beschikbaar zijn van bekwaam personeel.
Het kabinet wil zicht houden op de doelstelling voor R&D-investeringen in Nederland van 2,5% van het BBP. Het kabinet investeert conform het regeerakkoord vanaf 2020 structureel € 400 mln extra in fundamenteel en toegepast onderzoek, plus een incidentele investering in de onderzoeksinfrastructuur. Ook bevat het regeerakkoord een aantal meer structuur-georiënteerde beleidsveranderingen, onder andere door de sterkere focus van de topsectoren op de economische kansen van maatschappelijke thema’s en sleuteltechnologieën, en de voortzetting van het Techniekpact. De extra investeringen in toegepast onderzoek die lopen via EZK betreffen bedragen oplopend tot € 150 mln. In het verlengde van het regeerakkoord zet het kabinet vanaf 2018 in op drie structurele intensiveringen: 1) Een investering bij grote technologische instituten die aantoonbaar aan marktbehoeften tegemoet komen (€ 75 mln); 2) versterking van publiek-private samenwerking (€ 50 mln). Hiervoor is onder andere de PPS-toeslag verhoogd van 25% naar 30% in 2018; 3) versterking van het mkb in het innovatiebeleid (€ 25 mln), via uitbreiding van de MKB Innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT) en de innovatiekredieten voor het mkb. Gekoppeld hieraan zet het kabinet in op ondersteuning van startups en het versterken van de rol van de overheid als launching customer via de SBIR.
Eén van de prioritaire missies van het kabinet betreft het klimaat en de verduurzaming van de industrie. Met de klimaatambities van het kabinet zal innovatie zich ook nadrukkelijk gaan richten op het realiseren van een CO2-neutrale en innovatieve industrie in 2050. Voor de periode tot 2030 is in het Klimaatakkoord afgesproken dat de industrie (inclusief de afvalverwerkende industrie) de uitstoot van broeikasgassen moet reduceren met 14,3 Mton (59% reductie ten opzichte van 1990). Vanuit het bedrijvenbeleid wordt hieraan bijgedragen met het missiegedreven innovatiebeleid en specifieke instrumenten ter stimulering van innovatie en demonstratie. Het rijksbrede programma Circulaire Economie onder coördinatie van IenW bestaat uit 5 Transitieagenda’s: Biomassa en voedsel, Kunststoffen, Maakindustrie, Bouw en Consumptiegoederen. De bijdrage die EZK in dit kader levert aan de circulaire maakindustrie draagt mede bij aan de verduurzaming van de industrie.
De publiek-private samenwerking in de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI) hebben er de afgelopen jaren toe geleid dat met publieke kennisinvesteringen additionele private kennisinvesteringen en cofinanciering zijn gerealiseerd. Door deze PPS-werkwijze zijn de beschikbare publieke en private investeringen voor onderzoek en ontwikkeling toegenomen. Met de nieuwe topsectorenaanpak van het missiegedreven innovatiebeleid geeft het kabinet aan die hefboom een nieuwe impuls. In de brief van 26 april 2019 (Kamerstuk 33 009, nr. 70) heeft het kabinet de aanpak van het «Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid» toegelicht. Daarin staan de economische kansen van maatschappelijke uitdagingen en sleuteltechnologieën centraal. De kabinetsmissies op de terreinen energietransitie & duurzaamheid, landbouw, water, voedsel, veiligheid, gezondheid en zorg zijn daarbij leidend. Daarnaast worden voor de sleuteltechnologieën meerjarige R&D-programma’s opgesteld. Topsectoren hebben daarvoor kennis- en innovatieagenda’s 2020–2023 opgesteld. Op 11 november 2019 is het Kennis- en Innovatie Convenant (KIC) vastgesteld. Het KIC bevat afspraken met ruim 2.200 bedrijven, kennisinstellingen en overheden om gezamenlijk in 2020 ruim € 4,9 mld in economische kansen van maatschappelijke uitdagingen en sleuteltechnologieën te investeren. Daarvan komt € 2,05 mld van bedrijven en € 2,85 mld uit publieke middelen.
De ambities in het missiegedreven topsectoren en innovatiebeleid sluiten aan bij de recente landspecifieke aanbevelingen van de Europese Commissie. De Europese Commissie stelt voor om - in het licht van de COVID-19 uitbraak – geplande publieke investeringsprojecten te vervroegen en private investeringen aan te moedigen om het economisch herstel te bevorderen. Daarbij de investeringen onder meer toe te spitsen op missiegedreven onderzoek en innovatie. Het kabinet onderschrijft in haar reactie dat aandacht voor missiegedreven onderzoek en innovatie kan bijdragen aan het vinden van oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen, waaronder verduurzaming en digitalisering (brief van 5 juni 2020, Kamerstuk 21 501-20, nr. 1558). In het kennis en innovatie convenant (KIC) 2019 is het voornemen vastgelegd om vanaf 2020 per jaar bijna € 5 mld in te zetten op de zes kennis- en innovatie agenda’s (KIA’s). Er wordt naar gestreefd om dit beleid zoveel als mogelijk doorgang te laten vinden, ondanks de COVID-19 crisis.
2) Een goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door het creëren van excellente randvoorwaarden voor ondernemerschap en innovatie.
EZK stimuleert langs verschillende wegen een goed functionerend bedrijfsleven, dat bestaat uit zowel grootbedrijf als mkb, uiteenlopend van kennisintensieve en multinationaal opererende ondernemers, tot startende bedrijven en éénpitters. EZK helpt bij de vernieuwing met wetten en regels, zoals het beschermen van intellectueel eigendom en het merkenrecht. Door oog te hebben voor veranderende machtsverhoudingen die vragen om een visie en regelgeving ten aanzien van het borgen van economische veiligheid en het delen van gegevens voor consumenten en bedrijven onderling. EZK steunt opschaling en uitrol van nieuwe technologieën door standaardisatie en voorwaarden vast te leggen. Verder zorgt EZK ervoor dat iedereen de economische en maatschappelijke kansen kan pakken die de digitalisering van de economie biedt (zie verder artikel 1 van deze begroting). EZK creëert ook de condities voor een gezond en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven. Dat is een bedrijfsleven dat in staat is om winstgevend te zijn en zich voortdurend vernieuwt, dat werkt aan maatschappelijke acceptatie, bijvoorbeeld door de «corporate governance code» over de manier waarop ondernemingen moeten worden geleid.
Daarbij vraagt deze tijd om groter te denken: de uitdagingen vragen vaak om oplossingen op een schaal waarbij tenminste Europees moet worden gedacht. De bescherming van burgers en het bedrijfsleven bij datadeling is zo’n voorbeeld. Ook economische veiligheid, het voorkomen van ongewenste afhankelijkheid en het vrijwaren van spionage en sabotage, is zo’n thema, dat nationaal en Europees moet worden aangepakt. Voor de economische kansen geldt dat net zo goed: met de grootte van de uitdagingen, de Europese interne markt, en de opkomst van mondiaal opererende bedrijven in digitale markten, geldt eens te meer dat Nederlandse ondernemers en bedrijven hun vleugels uit moeten slaan en zich moeten willen en kunnen richten op grotere markten dan Nederland alleen. Op al deze terreinen zet het bedrijvenbeleid in op een Europese aanpak.
In het MKB-actieplan (Kamerstuk 32 637, nr. 316) heeft het kabinet voor het mkb een samenhangende beleidsaanpak gepresenteerd op de terreinen van menselijk kapitaal, financiering, innovatie, internationaal ondernemen, regelgeving, fiscaliteit, economische samenwerking tussen Rijk en regio en digitalisering in het mkb. Het doel daarvan is om de aanpassing van de verschillende soorten mkb-bedrijven aan de nieuwe marktcondities te versnellen en te ondersteunen.
In onderstaande tabel staan de voornaamste kengetallen voor dit beleidsthema. EZK streeft naar een koppositie voor Nederland op de gepresenteerde ranglijsten, zoals de Global Competitiveness Index en het European Innovation Scorebord. De doelstelling voor R&D-investeringen in Nederland is 2,5% van het BBP. In de Nationale Digitaliseringsstrategie (Kamerstuk 26 643, nr. 541) streeft het kabinet ernaar om digitale koploper van Europa te worden. Nederland moet zich ontwikkelen tot proeftuin op het gebied van digitale innovatie (zie artikel 1 van deze begroting).
Kengetallen | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Arbeidsproductiviteitsniveau (positie NL) | 6 | 5 | 7 | 6 | 7 | 7 | Conference Board |
2. Global Competitiveness Index (positie NL) | 8 | 5 | 4 | 5 | 6 | 4 | World Economic Forum |
3. European Innovation Scoreboard (positie NL) | 51 | 5 | 4 | 4 | 4 | 4 | Europese Commissie |
4. R&D intensiteit (in % van BBP) | 2,17 | 2,15 | 2,15 | 2,18 | 2,14 | N.n.b. | CBS |
5. Omvang PPS-projecten (in mln €) | 814 | 970 | 1.060 | 1.207 | 1.282 | 1.228 | RVO.nl/ TKI’s |
6. Broeikasgasemissies voor industrie inclusief afval (Mton CO2-equivalenten) | 55,8 | 56,4 | 56,5 | 57,5 | 56,8 | 56,72 | Emissieregistratie |
7. Kwaliteit ondernemersklimaat (positie NL) | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 3 | 2 | Global Entrepreneurship Monitor (GEM), National Entrepreneurship Context Index (NECI) |
Onderstaande tabel geeft een samenvattend overzicht van de rollen en verantwoordelijken die de Minister van Economische Zaken en Klimaat heeft in het bedrijvenbeleid. In de tekst onder de tabel wordt verder toegelicht wat deze rollen en verantwoordelijkheden behelzen en op welke van de twee hierboven onderscheiden strategische doelen ze betrekking hebben.
Stimuleren | Financieren | Regisseren | (Doen) uitvoeren | |
---|---|---|---|---|
Stimuleren van (duurzame) innovatie | √ | √ | √ | |
Goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door goede randvoorwaarden voor ondernemerschap en innovatie | √ | √ | √ |
Het realiseren van duurzame innovaties die bijdragen aan maatschappelijke vooruitgang met onder meer het missiegedreven innovatiebeleid, de topsectorenaanpak en publiek-private onderzoekssamenwerking.
Stimuleren
De minister stimuleert innovaties die bijdragen aan maatschappelijke vooruitgang door private investeringen in R&D te bevorderen via onder meer de WBSO en het inrichten van een effectief en efficiënt werkend stelsel van intellectueel eigendom. Voor het stimuleren van private deelname aan publiek-private onderzoeksinitiatieven wordt onder meer de PPS-toeslag ingezet vanuit de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s).
Financieren/regisseren
De Minister van EZK en de bewindspersonen van OCW coördineren en borgen de publieke kennisinfrastructuur voor toegepast, praktijkgericht en fundamenteel onderzoek. De minister financiert en regisseert het ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking door onder meer:
– de TO2-instituten TNO (inclusief ECN per 1 april 2018), Deltares, Marin en NLR te subsidiëren41;
– gezamenlijke regie met OCW op de publiek-private samenwerking via NWO, waarbij EZK specifiek NWO-TTW subsidieert;
– cofinanciering van de EFRO-programma’s (Europees Fonds Regionale Ontwikkeling; voor de EFRO-programma’s binnen Nederland draagt de minister systeemverantwoordelijkheid;
– het bevorderen van innovatiegericht inkopen door overheden.
Een goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door het creëren van excellente randvoorwaarden voor ondernemerschap en innovatie
Stimuleren
De minister stimuleert een goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door onder meer:
– het aanbieden van een pakket van fiscale ondernemersstimulering gericht op zelfstandig ondernemerschap, bedrijfsoverdrachten en bedrijfsinvesteringen. Daarnaast biedt het bedrijvenbeleid een samenhangend aanbod van financieringsinstrumenten om gewenste investeringen in bedrijven en projecten mogelijk te maken die onvoldoende financiering in de markt kunnen aantrekken (zie verder in artikel 3 van deze begroting);
– het versnellen van de toepassing van digitalisering door het MKB via de programma’s «versnelling digitalisering MKB», «smart industry», de «retailagenda» en het identificeren en helpen opschalen van (regionale of sectorale) best practices op het gebied van digitalisering.
– bedrijven te stimuleren om hun Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) risico's in hun internationale waardeketen te identificeren, voorkomen en verantwoorden. De OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen vormen hierbij het internationale kader. EZK stimuleert bedrijven om deze richtlijnen na te leven via o.a. IMVO-convenanten, de Transparantiebenchmark/Kristalprijs en voorlichting op de RVO-website. Daarnaast is RVO voor EZK aan het bezien hoe IMVO kan worden geintegreerd in de EZK-instrumenten en is EZK betrokken bij de IMVO-beleidsvernieuwing door het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Regisseren
De minister regisseert en coördineert de condities voor een gezond en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door onder meer:
– samenwerking met de relevante regionale netwerken en partners;
– informeren en ondersteunen van ondernemers (van het starten van een bedrijf tot het vinden van een opvolger) via de Kamer van Koophandel (KvK);
– MKB-ondernemers beter bij wet- en regelgeving betrekken via MKB-toets en het toegankelijker maken van aanbestedingen voor het MKB;
– het regisseren en uitvoeren van het Programma «Merkbaar betere regelgeving en dienstverlening 2018–2021»;
– eerlijk en verantwoord handelsverkeer te bevorderen via afspraken, gedragscodes of regelgeving (corporate governance, franchise, betaalme.nu);
(Doen) uitvoeren
De minister biedt overheids- en informatiediensten aan ter ondersteuning van ondernemers op regionaal, nationaal en internationaal niveau door onder meer toegang tot overheidsdiensten (financieel en/of door middel van kennis) via:
(a) de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;
(b) het aansturen van het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) met als oogmerk het aantrekken van buitenlandse investeerders naar Nederland, samen met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking; en
(c) het Innovatie Attaché Netwerk ter ondersteuning van topsectoren, ondernemers en kennisinstellingen uit binnen- en buitenland bij hun internationale R&D- en innovatie-ambities.
Om – aanvullend op de begroting – de Kamer te informeren over voortgang en effecten van beleid treft u op de website https://www.bedrijvenbeleidinbeeld.nl informatie aan over de indicatoren en kengetallen. Deze website is te zien als een digitale bijlage van de EZK-begroting en geeft onder meer een volledig overzicht van de uitkomsten van alle op dit artikel uitgevoerde evaluaties.
Steun- en herstelpakket coronacrisis
Sinds het voorjaar van 2020 staat ook het bedrijvenbeleid vooral in het teken van de economische en maatschappelijke gevolgen van de door het virus veroorzaakte gezondheidscrisis. Met de beide steunpakketten voor bedrijven heeft het kabinet maatregelen genomen om de directe schade zoveel mogelijk te beperken door het bieden van werkgelegenheids-, liquiditeits- en financieringsondersteuning om daarmee zoveel mogelijk de banen te kunnen behouden. Voor de periode vanaf 1 oktober 2020 zijn de maatregelen opgenomen in het Steun- en herstelpakket. In totaliteit gaat het voor artikel 2 op dit moment om € 5.310 mln verspreid over de jaren tot en met 2026 en betreft het de volgende maatregelen: Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (€ 895 mln, inclusief € 25 mln voor geraamde uitvoeringskosten), Subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 (€ 2.739,5 mln verspreid over 2020 en 2021, inclusief € 30 mln uitvoeringskosten), Borgstelling MKB-C (€ 203 mln); Garantie Ondernemersfinanciering (inclusief GO-C): (€ 1.080 mln, verspreid over de jaren 2020-2026), Klein Krediet Corona (€ 164 mln), lening Stichting Garantiefonds Reisgelden en kleine garantiefondsen in de reisbranche (€ 160 mln in 2021), omscholing naar tekortsectoren (€ 37,5 mln) en Qredits (€ 31 mln).
Vanwege de coronacrisis bestaat de kans dat (middel)grote Nederlandse bedrijven in toenemende mate met solvabiliteitsproblemen worden geconfronteerd. Bedrijven kunnen dan behoefte hebben aan een herkapitalisatie. VNO-NCW heeft het initiatief genomen om samen met institutionele beleggers een investeringsfonds op te richten dat Nederlandse (middel)grote bedrijven zou kunnen herkapitaliseren. De Staat zal zich hier opstellen als een stille investeerder op gelijke voet met de andere private investeerders, zodat er geen sprake zal zijn van staatssteun. Het kabinet vindt het positief dat private partijen met dit initiatief zijn gekomen. Omwille van de budgettaire systematiek reserveert het Kabinet nu alvast € 300 mln op de Aanvullende post voor een overheidsbijdrage in het fondskapitaal. Definitieve besluitvorming vindt later dit najaar plaats.
Economische ontwikkeling en technologie
De veranderende geopolitieke omstandigheden vragen om keuzes in het innovatiebeleid om sterke, internationaal onderscheidende posities in het bedrijfsleven en de kennisinfrastructuur te creëren. De Coronacrisis heeft ook de kwetsbaarheid en internationale afhankelijkheid van Nederland duidelijk gemaakt op cruciale kennisdomeinen. Het kabinet streeft naar een verhoging van de structurele economische groei, het oplossen van maatschappelijke uitdagingen en het versterken van onze concurrentiekracht. De investeringen in R&D in Nederland zijn laag in vergelijking met andere landen binnen de OESO, zowel publiek als privaat. Uit recent onderzoek blijkt bovendien dat Nederland relatief beperkt publieke middelen inzet op «up front» investeringen in sleuteltechnologieën42. Het kabinet gaat daarom extra investeren in sleuteltechnologieën, met als eerste stap extra middelen op de EZK-begroting oplopend tot € 10 mln per jaar, waarmee Nederland 2-3 prioritaire onderzoeksprogramma’s en ecosystemen kan versterken en op deze wijze kan bijdragen aan ons verdienvermogen op de lange termijn.
Samen met onderzoeksinstellingen en bedrijven zal het kabinet, als onderdeel van het missiegedreven innovatiebeleid, de komende jaren investeren in concrete, kansrijke meerjarige programma’s rond sleuteltechnologieën zoals kwantum en kunstmatige intelligentie.
WBSO
Het is het van belang dat we blijven innoveren. Daarom kiest het kabinet er onder andere voor met een fiscale maatregel private investeringen in R&D uit te lokken. In 2021 wordt het tarief van de eerste schijf van de wbso voor starters en niet-starters incidenteel verhoogd gefinancierd uit eerdere onderuitputting.
Cofinanciering EU-programma's
Het akkoord dat de Europese Raad heeft bereikt over het Meerjarig Financieel Kader 2021-2027 en Next Generation EU biedt mogelijkheden voor extra investeringen in Nederland. Het kabinet heeft € 255 mln vrijgemaakt voor cofinanciering van deze Europese programma’s, gericht op regionale ontwikkeling, onderzoek en innovatie, duurzaamheid en digitalisering. Dit biedt Nederlandse deelnemers een grotere slaagkans in de Europese calls for proposals, waarmee er meer Europese middelen worden geïnvesteerd in Nederlandse bedrijven, universiteiten en andere deelnemers. Van deze middelen wordt € 155 mln verantwoord op beleidsartikel 2 ten behoeve van EFRO (REACT EU € 30 mln), Cofinanciering Fonds voor Rechtvaardige Transitie (JTF, € 60 mln), Horizon partnerschappen (€ 45 mln) en het Europese Defensie Fonds (€ 20 mln). De resterende € 100 mln wordt verantwoord op artikel 1 (Digital Europe Programma, € 50 mln) en artikel 4 (Innovation Fund, € 50 mln).
Startup en scale-up agenda
Een sterk ecosysteem voor startups en scale-ups is essentieel voor het verdienvermogen, de innovatiekracht, de autonomie en de veerkracht van de Nederlandse economie. De Coronacrisis heeft laten zien dat veel innovatieve bedrijven snel en flexibel inspelen op maatschappelijke uitdagingen op het gebied van gezondheid en de 1,5 meter samenleving. Tegelijk is ook duidelijk geworden dat deze groep bedrijven vanwege hun financierings- en groeimodellen kwetsbaar is. Omzet is stilgevallen, ambitieuze groeiplannen stagneren, investeringsbeslissingen worden uitgesteld, terwijl de financiële buffers vaak gering zijn. Het kabinet wil dat start-ups en scale-ups kunnen blijven investeren en doorgroeien, aangezien zij een belangrijk deel van de nieuwe werkgelegenheid creëren. Om de groei van deze bedrijven te stimuleren werkt het kabinet aan het inrichten van een nationale scale-up faciliteit met Europese en nationale middelen en bijdragen van private investeerders, waarvoor € 150 mln beschikbaar wordt gesteld vanuit het Rijk. Deze middelen zijn beschikbaar op de Aanvullende post. Hiermee worden investeringen in het eigen vermogen van scale-ups gedaan, zodat hun solvabiliteitspositie verbetert en deze bedrijven kunnen doorgroeien. Ook stelt het kabinet € 150 mln beschikbaar om het fondsvermogen van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) te versterken. Met de Corona-Overbruggingslening (waarvoor in 2020 € 300 mln beschikbaar werd gesteld) heeft het kabinet via de ROM’s straks circa 800 mkb-ondernemingen met overbruggingskredieten geholpen. Door het fondsvermogen van ROM’s te versterken, kunnen de ROM’s in nieuwe financieringsrondes ook het eigen vermogen van deze veelal innovatieve mkb-ondernemingen versterken. Daarmee wordt de solvabiliteitspositie van deze bedrijven verstevigd. Voorwaarde is wel dat de regio’s zelf cofinanciering verschaffen. Deze middelen worden verantwoord op beleidsartikel 3 Toekomstfonds.
Omscholing naar tekortberoepen in het mkb
Tegenover de stijgende werkloosheid die de komende tijd verwacht wordt, staat dat verschillende sectoren nog altijd hard op zoek zijn naar arbeidskrachten. In sommige gevallen vereist dat intersectorale omscholing, die bewezen moeilijk is en nog onvoldoende van de grond komt. Het gaat daarbij ook om banen die essentieel zijn om de klimaat- en energietransitie uit te voeren. Mkb-ondernemers zijn extra kwetsbaar als het gaat om het vinden en opleiden van geschikt personeel. Daarom wordt in 2021 € 37,5 mln beschikbaar gesteld voor intersectorale scholing naar tekortberoepen in het mkb. Hiermee kunnen 10.000 trajecten met een gemiddeld subsidiebedrag van € 3.750,- per stuk worden gesubsidieerd, zijnde 50% van de verwachte gemiddelde kosten van een omscholingstraject van € 7.500,- per individu. De werkgever draagt zelf zorg voor de overige 50% (d.w.z. uit eigen middelen, sectorale opleidings- en ontwikkelingsfondsen of andere samenwerkingsverbanden).
CO2-heffing
De CO₂-heffing industrie is conform het Klimaatakkoord uitgewerkt tot wetsvoorstel. Het wetsvoorstel is als onderdeel van het Belastingplanpakket 2021 bij de Tweede Kamer ingediend. De beoogde inwerkingtreding is 1 januari 2021. De vormgeving van de heffing is erop gericht te borgen dat de reductiedoelstelling voor de industrie van 14,3 Mton in 2030 - zoals afgesproken in het Klimaatakkoord - wordt gerealiseerd, terwijl het gelijke speelveld met omringende landen zo min mogelijk wordt aangetast. De heffing is onderdeel van een breed maatregelenpakket, dat industriële bedrijven stimuleert op een verstandige manier te verduurzamen.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
VERPLICHTINGEN | 1.745.131 | 15.974.727 | 3.944.399 | 2.160.656 | 2.175.749 | 2.185.913 | 2.221.117 |
Waarvan garantieverplichtingen | 814.748 | 12.303.000 | 1.250.000 | 1.250.000 | 1.250.000 | 1.250.000 | 1.250.000 |
Waarvan overige verplichtingen | 930.381 | 3.671.727 | 2.694.399 | 910.656 | 925.749 | 935.913 | 971.117 |
UITGAVEN | 913.165 | 3.991.375 | 2.950.9961 | 1.317.070 | 1.319.059 | 1.193.934 | 1.167.780 |
Waarvan juridisch verplicht | 36% | ||||||
Subsidies (regelingen) | 102.042 | 2.477.201 | 1.635.835 | 211.546 | 216.287 | 210.611 | 207.457 |
MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) | 15.496 | 41.661 | 41.217 | 39.906 | 40.218 | 41.122 | 41.122 |
Eurostars | 16.530 | 18.132 | 18.000 | 18.000 | 18.132 | 18.132 | 18.132 |
Bevorderen Ondernemerschap | 18.367 | 20.738 | 18.090 | 10.965 | 13.915 | 13.340 | 13.340 |
Biobased Economy | 8 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Cofinanciering EFRO, inclusief INTERREG | 24.709 | 14.825 | 25.590 | 38.335 | 26.477 | 31.977 | 32.077 |
Bijdrage aan ROM's | 5.661 | 7.845 | 7.330 | 7.330 | 7.330 | 7.330 | 7.330 |
Verduurzaming industrie | 12.588 | 48.000 | 36.264 | 52.666 | 79.159 | 82.654 | 84.400 |
Startup-beleid | 3.637 | 13.618 | 18.300 | 18.300 | 10.000 | 0 | 0 |
Urgendamaatregelen industrie | 386 | 53.764 | 59.500 | 10.000 | 0 | 0 | 0 |
Invest-NL | 1.010 | 10.582 | 10.582 | 10.582 | 10.582 | 10.582 | 10.582 |
Noodloket (TOGS) | 0 | 861.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Noodloket (TOGS) Caribisch Nederland | 0 | 9.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Qredits | 0 | 31.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Tegemoetkoming vaste lasten | 0 | 1.329.500 | 1.357.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Tegemoetkoming vaste lasten Caribisch Nederland | 0 | 17.000 | 6.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
EU-cofinanciering Europees Defensie Fonds | 0 | 0 | 0 | 5.000 | 10.000 | 5.000 | 0 |
Omscholing naar tekortsectoren | 0 | 0 | 37.500 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige subsidies | 3.650 | 536 | 462 | 462 | 474 | 474 | 474 |
Leningen | 0 | 40.000 | 160.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bedrijfssteun | 0 | 40.000 | 160.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Garanties | 28.944 | 599.364 | 307.740 | 257.541 | 262.195 | 162.945 | 162.945 |
BMKB | 23.682 | 239.897 | 37.523 | 37.624 | 42.228 | 42.228 | 42.228 |
Klein Krediet Corona garantieregeling | 0 | 164.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Groeifaciliteit | 2.017 | 8.722 | 8.472 | 8.172 | 8.222 | 8.972 | 8.972 |
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) | 3.245 | 86.745 | 11.745 | 11.745 | 11.745 | 11.745 | 11.745 |
Garantie Ondernemingsfinanciering (Corona) | 0 | 100.000 | 250.000 | 200.000 | 200.000 | 100.000 | 100.000 |
Garanties MKB Financiering | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 13.989 | 10.049 | 10.998 | 9.953 | 8.998 | 8.253 | 8.253 |
Onderzoek en opdrachten | 3.655 | 3.836 | 3.766 | 4.156 | 3.806 | 4.156 | 4.156 |
Caribisch Nederland | 976 | 1.161 | 1.296 | 1.296 | 1.296 | 1.096 | 1.096 |
ICT beleid | 4.863 | 244 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Regeldruk | 1.380 | 2.206 | 2.271 | 2.336 | 2.336 | 2.336 | 2.336 |
Regiekosten regionale functie | 94 | 549 | 665 | 665 | 665 | 665 | 665 |
Invest-NL | 381 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Cyber security | 2.209 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Small Business Innovation Research | 431 | 2.053 | 3.000 | 1.500 | 895 | 0 | 0 |
Bijdrage aan agentschappen | 100.232 | 146.923 | 105.599 | 85.612 | 84.705 | 84.705 | 84.705 |
Bijdrage RVO.nl | 91.771 | 145.040 | 105.068 | 85.081 | 84.553 | 84.553 | 84.553 |
Bijdrage Agentschap Telecom | 474 | 669 | 531 | 531 | 152 | 152 | 152 |
Bijdrage Logius | 700 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Invest-NL | 7.287 | 1.214 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT’s | 321.274 | 353.202 | 326.810 | 321.752 | 321.664 | 321.664 | 321.664 |
Bijdrage aan TNO | 171.636 | 202.954 | 177.836 | 173.307 | 173.307 | 173.307 | 173.307 |
Kamer van Koophandel | 124.494 | 125.551 | 123.498 | 123.498 | 123.395 | 123.395 | 123.395 |
Bijdrage aan NWO-TTW | 25.144 | 24.697 | 25.476 | 24.947 | 24.962 | 24.962 | 24.962 |
Bijdrage aan medeoverheden | 5.000 | 6.800 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Sterke Regio's en Nota Ruimte | 5.000 | 6.800 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 318.506 | 345.736 | 402.864 | 429.516 | 425.210 | 405.756 | 382.756 |
Internationaal Innoveren | 35.978 | 40.368 | 51.986 | 61.136 | 50.207 | 43.857 | 39.857 |
PPS-toeslag (voorheen TKI-toeslag) | 144.922 | 115.856 | 166.411 | 195.286 | 204.609 | 191.509 | 178.728 |
TO2 (Deltares, MARIN en NLR) | 48.914 | 56.682 | 59.682 | 53.082 | 52.832 | 52.332 | 52.332 |
Topsectoren overig | 1.897 | 12.295 | 15.793 | 11.931 | 9.623 | 9.241 | 11.022 |
Ruimtevaart (ESA) | 73.878 | 99.156 | 72.104 | 71.103 | 70.910 | 71.788 | 71.788 |
Bijdrage NBTC | 9.036 | 9.250 | 9.239 | 9.239 | 9.239 | 9.239 | 9.239 |
Bijdragen organisaties | 3.881 | 4.629 | 5.649 | 5.739 | 5.790 | 5.790 | 5.790 |
Economische ontwikkeling en technologie | 0 | 7.500 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 |
EU-cofinanciering JTF | 12.000 | 12.000 | 12.000 | 12.000 | 4.000 | ||
Storting begrotingsreserve | 23.177 | 12.100 | 1.150 | 1.150 | 0 | 0 | 0 |
Storting reserve BMKB | 16.877 | 2.100 | 1.150 | 1.150 | 0 | 0 | 0 |
Storting reserve Groeifaciliteit | 1.767 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Storting reserve GO | 4.098 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Storting reserve Garanties MKB Financiering | 435 | 10.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
ONTVANGSTEN | 121.961 | 152.733 | 153.738 | 139.547 | 141.020 | 139.549 | 137.536 |
BMKB | 37.196 | 33.000 | 33.000 | 33.000 | 33.000 | 33.000 | 33.000 |
Groeifaciliteit | 3.012 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 |
Onttrekking reserve Groeifaciliteit | 0 | 10.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Garantie Ondernemings-financiering (GO) | 7.762 | 13.000 | 13.000 | 13.000 | 13.000 | 13.000 | 13.000 |
Onttrekking reserve GO | 0 | 324 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
MKB Financiering | 435 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Luchtvaartkrediet-regeling | 2.879 | 6.116 | 5.912 | 4.012 | 4.409 | 3.513 | 0 |
Rijksoctrooiwet | 46.811 | 37.723 | 37.887 | 34.887 | 34.887 | 34.312 | 35.812 |
Eurostars | 7.724 | 5.094 | 5.094 | 4.000 | 4.000 | 4.000 | 4.000 |
F-35 | 2.755 | 7.000 | 8.000 | 9.000 | 10.576 | 10.576 | 10.576 |
Bedrijfssteun | 40.000 | 32.000 | 32.000 | 32.000 | 32.000 | ||
Diverse ontvangsten | 13.384 | 32.476 | 2.845 | 1.648 | 1.148 | 1.148 | 1.148 |
Bij de Nota van Wijziging vierde incidentele suppletoire begroting 2020 inzake noodpakket banen en economie 2.0 is in de budgettaire tabel beleidsartikel 2 het bedrag van € 50 mln aan bedrijfssteun per abuis niet opgeteld in de totaal mutatie uitgaven regel in het jaar 2021. Dit wordt bij de Ontwerpbegroting 2021 gecorrigeerd.
Budgetflexibiliteit
Subsidies: Van het beschikbare budget is 5% juridisch verplicht. Het betreft onder andere de uitfinanciering van tot en met 2020 aangegane verplichtingen voor Eurostars, MKB innovatiestimulering Topsectoren, EFRO-cofinanciering, Bevorderen Ondernemerschap, Verduurzaming industrie, Urgendamaatregelen, Invest-NL en Techleap.nl. Daarnaast is 1% van het budget bestuurlijk gebonden. Dit betreft € 7,3 mln voor de subsidiëring van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen en € 10,2 mln van het budget van de regeling MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) die in 2021 via het Provinciefonds aan de provincies wordt overgeheveld voor de decentrale uitvoering van de MIT. Het budget voor de Tegemoetkoming vaste lasten van afgerond € 1,4 mld is nog niet juridisch verplicht dit betreft 83% van het budget.
Leningen: Het beschikbare budget is voor 100% juridisch verplicht. Het betreft het kasbudget van de lening waarvoor in 2020 een verplichting is aangegaan ten behoeve van de Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR) en budget voor leningen aan kleine garantiefondsen/regelingen in de reisbranche.
Garanties: Het budget voor de verschillende garanties is voor 19% juridisch verplicht. Dit budget is nodig om de verwachte schades te kunnen betalen op garanties die eerder zijn aangegaan. De kasbuffer voor de Coronamodule van de Garantie Ondernemingsfinanciering van € 250 mln is bestuurlijk gebonden. Dit betreft 81% van het budget.
Opdrachten: Van het opdrachtenbudget is 45% juridisch verplicht. Het betreft de uitfinanciering van in voorgaande jaren aangegane verplichtingen voor onder andere beleidsondersteunend onderzoek, SBIR en Regeldruk.
Bijdrage aan agentschappen: Het budget betreft de financiering van het opdrachtenpakket 2021 aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en Agentschap Telecom en is voor 100% juridisch verplicht.
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s: Het budget betreft de uitfinanciering van de verplichting 2021 aan TNO, de Kamer van Koophandel en NWO-TTW. Het budget is 100% juridisch verplicht.
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties: Van dit bedrag is 84% juridisch verplicht. Dit betreft vooral de bijdragen aan de TO2-instituten, de regeling Internationaal Innoveren, Ruimtevaart, Holst, NBTC en economische ontwikkeling en technologie en een groot deel van het budget voor de PPS-toeslag. Van het budget is ca. 0,5% bestuurlijk gebonden. Dit betreft de bijdrage aan de World Tourism Organization (UNWTO), het eengemaakt octrooigerecht, de World Intellectual Property Organization (WIPO) en de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (AWTI).
Storting begrotingsreserves: Het budget is niet juridisch verplicht maar bestuurlijk gebonden. Het betreft de storting in de reserve ter dekking van eventuele schades in het kader van het Stikstof/PFAS-luik in de BMKB.
De financiële beleidsinstrumenten van het bedrijvenbeleid richten zich op het realiseren van de geformuleerde strategische doelen. Bij de toelichting op de instrumenten worden de interventies daarom samenhangend per strategisch beleidsdoel beschreven. Voor elk van de strategische doelen wordt vervolgens, overeenkomstig de voorschriften, de indeling van de begrotingstabel naar aard van de financiële beleidsinterventie gehanteerd. Op die manier wordt zowel de inhoudelijke samenhang van verschillende instrumenten, alsook de aard van de financiële interventie zichtbaar gemaakt. Voor elk van de instrumenten worden kengetallen gepresenteerd. Een meer uitgebreide rapportage van kengetallen en indicatoren is te vinden in de Monitor bedrijvenbeleid. Voor elk instrument is een verwijzing opgenomen naar de relevante website.
Strategisch doel 1 Het realiseren van duurzame innovaties die bijdragen aan de maatschappelijke vooruitgang met Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid en publiek-private onderzoekssamenwerking
Kengetallen | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|---|
MIT | RVO.nl | ||||||
Aantal bedrijven dat deelneemt aan MIT | 662 | 1.206 | 1.287 | 1.434 | 1.407 | 1.692 | |
Omvang private R&D-uitgaven ondersteund met MIT (x € 1 mln) | 61 | 86 | 83 | 96 | 102 | 112 | |
Eurostars | RVO.nl | ||||||
Aantal Nederlandse deelnemers aan Eurostars | 20 | 69 | 75 | 72 | 72 | 68 | |
waarvan bedrijven | 13 | 50 | 52 | 49 | 55 | 43 | |
waarvan hightech MKB (%) | 100% | 96% | 90% | 98% | 93% | 88% | |
Door Eurostars ondersteunde private R&D-uitgaven van Nederlandse deelnemers (x € 1 mln) | 7 | 32 | 28 | 30 | 36 | 30 | |
Horizon2020 | RVO.nl/EC | ||||||
Aantal Nederlandse deelnemers aan H2020 | 449 | 712 | 984 | 1.388 | 1.576 | 1.853 | |
waarvan bedrijven | 298 | 500 | 713 | 1.003 | 1.148 | 1.378 | |
Omvang H2020-middelen voor Nederlandse deelnemers (retour in mln euro) | 538 | 1.016 | 1.644 | 2.272 | 3.026 | 4.001 | |
waarvan bedrijven (%) | 31% | 28% | 25% | 27% | 26% | 25% | |
Retourpercentage voor Nederland (%) | 8,1% | 7,7% | 7,5% | 7,6% | 7,6% | 7,7% | |
WBSO | RVO.nl | ||||||
Aantal bedrijven dat gebruik maakt van WBSO | 22.974 | 22.980 | 22.330 | 21.265 | 20.279 | 20.046 | |
Door WBSO ondersteunde private R&D-uitgaven (toegekende S&O-loonuitgaven, x € 1 mln, inhoudingsplichtigen) | 3.997 | 3.868 | 3.930 | 4.008 | 4.042 | 4.291 | |
Door WBSO ondersteunde private R&D-uitgaven (toegekende S&O- NIET-loonuitgaven, x € 1 mln, inhoudingsplichtigen) | 2.587 | 2.426 | 2.787 | 2.686 | 2.746 | 2.831 | |
TO2 | |||||||
Klanttevredenheid Deltares | 7,9 | 8,7 | 8,6 | 8,2 | 8,7 | 9,2 | Deltares |
Klanttevredenheid Marin | 9 | 8,8 | 8,9 | 8,6 | 8,8 | 8,6 | Marin |
Klanttevredenheid NLR | 8,7 | 8,8 | 8,7 | 8,7 | 8,7 | 8,7 | NLR |
Klanttevredenheid TNO | 8,3 | 8,4 | 8,6 | 8,6 | 8,8 | 8,7 | TNO |
Kennisbenutting Deltares | 96% | 97% | 93% | 95% | 88% | Deltares | |
Kennisbenutting Marin | 97% | 100% | 100% | 100% | 97% | Marin | |
Kennisbenutting NLR | 99% | 99,5% | 99% | 96% | 97% | NLR | |
Kennisbenutting TNO | 98% | 98% | 98% | 99% | 96% | TNO | |
Europese Ruimtevaartorganisatie (ESA) | |||||||
Aantal Nederlandse bedrijven dat deelneemt aan ruimtevaartprogramma’s ESA1 | 552 | 121 | 121 | 136 | 160 | 179 | ESA |
Ruimtevaart geo-return/retour (%) | 1,14 | 1,02 | 1,18 | 1,16 | 1,11 | 1,13 | ESA |
Doordat ESA in 2015 is gestart met een nieuwe, opgeschoonde database valt de realisatiewaarde vanaf 2015 substantieel lager uit dan de referentiewaarde en de cumulatieve waarden tot en met 2014. De realisatiewaarde betreft een cumulatief getal op basis van databestanden van ESA vanaf 1 januari 2015.
Subsidies
De regeling MKB Innovatiestimulering Regio en Topsectoren heeft ten doel het bevorderen van innovatie bij het MKB. Daarnaast is het doel om het MKB beter in staat te stellen zich aan te sluiten bij de door de topsectoren opgestelde innovatieagenda’s, het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid en regionale innovatiestrategieën. Dit krijgt onder andere vorm door het stimuleren van samenwerking tussen MKB-bedrijven op het vlak van onderzoek, ontwikkeling en innovatie en het stimuleren van het gebruik van publiek gefinancierde kennis door het MKB. De regeling wordt in samenwerking met de provincies uitgevoerd en gefinancierd. Meer informatie over de ondersteunde projecten vindt u op Volginnovatie.nl.
«Eurostars» is een internationaal programma dat gezamenlijk gefinancierd wordt door 36 deelnemende landen en de EU. De regeling is met name gericht op het «hightech»-MKB en ondersteunt bedrijven en kennisinstellingen die met buitenlandse partijen samenwerken in projecten die gericht zijn op marktgericht technologisch onderzoek en technologische ontwikkeling.
Meer informatie over de ondersteunde projecten vindt u hier.
Cofinanciering EFRO, inclusief INTERREG
– Programmaperiode 2014-2020
Innovatiestimulering en de transitie naar een koolstofarme economie zijn de hoofddoelen van de programma’s die worden gefinancierd vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Daarbij is het MKB de belangrijkste doelgroep. EZK neemt namens het Rijk de voor EFRO vereiste cofinanciering deels voor zijn rekening, voor projecten die bijdragen aan nationale beleidsdoelen op het gebied van innovatie en energie. Bij de projectselectie wordt aansluiting gezocht bij de agenda’s van de topsectoren. Ook decentrale overheden en private partijen dragen bij aan cofinanciering van EFRO-projecten.
Nederland heeft voor de periode 2014–2020 vanuit het EFRO middelen van de EU ontvangen voor vier landsdelige programma’s (€ 510 mln voor de programma’s Noord, Oost, Zuid en West samen) en voor vier programma’s voor grensoverschrijdende samenwerking «INTERREG A» (€ 309 mln voor Duitsland-Nederland, Euregio Maas-Rijn, Vlaanderen-Nederland en Twee Zeeën samen). EZK heeft voor cofinanciering een bedrag beschikbaar gesteld van € 92 mln voor de landsdelige programma’s en van € 49 mln voor de Interreg-programma’s. Deze programma’s zijn de komende jaren nog in uitvoering. De administratieve afhandeling is voorzien in 2025.
– Programmaperiode 2021-2027
Voor de programmaperiode 2021-2027 zijn de voorbereidingen gaande om tot nieuwe EFRO- en INTERREG-programma’s te komen. Wederom zullen innovatiestimulering en de transities naar een koolstofarme/circulaire economie een belangrijk doel zijn in deze programma’s, aansluitend bij de EU beleidsdoelstellingen: 1. Een slimmer Europa - innovatieve en slimme economische transformatie; en 2. Een groener, koolstofarm Europa. In INTERREG-programma’s zal ook invulling worden gegeven aan andere EU-beleidsdoelstellingen, zoals de barrièrewerking van grenzen.
Op basis van het nieuw Meerjarig Financieel Kader (MFK) en definitief vastgestelde verordeningen zal de verdere uitwerking van de programma’s inclusief de inzet van EU-middelen, als ook de inzet van de EZK cofinanciering plaatsvinden. Voor de nieuwe programmaperiode is voor de Europese Structuur- en Investeringsfondsen (ESI)-programma’s vallend onder EZK een bedrag van ca. € 152 mln aan cofinanciering beschikbaar, in te zetten voor projecten die bijdragen aan nationale beleidsdoelen, bijv. projecten die passen bij het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid.
In reactie op de COVID-19 crisis, worden de huidige EFRO programma’s met twee jaar verlengd. Uitgaven mogen, door de vier landsdelen die EFRO uitvoeren, worden besteed aan concrete acties ter bevordering van het crisisherstel in de context van de COVID-19-pandemie en ter voorbereiding van een groen, digitaal en veerkrachtig herstel van hun economieën. Net als bij regulier EFRO is het MKB de belangrijkste doelgroep. EZK gaat ook bij REACT EU uit van een bepaalde mate van cofinanciering (rijk, regio, privaat), conform regulier ERFO. De EZK-cofinanciering van in totaal € 30 mln zal dan gericht zijn op projecten die bijdragen aan nationale beleidsdoelen op het gebied van innovatie en energie. Bij de projectselectie wordt aansluiting gezocht bij het Missiegedreven Topsectoren-en Innovatiebeleid (MTIB).
Verduurzaming Industrie
De Klimaatenveloppe is vanaf 2020 meerjarig toegekend ter bevordering van de CO2-reducerende maatregelen in de industrie. Voor industrie is er vanuit de klimaatenveloppe in 2021 € 60 mln beschikbaar op de begroting van EZK (via de begroting van IenW wordt daarnaast € 10 mln beschikbaar gesteld). Deze wordt als volgt besteed:
• Waterstof: vanuit de klimaatenveloppe voor de industrie wordt in 2021 € 10 mln bijgedragen aan de DEI+ en een nieuwe tenderregeling voor de opschaling van groene waterstof, via artikel 4 van de EZK-begroting.
• CCUS: € 15 mln voor haalbaarheidsstudies en CC(U)S-pilots om hiermee de toepassing van CC(U)S-technologieën in de gehele CC(U)S-keten (afvang, transport, hergebruik en opslag van CO2) of in delen van de keten, te testen en/of te demonstreren in een praktijkomgeving of industriële omgeving.
• CO2-reductie industrie: € 35 mln voor pilot en demonstratieprojecten voor versnelling van kosteneffectieve CO2-reductie in de industrie, veelal via de DEI+-regeling. Een deel van de middelen wordt bestemd voor haalbaarheidsstudies onder de bestaande TSE-regeling.
Op grond van de Klimaatwet zal jaarlijks op de vierde donderdag in oktober een klimaatnota aan de Tweede Kamer worden toegestuurd.
Urgenda
In 2021 zal verder uitvoering worden gegeven aan het tweede maatregelenpakket in het kader van het Urgendavonnis. Voor de industrie gaat het hierbij om de volgende maatregelen:
- Actieplan financiering energiebesparing
De maatregel ziet toe op het ondersteunen van de financiering van maatregelen met een grote impact op energiebesparing in de industrie. Aansluitend op het project 6-25 van de industriesector zal bekeken worden hoe de financiering van grootschalige energiebesparingsprojecten in de industrie kan worden versneld. Met deze maatregel kan circa 0,1-0,2 Mton CO2 worden gereduceerd.
- Stimulering specifieke maatregelen in de industrie
Het kabinet heeft de afgelopen periode projecten geïdentificeerd waarmee op korte termijn op kosteneffectieve wijze CO2-reductie kan worden gerealiseerd. Op dit moment werkt het kabinet samen met een aantal bedrijven aan concrete maatregelen, bijvoorbeeld de versnelde ombouw van installaties, procesoptimalisatie of installaties van CO2-arme technieken. Met deze maatregelen kan gezamenlijk circa 0,5 ‒ 0,9 Mton CO2 worden gereduceerd. Deze maatregelen leveren mogelijk ook enige bijdrage aan stikstofreductie.
De kosten voor de stimulering van specifieke maatregelen in de Industrie van € 49,5 mln in 2021 worden gefinancierd uit de begroting van EZK. De kosten van het actieplan financiering energiebesparing van € 50 mln in 2021 worden gefinancierd uit de hiertoe op de aanvullende post op de begroting van het Ministerie van Financiën gereserveerde middelen. Na goedkeuring van het bestedingsplan hiervoor zullen deze middelen bij Voorjaarsnota aan de begroting van EZK worden toegevoegd. De maatregelen zullen uiterlijk eind 2021 zijn uitgevoerd.
Daarnaast zal in 2021 mogelijk nog uitfinanciering plaatsvinden van de VEKI-regeling uit het eerste maatregelenpakket in het kader van het Urgendavonnis, over de periode t/m 2020.
Opdrachten
Onderzoek en opdrachten
De middelen zijn gereserveerd ten behoeve van de monitoring, effectmeting en feitelijke onderbouwing van beleid («evidence based policy making») en beleidsexperimenten en proefprojecten.
Bijdrage aan agentschappen
Bijdrage aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) – Octrooicentrum Nederland
De bijdrage aan Octrooicentrum Nederland, onderdeel van RVO.nl, is bestemd voor de uitvoering van taken die bij, of op grond van, wetten of verdragen zijn opgedragen, zoals de verlening en registratie van octrooien, de inning van taksen, de vertegenwoordiging van Nederland in Europese en mondiale organisaties, de uitvoering van andere wettelijke taken onder de Rijksoctrooiwet 1995, evenals de nakoming van Europese en internationale verplichtingen. Daarnaast geeft Octrooicentrum Nederland voorlichting en advies aan bedrijven, kennisinstellingen, overheden en uitvinders. Doel is het vinden van de juiste balans tussen enerzijds kennisbescherming, om bedrijven te stimuleren om te innoveren, en anderzijds de verspreiding en benutting van kennis.
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s
Bijdrage aan TNO
TNO (Nederlandse Organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek) werkt samen met MARIN, Deltares, Wageningen Research en NLR in de federatie Toegepaste Onderzoek Organisaties (TO2). EZK investeert samen met enkele andere ministeries in deze instituten, omdat hier onafhankelijk onderzoek in Nederland plaatsvindt dat kansen kan creëren voor innovatie en economische groei en dat een bijdrage levert aan de publieke kennis op terreinen van maatschappelijk belang. TNO bestrijkt een breed onderzoeksgebied op het terrein van meerdere topsectoren, met name HTSM en energie. Daarnaast ontwikkelt TNO kennis op een aantal maatschappelijke thema’s, met name defensie, maatschappelijke veiligheid en arbeid & gezondheid.
Bijdrage aan NWO-TTW
NWO financiert binnen het domein Toegepaste en Technische Wetenschappen (TTW) technisch wetenschappelijk onderzoek aan Nederlandse universiteiten en kennisinstellingen. Met de bijdrage van EZK worden met name de Perspectiefprogramma’s gefinancierd, die gericht worden op het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid. Voor de bijdrage aan NWO-TTW is structureel circa € 24,9 mln per jaar beschikbaar.
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Internationaal Innoveren
In het kader van het beleid voor Internationaal Innoveren is voor Nederlandse deelname aan publiek-private onderzoeksprogramma’s in Europees verband cofinanciering beschikbaar. Deze middelen worden ingezet voor Eureka clusters en het Joint Technology Initiative ECSEL dat is gelieerd aan Horizon 2020, en Global Stars. Dit laatste instrument wordt ingezet ten behoeve van de ondersteuning van innovatiesamenwerking van Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen met partners uit niet-Eureka landen (onder de vlag van Eureka). Voor dit instrument is een beleidsbudget beschikbaar van circa € 2 mln per jaar (in 2022 € 3 mln).
Binnen het Europese kaderprogramma voor onderzoek en innovatie voor de periode 2021-2027 Horizon Europe, spelen partnerschappen een nog grotere rol. Hiervoor wordt in 2021 € 45 mln aan extra financiering ter beschikking gesteld, waarvan de kasuitgaven in de periode 2021-2024 zullen worden gedaan. Voor EZK zijn de relevante partnerschappen die voor Key Digital Technologies, Clean Energy Transition, Innovative SMEs, Metrology en Clean Aviation. Deelname aan deze partnerschappen sluit goed aan bij nationale missiegedreven topsectoren en innovatiebeleid met een focus op digitalisering, duurzaamheid, sleuteltechnologieën en innovatief mkb.
Op Volginnovatie.nl vindt u meer informatie over de ondersteunde projecten van de Joint Technology Initiatives en KP7 (de voorganger van Horizon 2020) en van Eureka.
In 2013 zijn de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) gestart met het bundelen en stroomlijnen van de onderzoeksprogrammering in de gehele kennisketen. Het doel is om meer privaat-publieke samenwerkingsprogramma’s (PPS) vanuit de onderzoekagenda’s van de topsectoren te genereren, die zich daarbij richten op economische kansen van de maatschappelijke uitdagingen en sleuteltechnologieën. De TKI’s zijn daarbij programmerend en regisserend. Via de PPS-toeslagregeling (voorheen TKI-toeslagregeling) kunnen PPS-projecten voor elke privaat ingelegde euro 30% toeslag verdienen voor onderzoek dat past binnen de onderzoekagenda’s van de topsectoren. Zowel de TKI’s als de PPS-en zelf kunnen toeslag aanvragen. De laatste jaren is de regeling flink op stoom gekomen.
Meer informatie over de ondersteunde projecten vindt u op Volginnovatie.nl.
TO2 (toegepaste onderzoeksorganisaties)
De middelen zijn gereserveerd voor de financiering van onderzoek en onderzoeksfaciliteiten in het kader van de topsectoren, maatschappelijke thema’s en de daarbij behorende missies, sleuteltechnologieën en voor onderzoek ten behoeve van (wettelijke) taken van de overheid. Met de subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek (Stcrt. 2018, 5475) wordt bereikt dat het merendeel van de TO2-instellingen onder dezelfde voorwaarden de rijksbijdrage ontvangen. Het is de bedoeling dat de subsidierelatie met TNO in de toekomst ook wordt ondergebracht in de subsidieregeling. Naast TNO (zie «Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s») omvat TO2 de volgende instituten:
• Deltares (Delta Research): instituut op het gebied van deltatechnologie. Deltares levert ten behoeve van de overheid en de topsector Water en Maritiem bijdragen aan innovatieve oplossingen voor water-, ondergrond- en deltavraagstukken die het leven in delta’s, kust- en riviergebieden veilig, schoon en duurzaam maken. De bijdrage aan Deltares bedraagt in 2021 circa € 20 mln;
• MARIN (Maritiem Research Instituut Nederland): instituut op het gebied van hydrodynamisch en nautisch onderzoek ten behoeve van schone, slimme en veilige schepen en een duurzaam gebruik van de zee. Het onderzoek van MARIN draagt bij aan de ambities van de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat, Defensie en Economische Zaken en Klimaat en van de topsector Water en Maritiem. De bijdrage aan MARIN bedraagt in 2021 circa € 13,2 mln, waarvan € 6,0 mln bestemd is als eenmalige bijdrage aan de kosten voor de bouw van een nieuwe simulator.
• NLR (Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium): instituut op het gebied van militaire en civiele lucht- en ruimtevaart ten behoeve van de ministeries van Defensie, Infrastructuur en Waterstaat, Economische Zaken en Klimaat en de topsectoren HTSM en Water en Maritiem. De bijdrage aan NLR in 2021 bedraagt circa € 26,4 mln;
• De middelen voor de TO2 Wageningen Research zijn opgenomen in de begroting van het Ministerie van LNV.
Topsectoren overig
Deze post bevat onder andere het beleidsondersteunend budget voor de topteams in het kader van het topsectorenbeleid. Ten behoeve van de activiteiten voor een gezamenlijke Human Capital Roadmap van de topsectoren is een bedrag van € 0,4 mln voor een bijdrage aan Platform Bètatechniek (PBT) gereserveerd. Voor de ondersteuning van het Holst onderzoekscentrum is € 4,1 mln gereserveerd. Ook vallen onder dit budget de middelen voor eventuele compensatie van de TO2-instituten.
Ruimtevaart (ESA)
Het ruimtevaartprogramma bestaat uit bijdragen aan verplichte programma’s en inschrijvingen in optionele programma’s van het Europese Ruimtevaartagentschap (ESA). Deze middelen vloeien via opdrachten aan Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen ter realisatie van de onderscheiden ruimtevaartprogramma’s terug naar Nederland («Geo Return»-systeem). Daarnaast kent het ruimtevaartprogramma een (beperkt) nationaal flankerend programma, waarin onder andere de interactie van bedrijven en kennisinstellingen met ESTEC wordt bevorderd. Ook wordt daarmee technologieontwikkeling en de benutting van satellietdata door overheden gestimuleerd. Uitvoering van het beleid is opgedragen aan het Netherlands Space Office (NSO).
Economische ontwikkeling en technologie
De veranderende geopolitieke omstandigheden vragen om keuzes in het innovatiebeleid om sterke, internationaal onderscheidende posities in het bedrijfsleven en de kennisinfrastructuur te creëren. De regering heeft hiertoe een bedrag oplopend naar € 10 mln vanaf 2021 structureel beschikbaar gesteld om een aanzet te geven aan investeringen in sleuteltechnologieën, zoals kwantum en kunstmatige intelligentie.
Met deze middelen worden meerjarenprogramma’s ontwikkeld waarin overheden, bedrijven en kennisinstellingen samenwerken. Dat is nodig om in de verdere ontwikkeling, diffusie en opschalingsfasen concurrerend te zijn en te blijven ten opzichte van andere landen.
EU-Cofinanciering Fonds voor een Rechtvaardige Transitie (JTF)
Dit nieuwe fonds zal zich vooral richten op de economische diversificatie van de zwaarst door de klimaattransitie getroffen gebieden en op de omscholing en actieve inclusie van de werknemers en werkzoekenden in deze gebieden. De middelen zullen worden toebedeeld op COROP niveau. EZK neemt de voor JTF vereiste cofinanciering deels voor zijn rekening, voor projecten die bijdragen aan nationale beleidsdoelen op het gebied van innovatie en de energietransitie, waarbij aansluiting wordt gezocht bij het Missiegedreven Topsectoren-en Innovatiebeleid (MTIB) en het nationale klimaatakkoord. De cofinanciering door EZK bedraagt € 60 mln verplichtingenbudget in 2021, waarvan de kasuitgaven zijn geraamd in de periode 2021-2027. Ook decentrale overheden en private partijen zullen bijdragen aan cofinanciering van JTF-projecten.
Fiscale maatregelen
De fiscale regeling WBSO is gericht op het stimuleren van Speur- en Ontwikkelingswerk door het bedrijfsleven, door het verlagen van de aan S&O-gerelateerde kosten43 (loonkosten en overige kosten en uitgaven). Informatie over de totale toegekende WBSO-bedragen per provincie vindt u op Volginnovatie.nl.
Strategisch doel 2 Een goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door het creëren van excellente randvoorwaarden voor ondernemerschap en innovatie
Kengetallen | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|---|
BMKB | RVO.nl | ||||||
Verstrekte garanties BMKB (x € 1 mln)1 | 335 | 401 | 591 | 502 | 527 | 538 | |
Totaal aantal verstrekte garanties | 1.949 | 2.545 | 3.688 | 3.299 | 3.094 | 2.751 | |
Groeifaciliteit | RVO.nl | ||||||
Verstrekte garanties Groeifaciliteit (x € 1 mln) | 32 | 19 | 37 | 21 | 19 | 10 | |
Totaal aantal verstrekte garanties | 20 | 14 | 17 | 8 | 10 | 9 | |
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) | RVO.nl | ||||||
Verstrekte garanties GO (x € 1 mln) | 82 | 137 | 58 | 91 | 56 | 45 | |
Totaal aantal verstrekte garanties | 39 | 76 | 36 | 80 | 54 | 31 | |
Qredits | Qredits | ||||||
Aantal verstrekte kredieten2 | 1.192 | 1.373 | 1.750 | 2.238 | 3.557 | 4.245 | |
Innovatie Attaché Netwerk | IAN/RVO.nl | ||||||
Geformaliseerde samenwerkingsverbanden | 115 | 78 | 97 | 60 | 57 | 37 | |
Klanttevredenheid | 8,8 | 8,6 | 8,1 | 8,2 | 8 | 8,6 | |
Netherlands Foreign Investment Agency | NFIA/RVO.nl | ||||||
Projecten | 187 | 207 | 227 | 224 | 248 | 268 | |
Investeringsomvang (x € 1 mln) | 3.185 | 1.765 | 1.467 | 1.227 | 2.760 | 4.105 | |
Werkgelegenheid (arbeidsplaatsen)3 | 6.304 | 7.779 | 7.570 | 8.158 | 8.475 | 10.866 | |
KvK/Ondernemerspleinen | KvK | ||||||
Waardering Kamer van Koophandel4 | 7,1 | 7,1 | 7,2 | ‒ 10 | ‒ 10 | ‒ 5 |
Deze cijfers wijken af van de realisatiecijfers die de afgelopen jaren zijn gepresenteerd. De afgelopen jaren werd 100% van het gerealiseerde borgstellingskrediet gerapporteerd, terwijl de borgstelling van de Staat 90% van het borgstellingskrediet afdekt. Vanaf de begroting 2020 wordt daarom 90% van het borgstellingskrediet als realisatie gerapporteerd. Dit is met terugwerkende kracht ook voor de voorgaande jaren gecorrigeerd.
Microkrediet, MKB-krediet, flexibele kredieten, achtergestelde leningen, lease en Carribean krediet.
De waardering van KvK wordt sinds 2017 uitgedrukt als een Net Promotor Score (NPS). Een NPS score meet hoe klanten van de KvK producten of diensten aanbevelen bij collega’s of zakenrelaties en wordt berekend als het verschil tussen het percentage promotors (score hoger dan 9) en criticasters (score lager dan 6). De NPS zelf wordt niet uitgedrukt als een percentage, maar als een absoluut getal. Een score van -5 geeft aan dat een score boven 9 dus 5 procentpunt minder is gegeven dan een score onder 6.
Garanties
Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)
De BMKB maakt mogelijk dat bedrijven met te weinig zekerheden (onderpand) toch financiering kunnen krijgen, doordat de overheid borg staat voor het deel van de lening waar het bedrijf geen onderpand voor heeft. De overheidsborg bedraagt 90% van het borgstellingskrediet van 50% van het totaal verstrekte krediet (voor starters en innovatieve bedrijven gelden in verhouding hogere borgstellingskredieten ten opzicht van het totaal verstrekte krediet). De kredietverstrekker kan, mocht dat nodig zijn, voor dat deel dus terugvallen op de overheid. Het kabinet heeft besloten de BMKB permanent open te stellen voor niet-bancaire partijen (zie Kamerstuk 32 637, nr. 286). Het gebruik van de regeling hangt af van de kredietbehoefte van het bedrijfsleven en is afhankelijk van de ontwikkeling van de conjunctuur en de risicobereidheid van financiers. De raming betreft de verwachte schades die kredietverstrekkers declareren bij EZK als kredieten niet terug kunnen worden betaald. Tegenover de schades staan premies en ontvangsten bij uitwinning van faillissementen. In de budgettaire tabel is een splitsing gemaakt tussen de werkelijke schadebetalingen en stortingen in de begrotingsreserve BMKB.
Sinds 16 maart 2020 heeft de BMKB-regeling een corona-module (BMKB-C) met ruimere mogelijkheden voor in de kern gezonde ondernemingen die liquiditeitsproblemen ondervinden als gevolg van het Corona-virus. De BMKB-C module is opengesteld tot 1 april 2021 en is bestemd voor mkb-bedrijven die getroffen zijn door de uitbraak van het Coronavirus. De tijdelijke faciliteit levert een hogere borgstelling van de overheid op zodat financiers eerder en sneller kunnen financieren. De overheidsborg is verhoogd tot 90% van het borgtellingskrediet van 75% van het totaal verstrekte krediet. Om het gebruik van de BMKB-C optimaal te kunnen laten gebruiken is het totale garantiebudget BMKB voor het jaar 2020 verhoogd naar € 1,5 mld, waarvan € 1,35 mld voor geaccrediteerde bancaire financiers en € 150 mln voor geaccrediteerde non-bancaire financiers.
De Groeifaciliteit richt zich op buffervermogen – zoals eigen vermogen van participatiemaatschappijen en achtergestelde leningen door banken – en is vooral gericht op de groei- en expansiefase van een bedrijf. Achtergestelde leningen en aandelenkapitaal verstrekt door participatiemaatschappijen vallen tot maximaal € 25 mln onder de garantieregeling. Een bank kan een garantiefinanciering verstrekken tot maximaal € 5 mln in de vorm van achtergestelde leningen. De garantie van de overheid bedraagt 50%. De Groeifaciliteit wordt uiterlijk per 1 juli 2021 als publieke regeling uitgefaseerd en afgeschaft omdat verwacht wordt dat het doel van deze faciliteit ook via de investeringstak van Invest-NL bereikt kan worden (zie Kamerstuk 28 165, nr. 281). Deze uitfasering was eerder voorzien op 1 juli 2020, maar is in verband met de Coronacrisis uitgesteld tot 1 juli 2021 Kamerstuk 35 420, nr. 29.
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)
De GO-regeling geeft financiers de mogelijkheid om een garantie van 50% van de overheid te verkrijgen, indien zij vanwege het risicoprofiel niet zelfstandig of onvoldoende in staat zijn in de kern gezonde bedrijven te financieren. Jaarlijks kan voor maximaal € 400 mln aan garanties worden verleend waarbij het gebruik afhankelijk is van de conjuncturele ontwikkeling. Het geraamde bedrag betreft de verwachte schades op de regeling. Tegenover de schades staan premieontvangsten. De GO-regeling is kostendekkend.
Sinds 29 april jl. heeft de GO-regeling een corona-module (GO-C) met ruimere mogelijkheden voor in de kern gezonde ondernemingen die liquiditeitsproblemen ondervinden als gevolg van de Coronacrisi. De voorwaarden van GO-C zijn gebaseerd op het tijdelijk staatssteunkader van de Europese Commissie. Het garantiepercentage van GO-C is 80% voor grootbedrijf en 90% voor mkb-bedrijven. Het totale garantieplafond voor de GO in 2020 is verhoogd van € 1,5 mld naar € 10 mld. Voor dit garantiebudget en de aanname van een jaarlijks schadepercentage van 4% wordt rekening gehouden met een minimale kasbuffer van in totaal € 1 mld verspreid over de jaren 2020-2026. De GO-C module heeft (net als het tijdelijk staatssteunkader van EC) als vervaldatum 31 december 2020.
Subsidies
Bevorderen Ondernemerschap
Deze middelen zijn gereserveerd voor diverse initiatieven ter bevordering van het ondernemerschap, waaronder Valorisatie, Versnelling digitalisering MKB, «NL Groeit» en het «Techniekpact». Ook wordt een bijdrage van € 0,8 mln verstrekt aan het Platform Bètatechniek voor de ondersteuning van het Techniekpact.
Veiligheid en economie raken steeds meer verweven door geopolitieke ontwikkelingen. Er moet een goede balans worden gevonden tussen enerzijds het beschermen tegen oneerlijke concurrentie van buitenaf en anderzijds de mogelijkheid om onbelemmerd internationaal zaken te kunnen blijven doen. In de beleidsnotitie «Nederland-China: een nieuwe balans» van het kabinet is daarbij aangegeven dat we beter oog moeten hebben voor onze economische veiligheid. Daarnaast is in de Kamerbrief «Tegengaan statelijke dreiging» aangegeven dat het kabinet een stelsel van investeringstoetsing uitwerkt en investeringsscreening zal gaan verrichten op risico’s voor de nationale veiligheid. Daarbij moet Nederland op basis van de Europese FDI-screeningsverordening «Verordening (EU) 2019/452 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 tot vaststelling van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Unie)» informatie over directe buitenlandse investeringen uit derde landen gaan delen met andere Europese lidstaten. Hiertoe moet Nederland een contactpunt opzetten. Voor economische veiligheid, het uitvoeren van FDI-screening en Nederlandse deelname aan het Europese samenwerkingsmechanisme (contactpunt) wordt in 2021 € 2,1 mln en daarna structureel € 1,9 mln ingezet.
Microkrediet
In de categorie subsidies vallen ook de uitgaven aan «Qredits» ten behoeve van micro- en MKB kredieten voor ondernemers met een haalbaar ondernemingsplan die geen toegang hebben tot het reguliere financiële circuit. Daarnaast biedt Qredits coaching en begeleiding aan kleine en startende ondernemers. De afgelopen jaren is er in totaal een lening van € 45 mln verstrekt voor micro- en MKB-krediet. Voor 2020 en volgende jaren zijn er geen aanvullende uitgaven geraamd op de begroting. In het kader van het Corona noodpakket is er € 6 mln verstrekt aan Qredits voor uitstel van aflossing met rentekorting en overbruggingskredieten met rentekorting. Daarnaast heeft Qredits in 2020 een achtergestelde lening van € 25 mln ontvangen voor het verstrekken van Corona overbruggingskredieten.
Bijdrage aan ROM’s
Met deze middelen worden de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen ondersteund: NOM (Noord), BOM (Brabant), LIOF (Limburg), Oost NL (Oost), «Innovation Quarter» (IQ, Zuidvleugel), Impuls Zeeland (Zeeland), ROM Regio Utrecht (Utrecht) en Horizon Flevoland (Flevoland). Deze middelen hebben tot doel de economische krachten in de regio te versterken en te bundelen met sectorale initiatieven vanuit het topsectorenbeleid en ander generiek beleid en daarnaast om de samenwerking tussen het (innovatieve) MKB en kennisinstellingen in de regio te bevorderen.
Startup-beleid
Voor de uitvoering van de startup en scale-up agenda wordt in 2021 € 18,3 mln beschikbaar gesteld. Deze middelen worden ingezet voor het nieuwe programma van TechLeap.NL, voor initiatieven vanuit het ecosysteem, en voor flankerend beleid van EZK, zoals het Netherlands Point of Entry en de RVO Fastlane.
Er is in 2021 en volgende jaren € 10,6 mln structureel beschikbaar voor projectontwikkeling door de Business Development dochter van Invest-NL. Naast het verstrekken van financiering aan ondernemingen, heeft Invest-NL ook als taak het ontplooien van ontwikkelactiviteiten en het aangaan van samenwerking met nationale en internationale promotionele instellingen. Deze activiteiten dienen marktfalen te bestrijden zodat er meer rendabele financieringsmogelijkheden ontstaan voor marktpartijen.
Tegemoetkoming Vaste Lasten mkb (TVL)
De TVL biedt bedrijven in sectoren die hard geraakt zijn door de overheidsmaatregelen ter bestrijding van het coronavirus een tegemoetkoming voor de vaste lasten. Ook na alle versoepelingen blijven deze sectoren in meer of mindere mate geconfronteerd met beperkingen in hun bedrijfsmodellen. Het kabinet biedt deze bedrijven ook na 1 oktober ondersteuning, om ze in staat te stellen de noodzakelijke aanpassingen in hun bedrijfsvoering te doen. Het kabinet heeft besloten de TVL daartoe met negen maanden te verlengen, waarbij het maximale subsidiebedrag wordt verhoogd naar € 90.000 per drie maanden. Zo kan de TVL beter tegemoetkomen aan de behoeften van het (midden)grote mkb, voor wie de huidige cap van € 50.000 voor vier maanden te laag is om een wezenlijke bijdrage aan de vaste kosten te leveren. Bovendien wordt de TVL vanaf 1 januari gerichter ingezet op de bedrijven die het sterkst worden beperkt in hun bedrijfsvoering. Voor de periode tot en met 31 december wordt de TVL verlengd onder de huidige voorwaarden, dat wil zeggen dat bedrijven met een omzetverlies van meer dan 30% in aanmerking komen. Vanaf 1 januari worden de voorwaarden voor de TVL aangescherpt door deze omzetdervingsgrens te verhogen naar 40%. Voor de periode 1 april tot en met 30 juni wordt de grens op 45% gesteld. De overige voorwaarden voor de TVL blijven ongewijzigd: zo blijft het percentage van de vaste kosten dat de TVL vergoedt 50%.
Tegemoetkoming Vaste Lasten Caribisch Nederland
Dit betreft de middelen die zijn gereserveerd voor de TVL voor Caribisch Nederland waarvoor een vergelijkbare regeling als voor Europees Nederland is ingericht.
Cofinanciering Europees Defensie Fonds
Het nieuwe Europese Defensie Fonds (EDF) onder het Meerjarig Financieel Kader (MFK, 2021-2027) gaat vanaf 2021 de ontwikkeling van militaire capaciteiten door de lidstaten ondersteunen en de Europese Defensie Industrie versterken. Het fonds ondersteunt de ontwikkeling van kennis en technologie door Europese bedrijven en kennisinstellingen die uiteindelijk geïntegreerd kan worden in defensie platformen of (sub)systemen. Deze nieuwe technologie vindt vervolgens vaak ook een toepassing op de civiele markt.
De Europese defensiemarkt is een imperfecte markt met een ongelijk speelveld. Door financiële ondersteuning van Nederlandse bedrijven in EDF projecten wordt het kennisniveau en innovatie-ecosysteem van de Nederlandse defensie industrie versterkt en investeringen gestimuleerd. Het draagt bij aan het realiseren van de ambitie in de Defensie Industrie Strategie (2018) dat Nederland tot de top 10 van landen wil behoren die gebruikmaken van EDF. Via deelname aan EDF projecten blijft de Nederlandse Defensie sector relevant en innovatief zodat zij kan bijdragen aan de bescherming van nationale veiligheidsbelangen en het verdienvermogen van Nederland. Voor cofinanciering wordt nu € 20 mln verplichtingenbudget geraamd in 2021. De daadwerkelijke uitgaven zullen naar verwachting vanaf 2022 plaatsvinden.
Omscholing naar tekortsectoren
In 2021 wordt € 37,5 mln beschikbaar gesteld voor intersectorale scholing naar tekortberoepen in het mkb. Hiermee kunnen 10.000 trajecten met een gemiddeld subsidiebedrag van € 3.750,- per stuk worden gesubsidieerd, zijnde 50% van de verwachte gemiddelde kosten van een omscholingstraject van € 7.500,- per individu. De werkgever draagt zelf zorg voor de overige 50% (d.w.z. uit eigen middelen, sectorale opleidings- en ontwikkelingsfondsen of andere samenwerkingsverbanden).
Overige subsidies
Deze middelen worden aangewend voor onder andere de bijdragen aan Nederland Maritiem Land (NML) voor Maritieme Innovatie Impulsprojecten en aan Stichting Toekomstbeeld der Techniek.
Leningen
Bedrijfssteun
Als steunmaatregel is in 2020 een lening van € 150 mln verstrekt aan Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR). Door deze lening kan SGR consumenten schadeloos blijven stellen bij faillissement van aangesloten reisorganisaties. Tevens kan door deze steun het vouchersysteem voor pakketreizen na 1 juni 2020 in stand blijven. Het vouchersysteem voorkomt dat consumenten massaal hun reisgelden terugvragen bij geannuleerde pakketreizen, met mogelijke faillissementen van reisorganisaties tot gevolg. Voor kleine garantiefondsen/regelingen is daarnaast € 10 mln beschikbaar. Voor 2021 is in totaal € 160 mln aan kasuitgaven geraamd.
Opdrachten
De ambities van het kabinet op dit gebied zijn neergelegd in de kabinetsbrief Merkbaar betere regelgeving en dienstverlening. Het kabinet heeft bij de aanpak van de regeldruk voor ondernemers gekozen voor het oplossen van concrete knelpunten in bestaande wet- en regelgeving via departementale actieprogramma’s en generieke instrumenten zoals de maatwerkaanpak en klantreizen. Tevens zet het kabinet in op de totstandkoming van betere regelgeving die ondernemers de ruimte tot vernieuwing geeft en tegelijkertijd publieke belangen borgt, onder meer via de «MKB-toets» bij aanvang van het wetgevingsproces en via effecttoetsing van nieuwe regelgeving door het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR).
Caribisch Nederland
Het budget betreft onder meer de uitgaven voor de Rijksdienst Caribisch Nederland en de kosten van statistisch en beleidsonderzoek door onder andere het CBS voor Caribisch Nederland.
Small Busines Innovation Research (SBIR) is innovatie in opdracht van de overheid. De overheid daagt door middel van een SBIR ondernemers uit om nieuwe producten te ontwikkelen en op de markt te brengen. SBIR is een competitie die de creativiteit van ondernemers gebruikt om maatschappelijke problemen op te lossen. Er is in de kabinetsperiode 2018–2021 in totaal € 10 mln beschikbaar voor het opzetten van SBIR oproepen.
Bijdrage aan agentschappen
Bijdrage aan RVO.nl – Innovatie-attachés
De Innovatie Attachés, onderdeel van RVO.nl, werken in opdracht van EZK in vijftien landen vanuit ambassades en consulaten. Zij leveren kennis en informatie over ontwikkelingen en trends op het terrein van innovatie, technologie en wetenschap in het buitenland, creëren verbindingen tussen Nederlandse en buitenlandse bedrijven, kennisinstellingen en overheden, en bevorderen daarmee de internationale innovatiesamenwerking ten behoeve van het Nederlandse concurrentievermogen. Door innovatiesamenwerking komt voor de betrokken partijen de beste kennis en kunde beschikbaar, worden lange termijn relaties gesmeed en handelsrelaties versterkt. Ook zorgen de Innovatie-attachés in samenwerking met de NFIA ervoor dat er meer buitenlandse R&D naar Nederland komt.
Bijdrage aan RVO.nl - Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA)
De bijdrage van de NFIA is erop gericht om investeringen van buitenlandse bedrijven in Nederland te stimuleren. De NFIA ondersteunt buitenlandse bedrijven die zich willen vestigen in Nederland of die hier willen uitbreiden bij hun investeringsbeslissing. Tevens coördineert de NFIA de samenwerking met regionale partijen binnen het Invest in Holland netwerk en heeft het een signaalfunctie naar beleid over actuele ontwikkelingen in het vestigingsklimaat. De NFIA focust zich op het aantrekken van buitenlandse bedrijven die juist ook bijdragen aan versterking van de innovatie-ecosystemen (samen met het IA-netwerk) en de verduurzaming en digitalisering van de Nederlandse economie. De dienstverlening richting buitenlandse bedrijven bestaat onder meer uit informatievoorziening, praktische assistentie en introductie bij relevante partijen.
Bijdrage aan RVO.nl – uitvoering instrumentarium
Deze middelen zijn grotendeels voor de uitvoering van de financierings- en innovatie-instrumenten (MKB Innovatiestimulering Topsectoren, Eurostars, Internationaal Innoveren, PPS-toeslag, WBSO, BMKB, Groeifaciliteit, Garantie Ondernemingsfinanciering). Dit betreft activiteiten als beoordeling van aanvragen, bedrijfscontroles, voorlichting over de instrumenten, de organisatie van innovatiemissies en het terugontvangen van kredieten.
Bijdrage aan Agentschap Telecom
Met deze bijdrage verzorgt Agentschap Telecom de uitvoering, het toezicht en de handhaving van de bepalingen uit de Wet ruimtevaartactiviteiten. Het gaat om werkzaamheden die voortkomen uit aanvragen, toetsen en eventueel afgifte van een ruimtevaartvergunning, registreren van ruimtevoorwerpen, deelname aan internationale gremia, adviseren en voorlichting geven over ruimtevaartactiviteiten. Het wettelijke toezicht heeft betrekking op de afgifte van ruimtevaartvergunningen.
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s
De Kamer van Koophandel voert wettelijke taken uit in het kader van ondernemerschapsbeleid: houden van het handelsregister, voorlichting en regiostimulering, innovatiestimulering en de ontwikkeling en het beheer van het digitale en de fysieke ondernemerspleinen. Met het regeerakkoord is de beleidsverantwoordelijkheid voor het digitaal ondernemersplein en de bijbehorende middelen naar het Ministerie van BZK overgegaan.
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Bijdrage NBTC
EZK stelt op basis van meerjarenafspraken budget beschikbaar voor bestemmingsmanagement waaronder internationale «branding», ontwikkeling van aanbod, kennis en data, spreiding van toeristen en congreswerving.
Overige bijdragen aan organisaties
Dit betreft onder meer de bijdrage aan het Centraal Bureau voor de Statistiek voor de Staat van het MKB en de Koning Willem I Stichting (circa € 0,3 mln waaraan IenW € 0,07 mln bijdraagt).
Industriële participatie – Commissariaat Militaire productie
EZK werkt aan het versterken, beschermen en (internationaal) positioneren van een hoogwaardige en concurrerende defensie- en veiligheid (gerelateerde) industrie in Nederland. De Defensie Industrie Strategie (2018) presenteert de gewenste Nederlandse Defensie Technologische en Industriële Basis (DTIB) en geeft aan welke kennis, technologie en industriële capaciteiten zoveel als mogelijk nationaal moeten worden verankerd om de wezenlijke belangen van nationale veiligheid te kunnen beschermen. De defensiemarkt kenmerkt zich door een hoge kennisintensiteit en vraag naar innovatieve oplossingen, maar op de internationale defensiemarkt ontbreekt het aan een gelijk speelveld. EZK zet het industrieel participatiebeleid in om enerzijds de Nederlandse DTIB verder te versterken en anderzijds om Nederlandse defensiebedrijven en kennisinstituten te positioneren binnen de veelal gesloten en op nationaal niveau georganiseerde Europese en trans-Atlantische toeleveringsketens van ontwikkeling, productie en instandhouding van defensiematerieel. Gerichte inzet van industrieel participatiebeleid is van belang voor het beschermen van nationale veiligheidsbelangen en draagt bij aan het openen van internationale toeleveranciersketens, waarmee EZK een gelijker speelveld op de internationale defensiemarkt bevordert.
Extracomptabele fiscale regelingen
Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, zijn er fiscale regelingen die betrekking hebben op dit beleidsterrein. In onderstaande tabel is ter informatie het budgettaire belang van deze regelingen vermeld. De cijfers zijn ontleend aan de corresponderende bijlage «Fiscale regelingen» in de Miljoenennota. De fiscale regelingen die niet in onderstaande tabel zijn opgenomen, maar wel op dit beleidsartikel betrekking hebben, zijn:
– Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid
– Vrijstelling aandelenopties werknemers van startups
– Persoonsgebonden aftrekpost durfkapitaal
Voor een beschrijving van de regelingen, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota «Toelichting op de fiscale regelingen».
2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|
FOR aftrek | 197 | 202 | 211 |
FOR belaste uitkering | ‒ 114 | ‒ 115 | ‒ 118 |
Zelfstandigenaftrek | 1.888 | 1.758 | 1.657 |
Extra zelfstandigenaftrek starters | 108 | 103 | 102 |
Meewerkaftrek | 8 | 7 | 8 |
Stakingsaftrek | 16 | 14 | 14 |
Aftrek speur- en ontwikkelingswerk | 6 | 6 | 5 |
Willekeurige afschrijving starters | 8 | 7 | 7 |
Doorschuiving stakingswinst | 278 | 283 | 295 |
MKB-winstvrijstelling | 2.045 | 1.750 | 1.867 |
Terbeschikkingstellingsvrijstelling | 19 | 18 | 18 |
Innovatiebox | 1.344 | 831 | 696 |
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek | 431 | 377 | 382 |
OVB Vrijstelling bedrijfsoverdracht in familiesfeer2 | 16 | 17 | 22 |
Schenk- en erfbelasting Bedrijfsopvolgingsfaciliteit | 459 | 459 | 459 |
Afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk WBSO | 1.182 | 1.281 | 1.438 |
Verlaagd gebruikelijk loon voor dga’s van startups | 23 | 21 | 21 |
BTW Kleine ondernemersregeling | 194 | 206 | 219 |
BPM Vrijstelling bestelauto ondernemers3 | 838 | 592 | 680 |
MRB Verlaagd tarief bestelauto ondernemers4 | 924 | 959 | 993 |
[-] = regeling is in dat jaar niet van toepassing; [0] = budgettair belang van de regeling bedraagt in dat jaar afgerond nihil.
Toelichting op de ontvangsten
De ontvangsten voor de BMKB, Groeifaciliteit, Garantie Ondernemingsfinanciering betreffen de premie-inkomsten in het kader van de verstrekte garanties. Bij de BMKB is daarnaast ook sprake van ontvangsten als gevolg van uitbetaalde maar later afgewezen verliesdeclaraties.
De ontvangsten in het kader van de Luchtvaartkredietregeling betreffen terugbetalingen (kredietsom en rente) van kredieten, verleend in de periode 1998 tot en met 2003 en 2008 tot en met 2011 voor vliegtuigtechnologieprojecten.
De ontvangsten Rijksoctrooiwet 1995 betreffen de ontvangsten van Octrooicentrum NL, uit hoofde van procedure- en instandhoudingtaksen op basis van de Rijksoctrooiwet 1995. Daarin zijn begrepen de instandhoudingstaksen voor Europese octrooien, waarvoor geldt dat de hiervoor geraamde ontvangsten de helft zijn van de feitelijke ontvangsten uit taksen. De andere helft wordt afgedragen aan het Europees Octrooibureau.
De ontvangsten Eurostars betreffen de Europese bijdrage aan Eurostars-projecten. De bijdrage betreft 25,75% van de nationale bijdrage.
De ontvangsten F-35 hebben betrekking op de geraamde afdrachten door de defensie-industrie aan de Staat. Op basis van de gesloten medefinancieringsovereenkomst over de deelname van Nederland aan de ontwikkeling van de F-35 draagt de industrie 2% over de gerealiseerde omzet voor ontwikkeling en onderhoud van de F-35 af aan EZK.
De ontvangsten bedrijfssteun hebben betrekking op de aflossing van de overbruggingsfaciliteit IHC (2021) en de aflossing van de leningfaciliteit aan SGR en kleine garantiefondsen (2022 en volgende jaren).
Toelichting op de begrotingsreserves
De begrotingsreserves zijn bedoeld om inkomsten uit premies en uitgaven voor schades, die over de jaren kunnen fluctueren, te verevenen. De reserve wordt aangehouden om als buffer te dienen voor uitgaven door EZK indien bedrijven niet aan hun terugbetalingsverplichtingen kunnen voldoen inzake leningen bij financieringsinstellingen waarop EZK een borgstelling heeft afgegeven. Voor meer informatie over de ontwikkeling van de garanties en het verloop van de reserves wordt verwezen naar het overzicht van de risicoregelingen in het hoofdstuk Beleidsagenda van deze begroting.
Er zijn begrotingsreserves voor de BMKB, de regeling Garantie Ondernemingsfinanciering (GO), de Groeifaciliteit (GF) en de garanties voor nieuwe aanbieders van MKB-financiering. De GO, GF en de garanties voor alternatieve aanbieders van MKB-financiering betreffen kostendekkende garanties, waarvan de te realiseren premieontvangsten in principe toereikend zijn voor het afdekken van eventuele verliesdeclaraties. Ultimo begrotingsjaar wordt op basis van de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven vastgesteld of een onttrekking of storting dient plaats te vinden.
Waarvan juridisch verplicht | ||
---|---|---|
Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) | 108.333 | 100% |
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) | 71.210 | 100% |
Groeifaciliteit | 24.546 | 100% |
Garantie MKB-faciliteiten | 9.696 | 100% |
Budgetflexibiliteit begrotingsreserves
BMKB
De BMKB is een niet geheel kostendekkende regeling. In de periode 2009–2015 is voor circa € 384 mln aan schades – veroorzaakt door het hoge aantal faillissementen als gevolg van de economische crisis – en uitvoeringskosten uit begrotingsmiddelen gefinancierd. Om in de toekomst bestand te zijn tegen een crisis met een dergelijke omvang, dient in tijden van hoogconjunctuur «gespaard» te worden. De begrotingsreserve kan als gevolg daarvan toenemen tot een forse omvang. Op het moment dat een economische crisis aan de orde is en de verliesdeclaraties toenemen, is de voorziening noodzakelijk om de tekorten aan te vullen. Het uitstaand obligo van de BMKB was ultimo 2019 circa € 1,9 mld waarmee de volledige begrotingsreserve juridisch verplicht is.
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) en de Groeifaciliteit (GF)
Bij de Garantie Ondernemingsfinanciering en de Groeifaciliteit is sprake van in opzet kostendekkende regelingen. Bij deze regelingen dient de begrotingsreserve ertoe de discrepantie in de tijd tussen ontvangsten en uitgaven te verevenen. Bij deze regelingen kunnen relatief grote verliesdeclaraties worden ingediend, die de omvang van de in enig jaar te ontvangen provisies te boven gaan. Voor die situaties is het nodig een forse begrotingsreserve aan te houden om deze tegenvallers binnen de begroting te kunnen accommoderen. Het uitstaande obligo voor deze regelingen was ultimo 2019 € 321 mln (GO) en € 91 mln (GF), waardoor de volledige reserves voor deze regelingen juridisch verplicht zijn. De omvang en benutting van de begrotingsreserves worden betrokken bij de evaluatie van deze regelingen.
MKB-faciliteiten
Dit betreft de begrotingsreserve ten behoeve van de fundinggaranties in het kader van het Aanvullend actieplan MKB-financiering. De begrotingsreserve dient er toe de discrepantie in de tijd tussen de premieontvangsten en de uitgaven te verevenen. Het uitstaand obligo ultimo 2019 van deze garanties is € 393,2 mln, waarmee de volledige voorziening juridisch is verplicht.
Versterken van de innovatieve kracht van Nederland door het beschikbaar stellen van financiering voor het innovatief en snelgroeiend mkb en voor fundamenteel en toegepast onderzoek en het behouden van vermogen voor toekomstige generaties.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat is rijksbreed verantwoordelijk voor versterking van het innovatievermogen, in het bijzonder gericht op het bedrijfsleven en verantwoordelijk voor het scheppen van randvoorwaarden voor een excellent ondernemingsklimaat.
De Minister van EZK en de bewindslieden van OCW coördineren en borgen de publieke kennisinfrastructuur voor toegepast en fundamenteel onderzoek.
Vanuit deze verantwoordelijkheden heeft de minister een financierende en faciliterende rol, samenhangend met de stimulerende, regisserende en faciliterende rollen zoals vermeld in artikel 2 van deze begroting:
Financieren/faciliteren
• Het mede-financieren van investeringen in R&D en innovatie;
• Het faciliteren van toegang tot en financieren van (risico)kapitaal voor bedrijven;
• Het mede-financieren van Europese en internationale samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie.
Om – aanvullend op de begroting – de Kamer te informeren over voortgang en effecten van beleid treft u op de website https://www.bedrijvenbeleidinbeeld.nl informatie aan over de indicatoren en kengetallen. Deze website is te zien als een digitale bijlage van de EZK-begroting.
In de Kamerbrief van 15 november 2019 (Kamerstuk 32 637, nr. 389) is aangekondigd dat vanuit het deel fundamenteel en toegepast onderzoek van het Toekomstfonds, middelen beschikbaar zullen worden gesteld voor een tweede tender van de op 1 februari 2019 gepubliceerde Thematische Technology Transfer regeling. De tweede tender zal in 2020 worden geopend en de daaruit voortvloeiende verplichtingen zullen in 2021 worden aangegaan.
Daarnaast wordt € 15 mln van de middelen uit het Toekomstfonds ter beschikking gesteld aan het recent opgerichte publiek-private financieringsfonds van RegMedXB in de vorm van een revolverende lening. Dit fonds richt zich op de financiering van projecten gericht op nieuwe innovaties en bedrijvigheid en kostenbeheersing door nieuwe medische oplossingen. Met deze € 15 mln worden de door het Ministerie van VWS voor dit financieringsfonds gereserveerde subsidiemiddelen gematcht. VWS zal deze middelen overhevelen naar de EZK-begroting (Toekomstfonds).
De voorziene voeding voor het deel fundamenteel en toegepast onderzoek van het Toekomstfonds, voortvloeiend uit meevallers uit de gasbaten voor zover die boven de daarvoor bepaalde ijklijn uit zouden komen, heeft zich tot op heden niet voorgedaan. Daarnaast is het vanwege het terugbrengen van de gaswinning in Groningen niet realistisch te veronderstellen dat er - gegeven de systematiek - in de toekomst een substantiële voeding zal kunnen plaatsvinden. De betreffende ijklijn is daarom in de begroting geschrapt.
Naar aanleiding van de evaluatie van de regeling Vroegefasefinanciering (VFF) (Kamerstuk 32 637, nr. 344) werken het Ministerie van EZK, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de provincies en de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen samen aan de ontwikkeling van een nieuwe regeling, die verder geïntegreerd zal worden bij het bestaande vroege fase ecosysteem. Hiervoor wordt in de jaren 2021 t/m 2023 € 10 mln per jaar beschikbaar gesteld.
Het co-investment venture capital instrument is in februari volledig conform Machtigingswet oprichting Invest-NL ondergebracht bij Invest-NL. Tijdens de behandeling van deze wet in de Tweede Kamer op 15 mei 2020 is toegezegd om onderzoek te doen naar de haalbaarheid en de marktappreciatie van het in de markt zetten van het Dutch Venture Initiative (DVI) (Handelingen II 2018/19, nr. 82, item 16). Op 20 december 2019 is de Tweede Kamer geïnformeerd (Kamerstuk 32 637, nr. 400) over de eerste inzichten in de verkoopmogelijkheden, de meest bepalende voorwaarden en structuren waaronder een verkoop haalbaar kan worden geacht en het vervolgtraject
In 2020 heeft EZK samen met lokale stakeholders voor de regio Utrecht een regionale ontwikkelingsmaatschappij (ROM) opgericht op initiatief van regio Utrecht. Voor Flevoland zal naar verwachting in het najaar van 2020 een ROM worden opgericht. De ingezette middelen hebben tot doel de economische krachten in de regio te versterken middels participatie in innovatieve mkb bedrijven en waar mogelijk samen met marktpartijen. Verder beogen zij sectorale initiatieven vanuit het topsectorenbeleid en ander generiek beleid te ondersteunen middels subsidies. Tenslotte beogen zij de samenwerking tussen het (innovatieve) mkb en kennisinstellingen in de regio te bevorderen.
Tot slot zijn in het voorjaar van 2020 overbruggingsleningen beschikbaar gekomen via de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen voor ondernemers die als gevolg van de Coronacrisis liquiditeitsproblemen hebben en overwegend met (extern) eigen vermogen gefinancierd zijn. Het totaalbudget voor deze leningen betreft € 300 mln voor rekening en risico van de Staat. Deze middelen zijn beschikbaar voor aanvragen in de periode tot en met september 2020. De overbruggingskredieten hebben een looptijd van maximaal 5 jaar tot ultimo 2025. Daarnaast is in twee tranches van € 75 mln in 2020 en 2021 in totaal € 150 mln beschikbaar gesteld voor de versterking van het fondsvermogen van de ROM's. Met de Corona-Overbruggingslening heeft het kabinet via de ROM’s straks circa 800 mkb-ondernemingen met overbruggingskredieten geholpen. Door het fondsvermogen van ROM’s te versterken, kunnen de ROM’s in nieuwe financieringsrondes ook het eigen vermogen van deze veelal innovatieve mkb-ondernemingen versterken. Daarmee wordt de solvabiliteitspositie van deze bedrijven verstevigd.
De geraamde middelen voor start-ups/mkb worden ingezet voor het MKB-actieplan (Kamerstuk 32 637, nr. 316).
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 132.206 | 625.150 | 250.348 | 163.163 | 154.957 | 146.233 | 162.033 |
Waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan overige verplichtingen | 132.205 | 625.150 | 250.348 | 163.163 | 154.957 | 146.233 | 162.033 |
Uitgaven | 124.308 | 639.387 | 265.316 | 192.024 | 173.569 | 159.353 | 157.602 |
Waarvan juridisch verplicht | 53% | ||||||
Subsidies (regelingen) | 1.050 | 3.353 | 4.264 | 3.100 | 3.074 | 2.916 | 2.348 |
Smart Industry | 254 | 718 | 183 | 184 | 158 | 0 | 0 |
Haalbaarheidsstudies NWO-TTW | 796 | 812 | 800 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Thematische Technology Transfer | 0 | 1.823 | 3.281 | 2.916 | 2.916 | 2.916 | 2.348 |
Leningen | 114.532 | 626.948 | 247.144 | 180.366 | 161.937 | 147.879 | 146.696 |
Startups / MKB financiering | |||||||
Volledig revolverend | |||||||
Fund to Fund | 28.000 | 37.676 | 31.592 | 27.292 | 11.266 | 13.101 | 25.800 |
ROM's | 0 | 405.905 | 85.000 | 12.000 | 4.000 | 0 | 0 |
Co-investment venture capital instrument / EIF | 5.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Deels revolverend | |||||||
Innovatiekrediet | 40.954 | 55.465 | 48.682 | 56.999 | 56.933 | 58.689 | 57.689 |
Risicokapitaal Seed Capital | 27.617 | 76.630 | 33.620 | 49.559 | 57.257 | 53.253 | 44.086 |
Vroegefasefinanciering / informal investors | 10.736 | 14.125 | 21.260 | 21.514 | 21.497 | 14.597 | 14.597 |
Startups / MKB | 0 | 12.872 | 4.995 | 392 | 359 | 825 | 492 |
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek | |||||||
Met vermogensbehoud | |||||||
Fundamenteel en toegepast onderzoek | 1.732 | 5.445 | 10.952 | 2.500 | 0 | 0 | 2.500 |
Onco research | 0 | 4.196 | 3.031 | 2.431 | 1.170 | 630 | 360 |
Smart Industry | 493 | 382 | 239 | 315 | 0 | 0 | 0 |
Thematische Technology Transfer | 0 | 4.252 | 7.773 | 7.364 | 6.955 | 4.284 | 1.172 |
Regmed | 0 | 10.000 | 0 | 0 | 2.500 | 2.500 | 0 |
Bijdrage aan agentschappen | 8.724 | 9.086 | 13.908 | 8.558 | 8.558 | 8.558 | 8.558 |
Bijdrage RVO.nl | 8.724 | 9.086 | 13.908 | 8.558 | 8.558 | 8.558 | 8.558 |
Ontvangsten | 33.448 | 62.305 | 44.000 | 75.300 | 80.200 | 80.300 | 262.100 |
ROM's | 0 | 8.905 | 0 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 210.000 |
Fund to Fund | 0 | 11.850 | 17.900 | 17.900 | 17.900 | 15.000 | 13.800 |
DVI II | 0 | 150 | 800 | 1.100 | 2.000 | 5.000 | 8.000 |
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek | 5.981 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Co-investment venture capital instrument / EIF | 0 | 15.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Innovatiekrediet | 10.585 | 17.000 | 15.000 | 16.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 |
Seed Capital | 14.156 | 9.400 | 10.300 | 10.300 | 10.300 | 10.300 | 10.300 |
Vroegefasefinanciering / informal investors | 2.725 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Budgetflexibiliteit
Leningen: Het budget in 2021 is voor 50% juridisch verplicht. Dit betreft een groot deel van het budget voor Innovatiekredieten, de Seed Capital regeling, Vroegefasefinanciering, de investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek en de regeling Thematische Technology Transfer. Het budget voor DVI/Fund of funds, Smart Industry en Oncode Institute is volledig juridisch verplicht.
Subsidies: Het budget in 2021 is voor 57% juridisch verplicht. Dit betreft de uitfinanciering van de verplichtingen aan NWO-TTW in het kader van de haalbaarheidssubsidies, de regeling Smart Industry en de regeling Thematische Technology Transfer (TTT). De 2e tender van de TTT-regeling is al wel opengesteld in 2020, maar de committeringen zullen in 2021 plaatsvinden. Als gevolg daarvan zal dan in 2021 het budget volledig juridisch verplicht zijn.
Bijdrage aan agentschappen: Het budget betreft de financiering van het opdrachtenpakket 2020 aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) en is 100% juridisch verplicht.
Revolverendheid
Opbrengsten van succesvolle innovaties vloeien terug in het Toekomstfonds, zodat ze weer opnieuw kunnen worden ingezet. Het fonds is daarmee additioneel aan de markt: de overheid neemt het grootste risico, waardoor private investeerders kunnen mee-investeren in innovatieve ondernemingen. De overheid deelt mee in de opbrengsten van geslaagde innovaties, waardoor deze middelen opnieuw kunnen worden ingezet voor het vergroten van het beschikbare risicokapitaal voor innovatieve bedrijven.
Figuur 4 Instrumenten Volledig revolverend (x € 1 mln)
Figuur 5 Instrumenten Gedeeltelijk revolverend (x € 1 mln)
Figuur 6 Instrumenten Fundamenteel en toegepast onderzoek (x € 1 mln)
Toelichting: In bovenstaande grafieken is voor de verschillende onderdelen van het Toekomstfonds weergegeven wat de verhouding is tussen de (geraamde) uitgaven van de diverse regelingen en de (geraamde) terug-ontvangsten op verstrekte kredieten. Ontvangsten op de geïnvesteerde bedragen worden eerst na verloop van een aantal jaar gerealiseerd. Bij instrumenten die relatief kort bestaan (bijvoorbeeld investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek) zijn hierdoor nog geen of nauwelijks ontvangsten gerealiseerd. Dit is het geval bij MKB-financiering volledig revolverend (DVI sinds ultimo 2012 en het Co-investeringsfonds sinds 2017) en de investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek (sinds 2016). De instrumenten in het onderdeel MKB-financiering gedeeltelijk revolverend, zoals de Seed Capital regeling en het Innovatiekrediet, bestaan al langer en kennen hierdoor al een substantiële ontvangstenrealisatie. Naar verwachting vloeit 60% tot 80% van deze investeringen terug naar het fonds.
Het Toekomstfonds heeft een startkapitaal van € 200 mln. De middelen worden met behoud van vermogen ingezet voor de financiering van innovatieve en snelgroeiende mkb-bedrijven en voor fundamenteel en toepassingsgericht onderzoek. Ook de begrotingsmiddelen voor het Innovatiefonds MKB+ en de participatie van het Rijk in de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) zijn in het Toekomstfonds ondergebracht.
Leningen
Binnen de structuur van het in 2014 gevormde Toekomstfonds (Kamerstuk 34 000 XIII, nr. 5), bestaat het Innovatiefonds MKB+ uit volledig revolverende instrumenten (het Dutch Venture Initiative (DVI) en de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen en gedeeltelijk revolverende instrumenten (Innovatiekrediet, de Seed Capital regeling (risicokapitaal), en de regeling Vroegefasefinanciering)
MKB-financiering: volledig revolverend
Dutch Venture Initiative
DVI is bedoeld om snel groeiende innovatieve bedrijven betere toegang tot investeringskapitaal te geven en andere private investeerders aan te trekken. Het bestaat uit twee DVI fund-of-funds waaronder een specifiek fonds voor business angels.
DVI heeft een vliegwieleffect voor de risicokapitaalmarkt omdat het in fondsen investeert waarin private investeerders tussen de minimaal 50|% en 90% meefinancieren. Dit effect wordt versterkt door het feit dat bedrijven met dit risicokapitaal makkelijker nieuw vreemd vermogen kunnen aantrekken. Met ondersteuning van DVI-fund-of-funds is sinds 2014 in totaal al voor meer dan € 3,8 mld aan risicokapitaal beschikbaar gekomen. De venture capital fondsen verkrijgen tussen € 5 mln en € 20 mln uit DVI. Al meer dan 269 ondernemingen hebben financiering uit DVI-fondsen verkregen.
Het eerste DVI fonds van € 202,5 mln (EZK-bijdrage € 130 mln, EIF-bijdrage € 67,5 mln en BOM-bijdrage € 5 mln) is opgericht in 2013 en is inmiddels volledig gecommitteerd in 14 venture capital fondsen, waaronder een specifiek fonds voor business angels van € 45 mln. Het tweede DVI fund-of-funds van € 200 mln (EZK-bijdrage € 100 mln, EIF-bijdrage € 100 mln) is opgericht in 2016 en er zijn inmiddels 13 fondsen operationeel.
Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen
De eventuele participaties in de ROM’s worden onder de revolverende investeringen verantwoord. In 2020 en 2021 is onder meer in twee tranches van € 75 mln in totaal € 150 mln geraamd voor de versterking van het fondsvermogen van de ROM's.
Figuur 7 Participaties Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen ultimo 2019 (x € 1 mln)
Co-investment venture capital instrument/EIF
Het Co-investment venture capital instrument/EIF is overeenkomstig de Machtigingswet Invest-NL per 15 februari 2020 overgedragen aan Invest-NL.
MKB-financiering: gedeeltelijk revolverend
Innovatiekrediet
Het innovatiekrediet biedt toegang tot financiering voor met name het innovatieve mkb en start-ups en helpt bij het aantrekken van risicokapitaal. In een fase waarin bancaire financiering niet of nauwelijks beschikbaar is, maakt het Innovatiekrediet onder voorwaarde van 50-75% eigen middelen innovatieprojecten mogelijk met een maximale ondersteuning van € 10 mln voor technische ontwikkelingsprojecten en € 5 mln voor klinische projecten.
Seed Capital regeling
De Seed Capital regeling (risicokapitaal) ondersteunt starters in high tech en creatieve sectoren bij het verwerven van risicokapitaal.
Vroegefasefinanciering
De regeling Vroegefasefinanciering biedt financiering - in de vorm van een geldlening - voor academische, hbo en TO2 starters, voor innovatieve starters en kleine bedrijven in een vroege ontwikkelingsfase: van validatie en onderbouwing van een business case, van idee naar concept. Hierdoor wordt ook de toegang tot vervolgfinanciering gefaciliteerd. Dit initiatief wordt door RVO.nl en door NWO-TTW uitgevoerd.
Startups/mkb
Dit betreft de middelen die worden ingezet voor het MKB-actieplan (Kamerstuk 32 637, nr. 316).
Bovengenoemde instrumenten versterken en stimuleren private vermogensverschaffers om innovatieprojecten van bedrijven te financieren en voorzien in de behoefte van bedrijven voor een betere toegang tot risicokapitaal voor innovatie.
Figuur 8 Gebruik regelingen Toekomstfonds
Kengetallen | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Innovatiekrediet | RVO.nl | ||||||
Aantal bedrijven dat Innovatiekrediet gebruikt | 40 | 33 | 32 | 29 | 31 | 29 | |
Omvang private R&D-uitgaven ondersteund met een Innovatiekrediet (x € 1 mln) | 123 | 119 | 136 | 159 | 173 | 139 | |
Seed Capital en Fund of funds | RVO.nl/EIF | ||||||
Aantal participaties via Seed Capital en Fund of Funds | 32 | 50 | 81 | 95 | 125 | 146 | |
Omvang gestimuleerd risicokapitaal voor innovatieve bedrijven door Seed Capital en Dutch Venture Initiative/Fund of Funds (x € 1 mln) | 257 | 553 | 744 | 182 | 1.606 | 351 | |
Vroegefasefinanciering | RVO.nl | ||||||
Aantal ondernemers dat Vroege Fase Financiering gebruikt | 40 | 37 | 41 | 40 | 33 |
Met ingang van 2020 zal voor de TTT-regeling worden gerapporteerd over een tweetal kengetallen, namelijk 1) Het aantal nieuwe participaties van TTT-fondsen in het afgelopen kalenderjaar en 2) Aantal startende bedrijven als resultaar van de valorisatieactiviteiten door een TTT-samenwerkingsverband.
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek (met vermogensbehoud)
Vanuit het onderzoeksdeel van het Toekomstfonds wordt geïnvesteerd in nieuwe onderzoeksfaciliteiten, upgrading van bestaande faciliteiten en kennisbenutting.
De € 100 mln startkapitaal wordt geïnvesteerd in fundamenteel en toepassingsgericht onderzoek en kennisbenutting. Dit wordt ingezet voor de regeling Toekomstfondskrediet voor Onderzoeksfaciliteiten (TOF), Thematische Technology Transfer (TTT), Smart Industry (SI), Proof of Concept (PoC) en RegMed XB.
Fundamenteel en Toegepast onderzoek
De middelen zijn nodig voor de uitfinanciering van de regeling Toekomstfonds Onderzoeksfaciliteiten (TOF), waarmee van 2015 tot en met 2017 investeringen in hoogwaardige onderzoeksfaciliteiten zijn ondersteund.
Ook betreft dit de over meerdere jaren beschikbare buffer voor de niet volledig revolverende investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek.
Oncode Institute
Oncode Institute wordt mede gefinancierd uit het onderzoeksdeel van het Toekomstfonds, gericht op Thematische Technology Transfer. Oncode Institute is een pilot die zich richt op de toepassing van wetenschappelijk oncologisch onderzoek voor betaalbare oplossingen voor de patiënt.
Smart Industry
Dit betreft de uitfinanciering van het leningendeel van de regeling Smart Industry Fieldlabs die in 2017 is gepubliceerd en eenmalig is opengesteld. De regeling heeft als doel om de digitalisering van de industrie te versnellen door de slimme inzet van nieuwe productietechnologieën (bijvoorbeeld 3D-printers, robots, drones en sensoren) in combinatie met ICT. De verstrekte subsidie bestaat voor tweederde uit een renteloze lening.
Thematische Technology Transfer
De TTT-regeling heeft als doel het vergroten van de beschikbaarheid van risicofinanciering voor kennisstarters. Dit wordt gedaan door middel van TTT-fondsen in de periode 2019 tot en met 2025. De investeringen van de fondsen revolveren en hebben een looptijd van maximaal 9 jaar.
RegMed XB
Voor een publiek privaat ondernemerschapsfonds voor regeneratieve geneeskunde RegMed XB wordt verspreid over enkele jaren in totaal € 15 mln beschikbaar gesteld in de vorm van een revolverende lening. Dit fonds richt zich op de financiering van innovaties, bedrijvigheid en kostenbeheersing door nieuwe medische oplossingen.
Subsidies
Smart Industry
Dit betreft de uitfinanciering van het subsidiedeel van de regeling Smart Industry (zie toelichting onder investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek met vermogensbehoud). Daarnaast is er € 3,5 mln beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de Implementatie-agenda Smart Industry 2018-2021, waaronder de regionale Smart Industry Hubs.
Haalbaarheidsstudies
Via Proof of Concept, onderdeel van de investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek (met vermogensbehoud), is verspreid over de jaren 2017-2021 € 4 mln beschikbaar gesteld voor haalbaarheidsstudies voor innovatieve TO2 starters. Met een haalbaarheidsstudie kan de innovatieve TO2 starter het proof of principle aantonen, evenals het commercieel perspectief van het beoogde product of proces of de beoogde dienst.
Thematische Technology Transfer
Dit betreft subsidies voor de genoemde activiteiten van de thematische samenwerkingsverbanden gericht op kennisoverdrachtsactiviteiten op een bepaald thema met als doel het helpen oprichten van kennisstarters in de periode 2019-2025. Tevens is er een beperkt budget voor managementkosten van de TTT-fondsen
Bijdragen aan agentschappen
Dit betreft de bijdrage aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor de uitvoering van de diverse regelingen van het Toekomstfonds, zoals het Innovatiekrediet, de Seed Capital regeling, Vroegefasefinanciering, Toekomstfondskrediet onderzoeksfaciliteiten, de TTT-regeling en de regeling Smart Industry.
Toelichting op de ontvangsten
De ontvangsten van het Toekomstfonds betreffen de op de EZK-begroting geraamde terugbetalingen van kredieten (hoofdsom en rente) in het kader van het Innovatiekrediet en Vroegefasefinanciering. Daarnaast worden de terugontvangsten van het Dutch Venture Initiative (DVI) en de Seed Capital regelingen verantwoord. Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengsten van rente, dividend en de verkoopwaarde van ondernemingen op het moment dat een fonds haar belangen daarin verkoopt.
Ook worden de ontvangsten in het kader van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen in het Toekomstfonds verantwoord. Dit betreft eventuele dividenden of in voorkomende gevallen de opbrengst van aandelenverkopen. Ook hebben de ontvangsten betrekking op de terugontvangst van de middelen die aan de ROM's ter beschikking zijn gesteld voor het verstrekken van de Coronaoverbruggingsleningen aan bedrijven.
De doelstelling bij artikel 4 is om in het kader van het klimaatbeleid in internationaal verband bij te dragen aan het realiseren van de doelen van de klimaatovereenkomst van Parijs en, in Europees verband, het beperken van de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met minstens 40% ten opzichte van 1990. De EU heeft inmiddels eind 2019 besloten dat de EU in 2050 klimaatneutraal moet zijn.
Afgeleid van klimaatneutraliteit in 2050 streeft Nederland samen met andere lidstaten naar een ambitieuzer klimaatdoel voor 2030 van 55%; Nationaal worden de doelen uit de Klimaatwet nagestreefd:
• een reductie van de emissies van broeikasgassen van 49% in 2030 ten opzichte van 1990
• een reductie van de emissies van broeikasgassen met 95% in 2050 ten opzichte van 1990
• een volledige CO2-neutrale elektriciteitsproductie in 2050.
Figuur 9 Uitstoot broeikasgassen Nederland in mld CO2-equivalenten.
Bron CBS. De cijfers voor 2019 zijn voorlopige cijfers.
In het kader van het energiebeleid werken we toe naar een CO2-arme energievoorziening die veilig, betrouwbaar en betaalbaar is, op zodanige wijze dat economische kansen worden verzilverd en energie in het ruimtelijk beleid is geïntegreerd. De belangrijkste maatschappelijke uitdagingen waarop gefocust wordt zijn de klimaat- en energietransitie en de goede technische en veilige invulling van de afbouw van de winning uit het Groningenveld.
Om het reductiedoel voor 2030 te realiseren wordt uitvoering gegeven aan de afspraken uit het Klimaatakkoord. Dit is vastgelegd in het Klimaatplan, waarmee wordt gestuurd op realisatie van de doelen uit de Klimaatwet. De maatregelen die het kabinet hiervoor neemt vormen een samenhangend pakket dat door verschillende partijen in verschillende sectoren wordt uitgevoerd. De maatregelen zijn er onder andere op gericht om CO2-reducerende technieken verder uit te rollen en rendabel te maken, knelpunten die een transitie naar een CO2-arme economie in de weg staan op te lossen en regionale en lokale samenwerking en participatie rond de transitie te versterken. Voor de kortere termijn stuurt het kabinet daarnaast nog op het realiseren van de doelstelling van 16% duurzame energie in 2023, die nog voortvloeit uit het Energieakkoord.
Om deze doelstellingen te bereiken zet EZK financiële instrumenten in zoals subsidies en garanties, maar ook niet-financiële instrumenten zoals het transitiegericht maken van energieregelgeving om de werking van de energiemarkt te verbeteren.
Het kabinet heeft een omvangrijk Urgenda-pakket vastgesteld om het doel van 25% CO2-reductie in 2020 en de jaren erna te behalen. Deze maatregelen zijn ook goed voor huishoudens en economische activiteit en zullen, door in te zetten op hernieuwbare energie en energiebesparing, tevens bijdragen aan de doelen van het Energieakkoord. De doelstelling voor het aandeel hernieuwbare energie van 14% zal in Nederland in 2020 desondanks niet gehaald worden. Het kabinet blijft maximaal inzetten op een groter aandeel hernieuwbare energie nationaal en zal daarnaast voor 2020 gebruik maken van de mogelijkheid tot statistische overdracht om te verzekeren dat de doelstelling wordt behaald. Als onderdeel van bredere samenwerking op het gebied van energie en klimaat is hier een akkoord over gesloten met Denemarken.
In oktober 2020 presenteert het kabinet de eerste Klimaatnota, die zal ingaan op de realisatie van de klimaatdoelen in 2030. Daarbij zullen ook de Klimaat- en Energieverkenning 2020 en eerste Klimaatmonitor een belangrijke rol spelen. Voor de uitkijk naar 2030 kan ook een eventueel aangescherpt EU-doel effect hebben op de klimaatopgave in Nederland. Daarom zal EZK in kaart brengen hoe Nederland aan de hogere Europese doelstelling zal kunnen bijdragen.
Op het gebied van het klimaatbeleid regisseert de Minister van EZK, op basis van de Klimaatwet, het nationale klimaatbeleid en de inhoudelijke lijn voor de nationale inbreng in de ontwikkeling van het Europese en het mondiale klimaatbeleid.
De Minister van EZK is verder op grond van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet, de Warmtewet en de Mijnbouwwet verantwoordelijk voor het energiebeleid. Hieruit vloeien de volgende verantwoordelijkheden voort:
Klimaatbeleid
Regisseren
– Regisseren van het nationale klimaatbeleid op basis van de nationale doelen en de werkwijze zoals deze is vastgelegd in de Klimaatwet, met het oog op het door Nederland nakomen van de (onder andere) in United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) en EU-verband gemaakte afspraken over het reduceren van CO2 en overige broeikasgasemissies. Hieronder valt ook het emissiehandelssysteem, waarin CO2-emissierechten worden toegewezen en geveild.
– De regie op de internationale aspecten van het klimaatbeleid, inclusief het politieke optreden en de vertegenwoordiging in de betreffende internationale gremia. Daaronder vallen onder andere de Europese Transport- en Milieuraad en relevante VN-bijeenkomsten.
(Doen)Uitvoeren
– De coördinatie van de Nederlandse inzet in internationaal kader bij de vaststelling van normen en plafonds, de vertaling daarvan naar Nederlandse wet- en regelgeving en de verdeling van doelstellingen over sectoren en milieuthema’s. De doelen en normen hebben betrekking op het reduceren van CO2-emissies, op de productie en de inzet van duurzame biobrandstoffen, op de mondiale uitfasering van ozonlaagafbrekende stoffen en van gefluorideerde broeikasgassen en op de handel in CO2-emissierechten (Emissions Trading System/ETS).
– De opdracht aan de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) voor het handelssysteem in CO2-emissierechten, waaronder het toewijzen en doen veilen van CO2-emissierechten. Ook de registratie van hernieuwbare energie voor het verkeer en de rapportage hierover ter controle van de duurzaamheid en de CO2-prestatie en het toezicht op de bijstook van duurzame biomassa bij energiecentrales zijn hier onderdeel van.
Stimuleren
Om de klimaatdoelen te behalen worden maatschappelijke partners proactief betrokken. De Minister van EZK stimuleert het in stand houden, aangaan en organiseren van allianties met en tussen bedrijven, branches, overheden, burgers en kennisorganisaties rondom de doelen uit de Overeenkomst van Parijs, het Klimaatakkoord en het Energieakkoord.
Energiebeleid
Regisseren
– Het regisseren van de realisatie van grote energie–infrastructuurprojecten die onder de Rijkscoördinatieregeling (RCR) vallen; dit betekent als projectminister, samen met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), verantwoordelijk voor de ruimtelijke inpassing van projecten en voor de coördinatie van benodigde vergunningen.
– Het versneld uitrollen van windenergie op zee richting 2030 en verder.
– Het actief participeren in Europese en internationale netwerken ten behoeve van energy governance, kennis brengen naar en leren van andere landen en instellingen, inclusief de bijdrage aan het internationale oliecrisisbeleid.
– Het creëren van randvoorwaarden waardoor de energievoorziening internationaal kan concurreren en het verdienpotentieel van de energiesector in relatie tot de energietransitie ten volle wordt benut.
– Het creëren van randvoorwaarden voor een doelmatige, veilige en verantwoorde winning van onze bodemschatten.
– Het bieden van mogelijkheden aan, en het faciliteren van, lokale duurzame energie-initiatieven.
– Het coördineren van het energiebesparingsbeleid via de verschillende vakministers.
– Het creëren van randvoorwaarden voor de ontwikkeling van innovatie-ecosystemen;.
– Het uitvoeren van de vergunningverlening voor de mijnbouw.
– Het creëren van randvoorwaarden voor een goede nucleaire (kennis)infrastructuur en veilige uraniumverrijking, met inbegrip van de taken die hierover zijn opgenomen in internationale verdragen, met het oog op de bewaking en beveiliging van de hierbij betrokken kennis en technologie.
Financieren
Het voeren van het financieel instrumentarium op de beleidsterreinen hernieuwbare energie, energiebesparing, energie-infrastructuur, mijnbouwklimaat en klimaat- en energie-innovatie, gericht op het realiseren van CO2-reductie en een goed werkend energiesysteem.
Stimuleren
– Het vergroten van het aandeel hernieuwbare energie conform afspraken Energieakkoord respectievelijk Klimaatakkoord en de Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED).
– Het stimuleren van energiebesparing(conform afspraken Energieakkoord respectievelijk Klimaatakkoord en de Europese Energie-Efficiency Richtlijn (EED).
– Het stimuleren van de ontwikkeling en gebruik van klimaat- en energie-innovaties.
– Het stimuleren van de verdergaande reductie van CO2-uitstoot van en energiebesparing bij energiebedrijven en industrie.
– Het stimuleren van goed werkende nationale en Europese energiemarkten met een adequate infrastructuur en bijbehorende wetgeving.
– Het stimuleren van de transitie naar een duurzame en betrouwbare energievoorziening.
Prestatie-indicatoren | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | Ambitie 2020 | Ambitie 2030 | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Reductie van de emissies van broeikasgassen t.o.v. 1990 | 11,6% | 11,7% | 12,6% | 15,1% | 18,0% | 25%1 | 49% | RIVM, KEV2019 |
2. Gerealiseerde hernieuwbare elektriciteit op land (wind en zon-pv in TWh) | 7,28 | 7,64 | 8,47 | 9,78 | 12,58 | n.v.t.2 | 35 TWh | CBS, KEV2019 |
3. Gerealiseerde hernieuwbare elektriciteit op zee (in Twh) | 1,03 | 2,32 | 3,38 | 3,45 | 3,57 | n.v.t.2 | 49 TWh | CBS, KEV2019 |
4. Aandeel duurzame energie (% van het totale energieverbruik) | 5,8% | 6,0% | 6,6% | 7,4% | 8,7% | 14% | n.v.t.3 | CBS, PBL |
In het vonnis van de Urgenda-zaak is uitgesproken dat de Staat 25% CO-reductie in 2020 ten opzichte van 1990 moet realiseren.
De indicatoren voor het Klimaatakkoord hebben een ambitie voor 2030 geformuleerd, niet voor 2020.
Er is geen ambitie geformuleerd voor het jaar 2030 omdat deze indicator onderdeel is van het Energieakkoord. De ambitie van deze indicator is vastgesteld voor het jaar 2023 op 16%.
De prestatie-indicatoren 1 tot en met 3 vloeien voort uit het Klimaatakkoord, de prestatie-indicator 4 uit het Energieakkoord.
Voor het aandeel duurzame energieproductie is een ambitie geformuleerd voor 2020 (14%) en 2023 (16%).
De gerealiseerde hernieuwbare elektriciteit op land betreft waterkracht, wind op land, zon en biomassa voor elektriciteit.
Meer informatie is te vinden bij de NEa (o.a. voor het klimaatbeleid en het Emissions Trading System). Overige informatieve links zijn: EBN, PBL (feiten en cijfers over energie en energievoorziening), CBS (Energiebalans: aanbod, omzetting en verbruik), RVO.nl (publicaties en documenten inzake duurzame energieproductie), energieopwek.nl (online benadering van dagelijks opgewekte duurzame energie).
Kengetallen | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Aantal energieprojecten dat subsidie ontvangt op basis van MEP, SDE of SDE+ | 11.905 | 12.128 | 12.681 | 13.495 | 15.597 | 19.034 | RVO.nl |
waarvan aantal windparken op land | 630 | 507 | 377 | 322 | 416 | 513 | |
waarvan aantal windparken op zee | 2 | 3 | 5 | 4 | 4 | 3 | |
waarvan aantal zon-PV projecten | 10.952 | 11.261 | 11.907 | 12.730 | 14.715 | 18.025 | |
waarvan aantal biomassa-projecten | 292 | 323 | 355 | 397 | 410 | 430 | |
waarvan aantal overige (covergisting, wkk, geothermie e.d.) | 29 | 34 | 37 | 42 | 52 | 63 | |
2. Bedrag verstrekte garanties garantieregeling aardwarmte | 31.873 | 27.675 | 11.050 | RVO.nl | |||
Aantal verstrekte garanties garantieregeling aardwarmte | 4 | 4 | 1 | ||||
3. Bedrag uitgekochte woningen op basis van uitkoopregeling | 24.380 | 20.988 | 15.978 | RVO.nl | |||
Aantal uitgekochte woningen op basis van uitkoopregeling | 64 | 56 | 44 | ||||
4. Aantal gesubsidieerde projecten op basis van de Tenderregeling Energie-innovatie | 115 | 130 | 99 | 105 | 230 | 128 | RVO.nl |
5. Aantal gesubsidieerde projecten op basis van de DEI/DEI+ | 15 | 21 | 23 | 22 | 15 | 87 | RVO.nl |
6. Aantal gesubsidieerde projecten op basis van de HER | 32 | 37 | 27 | 26 | 21 | 18 | RVO.nl |
7. Aantal deelnemende bedrijven bij TKI | 612 | 1.150 | 1.200 | 1.400 | 1.800 | 2.100 | RVO.nl |
Beleidswijzigingen Klimaatbeleid
Uitvoering Klimaatakkoord
In lijn met de afspraken uit het Regeerakkoord heeft het kabinet een Klimaatakkoord uitgewerkt met maatschappelijke partijen dat als doel heeft om de uitstoot van broeikasgassen met 49% te beperken in 2030 ten opzichte van 1990. Op 28 juni 2019 heeft het kabinet het definitieve Klimaatakkoord gepresenteerd (Kamerstuk 32 813, nr. 342).
In 2020 zijn er belangrijke mijlpalen bereikt in de uitvoering van het Klimaatakkoord: de SDE++ wordt voor het eerst opengesteld, concept-Regionale Energiestrategieën (RES'en) zijn opgesteld en de rijksvisie marktontwikkeling voor de energietransitie (Kamerstuk 32 813, nr. 536) is gepresenteerd. Ook zal in oktober 2020 de eerste Klimaatnota gepresenteerd worden, als onderdeel van de monitorings- en borgingscyclus uit de Klimaatwet. In 2021 volgt een aantal belangrijke aanvullende mijlpalen: de CO2-heffing voor de industrie wordt van kracht, de definitieve Regionale Energiestrategieën (RES'en) worden gepresenteerd en de transitievisies Warmte worden in elke gemeente vastgesteld. Met deze en andere maatregelen wordt een stevig fundament gelegd voor de verdere transitie de komende jaren.
Europese Klimaatdoelen
De EU heeft eind 2019 tijdens de Europese Raad besloten om als eerste continent in de wereld in 2050 klimaatneutraal te zijn, op basis daarvan haar lange termijn strategie vastgesteld en heeft deze in maart 2020 aan het UNFCCC-secretariaat gecommuniceerd. Nederland blijft met de andere ambitieuze landen (de ‘kopgroep’) samenwerken om eind dit jaar het doel voor 2030 aan te scherpen naar 55%. Daarvoor is het van belang dat de Europese Commissie tijdig haar Impact Assessment uitbrengt, die als basis voor de besluitvorming over de ophoging dient. Er wordt een analyse uitgevoerd van de impact van de Europese Green Deal op het nationale klimaatbeleid.
Daarnaast werkt Nederland met klimaatambitieuze landen samen om de economische herstelmaatregelen om uit de COVID-19 crisis te komen te integreren met de Green Deal en het European Green Deal Investment Plan. Daarbij wordt gekeken naar mogelijkheden om maatregelen naar voren te halen om een groen herstel te versterken. Ook wil het kabinet dat de EU-uitgaven de klimaat- en milieudoelen van de EU niet schaden en dat volledige afhankelijkheden van fossiele brandstoffen worden voorkomen. Tevens blijft de inzet om in het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK) minimaal 25% te besteden aan klimaatgerelateerde uitgaven en de overige 75% bij te laten dragen aan het behalen van de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs.
Uitvoering Urgenda-vonnis
Op 24 april 2020 heeft het kabinet aanvullende maatregelen gepresenteerd om uitvoering te geven aan het Urgenda-vonnis om in 2020 en de jaren daarna de CO2-uitstoot terug te brengen met 25% ten opzichte van 1990 (Kamerstuk 32 813, nr. 496). De uitvoering van deze maatregelen is per direct opgepakt; vanwege de doorlooptijd van de uitvoering van diverse maatregelen, waaronder aanpassing van wet- en regelgeving en het moeten doorlopen van staatssteunprocedures, zal het volledige reductiepotentieel van maatregelen vermoedelijk in 2021 worden gerealiseerd. Het kabinet heeft diverse maatregelen in verschillende sectoren aangekondigd, waarmee op korte termijn CO2-reductie kan worden gerealiseerd en die op draagvlak kunnen rekenen en handelingsperspectief bieden aan burgers en bedrijven om zelf mee te doen aan de transitie.
Kolencentrales
In de brief over de uitvoering van het Urgenda-vonnis (Kamerstuk 32 813, nr. 496) geeft het kabinet aan dat het in aanvulling op de wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie er voor kiest om een forse CO2-reductie te realiseren door de komende jaren de elektriciteitsproductie met kolen substantieel terug te dringen. Het kabinet richt zich op maatregelen die maximale CO2-reductie realiseren, terwijl ook de leveringszekerheid gegarandeerd blijft. Uitgangspunt is dat de elektriciteitsproductie met kolen in 2021, 2022 en 2023 wordt beperkt tegen een passende nadeelcompensatie. Doel daarbij is om jaarlijks een aanvullende CO2-reductie te realiseren van circa 5 tot 7,5 Mton, terwijl de centrales in de positie blijven om eventuele leveringszekerheidsrisico’s op te vangen.
Beleidswijzigingen Energiebeleid
Energiewet
Het in de Wetgevingsagenda Energietransitie (Kamerstuk 30 196, nr. 566) aangekondigde wetsvoorstel Energiewet zal in 2021 bij de Tweede Kamer worden ingediend. In dit wetsvoorstel worden afspraken uit het Klimaatakkoord, met name van de elektriciteitstafel, in wetgeving omgezet (Kamerstuk 32 813, nr. 394) en worden de aangekondigde maatregelen in de Kamerbrief over de Energiewet uitgevoerd (Kamerstuk 30 196, nr. 669). Ook wordt hiermee het vierde elektriciteitspakket van de EU geïmplementeerd (Kamerstuk 30 196, nr. 644). Het wetsvoorstel is samen te vatten in zes pijlers:
– Pijler I: een versterkt kader voor toekomstige systeemintegratie
– Pijler II: energiedata als noodzakelijke en kansrijke informatie
– Pijler III: efficiënter hernieuwbare elektriciteit aansluiten, transporteren en distribueren
– Pijler IV: meer ruimte voor nieuwe marktinitiatieven
– Pijler V: borgen en versterken van de positie van de eindafnemer
– Pijler VI: versterking toezicht en stroomlijning van de wetgeving
Doorontwikkeling SDE++
In het Regeerakkoord heeft het kabinet aangekondigd de inzet van de middelen voor de SDE+ te verbreden van hernieuwbare energieproductie naar CO2-reductie. Op deze manier worden de beschikbare middelen ingezet om een zo groot mogelijke CO2-reductie te realiseren en daarmee bij te dragen aan de ambities voor 2030. Voor maatregelen die kosteneffectief bijdragen aan CO2-reductie, maar die op dit moment niet onder de SDE+ vallen, wordt onderzocht of en hoe deze het beste ondersteund kunnen worden. In het begin van 2021 wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de nieuwe regeling en welke technieken worden opengesteld in het najaar van 2021.
Programma Energiehoofdstructuur
In het Klimaatakkoord en in het ontwerp van de Nationale Omgevingsvisie is aangekondigd dat het Rijk een nieuw programma zal ontwikkelen voor de ruimtelijke planning van het energiesysteem.
De ambitie van het Programma Energiehoofdstructuur is om tijdig te zorgen voor voldoende ruimte voor de nationale energiehoofdstructuur, op basis van een integrale afweging met andere opgaven en belangen, binnen een (inter)nationale context en waarbij een goede leefomgevingskwaliteit randvoorwaarde is. Het programma heeft betrekking op ruimtelijk beleid op land en de grote wateren en hanteert als tijdshorizon 2030-2050. Het gaat dus over het gehele Nederlandse grondoppervlak, uitgezonderd de Noordzee.
Medio 2021 worden de eerste ruimtelijke voorkeursstrategieën voor 2030 en 2050 vastgesteld. In 2022 volgt vaststelling van het programma.
Regionale Energiestrategieën (RES'en)
Overal in Nederland zijn gemeenten, provincies en waterschappen aan de slag met het RES-proces. Door coronamaatregelen is het tijdsschema van de RES’en verruimd. Op 1 oktober 2020 zal de bestuurlijk vastgestelde concept-RES aangeleverd moeten zijn bij het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). De PBL-analyse van de concept-RES’en komt op 1 februari 2021 beschikbaar, samen met de analyse van het Nationaal Programma RES. De verdeelsystematiek van de landelijke duurzame opwekopgave van 35 TWh aan zon en wind – waar nodig – wordt gepland voor 1 februari 2021 en de RES 1.0 dient op 1 juli 2021 aangeleverd te worden. Om van de concept-RES naar een definitieve RES te gaan, waarin de plannen zoveel mogelijk geconcretiseerd worden, vraagt inzet van alle overheidslagen. Het Rijk (BZK, EZK) speelt hierin een rol als een actieve, gecommitteerde partner in het RES-proces. Dit doet het Rijk niet alleen vanuit de borging van de afspraken uit het Klimaatakkoord, maar ook vanuit zijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden in het klimaat- en energiebeleid, de betrouwbaarheid en betaalbaarheid van het energiesysteem, de inzet van Rijksgronden en -vastgoed en de borging van nationale belangen en ruimtelijke uitgangspunten voor de RES.
Kaders voor risicobeleid voor de energietransitie
Zoals eind 2019 aangekondigd (Aanhangsel van de Handelingen 2019-2020, nr. 852) werkt het Ministerie van EZK samen met andere departementen aan algemene beleidsuitgangspunten voor het omgaan met veiligheids- en gezondheidsrisico’s van de energietransitie. Voor de transitie naar een duurzame, betrouwbare, veilige en betaalbare energievoorziening is het essentieel dat er voldoende aandacht is voor verantwoord omgaan met risico’s, naast ruimte voor pragmatisch al doende leren en verbeteren en voor het nuchter aanvaarden van restrisico’s en onzekerheid. Het risicobeleid voor de energietransitie wordt gebaseerd op generiek risicobeleid van IenW, BZK, EZK en J&V en rapporten van adviesraden zoals de WRR, de ROB en de RLI, en krijgt de vorm van zes uitgangspunten. Deze zijn bedoeld als basis om consistent risicobeleid te bepalen voor waterstof, aardwarmte, CCS en dergelijke, in aanvulling op bestaande beleidskaders.
Tegelijkertijd heeft EZK studies in gang gezet om meer inzicht te krijgen in de feitelijke risico’s van duurzame energie. Deze leveren als eerste beeld op dat de energietransitie niet alleen een reductie van broeikasgasemissies zal opleveren, maar ook een verbetering in veiligheid en gezondheid. Een vervolgonderzoek door RIVM is onlangs op verzoek van EZK van start gegaan.
Expertise Centrum Warmte
Het Expertise Centrum Warmte (ECW) heeft haar ondersteuningsmogelijkheden voor gemeenten uitgebreid. In 2021 heeft het extra geld beschikbaar voor het uitvoeren van de regeling Extern Advies Warmtetransitie, waarmee gemeenten expertise kunnen inkopen voor de ontwikkeling van hun Transitievisie Warmte.
ISDE
Zoals aangekondigd in de Kamerbrief over het Klimaatakkoord (Kamerstuk 32 813, nr. 342) zal de regeling Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) worden verbreed. Vanaf 2021 zal de regeling zich naast investeringen in warmtepompen en zonneboilers ook richten op investeringen in de isolatie van woningen.
Investeringen in het Energiesysteem op basis van verkenningen
Het Programma Energiehoofdstructuur vormt de ruimtelijke beleidsmatige basis voor investeringen van marktpartijen en netbeheerders in de ontwikkeling van het energiesysteem van nationaal belang. EZK is hierbij, vanuit de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en in de toekomst de Omgevingswet, het bevoegd gezag bij projecten van nationaal belang (Rijkscoördinatieregeling, Wro en projectbesluit Omgevingswet). De manier waarop EZK deze bevoegdheid invult, gaat veranderen. In lijn met het Klimaatakkoord is het de bedoeling om flexibeler om te gaan met de toepassing van een projectbesluit door het Rijk voor genoemde energie-infrastructurele werken. Enerzijds zal het Rijk waar mogelijk de ruimtelijke besluitvorming overlaten aan de decentrale overheden en haar projectbevoegdheid dan ook op verzoek overdragen. Anderzijds zal het Rijk, indien dit nodig is voor de voortgang van de energietransitie, ook zijn eigen verantwoordelijkheid nemen in lijn met de Omgevingswet. In de Energiewet zal dit verder uitgewerkt worden.
Verduurzaming van het Nederlandse gassysteem
Gasvormige energiedragers hebben een onvervangbare rol in de verduurzamingsopgave van het energiesysteem. Het kabinet zet in op de ontwikkeling van hernieuwbare gassen, zoals groen gas en waterstof, als alternatief voor aardgas om de toekomstige gasbehoefte duurzaam in te kunnen vullen. Aardgas blijft de komende decennia noodzakelijk, totdat er genoeg hernieuwbare gassen beschikbaar zijn. In de brief aan de Tweede Kamer over de rol van gas in het energiesysteem van nu en in de toekomst (Kamerstuk 32 813, nr. 486) is de rol van deze drie gasvormige energiedragers (aardgas, groen gas, waterstof) uitgelegd.
Het voorstel tot wijziging van de Mijnbouwwet in verband met het verwijderen of hergebruiken van mijnbouwwerken en de investeringsaftrek, dat in de vorige begroting was aangekondigd om in de tweede helft van 2019 te worden ingediend bij de Tweede Kamer, is op 19 mei 2020 bij de Tweede Kamer ingediend. In de hierboven genoemde Kamerbrief over de rol van gas in het energiesysteem van nu en in de toekomst is aangegeven dat naar alternatieven wordt gezocht voor de aangekondigde verhoging tot 40% van de investeringsaftrek die alleen geldt voor gaswinning op de Noordzee. Teneinde tot snelle invoering van de investeringsaftrek te komen is ervoor gekozen om de investeringsaftrek zowel op zee als land van toepassing te doen zijn. Dit voorstel is opgenomen in het wetsvoorstel en zal naar verwachting op 1 januari 2021 in werking kunnen treden. Aangezien de mijnbouwondernemingen op land vrijwillig afzien van het toepassen van de investeringsaftrek bij gaswinning op land zijn er geen aanvullende budgettaire consequenties.
In de Routekaart Groen Gas (Kamerstuk 32 813, nr. 487) heeft het kabinet een beleidsagenda geschetst om de productie van groen gas te bevorderen. Deze beleidsagenda wordt in 2021 uitgevoerd en omvat onder meer het bezien van alternatieve instrumenten om groen gas productie te ondersteunen, waaronder fiscale differentiatie, een bijmengverplichting of een separaat subsidie-instrument. Ook zet het kabinet in op sterk flankerend beleid (onderzoek, R&D, kaderstelling) op het gebied van innovatie, netbeheer, locatiebeschikbaarheid en biomassa. Voor de Transitievisies Warmte die gemeenten in 2021 zullen opstellen, heeft het kabinet duidelijkheid geboden over de positie van groen gas in de warmtetransitie.
De kabinetsvisie waterstof (Kamerstuk 32 813, nr. 485) bevat een uitgebreide beleidsagenda, gebaseerd op de afspraken in het Klimaatakkoord. Het jaar 2021 staat in het teken van het in gang zetten van de eerste concrete beleidswijzigingen. Centrale uitdaging is het op gang brengen van een duurzame waterstofketen en met name de opschaling en kostenreductie van de productie van duurzame waterstof. Het kabinet heeft aangeven hierin de regie te nemen. EZK gaat dan ook op een aantal terreinen het beleid vormgeven. In 2020 draaide dit met name om het voorbereiden van de benodigde wet- en regelgeving voor onderwerpen als marktordening, de taken van netbeheerders, hergebruik van infrastructuur, certificering en veiligheid; in 2021 wordt dit in de praktijk gebracht. Daarnaast komt EZK in 2021 op basis van de uitkomsten van onderzoeken met een aanpak voor een koppeling van waterstofproductie en windparken op zee en bijmenging van waterstof in het gasnet om de marktontwikkeling te stimuleren.
Een cruciaal onderdeel van het waterstofprogramma is de opschaling van de productiecapaciteit voor groene waterstof, het kabinet stelt hiervoor vanaf 2021 een budget van € 35 mln per jaar ter beschikking.
Afhandeling Mijnbouwschade
Op 10 juli 2019 (Kamerstuk 32 849, nr. 189) is de Tweede Kamer geïnformeerd over het streven om een oplossing te zoeken voor burgers die worden geconfronteerd met schade aan hun huis als gevolg van mijnbouw van meer dan 30 jaar geleden, waarbij het recht op vergoeding van deze schade is verjaard, dan wel niet meer vergoed kan worden door de toenmalige verantwoordelijke mijnbouwonderneming omdat deze onderneming 30 jaar na beëindiging van de mijnbouwactiviteiten is opgeheven. Burgers moeten enerzijds niet met schade blijven zitten en de mijnbouwbedrijven en rechtsopvolgers kunnen anderzijds niet zonder meer met claims uit een ver verleden worden geconfronteerd.
De schadeafhandeling zal een onderdeel worden van de landelijke aanpak, waar de onafhankelijke en deskundige Commissie Mijnbouwschade zorgt voor een transparante behandeling en beoordeling van de schadeclaims. De Commissie is vanaf 1 juli 2020 operationeel. Voor het herstel van verjaarde en niet meer te verhalen mijnbouwschades is een fonds noodzakelijk. In 2020 zal EZK de eerste middelen voor dit fonds beschikbaar stellen.
Wijziging rol EBN
In 2018 is een motie ingediend door Kamerlid Beckerman (Kamerstuk 30 175, nr. 277) waarin werd verzocht: «…met een toekomstvisie op de rol van EBN te komen, waarbij het loslaten van de fossiele belangen en zich richten op duurzame energie het uitgangspunt vormt.»
Momenteel wordt met een Kamerbrief gewerkt aan een antwoord op deze motie en aan het identificeren van nieuwe mogelijke publieke taken voor EBN die consequenties zouden kunnen hebben voor artikel 82 van de Mijnbouwwet. In deze Kamerbrief wordt duidelijk dat EBN, als beleidsdeelneming met veel kennis en kunde op het gebied van de diepe ondergrond en grootschalige energieprojecten, op onder meer aardwarmte, CCS, groen gas, waterstof en energieopslag van toegevoegde waarde is en kan zijn. Om deze reden is eerder besloten tot deelname van EBN in aardwarmteprojecten en in het CCS-project Porthos. De genoemde Kamerbrief zal naar verwachting in het najaar van 2020 naar de Kamer worden verzonden.
EU-energiedossier
Op 11 december 2019 heeft de Europese Commissie de mededeling over de Europese Green Deal gepresenteerd. In de loop van 2020 en de eerste helft van 2021 zal de Europese Commissie vervolgens met een serie voorstellen komen op het terrein van energie ter invulling van de Green Deal. Dit betreft onder andere een strategie voor integratie van het energiesysteem, een strategie voor het ontwikkelen van wind op zee, een herziening van de Trans-Europese Energienetwerk (TEN-E) verordening en een aanpassing van de richtlijn energiebelastingen. Ten slotte zal de Commissie, indien het broeikasgasdoel van de EU voor 2030 wordt verhoogd naar 50-55%, ook in 2021 de relevante energiewetgeving in lijn brengen met deze doelstelling. Dat betekent concreet herzieningen van onder andere de Richtlijn hernieuwbare energie en de Richtlijn energie-efficiëntie.
Uitwerking landenspecifieke aanbevelingen (motie Schouw)
De Europese Commissie heeft in 2020 een landenspecifieke aanbeveling gedaan om investeringen toe te spitsen op de groene en digitale transitie, onder andere op de ontwikkeling van duurzame infrastructuur en het schoon en efficiënt opwekken en gebruiken van energie. Het kabinet erkent in zijn reactie dat een ambitieus klimaat- en energiebeleid en digitaliseringsbeleid essentieel is voor het toekomstige verdienvermogen van Nederland (brief van 5 juni 2020, Kamerstuk 21 501-20, nr. 1558). De ontwikkeling van duurzame infrastructuur is de inzet van het Programma Energiehoofdstructuur, waarin een nieuwe ruimtelijke planning van het energiesysteem wordt opgezet. Voor de ontwikkeling van het efficiënt opwekken van energie wordt de SDE+ in 2021 verbreed van hernieuwbare energieproductie naar CO2-reductie. Ook voor maatregelen die kosteneffectief bijdragen aan CO2-reductie, maar die op dit moment niet onder de SDE+ vallen, wordt nog onderzocht of en hoe deze het beste ondersteund kunnen worden. De Kamer zal hierover geïnformeerd worden.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 10.752.857 | 10.763.426 | 6.077.587 | 709.639 | 683.152 | 634.387 | 629.928 |
waarvan garantieverplichtingen | 71.700 | 66.600 | |||||
waarvan overige verplichtingen | 10.752.857 | 10.691.726 | 6.010.987 | 709.639 | 683.152 | 634.387 | 629.928 |
Uitgaven | 2.925.027 | 3.739.495 | 3.373.090 | 3.927.477 | 4.425.174 | 4.489.154 | 4.319.797 |
waarvan juridisch verplicht | 87% | ||||||
Subsidies (regelingen) | 1.664.641 | 2.291.906 | 3.031.902 | 3.559.766 | 4.107.742 | 4.173.043 | 4.006.966 |
Missiegedraven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) | 57.589 | 45.704 | 49.470 | 51.923 | 48.909 | 46.172 | 43.700 |
Hernieuwbare Energietransitie (HER+) | 26.535 | 39.423 | 47.440 | 42.140 | 45.540 | 42.000 | 25.540 |
Energie-efficiency | 3.281 | 3.083 | 2.368 | 2.368 | 2.368 | 2.368 | 2.368 |
Green Deals | 118 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 |
Demonstratieregeling Klimaat- en Energie-innovatie (DEI+) | 42.139 | 44.690 | 67.232 | 74.694 | 70.537 | 66.079 | 64.976 |
Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS) | 1.392 | 2.500 | 4.941 | 6.075 | 4.296 | 1.696 | 1.696 |
Projecten Klimaat en Energieakkoord | 1.708 | 622 | 4.491 | 4.491 | 4.616 | 4.870 | 4.870 |
MEP | 1.515 | 591 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
SDE | 559.025 | 694.867 | 663.831 | 687.400 | 648.200 | 559.800 | 515.500 |
SDE+ | 706.742 | 1.173.219 | 1.830.414 | 2.503.508 | 3.132.956 | 3.288.976 | 3.215.219 |
Aardwarmte | 20.000 | 15.000 | 15.000 | 17.500 | 17.500 | 25.000 | 0 |
ISDE-regeling | 84.368 | 104.000 | 130.000 | 130.000 | 100.000 | 100.000 | 100.000 |
Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS) | 40.313 | 110.625 | 179.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Carbon Capture and Storage (CCS) | 6.586 | 7.888 | 4.380 | 2.880 | 3.480 | 5.480 | 5.480 |
Subidieregeling Energiebesparing en duurzame energie sportaccommodaties (EDS) | 36 | 65 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Hoge Flux Reactor | 7.250 | 7.251 | 6.401 | 6.401 | 6.401 | 5.401 | 5.401 |
Elektrisch rijden | 42 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Caribisch Nederland | 6.791 | 24.784 | 12.844 | 4.144 | 4.144 | 4.144 | 4.144 |
Overige subsidies | 16.711 | 5.194 | 5.625 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Maatregelen voor CO2-reductie | 82.500 | 11.900 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Postcoderoosregeling | 0 | 0 | 2.965 | 5.742 | 8.295 | 10.557 | 12.572 |
Nationale co-financiering EU Innovation Fund | 0 | 0 | 5.000 | 20.000 | 10.000 | 10.000 | 5.000 |
Leningen | 3.000 | 4.000 | 5.000 | 61.400 | 9.000 | 10.000 | 9.000 |
Lening EBN | 3.000 | 4.000 | 5.000 | 61.400 | 9.000 | 10.000 | 9.000 |
Garanties | 0 | 4.500 | 600 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verliesdeclaratie aardwarmte | 0 | 4.500 | 600 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 6.718 | 10.719 | 11.234 | 11.985 | 11.610 | 11.760 | 11.760 |
Onderzoek mijnbouwbodembeweging | 1.937 | 2.466 | 1.720 | 2.020 | 1.570 | 1.570 | 1.570 |
SodM onderzoek | 0 | 1.925 | 2.025 | 2.425 | 2.500 | 2.500 | 2.500 |
Joint Implementation | 1.368 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitvoeringsagenda Klimaat | 288 | 577 | 623 | 623 | 623 | 623 | 623 |
Klimaat mondiaal | 120 | 477 | 327 | 378 | 378 | 378 | 378 |
Onderzoek en opdrachten | 3.005 | 5.274 | 6.539 | 6.539 | 6.539 | 6.689 | 6.689 |
Bijdrage aan agentschappen | 75.957 | 88.036 | 76.498 | 74.370 | 78.838 | 76.468 | 72.788 |
Bijdrage aan RVO.nl | 66.634 | 71.973 | 56.861 | 56.713 | 61.552 | 61.552 | 61.552 |
Bijdrage aan Agentschap Telecom | 461 | 4.820 | 6.050 | 6.050 | 3.680 | ||
Bijdrage aan NEa | 5.962 | 8.862 | 7.194 | 6.664 | 6.287 | 6.287 | 6.287 |
Bijdrage aan KNMI | 1.419 | 1.699 | 1.239 | 1.239 | 1.245 | 1.245 | 1.245 |
Bijdrage aan NVWA | 703 | 814 | 867 | 867 | 867 | 867 | 867 |
Bijdrage aan RIVM | 0 | 52 | 1.565 | 1.565 | 1.565 | 1.565 | 1.565 |
Bijdrage aan RWS | 1.239 | 4.175 | 3.952 | 1.272 | 1.272 | 1.272 | 1.272 |
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s | 142.831 | 134.010 | 142.567 | 142.573 | 142.573 | 142.723 | 142.723 |
Doorsluis COVA-heffing | 110.088 | 100.450 | 111.000 | 111.000 | 111.000 | 111.000 | 111.000 |
TNO kerndepartement | 31.637 | 32.218 | 29.875 | 29.881 | 29.881 | 29.881 | 29.881 |
TNO-SodM | 1.106 | 1.342 | 1.692 | 1.692 | 1.692 | 1.842 | 1.842 |
Bijdrage aan medeoverheden | 15.978 | 23.765 | 27.579 | 1.340 | 0 | 0 | 0 |
Uitkoopregeling | 15.978 | 23.765 | 27.579 | 1.340 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 10.800 | 14.202 | 10.377 | 9.710 | 9.078 | 8.827 | 10.227 |
ECN-NRG | 9.008 | 12.429 | 8.793 | 8.118 | 7.486 | 7.235 | 8.635 |
Internationale contributies | 1.792 | 1.773 | 1.584 | 1.592 | 1.592 | 1.592 | 1.592 |
Stortingen begrotingsreserve | 1.005.102 | 1.168.357 | 67.333 | 66.333 | 66.333 | 66.333 | 66.333 |
Storting in begrotingsreserve duurzame energie | 993.682 | 1.167.657 | 66.333 | 66.333 | 66.333 | 66.333 | 66.333 |
Storting begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie | 11.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Storting in begrotingsreserve aardwarmte | 420 | 700 | 1.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 2.390.399 | 3.557.003 | 3.379.371 | 3.226.091 | 3.862.391 | 4.016.091 | 3.922.091 |
Ontvangsten COVA | 110.088 | 111.000 | 111.000 | 111.000 | 111.000 | 111.000 | 111.000 |
Opbrengst heffing ODE (SDE+) | 1.631.970 | 2.411.000 | 2.648.000 | 2.692.000 | 2.838.300 | 3.062.000 | 3.198.000 |
Ontvangsten zoutwinning | 2.399 | 2.511 | 2.511 | 2.511 | 2.511 | 2.511 | 2.511 |
Onttrekking reserve Duurzame Energie | 78.000 | 236.020 | 235.680 | 0 | 450.000 | 400.000 | 150.000 |
ETS-ontvangsten | 440.136 | 380.000 | 370.000 | 410.000 | 450.000 | 430.000 | 450.000 |
Onttrekking begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie | 115.790 | 390.610 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Diverse ontvangsten | 12.016 | 25.862 | 12.180 | 10.580 | 10.580 | 10.580 | 10.580 |
Budgetflexibiliteit
Subsidies: Van het totale subsidiebudget is 91% juridisch verplicht. Dit percentage is hoog als gevolg van uitfinanciering van tot en met 2020 aangegane verplichtingen, met name langlopende uitbetalingen op reeds afgegeven beschikkingen in het kader van de SDE en verplichtingen die in 2011 tot en met 2020 zijn aangegaan voor de SDE+. Omdat het resterende budget van de duurzame energieregelingen in de begrotingsreserve duurzame energie gestort zal worden, is het subsidiebudget weinig flexibel.
Leningen: Van het voor leningen beschikbare budget is 100% juridisch verplicht. Het betreft hier de uitbetaling van de eerder aan EBN verstrekte lening om deelname aan aardwarmteprojecten mogelijk te maken.
Opdrachten: Van het opdrachtenbudget is 27% juridisch verplicht. Het betreft uitfinanciering van in voorgaande jaren verstrekte opdrachten, met name voor projecten op het gebied van mijnbouw/bodembeweging, energie- en klimaatonderzoek en ter ondersteuning van de uitvoering van de Rijkscoördinatieregeling (RCR). Het resterende budget is voor een groot deel bestuurlijk gebonden, onder meer door de afspraken die zijn gemaakt over het Kennisprogramma Effecten Mijnbouw (KEM), de wettelijke taken van EZK op het gebied van de RCR en de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) en de verplichting planschade als gevolg van energieprojecten te vergoeden.
Bijdragen aan agentschappen: Het budget betreft de financiering van de opdracht 2021 aan RVO.nl, NVWA, het KNMI, AT, de NEa, het RIVM en RWS en is 100% juridisch verplicht.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s: Op dit onderdeel is sprake van zeer beperkte budgetflexibiliteit, hoewel slechts 18% van het budget juridisch verplicht is. Deze beperkte budgetflexibiliteit vloeit met name voort uit de doorsluis van de COVA-heffing op aardolieproducten, bedoeld voor het dekken van de kosten van het aanhouden van strategische olievoorraden. Dit is gebaseerd op nationale en internationale wetgeving. Daarnaast wordt de bijdrage aan TNO (energie-, klimaat- en mijnbouwonderzoek) uit dit budget bekostigd.
Bijdragen aan medeoverheden: Het budget betreft de bijdrage van EZK aan de kosten van uitkoop van woningen die loodrecht onder hoogspanningslijnen staan. De regeling is per 1 januari 2017 opengesteld en wordt door de betrokken gemeenten uitgevoerd. Het budget is daarmee niet juridisch verplicht, maar zeer beperkt flexibel, aangezien het kabinet naar de betrokken huiseigenaren heeft aangegeven dat de uitkoopregeling een looptijd van vijf jaar kent.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties: Van het beschikbare budget voor (inter)nationale organisaties is 58% juridisch verplicht, vooral door de bijdrage aan NRG ten behoeve van nucleaire activiteiten. Daarnaast worden uit dit onderdeel de jaarlijkse contributies aan internationale klimaat- en energieorganisaties gefinancierd. Dit betekent dat er op dit onderdeel sprake is van enige budgetflexibiliteit, zij het beperkt op de korte termijn.
Storting in begrotingsreseves: het voor stortingen in de reserves beschikbare budget is 100% juridisch verplicht. Bij de reserve duurzame energie gaat het in 2020 om de storting van de in 2020 verwachte onderuitputting op de voor de SDE, de SDE+ en de ISDE beschikbare budgetten. Voor 2021 en verder betreft het de terugstorting in de reserve duurzame energie van in totaal € 398 mln die in de periode 2015 tot en met 2020 tijdelijk aan de reserve was onttrokken.
Subsidies
Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI)
De Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) regeling ondersteunt integrale innovatieve oplossingen die wezenlijk bijdragen aan het realiseren van de doelen uit het Klimaatakkoord. De MOOI stimuleert een brede samenwerking van bedrijven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en overheden die samen een consortium kunnen vormen en actief worden uitgedaagd om eindgebruikers, ontwikkelaars en vernieuwers en uitdagers uit het MKB te betrekken. Op die manier hebben innovaties een grotere kans op succes. De MOOI richt zich op de thema’s 'Wind op zee', 'Hernieuwbare energie op land', «Gebouwde omgeving» en 'Industrie'. De Meerjarige Missiegedreven Innovatie Programma’s (MMIP's) van de Topsector Energie beschrijven de innovatieopgaven van deze klimaatdoelen en vormen de basis voor de inhoud van de MOOI-regeling. In 2020 is de MOOI-regeling voor het eerst breed opengesteld, mede met een bijdrage vanuit het Ministerie van BZK. In 2022 is een nieuwe openstelling voorzien. De MOOI-regeling is grotendeels in de plaats gekomen van de aparte TSE-subsidiemodules om zo meer focus te leggen op de ontwikkeling van integrale innovatieve concepten en bredere benodigde samenwerkingsverbanden gericht op CO2-reductie. Er zijn echter nog enkele andere TSE-subsidiemodules waarin kleinere innovatieve projecten gefaciliteerd kunnen worden voor de gebouwde omgeving, de industrie, op het gebied van systeemintegratie en brandstoffen. Hiervoor is een jaarlijkse openstelling mogelijk.
Hernieuwbare Energietransitie (HER+)
De subsidie Hernieuwbare Energietransitie (HER+) heeft als doel om de klimaat- en energiedoelstellingen tegen minder kosten te realiseren door innovatieve projecten. De innovaties uit de projecten moeten leiden tot een besparing op de toekomstige uitgaven aan subsidies voor de Stimuleringsregeling Duurzame Energietransitie (SDE++). De regeling werkt daarom als een soort voorportaal van de SDE++ en wordt gefinancierd uit een afgezonderd deel van de SDE-middelen. Sinds de openstelling van 1 september 2020 tot en met 31 maart 2021 is de regeling verbreed van hernieuwbare energieproductie naar CO2-reductie in lijn met de SDE++. Ook in 2021 is openstelling van de HER+ voorzien.
Energie-efficiëntie
EZK financiert projecten ter uitvoering van de Meerjarenafspraken Energie-efficiëntie (MJA-E) voor verbetering van de energie-efficiëntie. Deze afspraken zijn gericht op de realisatie van CO2-reductie en het behalen van de energiebesparingsdoelen in het Klimaatakkoord.
Green Deals
Green Deals zijn gericht op het ruimte geven aan vernieuwende initiatieven uit de samenleving om de transitie naar een duurzame economie te versnellen. De Green Deal aanpak is sinds 2011 een onderdeel van het groene groei beleid van het kabinet. Zij hebben een bijdrage geleverd aan de realisatie van de ambities in het Energieakkoord. Green Deals kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan de innovatie, opschaling en uitrol van de afspraken in het Klimaatakkoord. De onderwerpen van deze energiedeals zijn zeer divers, variërend van participatie van de omgeving in duurzame energieprojecten, energiebesparing, warmtenetten, aardwarmte tot elektrisch vervoer. Green Deals zijn grotendeels budgetneutraal: er is een kleine hoeveelheid procesgeld (€ 0,5 mln per jaar) beschikbaar om initiatieven verder te brengen. Een compleet overzicht van Green Deals is te vinden op: http://www.greendeals.nl/.
Demonstratieregeling Klimaat- en Energie-innovatie (DEI+)
De Demonstratieregeling Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) komt voort uit het Energieakkoord en is vanaf 2019 in lijn gebracht met het Klimaatakkoord. De DEI+ is gericht op de commercialisering van pilot- en demonstratieprojecten van klimaat- en energie-innovaties die een bijdrage kunnen leveren aan Nederlandse CO2-reductie opgaven. Flexibilisering van het energiesysteem en optimale ruimtelijke benutting van het energielandschap horen daar ook bij. Het Ministerie van BZK en IenW maken tevens gebruik van de DEI+-regeling voor het faciliteren van hun beleidsterreinen op het gebied van de gebouwde omgeving en circulariteit. Zo mogelijk is er voor de openstelling van de DEI+ in 2021 akkoord op het staatssteunmeldingstraject bij de Europese Commissie om demonstratieprojecten te faciliteren op het gebied van waterstof, CCUS en geavanceerde biobrandstoffen.
Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS)
Bij amendement (Kamerstuk 34 550 XIII, nr. 117 en Kamerstuk 37 775 XIII, nr. 113) heeft de Tweede Kamer gevraagd om de instelling van een Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS) die tot doel heeft innovatieve manieren om de scheepsbouw te verduurzamen te stimuleren. Op basis van de tussentijdse evaluatie (Kamerstuk 35 000 XIII, nr. 83) zijn middelen gereserveerd om deze regeling de komende drie jaar open te stellen voor een bedrag van € 4,6 mln per jaar.
Milieukwaliteit van de Elektriciteitsproductie (MEP)
MEP-subsidie is verleend aan producenten van elektriciteit uit wind- en zonne-energie, waterkracht en biomassa. Projecten ontvingen MEP-subsidie tot aan het einde van de subsidietermijn. De MEP-subsidie geldt voor een periode van tien jaar. Aan het eind van de looptijd wordt de definitieve subsidie vastgesteld. In 2021 worden geen betalingen op de MEP meer verwacht.
Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE)
De regeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE) is de opvolger van de MEP. De SDE is een exploitatiesubsidie die het verschil vergoedt tussen de kostprijs van hernieuwbare energie en de marktprijs (de onrendabele top) voor projecten op het gebied van hernieuwbaar gas en hernieuwbare elektriciteit. De regeling is daarmee breder dan de MEP. Met ingang van 2011 is de SDE omgevormd en aangepast tot de SDE+. De voor 2021 en verder geraamde budgetten betreffen de uitfinanciering van verplichtingen die in het verleden in het kader van de SDE zijn aangegaan.
Stimulering Duurzame Energieproductie+ (SDE+)
In het Energieakkoord voor duurzame energie is afgesproken dat Nederland in 2020 een aandeel van 14% hernieuwbare energieproductie heeft. Verder is afgesproken dat dit aandeel in 2023 16% zal zijn. Het belangrijkste instrument dat het kabinet heeft om dit te realiseren is de SDE+. De SDE+ richt zich op de opties hernieuwbare elektriciteit, hernieuwbaar gas en hernieuwbare warmte en subsidieert het verschil tussen de kostprijs van hernieuwbare energie en de marktprijs, de zogenaamde onrendabele top.
Stimuleringsregeling Duurzame Energietransitie (SDE++)
Met ingang van 2020 is de SDE+ omgevormd tot de SDE++, zodat naast hernieuwbare energieproductie ook CO₂-reducerende technologieën in aanmerking komen voor subsidie. Doordat in de SDE++ goedkopere projecten voorrang hebben bij het verkrijgen van subsidie en er concurrentie is tussen verschillende vormen van CO₂-reducerende technologieën, zal op de meest kosteneffectieve wijze de reductie van CO₂ worden gestimuleerd. De totale uitgaven zijn afhankelijk van de beschikbare projecten en de ontwikkeling van de energieprijs. Voor de SDE++ geldt dat de openstelling 2020 (€ 5 mld) pas in 2021 verplicht zal worden: hiermee is in het beschikbare verplichtingenbudget voor 2021 rekening gehouden. Voor de openstelling van de SDE++ in 2021 wordt opnieuw uitgegaan van een openstelling van € 5 mld: zodra hier een definitief besluit over genomen is zal het hiervoor benodigde verplichtingenbudget in de begroting 2022 worden opgenomen, aangezien ook deze openstelling pas in het jaar volgend op de openstelling tot verplichting zal komen. In het budget voor 2021 wordt opnieuw uitgegaan van een subsidieloze tender Windenergie op Zee.
Inclusief de middelen uit de begrotingsreserve duurzame energie is er in de meerjarencijfers in de periode 2020-2032 € 47,2 mld beschikbaar voor uitgaven voor de MEP, de SDE, de SDE+, de SDE++, de HER en de ISDE, alsmede voor de uitvoeringskosten van deze duurzame energieregelingen. Deze beschikbare middelen zijn gebaseerd op:
1. de bij het Energieakkoord gemaakte raming van de benodigde kasmiddelen voor de doelstellingen van 14% duurzame energie in 2020 en 16% in 2023;
2. de middelen die in het kader van het Klimaatakkoord meerjarig zijn toegevoegd;
3. de middelen die na 2022 conform de afspraak in de startnota van het kabinet Rutte-III meerjarig uit de begrotingsreserve duurzame energie aan het SDE+-budget zijn toegevoegd.
Beschikbare middelen | MEP | SDE | SDE+ | HER | ISDE | Uitvoeringskosten RVO.nl | Totaal 2020-2032 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Meerjarencijfers 2020 t/m 20321 | 1 | 5.546 | 37.168 | 242 | 1.350 | 302 | 44.608 |
Begrotingsreserve Duurzame Energie per 1-1-2020 | 73 | 740 | 2.342 | 3.155 | |||
Geplande meerjarige stortingen in begrotingsreserve | 398 | 1.168 | 1.566 | ||||
Geplande meerjarige onttrekkingen aan begrotingsreserve | ‒ 321 | ‒ 1.851 | ‒ 2.172 | ||||
Totaal beschikbaar (incl. Klimaatakkoord) 2020-2032 | 74 | 6.363 | 38.827 | 242 | 1.350 | 302 | 47.157 |
Totaal openstaande juridische verplichtingen over periode 2020-2032 per 01/01/2020 | 47 | 6.226 | 41.587 | 71 | 103 | 35 | 48.069 |
Budget SDE+ is inclusief toevoeging van € 1,7 mld uit de begrotingsreserve duurzame energie.
Van de in totaal beschikbare € 47,2 mld zal bij de huidige inzichten € 27,7 mld nodig zijn voor uitgaven in de periode 2020-2032 op verplichtingen die tot en met 31 december 2019 zijn aangegaan. De resterende € 19,5 mld is nodig voor de subsidieverleningen die in 2020 zijn en worden afgegeven en om in de periode 2021-2030 nieuwe subsidiebeschikkingen te kunnen afgeven via de SDE++, de HER en de ISDE en om de uitvoeringskosten van RVO.nl te dekken.
Beschikbare middelen | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2032 | Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
MEP | 1 | 1 | ||||||||||||
SDE | 695 | 664 | 687 | 648 | 560 | 516 | 493 | 473 | 449 | 274 | 83 | 5 | 5.546 | |
SDE+ (incl. flankerend beleid en aanleg net op zee) | 1.173 | 1.830 | 2.504 | 3.133 | 3.289 | 3.215 | 3.172 | 3.154 | 2.969 | 3.100 | 3.310 | 3.188 | 3.131 | 37.168 |
HER | 39 | 47 | 42 | 46 | 42 | 26 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 242 |
ISDE | 104 | 130 | 130 | 100 | 100 | 100 | 98 | 98 | 98 | 98 | 98 | 98 | 98 | 1.350 |
Uitvoeringskosten RVO.nl | 36 | 27 | 27 | 27 | 27 | 27 | 27 | 27 | 27 | 27 | 27 | 0 | 0 | 302 |
Beschikbare middelen op begroting | 2.048 | 2.698 | 3.390 | 3.953 | 4.017 | 3.883 | 3.790 | 3.751 | 3.543 | 3.498 | 3.517 | 3.291 | 3.229 | 44.608 |
Stand reserve Duurzame Energie per 1-1 | 3.155 | 4.087 | 3.918 | 3.984 | 3.600 | 3.267 | 3.183 | 2.949 | 2.649 | 2.549 | 2.549 | 2.549 | 2.549 | |
Storting in reserve | 1.168 | 66 | 66 | 66 | 66 | 66 | 66 | 1.566 | ||||||
Onttrekking reserve | ‒ 236 | ‒ 236 | ‒ 450 | ‒ 400 | ‒ 150 | ‒ 300 | ‒ 300 | ‒ 100 | ‒ 2.172 | |||||
Saldo stortingen en onttrekkingen per jaar | 932 | ‒ 169 | 66 | ‒ 384 | ‒ 334 | ‒ 84 | ‒ 234 | ‒ 300 | ‒ 100 | ‒ 606 | ||||
Stand reserve Duurzame Energie per 31-12 | 4.087 | 3.918 | 3.984 | 3.600 | 3.267 | 3.183 | 2.949 | 2.649 | 2.549 | 2.549 | 2.549 | 2.549 | 2.549 |
Figuur 10 Beschikbare middelen en geraamde kasuitloop duurzame energieregelingen (bedragen x € 1 mln)
Dit is inclusief de HER, ISDE en uitvoeringskosten RVO.nl, maar exclusief reeds begrote stortingen in de reserve duurzame energie.
De geraamde kasuitloop in de figuur gaat niet uit van het maximaal uit te keren bedrag aan subsidies, maar is een realistische inschatting van de verwachte kasuitloop van de afgegeven beschikkingen op basis van de verwachte intrekking van beschikkingen, van de vertraging van energieprojecten en van de ontwikkeling van de SDE+-basisbedragen in de toekomst. Budgetten die niet tot besteding komen worden in de begrotingsreserve duurzame energie gestort, zodat deze middelen beschikbaar blijven voor de subsidiëring van toekomstige duurzame energieprojecten.
Aardwarmte
Vanuit de Klimaatenveloppe 2018 is voor de jaren 2018 en 2019 € 36 mln beschikbaar gekomen voor een project van EBN (SCAN) om in samenwerking met TNO de ondergrond in Nederland in kaart te brengen, zodat inzicht verkregen kan worden in het volledige potentieel van aardwarmte in Nederland. Om het project de komende jaren voort te kunnen zetten is in de jaren 2020 tot en met 2024 vanuit het SDE+-budget in totaal € 90 mln beschikbaar gesteld.
InvesteringsSubsidie Duurzame Energie (ISDE)
De Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) betreft een tegemoetkoming bij de aankoop van zonneboilers en warmtepompen. Deze regeling is voor particulieren en zakelijke gebruikers. Zoals aangekondigd in de Kamerbrief over het Klimaatakkoord zal de ISDE-regeling worden verlengd tot 2030. Vanaf 2021 zal de regeling zich naast investeringen in warmtepompen en zonneboilers ook richten op investeringen in de isolatie van woningen. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de ISDE jaarlijks voor € 100 mln wordt opengesteld. Bij amendement (Kamerstuk 35 300 XIII, nr. 16) is daarnaast in totaal € 100 mln, verdeeld over de jaren 2020 tot en met 2022, uit de begrotingsreserve duurzame energie toegevoegd aan het ISDE-budget ten behoeve van investeringssubsidies op het gebied van duurzame energie voor het MKB.
Subsidieregeling indirecte emissiekosten ETS
Door de introductie van het Europese Emissiehandelssysteem (ETS) wordt de CO2-prijs door de elektriciteitsproducenten aan de elektriciteitsgrootgebruikers doorberekend. Elektriciteitsgrootgebruikers die internationaal concurreren kunnen in veel gevallen die CO2-kosten (ook wel indirecte kosten genoemd) niet doorberekenen, omdat de concurrenten buiten de EU die kosten niet hebben. Naast verstoring van het gelijke speelveld leidt dit tot een CO2-weglekrisico (het verplaatsen van bedrijven met veel directe of indirecte CO2-uitstoot naar landen waar de uitstoot van CO2 geen prijs heeft). Voor de compensatie van de indirecte kosten door het ETS is, gelet op de gestegen CO2-prijs, in 2021 ten opzichte van 2020 het beschikbare budget opgehoogd naar € 179 mln.
Carbon Capture and Storage (CCS)
De afvang en opslag van CO2 (CCS) wordt gezien als een onmisbare transitietechnologie in de mix van maatregelen om kosteneffectief CO2-uitstoot te reduceren in bepaalde industriële sectoren. Om CCS breed toe te kunnen passen is het belangrijk om in te zetten op (internationaal) onderzoek, grootschalige demonstratieprojecten, realiseren van kostenreductie en het wegnemen van belemmeringen. Om internationaal onderzoek naar CO2-afvang, -transport en -opslag te bevorderen, neemt Nederland deel aan het Europese onderzoeksprogramma ACT (Accelerating CCS Technologies). EZK heeft voor ACT I ruim € 4 mln aan onderzoeksbudget beschikbaar gesteld (2017-2020). Voor ACT II (2019-2022) heeft Nederland € 4,5 mln beschikbaar gesteld. Voor ACT III (2021-2024) zal Nederland opnieuw een bijdrage leveren van € 4 mln. Nederlandse onderzoeksinstellingen en bedrijven werken hierin samen met organisaties uit Europa en Noord-Amerika.
Hoge Flux Reactor (HFR)
De HFR in Petten is eigendom van de Europese Commissie en wordt geëxploiteerd door de Nuclear Research and consultancy Group (NRG). De exploitatie van de HFR wordt ondersteund door een reeks aanvullende onderzoeksprogramma’s. De voor de HFR opgenomen middelen betreffen de Nederlandse bijdrage aan het «Aanvullend Programma» van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (JRC) van de Europese Commissie, dat in de HFR wordt uitgevoerd. Het voornaamste doel van het aanvullend onderzoeksprogramma van de HFR is een constante en betrouwbare neutronenflux voor experimentele doeleinden te leveren.
Caribisch Nederland
De energievoorziening op de eilanden van Caribisch Nederland kent schaalnadelen, anderzijds zijn er zeer goede mogelijkheden voor elektriciteitsproductie met wind en zon. Het Ministerie van EZK zet in op kostprijsverlaging door introductie van duurzame elektriciteitsproductie en op andere ondersteuning van de elektriciteitsbedrijven op Caribisch Nederland. In het kader van het corona-herstelpakket worden de netbeheertarieven op Caribisch Nederland in 2020 en 2021 naar 0 teruggebracht.
Overige subsidies
Het voor 2021 beschikbare budget betreft betalingen ten behoeve van het Expertisecentrum Warmte (ECW), waarmee onder andere gemeenten in staat gesteld worden extern advies in te winnen voor de Transitievisie Warmte.
Maatregelen voor CO2-reductie
Er is in 2019 in totaal € 94,4 mln beschikbaar gesteld voor maatregelen van individuele bedrijven waarmee een significante broeikasgasreductie kan worden behaald. Hiervan is in 2019 € 82,5 mln besteed aan de sluiting van de Hemweg-centrale van Vattenfall NV per 1-1-2020 en aan reducerende maatregelen bij het bedrijf Fibrant op Chemelot. Daarnaast wordt met de invoering van de informatieplicht, die per 1 juli 2019 is ingevoerd, voor bedrijven - met name MKB - de uitvoering van de energiebesparingsverplichting vergemakkelijkt. Hiervoor was € 2,5 mln beschikbaar in 2019 en € 2,5 mln in 2020. De in 2019 niet-bestede middelen op de maatregelen voor individuele bedrijven (€ 11,9 mln) zijn doorgeschoven naar 2020.
Postcoderoosregeling
Met de huidige postcoderoosregeling kunnen leden van een coöperatie een energiebelastingkorting op hun energienota voor lokaal en duurzaam opgewekte elektriciteit krijgen. Door deze regeling kunnen inwoners van een wijk of dorp met elkaar op een financieel rendabele manier aan de slag met lokaal opgewekte duurzame energie. De postcoderoosregeling is tot en met 2020 een fiscale regeling en wordt vanaf 2021 een subsidieregeling (Kamerstuk 31 239, nr. 318). Als gevolg hiervan is er een kadercorrectie doorgevoerd, waarmee het voor deze regeling benodigde budget aan de EZK-begroting is toegevoegd.
Nationale cofinanciering EU Innvation Fund
Het Innovation Fund is een Europees subsidieprogramma, gericht op grote CO2-reducerende projecten voor ETS-bedrijven en de opschaling en uitrol van innovatieve technieken om de energietransitie te ondersteunen. Het is een intergouvernementeel fonds met een budget van € 1 mld in 2020, gefinancierd vanuit ETS-opbrengsten, buiten het Meerjarig Financieel Kader MFK). Dit fonds is beschikbaar voor projecten met investeringskosten groter dan € 7,5 mln en die gereed zijn voor grootschalige demonstratie. Hoeveel er voor het Nederlandse bedrijfsleven uit dit fonds beschikbaar komt is onbepaald. Met de nationale cofinanciering kan Nederland deze grootschalige investeringen of flagship projecten ondersteunen en versnellen. De doelstellingen van het fonds zijn in lijn met het Klimaatakkoord en het versnellen van industriële verduurzaming en duurzame energieopwekking, groen herstel en de Recovery and Resilience Facility (RRF). Dit biedt daarom mogelijkheden om de industriële transitie en met name grootschalige demonstratie en uitrol van innovatieve verduurzamingsprojecten, zoals op het gebied van waterstof, Carbon Capture (Usage) and Storage (CC(U)S), elektrificatie of chemische recycling, te ondersteunen.
Leningen
EBN
Op 21 maart 2019 (Kamerstuk 31 239, nr. 298) is de Tweede Kamer geïnformeerd over de financiële deelname van Energie Bedrijf Nederland (EBN) in aardwarmteprojecten. Om deze taak de komende jaren invulling te geven is cumulatief € 48 mln als lening aan EBN verstrekt. Daarnaast zal aan EBN in 2020 een lening verstrekt worden, zodat EBN vreemd vermogen kan aantrekken en daarmee deel kan nemen aan het Porthos-project. De door EBN verkregen rendementen op aardwarmteprojecten en het Porthos-project zullen worden gebruikt om de beide leningen af te lossen.
Garanties
Aardwarmte
Aardwarmte betreft het winnen van warmte uit diepe aardlagen. Het potentieel van aardwarmte is 15 petajoule (PJ) in 2030. Het ontbreken van een (betaalbare) verzekering is een belangrijk knelpunt voor de toepassing van aardwarmte. De garantieregeling aardwarmte heeft als doel het afdekken van het risico dat het boren van putten voor de toepassing van aardwarmte niet succesvol is. Omdat dit risico in de markt (nog) niet verzekerbaar is, dekt de overheid dit risico af door middel van het verlenen van garanties aan marktpartijen die hiervoor een kostendekkende premie betalen. De uitgaven betreffen enerzijds uit te keren verliesdeclaraties, anderzijds de storting van ontvangen premies in de begrotingsreserve aardwarmte.
Opdrachten
Onderzoek mijnbouw-bodembeweging
Dit budget betreft onderzoek binnen het Kennisprogramma Effecten Mijnbouw (KEM) en (onderzoeks)opdrachten van de Technische commissie bodembeweging (Tcbb) en de Mijnraad gerelateerd aan de aardbevingsproblematiek in Groningen en de mijnbouwproblematiek in Limburg. Ook worden uit dit budget adviezen bekostigd in het kader van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO).
SodM onderzoek
Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft op basis van haar onafhankelijke positie een eigen budget om onderzoek in het kader van het Kennisprogramma Effecten Mijnbouw (KEM) uit te kunnen voeren.
Uitvoeringsagenda Klimaat
Vanuit dit budget worden uitvoerings- en onderzoeksopdrachten voor de ontwikkeling van de klimaatagenda gefinancierd.
Klimaat mondiaal
Dit budget is bedoeld om kosten rondom mondiale klimaatprojecten, zoals de jaarlijkse Conference of Parties (COP) klimaatbijeenkomst, te financieren.
Overige onderzoeken en opdrachten
Dit betreft kleinere onderzoeksopdrachten die dienen ter ondersteuning van het klimaat- en energiebeleid en die veelal gericht zijn op beantwoording van één specifieke vraag. Ook worden diverse uitgaven ter uitvoering van de Rijkscoördinatieregeling (RCR) uit dit budget bekostigd, zoals het ondersteunen van Rijksinpassingsplannen, opstellen MER-adviezen ten aanzien van kavelbesluiten, het opstellen en uitvoeren van communicatieplannen, het inschakelen van gebiedscoördinatoren en planschadeadviseurs en het doen van planschade-uitkeringen. Het RCR-budget is ook bedoeld om de visie uit de Kamerbrief «Samen energieprojecten realiseren: visie op omgevingsmanagement» en vervolgbrieven (Kamerstuk 31 239, nr. 211, Kamerstuk 31 239, nr. 254) binnen de RCR vorm te geven. Het budget wordt ook aangewend om pilots, ondersteuning en training op het gebied van omgevingsmanagement binnen RCR-projecten (wind, zon, hoogspanning, mijnbouw) te organiseren.
Bijdrage aan agentschappen
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)
Dit budget betreft vooral de kosten van uitvoering door RVO.nl van energiesubsidieregelingen, waaronder de innovatieregelingen (DEI+, MOOI, HER), de ISDE en Stimulering Duurzame Energieproductie(+) (SDE/SDE+/SDE++). Voor een deel heeft het budget betrekking op voorbereidende en uitvoerende werkzaamheden van RVO.nl op het gebied van het klimaat- en energiebeleid naar aanleiding van het Klimaatakkoord.
Agentschap Telecom (AT)
Medio 2019 is afgesproken dat de huidige fiscale salderingsregeling niet wordt opgevolgd met een subsidie-instrument, zoals in het Regeerakkoord stond, maar een fiscale regeling blijft die wordt uitgefaseerd door middel van een geleidelijke afbouw. Voor een geleidelijke afbouw van salderen is het noodzakelijk dat burgers en bedrijven vanaf 1 januari 2023 beschikken over een meetinrichting die afname en invoeding apart kan meten. Agentschap Telecom wordt verantwoordelijk voor de handhaving van deze verplichting.
Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)
Met ingang van 2018 verstrekt EZK een jaarlijkse opdracht aan de NEa voor de uitvoering van alle werkzaamheden in het kader van de emissiehandel, waaronder de voorbereidingen voor de vierde handelsperiode, alsmede met betrekking tot het register voor biobrandstoffen en het toezicht op de bijstook van biomassa bij elektriciteitscentrales. Daarnaast wordt in 2020 aan de NEa een opdracht verstrekt voor de handhaving van en advisering over de CO2-minimumprijs voor elektriciteitsproductie.
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI)
De werkzaamheden die het KNMI voor EZK uitvoert betreffen vooral de advisering en ondersteuning van de uitvoering van het mijnbouw-, klimaat- en energiebeleid. De werkzaamheden zijn onder te verdelen in monitoring van seismiciteit (veelvuldigheid en hevigheid waarmee op een bepaalde plaats aardbevingen voorkomen) van de gaswinning en overige mijnbouwactiviteiten, kennisontwikkeling en advisering over aan mijnbouw gerelateerde risico’s en communicatie en informatievoorziening. Daarnaast verricht het KNMI in internationaal verband diverse werkzaamheden in het kader van klimaatonderzoek voor verschillende internationale gremia, waaronder het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC).
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
NVWA voert het toezicht uit op de naleving van de Wet Implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie. De werkzaamheden van NVWA in dat kader betreffen het uitvoeren van inspecties en producttesten, het onderhouden van internationale contacten, interventies bij niet-naleving, het volgen van marktontwikkelingen en het geven van voorlichting.
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
Het betreft hier de uitvoering van twee kennisopdrachten voor de Emissieregistratie (vaststelling van een dataset met eenduidige emissiegegevens) en voor het Montreal Protocol (uitvoering van studies en monitoringsactiviteiten als lid van het Scientific Assessment Panel van het Montreal Protocol). Er zal op dit instrument geen realisatie plaatsvinden, omdat het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) als coördinerend opdrachtgever voor het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat optreedt en de beschikbare budgetten naar de coördinerende opdrachtgever worden overgeheveld gedurende het uitvoeringsjaar.
Rijkswaterstaat (RWS)
De werkzaamheden van RWS richten zich op de uitvoering van Infomil (centraal punt voor bundeling en verspreiding van milieuwet- en regelgeving) en de uitvoering van werkzaamheden en het leveren van expertise op het beleidsterrein klimaat (onder andere het faciliteren van kennisdeling onder medeoverheden en het uitvoeren van wettelijke taken rondom ozonlaagafbrekende stoffen en gefluoreerde broeikasgassen).
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Doorsluis heffing Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieproducten (COVA)
Het crisisbeleid gericht op de olievoorzieningszekerheid dient verstoringen in de olieaanvoer op te vangen. De Stichting Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieproducten (COVA) en het oliebedrijfsleven houden in opdracht van EZK strategische olievoorraden aan in lijn met wat hierover geregeld is in de Wet voorraadvorming aardolieproducten (Wva 2012). De uitgavenreeks op de EZK-begroting betreft de doorsluis van de ontvangen voorraadheffingen naar de COVA. De voorraadheffing is een heffing ingesteld op aan accijns van minerale oliën onderworpen aardolieproducten. De heffing bedraagt momenteel € 8,– per 1.000 liter benzine, diesel, LPG en andere (motor)brandstoffen en wordt door de Minister van Financiën geheven en ingevorderd door de Belastingdienst. De Minister van EZK keert de opbrengst van de heffing uit aan de stichting COVA ter dekking van de operationele kosten en financieringslasten van de COVA.
TNO Kerndepartement
Dit betreft een bijdrage vanuit EZK aan TNO-AGE voor de adviestaak voortvloeiend uit de Mijnbouwwet en Mijnbouwregeling. De adviserende taak ligt op het vlak van het opsporen en winnen van delfstoffen (olie, gas en steenzout) en aardwarmte en van het opslaan van stoffen in de (diepe) ondergrond van Nederland. Daarnaast wordt uit dit budget het toegepaste duurzame energieonderzoek gefinancierd dat met ingang van 2018 van ECN is overgegaan naar TNO.
TNO SodM
Dit betreft eveneens de adviestaak van TNO-AGE voortvloeiend uit de Mijnbouwwet en de Mijnbouwregeling, maar dan de bijdrage vanuit het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM).
Bijdragen aan medeoverheden
Uitkoopregeling
Woningen die loodrecht onder de hoogspanningslijnen staan van 220kV- en 380kV-verbindingen en 110kV- en 150kV-verbindingen buiten de bevolkingskernen, komen sinds 1 januari 2017 in aanmerking voor uitkoop. Het Rijk heeft in de periode 2017-2021 € 140 mln beschikbaar gesteld voor een vrijwillige uitkoopregeling onder de voorwaarde dat de betrokken gemeenten zorgen dat door herbestemming de woonfunctie van het betreffende pand wordt gewijzigd. De regeling is samen met de betrokken gemeenten uitgewerkt en heeft een looptijd van vijf jaar (Stcrt. 2016, 68302). De regeling wordt door de betrokken gemeenten uitgevoerd. In samenhang hiermee heeft het Rijk per 1 januari 2019 wettelijk mogelijk gemaakt dat op verzoek van een gemeente en/of provincie bestaande hoogspanningslijnen van 50, 110 en 150 kV binnen bevolkingskernen onder de grond gebracht kunnen worden (verkabelen) of dat de tracés kunnen worden verplaatst.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
Nuclear Research and consultancy Group (NRG)
De Nuclear Research and consultancy Group, die onderdeel is van de Stichting ECN, voert onderzoeksactiviteiten uit op het gebied van onder meer de nucleaire veiligheid, radioactief afval en stralingsbescherming. Centraal daarbij staat de ontwikkeling van kennis, producten en processen voor veilige toepassing van nucleaire technologie voor energie, milieu en gezondheid.
Internationale contributies
Nederland kiest voor een actieve participatie in met name de internationale netwerken van het Internationaal Energieagentschap IEA (kennissamenwerking en oliecrisisbeleid), het International Renewable Energy Agency (IRENA, hernieuwbare energie), Clean Energy Ministerial (uitrol van bestaande duurzame energie-technologie), Mission Innovation (vergroten van inzet op energie-innovatie) en het Energy Charter (investeringsbescherming en energietransit). De contributies volgen uit internationale verplichtingen. Daarnaast ontvangt het Clingendael International Energy Programme jaarlijks € 50.000 subsidie voor het uitvoeren van publieke activiteiten ter ondersteuning van de maatschappelijke discussie over internationale ontwikkelingen in de energiesector. Internationale klimaatcontributies versterken de internationale positie van Nederland in het wereldwijde klimaatdebat. Deze contributies gaan onder andere naar het United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC), het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), het Montrealprotocol, het verdrag van Wenen en de OESO.
Stortingen in reserves
Voor de stortingen in de verschillende reserves wordt verwezen naar wat hierover is opgenomen onder ‘toelichting op de begrotingsreserves’.
Toelichting op de ontvangsten
COVA
Deze ontvangsten betreffen ontvangsten uit hoofde van de voorraadheffing COVA, zoals toegelicht bij de uitgavenpost «Doorsluis heffing COVA».
Opbrengst heffing ODE (SDE+)
Het uitgaveninstrument voor de SDE+-subsidie is tegelijkertijd ingesteld met een opslag op de energierekening, de Opslag Duurzame energie- en klimaattransitie (ODE). Deze opslag is in 2013 ingevoerd en stijgt naar de huidige inzichten in 2021 naar € 2,65 mld. De ruimte voor de uitgaven en de geraamde inkomsten waren oorspronkelijk aan elkaar gelijk. In bijgaande tabel is de relatie tussen uitgaven voor de SDE+ en ODE-ontvangsten verduidelijkt.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand SDE+ Ontwerpbegroting 2021 | 1.173.219 | 1.830.414 | 2.503.508 | 3.132.956 | 3.288.976 | 3.215.219 |
Stand ODE Ontwerpbegroting 2021 | 2.411.000 | 2.648.000 | 2.692.000 | 2.838.300 | 3.062.000 | 3.198.000 |
Verschil tussen SDE+ en ODE | ‒ 1.237.781 | ‒ 817.586 | ‒ 188.492 | 294.656 | 226.976 | 17.219 |
Verklaring: | ||||||
Dekking uitvoeringskosten RVO t.b.v. energieregelingen | ‒ 17.608 | ‒ 17.608 | ‒ 17.608 | ‒ 17.608 | ‒ 17.608 | ‒ 17.608 |
Financiering Hernieuwbare Energietransitie (HER+) | ‒ 39.423 | ‒ 47.440 | ‒ 42.140 | ‒ 45.540 | ‒ 42.000 | ‒ 25.540 |
Financiering InvesteringsSubsidie Duurzame Energie ( ISDE) | ‒ 100.0001 | ‒ 100.000 | ‒ 100.000 | ‒ 100.000 | ‒ 100.000 | ‒ 100.000 |
Geplande storting SDE+-budget in reserve duurzame energie | ‒ 1.131.9552 | |||||
Budgetoverheveling van/naar andere departementen | ‒ 9.503 | ‒ 331 | 44 | 44 | 44 | 44 |
Overboeking naar diensten/org.onderdelen EZK (o.a. ECN-TNO/ACM) | ‒ 1.100 | ‒ 780 | ‒ 780 | ‒ 780 | ‒ 780 | ‒ 780 |
Kasschuif van 2019 naar 2020, 2021 en 2022 | 34.900 | 10.800 | 14.300 | |||
Onttrekking aan de reserve duurzame energie | 450.000 | 400.000 | 150.000 | |||
Overheveling budget van MEP en SDE naar SDE+ | 47.707 | 47.000 | 45.000 | 50.000 | 45.000 | 40.000 |
Bijdrage EZK kosten scheepvaartveiligheid als gevolg van Wind op Zee | ‒ 5.799 | ‒ 14.227 | ‒ 16.408 | ‒ 23.960 | ‒ 32.680 | ‒ 28.897 |
Bijdrage aan SCAN-programma EBN | ‒ 15.000 | ‒ 15.000 | ‒ 17.500 | ‒ 17.500 | ‒ 25.000 | |
Bijdrage aan lening EBN t.b.v. Porthos-project | ‒ 53.400 | |||||
Bijdrage EZK aan generale beeld 2021 | ‒ 680.000 | |||||
Totaal verklaard | ‒ 1.237.781 | ‒ 817.586 | ‒ 188.492 | 294.656 | 226.976 | 17.219 |
De beschikbare budgetten voor de ISDE zijn in de jaren 2020, 2021 en 2022 in totaal € 100 mln hoger, maar deze € 100 mln is niet uit het SDE+-budget gedekt, maar is op basis van een amendement (Kamerstuk 35 300 XIII, nr. 16) uit de reserve duurzame energie gefinancierd.
Naast deze storting van SDE+-budget vindt ook een storting van € 36 mln ISDE-budget en een kleine onttrekking van € 0,298 mln voor de uitfinanciering van de MEP plaats, zodat per saldo de totale in 2020 verwachte storting in de reserve duurzame energie € 1.167.657 bedraagt
Ontvangsten zoutwinning
Deze ontvangsten betreffen opbrengsten uit afgegeven concessies voor de winning van steenzout.
Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie
De onttrekking aan de reserve in de jaren 2019 tot en met 2021 (totaal € 549,7 mln) is opgebouwd uit de volgende onderdelen:
– de tijdelijke onttrekking (€151 mln) van in totaal € 398 mln in de periode 2015-2020 die bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2015 aan de orde is geweest (zie hiervoor onder meer het antwoord op vraag 5 en 6 in Kamerstuk 34 210 XIII, nr. 4, blz. 5–7). De volledige € 398 mln wordt in de periode 2021 tot en met 2026 teruggestort in de reserve.
– de onttrekking van € 100 mln ter financiering van het amendement-Mulder c.s. over de openstelling van de ISDE voor het MKB (zie bij ISDE).
– de onttrekking van € 298,7 mln ter financiering van aanvullende maatregelen om tot CO2-reductie te komen. Deze middelen zijn overgeheveld naar het Ministerie van Financiën en daar op de Aanvullende Post geplaatst.
Conform de afspraak in de Startnota van het kabinet Rutte-III dat de middelen in de reserve bij het afsluiten van het Klimaatakkoord toegevoegd zullen worden aan de voor de SDE+ beschikbare middelen, zal vanaf 2023 in totaal € 1,7 mld aan de reserve worden onttrokken.
ETS-ontvangsten
De opgenomen ontvangsten betreffen de geraamde opbrengsten van de verkoop van CO2-emissierechten, als onderdeel van het Europese Emissions Trading System (EU ETS). De geraamde ontvangsten zijn gebaseerd op het aantal te veilen ETS-rechten en de prijs per recht.
Onttrekking begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie
Op basis van de in de Incidentele Suppletoire Begrotingen (ISB’s) van de ministeries van EZK, LNV, BZK, Financiën en IenW in 2020 te besteden Urgenda-middelen (€ 324,4 mln), de in 2019 naar het Ministerie van EZK teruggestorte, in 2019 niet-benutte middelen ( € 55,2 mln) en een additionele storting in 2019 van Urgenda-gerelateerde middelen (€ 11 mln), wordt in 2020 in totaal € 390,6 mln aan de Urgenda-reserve onttrokken. Het gaat om onttrekkingen bij uitgaven voor CO2-reductie projecten uitgevoerd door IenW (€ 63,8 mln), LNV (€ 87,0 mln), BZK (€ 175,6 mln), EZK (€ 49,6 mln) en Financiën (€ 14,7 mln)
Diverse ontvangsten
Deze ontvangsten hebben voor een deel betrekking op doorberekening van kosten, aan initiatiefnemers van energieprojecten, die het Ministerie van EZK maakt in het kader van de Rijkscoördinatieregeling (RCR). Daarnaast worden ook de door het ministerie betaalde planschade-uitkeringen verhaald op deze initiatiefnemers. Ook de ontvangen provisies in het kader van de garantieregeling aardwarmte, de onttrekkingen aan de begrotingsreserve aardwarmte en de door RVO.nl en de NEa terugontvangen subsidievoorschotten worden ten gunste van dit budget begroot.
Toelichting op de begrotingsreserves
Waarvan juridisch verplicht | ||
---|---|---|
Begrotingsreserve duurzame energie | 3.155.088 | 100% |
Begrotingsreserve Aardwarmte | 21.974 | 100% |
Begrotingsreserve ECN verstrekte leningen | 6.600 | 0% |
Begrotingsreserve maatregelen CO2-reductie | 395.210 | 51% |
Duurzame energie
De begrotingsreserve voor duurzame energie is bestemd voor onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij of het niet doorgaan van projecten waaraan subsidie is toegekend op basis van de MEP, de SDE, de SDE+, de SDE++, de HER of de ISDE. Via de reserve blijven deze middelen ook in de toekomst beschikbaar voor het stimuleren van hernieuwbare energieproductie respectievelijk het bevorderen van CO2-reductie. De afspraken over en de werking van de begrotingsreserve duurzame energie zijn het meest recent toegelicht in de volgende stukken:
– Kamerstuk 31 865, nr. 79: Brief van Minister van EZ van 25 maart 2016 inzake het behouden van de middelen van de reserve;
– Kamerstuk 31 239, nr. 218: Brief van Minister van EZ van 1 juli 2016 inzake voor- en nadelen fondsvorming en specificaties begrotingsreserve duurzame energie, waaronder een toelichting op het aandeel «juridisch verplicht».
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
MEP (algemene middelen) | 23 | 16 | 2 | 0 | 34 | ‒ 2 | 0 | 73 |
SDE (algemene middelen) | 143 | 220 | 297 | 191 | 63 | 16 | 135 | 1.065 |
Tijdelijke onttrekking (MEP/SDE) | ‒ 20 | ‒ 77 | ‒ 77 | ‒ 73 | ‒ 78 | ‒ 325 | ||
SDE+ (ODE gefinancierd) | 59 | 134 | 204 | 282 | 281 | 523 | 859 | 2.342 |
Totaal | 225 | 370 | 483 | 396 | 301 | 464 | 916 | 3.155 |
Eind 2019 bedraagt de stand van de reserve € 3.155,1 mln. Daarvan is 100% juridisch verplicht. Bij de huidige inzichten is de in de meerjarencijfers beschikbare uitgavenruimte voorlopig toereikend voor de kasuitloop van de afgegeven beschikkingen. Naar de huidige inzichten, onder meer gebaseerd op de meerjarenramingen van RVO.nl (de uitvoerder van de SDE+), zal de begrotingsreserve duurzame energie in 2020 nog toenemen met € 932 mln (saldo storting en onttrekking).
2020 | 2021 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Stand per 01.01 | Verwachte toevoegingen | Verwachte onttrekkingen | Verwachte stand per 01.01 | Verwachte toevoegingen | Verwachte onttrekkingen | Verwachte stand per 31.12 |
3.155,1 | 1.167,7 | ‒ 236,0 | 4.086,7 | 66,3 | ‒ 235,7 | 3.917,4 |
Voor 2021 wordt een onttrekking aan de reserve geraamd van € 235,7 mln Deze onttrekking heeft betrekking op de financiering van aanvullende maatregelen om tot CO2-reductie te komen (zie bij Ontvangsten).
Met de brief van 25 maart 2016 (Kamerstuk 31 865, nr. 79, blz. 2) is uiteengezet dat een nieuw kabinet de in de begrotingsreserve opgebouwde middelen kan overboeken naar de begroting en de meerjarencijfers op basis van de dan actuele inzichten. Naast de al geplande tijdelijke onttrekking van € 73 mln en de onttrekking van € 100 mln ter financiering van het amendement-Mulder c.s. over de openstelling van de ISDE voor het MKB in 2020 en de onttrekking van in totaal € 298,7 mln in 2020 en 2021 ter financiering van aanvullende CO2-reducrende maatregelen is in 2021 rekening gehouden met de eerste terugstorting van € 66,3 mln van in totaal € 398 mln die in de jaren 2015 tot en met 2020 tijdelijk aan de reserve was onttrokken. In de jaren 2023 tot en met 2028 is verder rekening gehouden met een onttrekking uit de begrotingsreserve en overboeking naar het SDE+-budget van in totaal € 1,7 mld. Van de € 3,9 mld die naar verwachting eind 2021 in de begrotingsreserve beschikbaar is zal dan nog ruim € 2,5 mld resteren. Deze € 2,5 mld kan gezien worden als een buffer om eventuele tegenvallers in de ontwikkeling van de energieprijs (en daarmee hogere subsidie-uitkeringen) in de periode 2020-2030 op te kunnen vangen. Zie tabel 27 voor het overzicht van alle geplande stortingen in en onttrekkingen aan de reserve.
2020 | 2021 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Stand per 01.01 | Verwachte toevoegingen | Verwachte onttrekkingen | Verwachte stand per 01.01 | Verwachte toevoegingen | Verwachte onttrekkingen | Verwachte stand per 31.12 |
22,0 | 0,7 | ‒ 4,6 | 18,1 | 1,0 | ‒ 0,7 | 18,4 |
De begrotingsreserve voor de garantieregeling Aardwarmte is bedoeld om het budget voor het mogelijk uitbetalen van verliesdeclaraties meerjarig in te kunnen zetten en een eventuele mismatch in de tijd tussen inkomsten (premies) en uitgaven (verliesdeclaraties) op te vangen. Om gebruik te kunnen maken van de garantieregeling Aardwarmte betalen marktpartijen een kostendekkende premie aan de uitvoerder van de regeling (RVO.nl) die wordt gestort in de begrotingsreserve. Het uitstaande bedrag aan garanties bedroeg per 1 januari 2020 € 45,5 mln. Omdat het hier om omvangrijke garanties gaat (maximaal € 18,7 mln per project) is in 2014 een extra storting in de reserve gedaan van ruim € 9 mln. Uit het toetsingskader van de garantieregeling aardwarmte blijkt dat, rekening houdend met het risicoprofiel van de aardwarmtegaranties (tussen de 1,4% kans op volledige en 7,6% op gedeeltelijke mislukking), de huidige omvang van de begrotingsreserve samen met de over de verstrekte garanties te ontvangen provisies (7%) benodigd is om ook in 2021 een garantieplafond van € 66,6 mln mogelijk te maken. Gelet op de uitstaande garanties en het genoemde risicoprofiel is de gehele reserve benodigd om mogelijke verliesdeclaraties op te kunnen vangen en is daarmee voor 100% inflexibel.
Omdat aardwarmte/geothermie ook in het Klimaatakkoord een belangrijke rol speelt, is de verwachting dat de komende jaren een toenemend beroep op de garantieregeling zal worden gedaan. Dit zal enerzijds leiden tot hogere premie-inkomsten (stortingen), anderzijds tot hogere uitgaven aan verliesdeclaraties (onttrekkingen). Wat dit per saldo voor gevolgen zal hebben voor de omvang van de reserve is nu nog niet te voorzien.
Voor meer informatie over de ontwikkeling van de garanties en het verloop van de reserve wordt verwezen naar het overzicht van de risicoregelingen in het hoofdstuk Beleidsagenda van deze begroting
2020 | 2021 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Stand per 01.01 | Verwachte toevoegingen | Verwachte onttrekkingen | Verwachte stand per 01.01 | Verwachte toevoegingen | Verwachte onttrekkingen | Verwachte stand per 31.12 |
6,6 | 6,6 | 6,6 |
De middelen in de begrotingsreserve risicopremie ECN/NRG zullen worden aangesproken als ECN – al dan niet tijdelijk – (gedeeltelijk) niet kan voldoen aan de terugbetalingsverplichtingen volgens de afgesloten leningsovereenkomst. Deze reserve betreft uitsluitend een zekerstelling binnen de rijksbegroting. Derden kunnen geen beroep op deze middelen doen en daarmee zijn de middelen op deze reserve niet juridisch verplicht.
2020 | 2021 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Stand per 01.01 | Verwachte toevoegingen | Verwachte onttrekkingen | Verwachte stand per 01.01 | Verwachte toevoegingen | Verwachte onttrekkingen | Verwachte stand per 31.12 |
395,2 | ‒ 390,6 | 4,6 | 4,6 |
Het kabinet heeft in 2019 en 2020 additionele maatregelen genomen om aanvullende CO2-reductie te realiseren (Kamerstuk 32 813, nr. 341). Gelet op de onzekere aard en timing van de aanvullende maatregelen heeft het kabinet besloten deze maatregelen via een tijdelijke begrotingsreserve met een omvang van € 500 mln financieel mogelijk te maken bij de Najaarsnota 2018. Andere departementen, zoals LNV, IenW en BZK hebben ook een beroep kunnen doen op deze reserve voor CO2-reducerende maatregelen. Door middel van aparte Incidentele Suppletoire Begrotingen zijn de middelen in 2019 aan de reserve onttrokken en verdeeld over de vier betrokken departementen (Kamerstukken 35 234, nr. 1; 35 235, nr. 1; 35 236, nr. 1; 35 237, nr. 1).
Extracomptabele fiscale regelingen
Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, zijn er fiscale regelingen die betrekking hebben op dit beleidsterrein. In onderstaande tabel is ter informatie het budgettaire belang van deze regelingen vermeld. De cijfers zijn ontleend aan de corresponderende bijlage ‘Fiscale regelingen’ in de Miljoenennota. De fiscale regelingen die niet in onderstaande tabel zijn opgenomen, maar wel op dit beleidsartikel betrekking hebben, zijn:
– EB Stadsverwarmingsregeling
– EB Verlaagd tarief openbare laadpalen
– EB en kolenbelasting Inputvrijstelling
Voor een beschrijving van de regelingen, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota ‘Toelichting op de fiscale regelingen’.
2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|
Energie-investeringsaftrek (EIA) | 127 | 147 | 149 |
EB Teruggaaf energie-intensieve industrie2 | 8 | 8 | 9 |
EB Verlaagd tarief lokaal opgewekte duurzame energie | 4 | 7 | 7 |
EB Salderingsregeling | 253 | 303 | 332 |
EB Vrijstellingen voor energie-intensieve processen | 101 | 120 | 140 |
[-] = regeling is in dat jaar niet van toepassing; [0] = budgettair belang van de regeling bedraagt in dat jaar afgerond nihil.
Overzicht maatregelen ten behoeve van het Energieakkoord, het Klimaatakkoord en CO2-reducerende maatregelen (uitvoering Urgenda-vonnis)
Conform de motie Leegte (Kamerstuk 30 196, nr. 278) is onderstaand een totaaloverzicht opgenomen van alle maatregelen van alle ministeries ten behoeve van het Energieakkoord, het Klimaatakkoord en de uitvoering van het Urgenda-vonnis. De maatregelen zijn gegroepeerd op basis van de doelstelling uit het Energieakkoord waaraan de maatregelen het meest direct bijdragen. Veel maatregelen dragen echter bij aan meerdere doelen.
In de begrotingen van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) zijn verwijzingen naar dit totaaloverzicht opgenomen. De betreffende maatregelen die op deze begrotingen staan zijn in onderstaand overzicht opgenomen. Achter de maatregelen in dit overzicht wordt aangegeven op welke begroting en beleidsartikel de maatregelen feitelijk staan.
De budgettaire gevolgen van het Energieakkoord zijn als bijlage bij de aanbiedingsbrief van het Energieakkoord gevoegd (Kamerstuk 30 196, nr. 202). Hierin zijn ook de fiscale maatregelen vermeld die onderdeel vormen van het Energieakkoord. De fiscale maatregelen zijn, met uitzondering van de Energie-InvesteringsAftrek (EIA) en de MIA/VAMIL voor zover dat een Urgenda-maatregel betreft, niet meegenomen in dit overzicht en worden ook niet apart vermeld in de begroting van Financiën (IX).
De budgettaire gevolgen van het Klimaatakkoord zijn opgenomen in het Klimaatakkoord (Kamerstuk 32 813, nr. 348). De middelen die in de begrotingsreserve Maatregelen CO2-reductie beschikbaar waren voor extra maatregelen ter uitvoering van het Urgenda-vonnis zijn door middel van Incidentele Suppletoire Begrotingen toegevoegd aan de begrotingen van EZK, BZK, IenW en LNV (Kamerstuk 22 813, nr. 341).
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
ENERGIEBESPARING | 395.927 | 610.267 | 575.669 | 357.548 | 306.588 | 252.784 | 233.990 |
MJA3 / MEE (EZK, art. 4) | 3.281 | 3.083 | 2.368 | 2.368 | 2.368 | 2.368 | 2.368 |
EIA (FIN, fiscaal) | 127.000 | 147.000 | 149.000 | 149.000 | 149.000 | 149.000 | 149.000 |
Compensatie indirecte kosten ETS (EZK, art. 4) | 40.313 | 110.625 | 179.000 | ||||
Subsidieregeling Energiebesparing en duurzame energie sportaccommodaties (EZK, art. 4) | 36 | 65 | |||||
Aardwarmte (SCAN-programma EBN) (EZK, art. 4) | 20.000 | 15.000 | 15.000 | 17.500 | 17.500 | 25.000 | |
Overige subsidies (Warmterotonde, Expertisecentrum Warmte) (EZK, art. 4) | 16.711 | 5.194 | 5.625 | ||||
Innovatieagenda Energie (LNV, art. 11) | 5.956 | 6.398 | 1.292 | 2.666 | 2.766 | 2.666 | 2.666 |
Marktintroductie energie innovaties (MEI) (LNV, art. 11) | 3.131 | 5.789 | 6.039 | 5.889 | 5.789 | 5.539 | 5.539 |
Energie-efficiency glastuinbouw (EG) (LNV, art. 11) | 8.421 | 4.767 | 4.967 | 6.442 | 6.442 | 4.942 | 6.942 |
Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) (BZK, art. 4) | 18.000 | ||||||
Bijdragen aan agentschappen (BZK, art. 4) | 4.887 | 4.532 | 4.532 | 4.528 | 527 | 523 | 523 |
Energiebesparing huursector STEP (BZK, art. 4) | 134.309 | 100.449 | 37.000 | 18.951 | |||
Energietransitie en duurzaamheid (Subsidies en opdrachten) (BZK, art. 4) | 12.562 | 66.398 | 24.607 | 7.504 | 5.575 | 5.575 | 1.952 |
Energiebesparing Koopsector SEEH (BZK, art. 4) | 1.320 | 1.940 | 3.500 | 4.500 | |||
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken Innovatieprogamma CO2 (BZK art. 4) | 4.514 | 6.640 | 10.000 | 13.721 | 12.171 | 20.000 | |
GF aardgasvrije wijken (PAW) (BZK, art. 4) | 69.727 | 100.000 | 55.000 | 10.000 | 10.000 | 0 | |
Regionale energiestrategie (RES) Gemeentefonds (BZK, art. 4) | 486 | 1.199 | |||||
Regionale energiestrategie (RES) Data en Monitoring (BZK, art. 4) | 500 | 500 | |||||
Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH) (BZK, art. 4) | 48.800 | 19.400 | 58.200 | 67.900 | |||
Renovatieversneller klimaatakkoord (BZK, art. 4) | 5.000 | 5.000 | 15.000 | 25.000 | 35.000 | 45.000 | |
Verduurzaming en ontzorging maatschappelijk vastgoed (BZK, art. 4) | 10.000 | ||||||
Wijkgerichte aanpak aargasvrij koopwoningen (SAK) (BZK, art.4) | 10.000 | ||||||
HERNIEUWBARE ENERGIE | 2.345.752 | 3.145.534 | 2.695.143 | 3.392.983 | 3.955.784 | 4.025.666 | 3.909.624 |
MEP (EZK, art. 4) | 1.515 | 591 | |||||
SDE/SDE+, incl. flankerend beleid en Net op Zee (EZK, art.4) | 1.265.767 | 1.868.086 | 2.494.245 | 3.190.908 | 3.781.156 | 3.848.776 | 3.730.719 |
Postcoderoosregeling (EZK, art. 4) | 2.965 | 5.742 | 8.295 | 10.557 | 12.572 | ||
Storting in begrotingsreserve duurzame energie (EZK, art. 4) | 993.682 | 1.167.657 | 66.333 | 66.333 | 66.333 | 66.333 | 66.333 |
Storting in begrotingsreserve aardwarmte (EZK, art. 4) | 420 | 700 | 1.000 | ||||
Garantieregeling Aardwarmte (EZK, art. 4) | 0 | 4.500 | 600 | ||||
InvesteringsSubsidie Duurzame Energie (EZK, art.4) | 84.368 | 104.000 | 130.000 | 130.000 | 100.000 | 100.000 | 100.000 |
ENERGIE-INNOVATIE | 140.243 | 182.317 | 209.347 | 246.498 | 258.441 | 248.601 | 225.312 |
Verduurzaming industrie (EZK, art. 2) | 12.588 | 48.000 | 36.264 | 52.666 | 79.159 | 82.654 | 84.400 |
Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) (EZK, art. 4) | 57.589 | 45.704 | 49.470 | 51.923 | 48.909 | 46.172 | 43.700 |
Demonstratieregeling Klimaat en Energie-innovatie (DEI+) (EZK, art. 4) | 42.139 | 44.690 | 67.232 | 74.694 | 70.537 | 66.079 | 64.976 |
Nationale co-financiering EU Innovation Fund (EZK, art. 4) | 5.000 | 20.000 | 10.000 | 10.000 | 5.000 | ||
Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (EZK, art. 4) | 1.392 | 4.500 | 3.941 | 5.075 | 4.296 | 1.696 | 1.696 |
Hernieuwbare Energietransitie (HER+) (EZK, art. 4) | 26.535 | 39.423 | 47.440 | 42.140 | 45.540 | 42.000 | 25.540 |
MOBILITEIT | 18.539 | 81.522 | 133.000 | 147.000 | 170.500 | 167.200 | 136.000 |
Elektrisch rijden (EZK, art. 4) | 42 | ||||||
Elektrisch rijden (IenW, art. 14) | 1.498 | ||||||
Organisatiekosten Green Deal Autodelen (IenW, art. 14) | 30 | ||||||
Campagne veilige, zuinige, stille banden op spanning (IenW, art. 14)1 | 0 | ||||||
Nationale benchmark duurzame mobiliteit (IenW, art. 14) | 42 | ||||||
Diverse beleidsonderzoeken duurzame mobiliteit (IenW, art. 14) | 50 | ||||||
Werkgeversaanpak mobiliteit (IenW, art. 14) | 54 | ||||||
Klimaatenveloppe 2019 (IenW, art. 14) | 16.823 | 13.700 | 8.000 | ||||
Laadinfrastructuur - Klimaatenveloppe 2019 (IenW, art. 14) | 15.022 | ||||||
Duurzame energiedragers zero-emissiebussen (IenW, art. 14) | 5.000 | 9.500 | 11.000 | 12.000 | 12.500 | 10.000 | |
Duurzame energiedragers tankinfra (IenW, art. 14) | 1.300 | 3.500 | 5.000 | 6.500 | 8.700 | 5.000 | |
Duurzame logistiek (IenW, art. 14) | 7.000 | 13.000 | 15.000 | 20.000 | 20.000 | 15.000 | |
Verduurzaming personenmobiliteit (IenW, art. 14) | 7.500 | 10.000 | 10.000 | 11.000 | 11.500 | 10.000 | |
Klimaatakkoord: Elektrisch Vervoer (IenW, art. 14) | 2.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 7.000 | 7.000 | |
Klimaatakkoord: nieuwe elektrische auto's (IenW, art. 14) | 11.000 | 16.000 | 20.000 | 22.000 | 39.000 | 44.000 | |
Klimaatakkoord: 2e hands elektrische auto's (IenW, art. 14) | 8.000 | 15.000 | 20.000 | 30.000 | 27.000 | ||
Klimaatakkoord: Bestel en Vracht (IenW, art. 14) | 6.000 | 17.000 | 25.000 | 38.000 | 41.500 | 45.000 | |
Innovatieregeling bouw GWW (IenW, art. 12) | 5.000 | 10.000 | 10.000 | ||||
Aavulling klimaatakkoord: Fietsparkeren (IenW, art. 13) | 25.000 | 25.000 | 25.000 | ||||
URGENDA-MAATREGELEN | 106.433 | 418.817 | 220.000 | 10.000 | 0 | 0 | 0 |
Urgenda en industrie (EZK, art. 2) | 386 | 53.764 | 59.500 | 10.000 | |||
Maatregelen CO2-reductie (EZK, art. 4) | 82.500 | 11.900 | |||||
Storting begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie (EZK, art. 4) | 11.000 | ||||||
Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH+) en Programma reductie energieverbruik (PRE) (BZK, art. 4) | 4.228 | 178.772 | |||||
Programma reductie energieverbruik (PRE) (BZK, art. 4)( koop en huur) | 25.000 | 125.000 | |||||
Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (LNV, art. 11)2 | 60.000 | 10.000 | |||||
Energie-efficiency glastuinbouw (EG) (LNV, art. 21) | 1.500 | 14.500 | |||||
Energiebesparingsmaatregelen warmtenetten (restwarmte CO2 project ) (LNV, art. 21) | 2.500 | ||||||
MIA/VAMIL (fiscaal, FIN) | 10.000 | ||||||
Stimulering van Recycling en biobased kunststoffen en textile (IenW, art. 21, via DEI+) | 219 | 23.281 | |||||
Stimulering van CO2-reducerende maatregelen Circulaire Economie (IenW, art. 21 via DEI+) | 1.190 | 27.510 | |||||
uitvoeringkosten voor RVO voor de ophoging van de MIA en de VAMIL (IenW, art. 21) | 300 | ||||||
Maatregelen in de Grond-Weg- en Waterbouw (IenW, art. 21) | 1.000 | 16.500 | |||||
Campagne veilige, zuinige, stille banden op spanning (IenW, art. 14) | 836 | 1.164 | |||||
Campagne het nieuwe rijden (IenW, art. 14) | 2.000 | ||||||
Versterken overige gedragsmaatregelen, monitoring en evaluatie (IenW, art. 14) | 54 | 1.946 | |||||
Retourpremie koel- en vrieskasten (IenW, art. 21) | 1.000 | ||||||
Circulaire maatregelen in de Grond, Weg en Waterbouw (IenW, art. 21) | 7.500 | ||||||
Bijdrage RWS (IenW, art. 21) | 2.500 | 2.500 | |||||
Bijdrage EZK (EZK, art. 4) | 2.500 | 2.500 | |||||
Bijdrage ILT (EZK, art. 4) | 20 | 180 | |||||
CIRCULAIRE ECONOMIE | 0 | 5.000 | 10.000 | 10.000 | 15.000 | 15.000 | 15.000 |
Maatregelen in de Grond- Weg- en Waterbouw (GWW) (IenW, art. 21) | 1.000 | 2.000 | 2.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | |
Ketenaanpak (IenW, art. 21) | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | |
Klimaatneutraal en circulair inkopen en aanbesteden (IenW, art. 21) | 1.000 | 2.000 | 2.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | |
Kunststof- en textielrecycling (IenW, art. 21) | 3.000 | 3.000 | 4.000 | 4.000 | 4.000 | ||
LANDBOUW | 0 | 137.828 | 179.309 | 103.178 | 64.438 | 59.934 | 74.813 |
Subsidieregeling brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (LNV, art. 21) | 928 | 4.209 | 7.178 | 9.438 | 10.434 | 29.813 | |
Geïntegreerde aanpak methaan en ammoniak via voer- en dierspoor (LNV, art. 21) | 6.000 | 6.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | |
Brongerichte maatregelen pilots en demo's (LNV, art. 21) | 3.400 | 4.600 | 4.000 | 4.000 | 4.000 | 4.000 | |
Kas als Energiebron (EG) (LNV, art. 21) | 3.500 | 16.500 | 17.000 | 17.000 | 18.500 | 16.500 | |
Kas als Energiebron (innovatie) (LNV, art. 21) | 9.500 | 10.500 | 7.500 | 8.500 | 8.500 | 8.500 | |
Kennisverspreiding en innovatie bodemkoolstof (LNV, art. 21) | 8.000 | 7.000 | 3.000 | 3.000 | 2.000 | 2.000 | |
Kunstmestvervanging (LNV, art. 21) | 4.000 | 4.000 | 4.000 | 3.000 | 3.000 | ||
Randvoorwaarden voor verdienmodel / klimaatvriendelijke producten (LNV, art. 21) | 2.000 | 2.000 | 2.000 | ||||
Advisering ondernemers ikv kringlooplandbouw (LNV, art. 21) | 1.000 | 1.000 | 500 | 500 | 1.000 | 1.000 | |
Tegengaan voedselverspilling (LNV, art. 21) | 1.000 | 1.000 | 500 | 500 | |||
Versterken bomen, bos, natuur (LNV, art. 22) | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 3.500 | |
Aanpak veenweideproblematiek en impuls veenweidegebieden (LNV, art. 22) | 76.500 | 76.500 | 6.500 | 6.500 | 1.500 | 1.500 | |
Minder intensief landgebruik veehouderijen nabij Natura 2000-gebieden (LNV, art. 22) | 20.000 | 40.000 | 40.000 | ||||
OVERIGE | 25.958 | 35.840 | 26.625 | 26.625 | 26.625 | 26.625 | 26.625 |
Bijdrage RVO.nl uitvoeringslasten Energieakkoord (EZK, art. 4) | 4.987 | 5.000 | |||||
Bijdrage RVO.nl uitvoeringslasten MEP/SDE/SDE+/ISDE/HER (EZK, art. 4) | 20.971 | 30.840 | 26.625 | 26.625 | 26.625 | 26.625 | 26.625 |
Totaal | 3.032.852 | 4.617.125 | 4.049.093 | 4.293.832 | 4.797.376 | 4.795.810 | 4.621.364 |
Naast deze regeling is er voor LNV ook voor energie-efficiëntie Glastuinbouw (EG) in 2019 € 4,0 mln en in 2020 € 12,0 mln beschikbaar gekomen. Voor Innovatieagenda energie € 2,5 mln in 2020. Deze bedragen zijn meegenomen in de categorie energiebesparing.
De inwoners van Groningen hebben dagelijks te maken met de gevolgen van de gaswinning. Dit brengt gevoelens van angst, frustratie en onzekerheid met zich mee. Voor het kabinet staan de veiligheid, het goed afhandelen van schade en het creëren van perspectief voor de inwoners voorop. Het kabinet werkt hieraan langs drie sporen:
1. Beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld.
2. Goede afhandeling van de negatieve gevolgen van de gaswinning.
3. Een Nationaal Programma om Groningen perspectief te bieden. In het kader van de taakherschikking tussen EZK en BZK heeft de Minister van BZK de coördinatie vanuit het Rijk overgenomen van EZK. De Minister van EZK blijft betrokken als lid van het NPG-bestuur.
Het Rijk werkt samen met provincie en gemeenten voor een veilig Groningen met perspectief.
In lijn met de aanpassing van de Mijnbouwwet (artikel 52g, derde lid, in werking getreden op 1 januari 2019) heeft de Minister van EZK de verantwoordelijkheid om alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem gevergd kunnen worden om te voorkomen dat als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld de veiligheid wordt geschaad. De Minister van EZK wordt daarin geadviseerd door het Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG), dat in 2019 is ingesteld. Het ACVG beoordeelt de technische en bouwkundige veiligheidsnormen op basis waarvan de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) de uitvoering van de versterking op zich neemt.
Met de inwerkingtreding van de Tijdelijke wet Groningen op 1 juli 2020 is het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) van start gegaan.
De Staat heeft daarmee de behandeling van verzoeken tot schadevergoeding voor alle vormen van schade als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld en de gasopslag Norg volledig van NAM overgenomen. Via de website van het IMG (https://www.schadedoormijnbouw.nl/cijfers) is informatie over de schadeafhandeling beschikbaar: de site geeft een actueel overzicht van de aantallen schadeafhandelingen, schade-opnames, besluiten, het aantal meldingen acuut onveilige situaties (AOS) en de voortgang in afhandeling. Informatie over het aantal aardbevingen in Groningen en de zwaarte hiervan is te vinden op de site van het KNMI.
In het Regeerakkoord is vastgelegd dat NAM op afstand komt te staan van de afhandeling van de bovengrondse gevolgen van de gaswinning. In 2020 staat NAM op bijna alle onderdelen op afstand. Waar dat nog niet zo is, wordt dat in 2021 afgerond. De rol van NAM wordt hiermee beperkt tot enkel het betalen van de kosten. De kosten van de schadeafhandeling worden per juli 2020, bij inwerking treding van de tijdelijk wet Groningen, via een heffing op NAM verhaald.
Sinds 1 januari 2019 wordt de versterkingsopgave uitgevoerd door de Nationaal Coördinator Groningen (NCG). De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de versterking is op 16 oktober 2019 overgedragen aan de Minister van BZK (Kamerstuk 33 529, nr. 695). De NCG is sinds 1 januari 2020 een dienstonderdeel van BZK. De publieke aansturing van de versterkingsoperatie wordt wettelijk vastgelegd. Hiertoe is een wetsvoorstel in voorbereiding dat zo spoedig mogelijk naar de Kamer wordt gestuurd. Dit zal een aanvulling zijn op het wetsvoorstel Tijdelijke wet Groningen dat op 1 juli 2020 inwerking is getreden.
Beleidswijzigingen beëindiging van de gaswinning in het Groningenveld
Afbouw van de gaswinning in Groningen
Vanaf medio 2022 is de benodigde gaswinning uit Groningen nagenoeg nul in een gemiddeld jaar (Kamerstuk 33 529, nr. 726). Dit is jaren eerder dan verwacht bij het kabinetsbesluit van 29 maart 2018 om de gaswinning uit Groningen volledig te beëindigen. Voor gasjaar 2019-2020 is het winningsniveau vastgesteld op 11,8 miljard Nm3 in een gemiddeld jaar, onder het door het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) geadviseerde van 12 miljard Nm3 (Kamerstuk 33 529, nr. 678). Met een tijdelijke maatregel is het winningsniveau tussentijds verder verlaagd naar 10,7 miljard Nm3 in een gemiddeld jaar (Kamerstuk 33 529, nr. 738). Voor gasjaar 2020-2021 wordt een winningsniveau verwacht van 9,3 miljard Nm3. Het definitieve winningsniveau voor gasjaar 2020-2021 wordt vastgelegd in het vaststellingsbesluit dat uiterlijk 1 oktober 2020 genomen dient te worden. Na 2022 blijft het Groningenveld naar verwachting alleen nodig als reservemiddel voor koude momenten en verstoringen in het gassysteem. Het kabinet blijft zoeken naar alternatieven om het Groningenveld zo snel als mogelijk definitief te kunnen sluiten.
Afspraken met Shell en ExxonMobil
Met Shell en ExxonMobil zijn afspraken gemaakt over de gewijzigde inzet van gasopslag Norg om de gaswinning voor gasjaar 2019-2020 te beperken. Deze afspraken zijn vastgelegd in een interim-akkoord (Kamerstuk 33 529, nr. 678). Sindsdien wordt er gewerkt aan het maken van definitieve afspraken (in aanvulling op het Akkoord op Hoofdlijnen van juni 2018). In mei 2019 is een principe-afspraak gemaakt met Shell en ExxonMobil over de voortzetting van de gewijzigde inzet van Norg (Kamerstuk 33 529, nr. 768). De vergoeding voor Norg wordt in arbitrage vastgesteld. Ook zal de Staat met Shell en ExxonMobil in arbitrage gaan over de financiële consequenties van de versnelde afbouw van de gaswinning. Met de uitkomst wordt ook de reeds gedane betaling van het voorlopig bedrag uit het Interim Akkoord verrekend. In de tussentijd zijn alle partijen in goed overleg om uitvoering te blijven geven aan de afspraken in het Akkoord op Hoofdlijnen en het Interim Akkoord, met als hoofddoel het beëindigen van de volumematige gaswinning in Groningen in 2022.
Taskforce Ombouw buitenland
Er is een taskforce opgericht met vertegenwoordigers van de overheden, netbeheerders en energietoezichthouders uit buurlanden Duitsland, België en Frankrijk. De taskforce monitort de afbouw van de export van laagcalorisch gas naar de buurlanden en rapporteert tweemaal per jaar over de voortgang. Op 21 februari is de eerste rapportage gedeeld met de Tweede Kamer (Kamerstuk 33 529, nr. 726).
Publiek beleggen risicoanalyse Groningen
NAM wordt voor wat betreft de gevolgen van de gaswinning in Groningen op afstand gezet. Eerder zijn de schade-afhandeling en de versterking al in publiek beheer gebracht. Vanaf 2021 zal ook het beheer en de ontwikkeling van het risicoberekeningsmodel (de Hazard and Risk Assessment, HRA) publiek belegd worden. De HRA wordt jaarlijks gebruikt bij het vaststellen van het winningsniveau van gas uit het Groningenveld. De meest onveilige panden die voortkomen uit de HRA worden vervolgens in de versterkingsopgave geprioriteerd.
In de praktijk zal TNO het beheer en de verdere ontwikkeling van de modellen van NAM overnemen. De Minister van EZK zal TNO hiervoor opdracht geven, inclusief het uitvoeren van de jaarlijkse risicoberekening tot de insluiting van het Groningenveld. Om TNO in de gelegenheid te stellen de jaarlijkse berekeningen te doen, draagt NAM een dataset over aan EZK met informatie over gebouwen in Groningen. Deze overdracht valt samen met het overhevelen van gegevens over oude schade-inspecties door NAM.
Beleidswijzigingen afhandeling negatieve gevolgen van de gaswinning
Middelen op de Aanvullende Post
In de Voorjaarsnota 2018 is voor Groningen een reservering van structureel € 100 mln. per jaar gemaakt. Deze middelen staan meerjarig op de Aanvullende Post van de Rijksbegroting. In deze begroting zijn alleen de middelen voor «Groningen» uit de Aanvullende Post voor 2019 en 2020 opgenomen. Bij Voorjaarsnota 2020 zijn opnieuw middelen toegevoegd voor 2020 en latere jaren uit de Aanvullende Post. Voorts bevat de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties eveneens middelen uit deze Aanvullende Post.
Veiligheid
Per 1 januari 2020 lopen de uitgaven voor versterken niet meer via NAM. De uitgaven voor bouwkundig versterken die nodig zijn voor de veiligheid worden voorgefinancierd door de Staat en lopen via de begroting van het Ministerie van BZK. De kosten worden per kwartaal achteraf aan NAM gefactureerd. Na inwerkingtreding van het wetsvoorstel versterking Groningen worden de kosten via een heffing op NAM verhaald.
Schadeafhandeling
Op 1 juli 2020 is het IMG opgericht. Het IMG zal ook in 2021 meldingen van alle vormen van schade in behandeling blijven nemen (waaronder afhandeling van fysieke schade aan gebouwen, waardedaling en immateriële schade). De kosten hiervan lopen via de EZK-begroting en worden op NAM verhaald. Op deze wijze is geborgd dat NAM op afstand staat van de besluitvorming en uitvoering van de schadeafhandeling. Prioriteit in 2021 is dat het IMG schademeldingen van bewoners en bedrijven binnen een redelijke termijn behandelt, transparantie biedt over de voortgang en stuwmeren zoveel mogelijk voorkomt. In 2021 wordt de samenwerking tussen IMG en NCG verder geïntensiveerd, opdat bewoners met zowel schade als versterken goed geholpen worden.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 834.537 | 760.448 | 722.013 | 16.572 | 2 | 2 | 2 |
waarvan garantieverplichtingen | |||||||
waarvan overige verplichtingen | 834.537 | 760.448 | 722.013 | 16.572 | 2 | 2 | 2 |
Uitgaven | 825.005 | 760.448 | 722.013 | 16.572 | 2 | 2 | 2 |
waarvan juridisch verplicht | 99% | ||||||
Subsidies (regelingen) | 121.826 | 36.091 | 21.756 | 14.192 | 2 | 2 | 2 |
Verduurzamingsopgave uit aardgasbaten | 314 | 35.988 | 21.653 | 14.190 | |||
Geestelijke bijstand/overige | 111 | 103 | 103 | 2 | 2 | 2 | 2 |
Bijdrage aan Nationaal Programma Groningen | 108.385 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Instrumentarium Woningmarkt | 13.016 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Inkomensoverdrachten | 136.572 | 553.000 | 545.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Schadevergoedingen | 136.572 | 250.000 | 200.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vergoeding waardedaling Groningen | 0 | 298.000 | 245.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vergoeding immateriële schade Groningen | 0 | 5.000 | 100.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 468.679 | 11.180 | 2.380 | 2.380 | 0 | 0 | 0 |
Onderzoek en compensatie gemeenten en provincie | 2.841 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Werkbudget | 18.783 | 3.180 | 2.380 | 2.380 | 0 | 0 | 0 |
Versterken | 84.055 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Interim Akkoord met Shell en Exxon | 363.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
BTW-compensatie NAM | 0 | 8.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan agentschappen | 97.927 | 156.877 | 152.877 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan RVO.nl | 96.400 | 154.877 | 152.877 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Instituut Mijnbouwschade Groningen | 1.527 | 2.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan (internationale) organisaties | 0 | 3.300 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Organisatie- en programmabudget ACVG | 0 | 3.300 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 862.756 | 1.031.061 | 774.000 | 59.000 | 39.000 | 39.000 | 39.000 |
Schadevergoedingen | 55.527 | 377.061 | 200.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitvoeringskosten Schade | 79.360 | 152.000 | 150.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan Nationaal Programma Groningen | 150.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aardgasbaten | 577.867 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Dividenduitkering EBN | 0 | 35.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Dividenduitkering GasTerra | 0 | 4.000 | 4.000 | 4.000 | 4.000 | 4.000 | 4.000 |
Mijnbouwwet | 0 | 160.000 | 75.000 | 55.000 | 35.000 | 35.000 | 35.000 |
Vergoeding waardedaling Groningen | 0 | 298.000 | 245.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vergoeding immateriële schade Groningen | 0 | 5.000 | 100.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten NCG | 2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Budgetflexibiliteit
De niet-juridisch verplichte uitgaven op artikel 5 betreffen de verduurzamingsopgave uit de aardgasbaten (€ 3,7 mln), geestelijke bijstand (€ 0,1 mln) en de werkbudgetten voor Gastransitie Groningen (€ 0,7 mln) en Groningen Bovengronds (€ 1,7 mln).
Subsidies
Verduurzamingsopgave uit aardgasbaten
In 2017 is de waardevermeerderingsregeling ingesteld cf. de motie-Bosman c.s. (Kamerstuk 33 529 nr. 242). Bewoners met € 1.000 schade of meer, kunnen in deze regeling maximaal € 4.000 subsidie ontvangen voor de verduurzaming van hun woning. Het Samenwerkingsverband Noord Nederland voert in opdracht van het Ministerie van EZK deze regeling uit. Voor deze regeling is in totaal meerjarig € 89,2 mln gereserveerd. De stand per 1 juni 2020 is dat SNN € 35,8 mln heeft uitgekeerd aan 9.587 gedupeerden. De in 2019 niet benutte middelen (€ 9,9 mln) zijn doorgeschoven naar 2020 en verder.
Geestelijke bijstand/overige
Middels een motie van de ChristenUnie is eerder € 300.000 uit het NPG gereserveerd voor Platform Kerk en Aardbeving. Het Platform heeft een beschikking gekregen voor drie jaar van € 100.000 per jaar. De beschikking loopt tot en met 2021. Met middelen trekt Platform Kerk en Aardbeving extra geestelijk verzorgers aan wordt een «proatbus» aangeschaft, waarmee de geestelijk verzorgers de hulpbehoevenden in de aardbevingsregio op kunnen zoeken.
Inkomensoverdrachten
Schadevergoedingen
Met ingang van 1 juli 2020 besluit het IMG over schadevergoedingen aan bewoners uit Groningen die aardbevingsschade hebben als gevolg van de gaswinning. Daarvoor werd de schade afgehandeld door de TCMG. Het IMG bepaalt onafhankelijk wie recht heeft op een schadevergoeding en hoe hoog deze vergoeding is, hierbij volgt het IMG het schadeprotocol. Deze schadevergoedingen worden uitbetaald door het IMG/RVO.nl. De kosten daarvan worden via een heffing op NAM verhaald, zoals vastgelegd in de tijdelijke wet Groningen.
Vergoeding waardedaling Groningen
Per september 2020 zal het IMG ook schadeafhandelingen doen voor de waardedaling van Groningers in het aardbevingsgebied. De verwachting is dat daar in 2020 € 298 mln voor wordt uitgegeven en in 2021 € 245 mln. Deze kosten worden via een heffing op NAM verhaald.
Vergoeding immateriële schade Groningen
Per november 2020 zal het IMG schadeafhandelingen doen voor de immateriële schade van Groningers in het aardbevingsgebied. De verwachting is dat daar in 2020 € 5 mln en 2021 € 100 mln per jaar voor wordt uitgegeven. Deze kosten worden via een heffing op NAM verhaald.
Opdrachten
Werkbudget
Dit betreffen de werkbudgetten van de directies Gastransitie Groningen en Groningen Bovengronds.
BTW-compensatie NAM
Vanuit de Aanvullende Post is € 8,0 mln beschikbaar voor 2020 voor compensatie BTW bij schade. Dit bedrag wordt in mindering gebracht op de declaraties aan NAM.
Bijdrage aan agentschappen
Bijdrage aan RVO.nl
RVO.nl voert in opdracht van de TCMG/IMG de schadeafhandeling uit. Het IMG is opdrachtgever voor RVO.nl. Deze kosten worden via een heffing op NAM verhaald.
Instituut Mijnbouwschade Groningen
De uitvoeringskosten van de TCMG voor de eerste helft van 2020 en vanaf 1 juli het bestuur van de IMG bedragen totaal in 2020 € 2 mln. Het budget voor IMG na 2020 staat gereserveerd op de Aanvullende Post en wordt in 2021 overgeheveld naar de begroting van EZK.
Bijdrage aan (internationale) organisaties
Organisatie- en programmabudget ACVG
Voor het Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) wordt vanuit de Aanvullende Post in 2020 € 3,3 mln vrijgemaakt.
Toelichting op de ontvangsten
Ontvangsten NAM voor schadevergoedingen en uitvoeringskosten
Overeenkomstig de gemaakte afspraken declareert EZK bij NAM de door RVO.nl uit te keren schadevergoedingen en de uitvoeringskosten voor de schadeafwikkeling. Per 1 juli 2020 wordt conform de Tijdelijke Wet Groningen aan NAM een heffing opgelegd voor de kosten van alle vormen van schade.
Aardgasbaten
Met ingang van begrotingsjaar 2021 worden de aardgasbaten op andere wijze weergegeven op de begroting. Niet langer is sprake van één post waarop de aardgasbaten binnenkomen. In plaats daarvan worden de inkomsten uitgesplitst in drie posten: dividendontvangsten van EBN, dividendontvangsten van GasTerra en inkomsten uit de Mijnbouwwet. De splitsing in drie afzonderlijke posten geeft beter inzicht in de verschillende inkomsten uit de gaswinning.
Het valt op dat de raming voor de komende jaren aanzienlijk omlaag is bijgesteld. Verreweg het grootste deel van de neerwaartse bijstelling hangt samen met de historisch lage gasprijs. Verder komt de lagere opbrengst onder meer door lagere inkomsten uit EBN met andere oorzaken dan de prijs (zoals operationele kosten of de bijstortingen in de voorzieningen voor de aardbevingskosten). De oude ramingswerkwijze leende zich goed voor het ramen van grote volumes en hoge omzetten, maar is niet adequaat gezien de sterk teruglopende gaswinning. De nieuwe werkwijze geeft naar verwachting een realistischer en gedetailleerder beeld van de inkomsten uit de gaswinning.
Dividenduitkering EBN
EZK ontvangt dividend van EBN over het geconsolideerde nettoresultaat. Dit wordt lager door de afbouw van gaswinning in Groningen, de afnemende productie uit kleine velden, hogere kosten in verband met schade en versterken, en de verbreding van activiteiten naar CCS en geothermie. Door deze factoren en vanwege de (prijs)ontwikkelingen op de gasmarkt verwacht EBN in de komende jaren geen dividend uit te keren.
Dividenduitkering GasTerra
Gasterra keert een vast dividend uit aan de aandeelhouders. Voor EZK is dit € 4 mln per jaar.
Mijnbouwwet
Deze post bestaat uit winstaandelen van de vergunninghouders voor gaswinning, cijns (heffing van een percentage van de omzet), en oppervlakterecht. Door teruglopende winning uit het Groningerveld, lagere prijzen en hogere productiekosten loopt deze post de komende jaren terug naar een vast niveau van € 35 mln per jaar.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Productie totaal (in mld Nm3) | 28 | 23 | 15 | 11 | 11 | 11 |
Waarvan: Groningenveld | 10 | 7 | 2 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan: kleine velden | 18 | 16 | 13 | 11 | 11 | 11 |
In bovenstaande tabel wordt de geraamde productie van aardgas voor zowel Groningen als de kleine velden weergegeven. Voor het Groningenveld wordt hierbij uitgegaan van de productievolumes uit de Voorjaarsnota 2020. Het kabinet doet er alles aan om na 2022 in een gemiddeld jaar geen gas meer te winnen uit het Groningenveld.
Verwachting 2020-2021 | 2020 | 2021 |
---|---|---|
Productie aardgas totaal (in mld Nm³) | 28 | 23 |
Beursprijs van TTF-gas (eurocent/ m3) | 8,9 | 11,6 |
In de afgelopen jaren is de gaswinning sterk gedaald, met bijbehorende budgettaire gevolgen. De volgende tabel laat de mutaties in de gasbaten zien ten opzichte van de Startnota 2017. Omdat 2024 en 2025 geen onderdeel uitmaakten van de meerjarenraming in de Startnota 2017, zijn voor die jaren geen cijfers opgenomen.
a - Stand Startnota 2017 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|---|---|
Niet-belastingmiddelen (geraamd op EZK-begroting) | 1,85 | 1,75 | 1,70 | 1,65 | ‒ | ‒ |
Vennootschapsbelasting | 0,15 | 0,15 | 0,15 | 0,20 | ‒ | ‒ |
Totale gasbaten | 2,00 | 1,90 | 1,85 | 1,85 | ‒ | ‒ |
b - Mutaties ten opzichte van Startnota 2017 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
Niet-belastingmiddelen (geraamd op EZK-begroting) | ‒ 1,65 | ‒ 1,67 | ‒ 1,64 | ‒ 1,61 | ‒ | ‒ |
Vennootschapsbelasting | ‒ 0,15 | ‒ 0,15 | ‒ 0,15 | ‒ 0,20 | ‒ | ‒ |
Totale gasbaten | ‒ 1,80 | ‒ 1,82 | ‒ 1,79 | ‒ 1,81 | ‒ | ‒ |
c- Stand Miljoenennota 2021 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
Niet-belastingmiddelen (geraamd op EZK-begroting) | 0,20 | 0,08 | 0,06 | 0,04 | 0,04 | 0,04 |
Vennootschapsbelasting1 | ||||||
Totale gasbaten | 0,20 | 0,08 | 0,06 | 0,04 | 0,04 | 0,04 |
Vanwege de lagere volumina in de gaswinning en corresponderende lagere aardgasbaten worden de inkomsten die samenhangen met de vennootschapsbelasting in de nieuwe ramingsmethodiek geraamd op nihil.
Kengetallen
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | Bron | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Gewonnen volume aardgas kleine velden (in Nm3) | 24 mld Nm3 | 22 mld Nm3 | 20 mld Nm3 | 18 mld Nm3 | 16 mld Nm3 | 14 mld Nm3 | TNO |
2. Aantal boringen exploratie onshore en offshore | 21 | 16 | 4 | 6 | 5 | 4 | TNO |
3. Aantal boringen productie onshore en offshore | 32 | 17 | 16 | 8 | 7 | 7 | TNO |
4. Productie aardgas totaal (in Nm3) | 66 mld Nm3 | 50 mld Nm3 | 48 mld Nm3 | 42 mld Nm3 | 35 mld Nm3 | 29 mld Nm3 | TNO |
5. Euro/dollarkoers | 1,33 | 1,11 | 1,11 | 1,13 | 1,18 | 1,12 | CBS/CPB |
6. Olieprijs (dollar/vat) Bron: CBS/CPB | 101,4 | 52,5 | 43,3 | 54,0 | 70,9 | 61,0 | CBS/CPB |
7. Beursprijs van TTF-gas (eurocent/ m3) | 21,3 | 19,8 | 13,6 | 16,6 | 21,5 | 14,9 | APX Endex |
• 1 t/m 4 In het kader van voorzieningszekerheid is het van belang dat het aardgas dat zich bevindt in de Nederlandse kleine velden ook wordt gewonnen. Dit omvat zowel het produceren van reeds ontdekte velden (kengetal 1, 3 en 4) als het exploreren van nieuwe velden (kengetal 2). EZK stelt de randvoorwaarden voor een concurrerend mijnbouwklimaat: marktpartijen nemen de productie en exploratie voor hun rekening. Kengetal 1 geeft de totale hoeveelheid gewonnen gas uit kleine velden (onshore en offshore). Kengetal 4 geeft de totale aardgasproductie in Nederland weer in Normaal m3, dus aardgas gewonnen uit kleine velden en het Groningerveld.
• 5 t/m 7 De aardgasprijs is gerelateerd aan enerzijds de prijs van olie in dollars in combinatie met de euro/dollarkoers en anderzijds aan de prijs van gas die onafhankelijk van de olieprijs op de markt tot stand komt op onder andere gasbeurzen.
Vergoeding waardedaling Groningen
Dit betreffen ontvangsten van NAM voor de schadeafhandelingen in het kader van de waardedalingsregeling voor Groningers in het aardbevingsgebied. Deze worden via een heffing op NAM verhaald.
Vergoeding immateriële schade Groningen
Dit betreffen ontvangsten van NAM voor de schadeafhandelingen in het kader van de immateriële voor Groningers in het aardbevingsgebied. Deze worden via een heffing op NAM verhaald.
Indicatoren
Schadeafhandeling
Het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) rapporteert op kwartaalbasis onder andere over het aantal afgehandelde meldingen, het aantal geaccepteerde schadevergoedingen en klanttevredenheid. De volgende tabel geeft de stand van de schadeafhandeling door de IMG weer. In volgende begrotingsstukken wordt hier een update van gegeven.
Aantal ingediende schademeldingen | 72.850 |
---|---|
Aantal besluiten van de TCMG/IMG | 39.864 |
Anderszins afgehandeld | 5.957 |
Totaal uitgekeerd schadebedrag (x € 1 mln), incl. stuwmeerregeling | 306,7 |
Nog openstaande schademeldingen | 27.029 |
De volgende tabel geeft het gebruik van de stuwmeerregeling aan:
Aantal aanbiedingen in het kader van de stuwmeerregeling | 16.840 |
---|---|
Waarvan keuze voor vaste vergoeding van € 5.000 | 10.000 |
Waarvan keuze voor variabele vergoeding van max. € 11.000 | 471 |
Waarvan keuze om door te gaan in het reguliere schadeproces | 6.369 |
Seismiciteit
Het kabinet beëindigt de gaswinning in Groningen om de oorzaak van de aardbevingen weg te nemen. Actuele en historische informatie over de seismiciteit in de Groningerbodem staat op de site van het KNMI.
Overzicht middelen op de rijksbegroting voor Groningen
In totaal is op de Rijksbegroting € 899 mln beschikbaar voor Groningen. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
EZK - subsidies | ||||||
Verduurzamingsopgave (uit aardgasbaten) | 35.988 | 21.653 | 14.190 | |||
Geestelijke bijstand/overige | 103 | 103 | 2 | 2 | 2 | 2 |
BZK - Subsidies | ||||||
Verduurzamingsopgave (plafond relevant) | 10.410 | 10.400 | ||||
EZK - opdrachten | ||||||
BTW-compensatie NAM bij schade | 8.000 | |||||
Onderzoek en werkbudget | 3.180 | 2.380 | 2.380 | |||
BZK - opdrachten | ||||||
Werkbudget | 13.109 | 12.563 | 12.315 | 10.714 | 6.680 | 280 |
Versterkingsmiddelen Uit de Aanvullende Post | 34.470 | |||||
EZK - Bijdrage aan agentschappen/ZBO's | ||||||
Uitvoeringskosten IMG | 2.000 | |||||
Organisatie- en programmabudget ACVG | 3.300 | |||||
BZK-bijdragen aan medeoverheden | ||||||
Nationaal Programma Groningen | 125.849 | 75.000 | 25.000 | 25.000 | 25.000 | 25.000 |
Compensatie gemeenten en provincie | 40.000 | 10.000 | 10.000 | |||
OCW | ||||||
Achterstallig onderhoud erfgoed (RA-envelop) | 4.500 | 4.500 | ||||
Aanvullende Post van de Rijksbegroting | ||||||
Gasfonds Groningen (RA-envelop voor NPG) | 55.600 | 50.000 | 50.000 | 10.000 | 9.000 | 3.300 |
Rijksbijdrage aan NPG | 30.000 | 40.000 | 39.000 | 38.000 | ||
Totaal op de Aanvullende Post voor NPG | 55.600 | 50.000 | 80.000 | 50.000 | 48.000 | 41.300 |
Totaal beschikbaar voor Groningen | 336.509 | 186.599 | 143.887 | 85.716 | 79.682 | 66.582 |
Totaal beschikbaar in de periode 2020 ‒ 2025 | 898.975 |
Op dit artikel zijn de personele en materiële uitgaven en ontvangsten van EZK geraamd, voor zover die betrekking hebben op het kerndepartement (Directoraten-Generaal en stafdirecties) en de diensten van EZK (ACM45, CPB en SodM). Enkele stafdirecties van EZK werken als gemeenschappelijke dienst voor EZK en LNV. In deze begroting is enkel het EZK-aandeel van deze gedeelde diensten geraamd, te weten 57%, de overige 43% van het budget staat op de LNV-begroting geraamd. De uitgaven aan externe inhuur, de uitgaven aan ICT en de bijdragen aan shared service organisaties (SSO’s) worden apart inzichtelijk gemaakt en meerjarig geraamd. Tevens bevat dit artikel een raming voor de bijdragen aan DICTU voor zover het opdrachten betreft ten behoeve van het kernministerie EZK.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 298.069 | 306.737 | 286.313 | 286.824 | 285.495 | 283.266 | 276.466 |
Uitgaven | 298.069 | 306.737 | 286.313 | 286.824 | 285.495 | 283.266 | 276.466 |
Personele uitgaven | 214.956 | 213.426 | 197.549 | 203.628 | 201.453 | 199.296 | 192.285 |
waarvan eigen personeel | 179.851 | 182.918 | 171.294 | 175.002 | 172.534 | 168.692 | 164.277 |
waarvan inhuur externen | 19.505 | 12.937 | 10.293 | 9.974 | 10.212 | 10.135 | 10.785 |
waarvan overige personele uitgaven | 15.600 | 17.571 | 15.962 | 18.652 | 18.707 | 20.469 | 17.223 |
Materiële uitgaven | 83.112 | 93.311 | 88.764 | 83.196 | 84.042 | 83.970 | 84.181 |
waarvan ICT1 | 8.284 | 20.230 | 14.998 | 14.661 | 14.800 | 14.800 | 14.800 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 14.794 | 13.742 | 14.066 | 13.382 | 13.382 | 13.382 | 13.382 |
waarvan DICTU | 32.148 | 23.747 | 21.147 | 20.200 | 20.000 | 20.000 | 20.050 |
waarvan overige materiële uitgaven | 27.886 | 35.592 | 38.553 | 34.953 | 35.860 | 35.788 | 35.949 |
Ontvangsten | 26.426 | 24.981 | 24.992 | 24.981 | 24.336 | 24.336 | 24.336 |
waarvan ACM | 19.034 | 17.589 | 17.589 | 17.589 | 17.589 | 17.589 | 17.589 |
waarvan SodM | 3.150 | 3.150 | 3.150 | 3.150 | 3.150 | 3.150 | 3.150 |
waarvan CPB | 1.643 | 1.643 | 1.643 | 1.643 | 1.643 | 1.643 | 1.643 |
waarvan kerndepartement | 2.599 | 2.599 | 2.610 | 2.599 | 1.954 | 1.954 | 1.954 |
Het totaal van de ICT-uitgaven van het kerndepartement en buitendiensten bestaat uit de ICT-uitgaven geraamd onder de post materiële uitgaven en de bijdrage aan de DICTU.
Toelichting op de uitgaven
Personele uitgaven
Betreft alle personeelsuitgaven voor het kerndepartement en de diensten. In de begroting 2021 zijn de ramingen voor externe inhuur apart gespecificeerd. Onder de overige personele uitgaven valt het sociaal plan voor onder andere afronding uitvoeringsorganisatie DLG en wachtgelduitgaven.
Materiële uitgaven
Betreft de materiële uitgaven van de ondersteunende processen voor het kerndepartement en de buitendiensten. Dit omvat onder andere huisvesting, communicatie, ICT en de bijdrage aan het Inkoopuitvoeringscentrum (IUC) dat gepositioneerd is bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Vanaf de begroting 2014 zijn de uitgaven voor ICT en bijdrage aan shared service organisaties (SSO’s) apart zichtbaar gemaakt. ICT bevat zowel de uitgaven voor projecten als structurele uitgaven (onderhoud, licenties en vervanging). De bijdragen aan SSO’s betreffen onder andere het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) en Expertisecentrum/Ontwikkelingscentrum Rijk. De bijdrage aan DICTU is bestemd voor ICT-dienstverlening aan het kerndepartement. Het betreft hier werkplekservices, infrabeheer en applicatieservices.
Toelichting op de ontvangsten
De ontvangsten betreffen bij de ACM voornamelijk de bijdragen uit de markt voor de sectoren energie, telecommunicatie, vervoer en post. Bij het SodM betreft het de kosten die zijn doorberekend aan de markt voor vergunningverlening en taken die volgen uit de (nieuwe) Europese Richtlijn 2013/30/EU. Bij het CPB gaat het om ontvangsten in verband met werken voor tweeden. De ontvangsten van het kerndepartement bestaan o.a. uit ontvangsten voor detacheringen en ontvangsten voor doorbelaste kosten.
Voor 2021 wordt voor totaal EZK een percentage externe inhuur voorzien dat ruim boven de zgn. Roemer-norm ligt (maximaal 10% van de personeelskosten voor externe inhuur). Onderstaande tabel geeft de percentages externe inhuur weer voor alle onderdelen van EZK. De inhuur van externen bij het kerndepartement ligt in 2020 en 2021 boven de zgn. Roemer-norm. DICTU zit in zowel 2020 als 2021 aanzienlijk boven deze norm. De norm wordt naar verwachting ook overschreden door RVO.
2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|
Kerndepartement | 10,3% | 9,4% | 10,2% |
Autoriteit Consument & Markt | 7,6% | 5,6% | 6,0% |
Centraal Planbureau | 5,1% | 1,4% | 1,5% |
Staatstoezicht op de Mijnen | 12,9% | 9,2% | 9,5% |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 17,8% | 19,9% | 15,2% |
Agentschap Telecom | 11,1% | 11,2% | 10,0% |
Dienst ICT Uitvoering | 59,3% | 53,2% | 51,2% |
Nederlandse Emissie Autoriteit | 7,9% | 7,7% | 7,7% |
Totaal | 24,2% | 23,8% | 21,4% |
– Het percentage externe inhuur voor het kerndepartement in 2020 en 2021 is lager dan het percentage in 2019. Dit komt voornamelijk doordat het budget van de NCG niet meer onder de EZK-begroting valt. BZK beheert vanaf 2020 de budgetten voor de NCG.
– Bij de percentages externe inhuur voor DICTU moet worden bedacht dat ICT-beheer en -ontwikkeling voor dit rijksbreed opererende agentschap een kerntaak is, hetgeen externe inhuur boven de Roemer-norm onvermijdelijk maakt, gegeven de bestaande krapte op de arbeidsmarkt en de wisselende behoefte aan gespecialiseerde ICT-kennis. Bovendien is het inhuren van schaarse ICT expertise relatief duur. Als gevolg daarvan zijn de personeelsuitgaven voor externe inhuur ten opzichte van de totale personeelsuitgaven eveneens relatief hoog.
– RVO is een uitvoerder van een groot aantal verschillende opdrachtgevers, namelijk meerdere ministeries, decentrale overheden en de Europese Unie. RVO verzorgt de uitvoering van ruim 650 regelingen, subsidies, vergunningen en ontheffingen. Van subsidies voor boeren, tot octrooiverlening, ondersteuning bij het verkennen van buitenlandse markten en de afhandeling van schadegevallen in Groningen. Omdat dit per taak toegesneden expertise vereist, die per jaar kan fluctueren qua capaciteitsomvang, is flexibele capaciteitsinzet een randvoorwaarde voor kwalitatief hoogstaande dienstverlening.
Genoemde agentschappen zien mogelijkheden om dichterbij de norm te komen. Gelet op het specifieke karakter van DICTU en RVO zijn er echter grenzen aan de mogelijkheden om de externe inhuur te beperken, zonder risico’s te lopen voor de bedrijfsvoering en de kwaliteit van de dienstverlening. De ontwikkeling van de uitgaven externe inhuur heeft zowel de aandacht van de departementsleiding als van de onderdelen die substantieel boven de Roemer-norm scoren (DICTU en RVO). Periodiek wordt een dashboard besproken met het actuele beeld van de uitgaven externe inhuur en beide agentschappen hebben een plan van aanpak geïmplementeerd om het inhuurpercentage te verlagen, door middel van:
– Het formuleren van beleid voor externe inhuur in het strategisch personeelsplan en hieruit een doelstelling formuleren voor de optimale verhouding tussen inhuur en eigen personeel.
– Het terugbrengen van de externe inhuur door deze te vervangen door eigen personeel (verambtelijking) middels vaste of tijdelijke contracten. Echter, het blijkt niet altijd mogelijk om externe inhuur te vervangen door vaste dan wel tijdelijke contracten, door (wisselende) specifieke kennis en schaarste op de arbeidsmarkt voor o.a. ICT-professionals.
In de agentschapsparagraaf worden de uitgaven aan externe inhuur bij DICTU en RVO verder toegelicht.
Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agent-schappen, ZBO’s en RWT’s
De onderstaande tabel geeft de totale apparaatsuitgaven voor EZK weer. Hierbij zijn de apparaatsuitgaven voor het kernministerie en de buitendiensten alsmede de apparaatskosten van de agentschappen en de ZBO’s en RWT’s (voor zover deze via de Rijksbegroting gefinancierd worden) weergegeven.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Totaal apparaatsuitgaven ministerie | 298.069 | 306.737 | 286.313 | 286.824 | 285.495 | 283.266 | 276.466 |
Kerndepartement (beleid en staf) | 192.549 | 201.593 | 186.970 | 188.880 | 188.637 | 189.737 | 182.987 |
Apparaatsuitgaven diensten | 105.520 | 105.144 | 99.343 | 97.944 | 96.858 | 93.529 | 93.479 |
Centraal Planbureau (CPB) | 17.271 | 18.305 | 17.416 | 16.911 | 16.525 | 16.396 | 16.396 |
Autoriteit Consument en Markten (ACM)1 | 73.092 | 71.723 | 67.659 | 66.851 | 66.187 | 63.687 | 63.687 |
Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) | 15.157 | 15.116 | 14.268 | 14.182 | 14.146 | 13.446 | 13.396 |
2. Totaal apparaatskosten agentschappen | 1.019.206 | 1.142.116 | 1.096.249 | 883.433 | 884.135 | 871.075 | 871.088 |
Agentschap Telecom (AT) | 48.703 | 48.373 | 57.260 | 56.174 | 56.173 | 55.938 | 55.710 |
Dienst ICT Uitvoering (DICTU) | 271.254 | 263.905 | 270.483 | 275.891 | 281.409 | 287.037 | 292.778 |
Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) | 8.480 | 8.747 | 10.727 | 10.521 | 9.661 | 9.981 | 9.981 |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) | 690.769 | 821.091 | 757.779 | 540.847 | 536.892 | 518.119 | 512.619 |
3. Totaal apparaatskosten ZBO's en RWT's | 861.037 | 870.469 | |||||
Centraal Bureau voor de Statistiek | 187.362 | 194.120 | |||||
Stichting COVA | 1.410 | 1.646 | |||||
Raad voor Accreditatie | 14.374 | 9.980 | |||||
Bestuur Autoriteit Consument en Markt | 614 | 761 | |||||
TNO | 426.367 | 446.662 | |||||
Kamer van Koophandel | 230.910 | 217.300 |
Om invulling te geven aan de Kaderrichtlijn, 2002/21/EG, zoals gewijzigd door 2009/140/EG, artikel 3 inclusief considerans 13, wordt opgemerkt dat van het totaalbedrag voor de apparaatsuitgaven van de ACM, een bedrag van circa € 13,9 mln in 2021 specifiek voor toezicht op de elektronische communicatiesector wordt geraamd (inclusief betreffende kosten van het bestuur van de ACM).
In de bovenstaande tabel zijn onder andere de personele en materiële apparaatskosten van de agentschappen, ZBO’s en RWT’s vermeld. Echter, deze apparaatskosten worden niet alleen door EZK gefinancierd, maar ook door andere opdrachtgevende ministeries en derden. In de betreffende agentschapsparagrafen en de bijlage ZBO’s en RWT’s wordt dit nader toegelicht.
2021 | |
---|---|
Totaal apparaat | 286.313 |
DG Klimaat en Energie | 22.195 |
DG Bedrijfsleven en Innovatie | 27.827 |
Diensten CPB, ACM en SodM | 99.343 |
Stafdirecties BBR, DC, DEIZ, FEZ en WJZ (inclusief gezamenlijke onderdelen EZK/LNV) | 136.948 |
In bovenstaande tabel worden de personeelsuitgaven van DG Klimaat en Energie en DG Bedrijfsleven en innovatie weergegeven. De onderdelen diensten en stafdirecties bevat zowel personele als materiële uitgaven.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Loonbijstelling | |||||||
waarvan programma | |||||||
waarvan apparaat | |||||||
Prijsbijstelling | |||||||
waarvan programma | |||||||
waarvan apparaat | |||||||
Onvoorzien | |||||||
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Dit artikel is een administratief begrotingstechnisch artikel. Dit betekent dat er geen daadwerkelijke uitgaven ten laste van artikel 41 worden gedaan. Vanuit dit artikel vinden overboekingen van loon- en prijsbijstellingen naar de loon- en prijsgevoelige artikelen binnen de begroting plaats. Ook worden er taakstellingen of extra middelen op dit artikel geplaatst die nog niet aan de beleidsartikelen zijn toegevoegd. Voor 2021 is dat niet aan de orde.
Bijdrage moederdepartement (EZK) | Bijdrage overige departementen | Bijdrage derden | Overige baten | Totale baten | |
---|---|---|---|---|---|
Agentschap Telecom (AT) | 31.665 | 4.654 | 24.116 | 0 | 60.435 |
Dienst ICT Uitvoering (DICTU) | 206.530 | 93.922 | 1.751 | 0 | 302.203 |
Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) | 7.446 | 3.601 | 0 | 0 | 11.047 |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) | 351.480 | 386.137 | 35.219 | 0 | 772.836 |
Totaal | 597.121 | 488.314 | 61.086 | 0 | 1.146.521 |
Raming Ontwerpbegroting 2021 | |
---|---|
Agentschap Telecom (AT) | 31.234 |
art. 1 Goed functionerende economie en markten | 25.883 |
art. 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | 531 |
art. 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering | 4.820 |
Dienst ICT (DICTU) | 206.530 |
art. 40 Apparaat | 21.147 |
Bijdrage agentschappen | 185.383 |
Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) | 7.194 |
art. 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering | 7.194 |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) | 351.480 |
art. 1 Goed functionerende economie en markten | 11.232 |
art. 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | 105.068 |
art. 3 Toekomstfonds | 13.908 |
art. 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering | 56.861 |
art. 5 Een veilig Groningen met perspectief | 152.877 |
art. 40 Apparaat | 11.534 |
Subtotaal | 596.438 |
af: Geraamde bijdrage agentschappen aan DICTU1 | ‒ 185.383 |
Totaal geraamde bijdrage ten laste van de begrotingsartikelen | 411.055 |
Een deel van de bijdrage aan DICTU wordt verstrekt door andere agentschappen van EZK. Om een juist totaalbedrag voor de bijdrage van EZK aan agentschappen te laten zien, wordt voor deze dubbeltelling gecorrigeerd.
Opmerkingen bij verschillen tussen ramingen in tabel A en tabel B
Het verschil tussen de totale omzet moederdepartement en de totale geraamde bijdrage ten laste van de begrotingsartikelen van per saldo € 0,7 mln is, gezien het bedrag, niet gespecificeerd.
De begroting van Agentschap Telecom is opgemaakt in een periode van grote onzekerheid door de COVID-19 uitbraak. Een zekerheid in deze tijd is dat Nederland grote afhankelijkheid kent van een goed functionerende digitale infrastructuur. Agentschap Telecom staat voor een Veilig Verbonden Nederland en met deze begroting kan het hier invulling aan geven én kan het haar werkzaamheden op belangrijke zaken uitbreiden.
Stand Slotwet 2019 | Vastgestelde begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
Omzet | 47.954 | 51.247 | 60.435 | 60.489 | 60.549 | 60.614 | 60.685 |
waarvan omzet moederdepartement | 23.377 | 25.004 | 31.665 | 31.665 | 31.665 | 31.665 | 31.665 |
waarvan omzet overige departementen | 1.455 | 3.785 | 4.654 | 4.654 | 4.654 | 4.654 | 4.654 |
waarvan omzet derden | 23.121 | 22.458 | 24.116 | 24.171 | 24.230 | 24.295 | 24.367 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 1.524 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentebaten | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 49.480 | 51.247 | 60.435 | 60.489 | 60.549 | 60.614 | 60.685 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 48.703 | 48.373 | 57.260 | 56.714 | 56.173 | 55.938 | 55.710 |
Personele kosten | 31.270 | 30.779 | 36.495 | 36.070 | 35.983 | 35.983 | 35.983 |
waarvan eigen personeel | 25.543 | 25.610 | 30.624 | 30.252 | 30.170 | 30.170 | 30.170 |
waarvan inhuur externen | 3.280 | 2.846 | 3.403 | 3.361 | 3.352 | 3.352 | 3.352 |
waarvan overige personele kosten | 2.447 | 2.323 | 2.468 | 2.457 | 2.461 | 2.461 | 2.461 |
Materiële kosten | 17.433 | 17.594 | 20.765 | 20.644 | 20.190 | 19.955 | 19.727 |
waarvan apparaat ICT | 225 | ||||||
waarvan bijdrage aan SSO's | 13.338 | 10.406 | 12.556 | 12.378 | 12.378 | 12.378 | 12.378 |
waarvan overige materiële kosten | 3.870 | 7.188 | 8.209 | 8.265 | 7.812 | 7.577 | 7.348 |
Afschrijvingskosten | 1.935 | 2.749 | 3.050 | 3.600 | 4.200 | 4.500 | 4.800 |
Materieel | 1.586 | 1.924 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 |
waarvan apparaat ICT | 435 | ||||||
Immaterieel | 348 | 825 | 1.050 | 1.600 | 2.200 | 2.500 | 2.800 |
Dotaties voorzieningen | 236 | 75 | 75 | 75 | 75 | 75 | 75 |
Overige kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere lasten | ‒ 220 | ||||||
Rentelasten | 46 | 50 | 50 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Totaal lasten | 50.700 | 51.247 | 60.435 | 60.489 | 60.548 | 60.613 | 60.685 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | ‒ 1.220 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | ‒ 1.220 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het Agentschap Telecom streeft naar een kostendekkende bedrijfsvoering. Alle te verwachten en noodzakelijke kosten zijn in deze begroting meerjarig opgenomen. Het saldo van de baten en de lasten geeft het beeld van een meerjarig kostendekkende agentschapsbegroting. Om dit resultaat te realiseren is het een randvoorwaarde om het uurtarief 2021 reëel met 3,69% te laten stijgen (en de budgetten bij de opdrachtgever(s) vanuit het Rijk hierop aan te laten sluiten).
Om kostendekkende producten en diensten voor externe partijen (Regeling Vergoedingen) te kunnen realiseren, is een netto-verhoging van 5,40% begroot voor 2021.
Toelichting op de baten
Stand Slotwet 2019 | Vastgestelde begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Structurele bijdragen moederdepartement | |||||||
Beleidsopdrachten (DG B&I) | 6.120 | 6.940 | 7.687 | 7.687 | 7.687 | 7.687 | 7.687 |
Toezichttaken | 14.143 | 16.384 | 16.902 | 16.902 | 16.902 | 16.902 | 16.902 |
Subtotaal structurele bijdragen | 20.263 | 23.324 | 24.590 | 24.590 | 24.590 | 24.590 | 24.590 |
Incidentele bijdragen | |||||||
Projecten | 3.114 | 1.680 | 7.075 | 7.075 | 7.075 | 7.075 | 7.075 |
Subtotaal projecten | 3.114 | 1.680 | 7.075 | 7.075 | 7.075 | 7.075 | 7.075 |
Totaal omzet moederdepartement | 23.377 | 25.004 | 31.665 | 31.665 | 31.665 | 31.665 | 31.665 |
De structurele bijdragen van het moederdepartement zijn in overeenstemming met de budgetten die de opdrachtgevers beschikbaar hebben. De toegestane loon- en prijscompensatie is opgenomen bij de structurele bijdragen. Daarnaast is € 1,68 mln beschikbaar voor projecten en zijn de nieuwe taken salderingsregeling, Digitaal Veilige Apparatuur en Telecom Security toegevoegd.
Stand Slotwet 2019 | Vastgestelde begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Ministerie van Defensie | 0 | 1.495 | 1.551 | 1.551 | 1.551 | 1.551 | 1.551 |
Ministerie van IenW | 0 | 605 | 1.037 | 1.037 | 1.037 | 1.037 | 1.037 |
Ministerie van J&V | 0 | 416 | 581 | 581 | 581 | 581 | 581 |
Ministerie van OC&W | 0 | 0 | 156 | 156 | 156 | 156 | 156 |
Ministerie van VWS | 70 | 25 | 27 | 27 | 27 | 27 | 27 |
Ministerie van BZK | 1.385 | 1.243 | 1.303 | 1.303 | 1.303 | 1.303 | 1.303 |
Totaal omzet overige departementen | 1.455 | 3.785 | 4.654 | 4.654 | 4.654 | 4.654 | 4.654 |
Per 2021 is een inkomstenstroom van € 156.000 voor het Ministerie van OC&W opgenomen als gevolg van gesprekken die gevoerd zullen worden om de kosten gedekt te krijgen vanuit OC&W.
Stand Slotwet 2019 | Vastgestelde begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Vergunninghouders en overige: | 18.930 | 20.664 | 22.061 | 22.062 | 22.062 | 22.062 | 22.062 |
- Vaste verbindingen | 2.084 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Mobiele communicatie | 4.988 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- (Openbare) (mobiele) elektronische communicatie | 2.056 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Radiodeterminatie | 4 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Radiozendamateurs | 5 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Overige/verlengingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Landelijke exclusieve vergunningen (exclusief omroep) | 0 | 2.669 | 2.912 | 2.913 | 2.913 | 2.913 | 2.913 |
- Vergunningen met algemene planning met regionaal bereik | 0 | 2.094 | 2.285 | 2.285 | 2.285 | 2.285 | 2.285 |
- Vergunningen met individuele planning met regionaal bereik | 0 | 2.730 | 2.979 | 2.979 | 2.979 | 2.979 | 2.979 |
- Vergunning regionale planning tijdelijk gebruik | 0 | 193 | 211 | 211 | 211 | 211 | 211 |
- Omroep | 5.044 | 5.611 | 5.637 | 5.637 | 5.637 | 5.637 | 5.637 |
- Vergunningen straalverbindingen | 0 | 2.428 | 2.649 | 2.649 | 2.649 | 2.649 | 2.649 |
- Registraties radiozendamateurs en maritiem | 2.783 | 2.920 | 3.186 | 3.186 | 3.186 | 3.186 | 3.186 |
- Certificaten | 169 | 143 | 156 | 156 | 156 | 156 | 156 |
- Verklaringen, keuringen en erkenningen | 6 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Eindapparaten | 1.791 | 1.875 | 2.046 | 2.046 | 2.046 | 2.046 | 2.046 |
Satellietoperators | 489 | 531 | 580 | 634 | 693 | 758 | 830 |
Caribisch Nederland | 1.325 | 1.200 | 1.200 | 1.200 | 1.200 | 1.200 | 1.200 |
Hercontroles meetinstrumenten | 59 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 |
Diversen | 0 | 13 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Innovatieprojecten | 14 | 0 | 225 | 225 | 225 | 225 | 225 |
Ministerie van Defensie | 1.411 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ministerie van IenW | 558 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ministerie van J&V | 335 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal omzet derden | 23.121 | 22.458 | 24.116 | 24.171 | 24.230 | 24.295 | 24.367 |
Onder omzet derden staan alle opbrengsten die voortvloeien uit de werkzaamheden in het kader van de Telecommunicatiewet en overige opbrengsten uit de markt. Vanaf 2019 is de indeling van de Regeling Vergoedingen gewijzigd. Deze wijzigingen zijn meegenomen in de agentschapsbegroting. Bij de berekening van de omzet derden wordt, los van loon- en prijscompensatie, uitgegaan van een tariefstijging van 5,40%.
Toelichting op de lasten
Personele kosten
De verwachte bezetting voor 2021 is 370,67 fte waarvan 333,6 fte ambtelijk personeel. De gemiddelde loonkosten per fte worden voor ambtelijk personeel begroot op € 89.543 en voor niet-ambtelijk personeel op € 112.099. Zowel de correctie op basis van werkelijke loonsom over 2019 (1,3%), de toegestane loonbijstelling (3,1%) als het effect van het vereiste hogere opleidingsniveau (1%) zijn hierin verwerkt wat leidt tot een reële tariefstijging van 5,42%.
Het percentage externe inhuur is meerjarig begroot op 10%. De in de begroting 2019 verwachte daling van de externe inhuur tot 8% wordt niet gerealiseerd, vanwege inbedding van nieuwe taken en de huidige arbeidsmarkt.
Materiële kosten
De bijdrage aan SSO’s wordt grotendeels gevormd door de bijdrage aan DICTU voor de jaarlijkse dienstverleningsovereenkomst van € 10,8 mln. De stijging ten opzichte van de begroting 2020 is cf. de afgestemde looncompensatie.
Rentelasten
De rente betreft de vergoeding die Agentschap Telecom betaalt voor leningen bij het Ministerie van Financiën om investeringen in vaste activa, zoals elektronische apparatuur en antennes, te financieren. Als gevolg van de hogere leningen om de investeringen te financieren stijgen deze lasten.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten nemen als gevolg van toenemende investeringen jaarlijks toe vanwege de ICT-ontwikkelingen zoals Digi-AT, beheer Genius, STG-C omgeving en overige ICT-projecten. Dit betreffen afschrijvingen voor investeringen, welke voorheen direct vanuit de exploitatie werden gefinancierd. Om te voldoen aan de duurzaamheidsdoelstellingen van het klimaatakkoord investeert AT in elektrische voertuigen. Deze investeringen brengen extra kosten en derhalve extra afschrijvingen met zich mee. Dit effect is pas vanaf 2022 zichtbaar.
Dotaties voorzieningen
Voor 2021 is de dotatie voorzieningen dubieuze debiteuren en ambtsjubilea € 75.000.
Stand slotwet 2019 | Vastgestelde begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 18.559 | 10.600 | 9.352 | 8.802 | 8.400 | 7.431 | 5.989 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 47.284 | 52.909 | 60.756 | 60.811 | 60.870 | 60.935 | 61.006 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 50.044 | ‒ 50.160 | ‒ 57.706 | ‒ 57.211 | ‒ 56.670 | ‒ 56.435 | ‒ 56.207 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | ‒ 2.760 | 2.749 | 3.050 | 3.600 | 4.200 | 4.500 | 4.800 |
-/- totaal investeringen | ‒ 4.439 | ‒ 6.000 | ‒ 6.455 | ‒ 5.650 | ‒ 5.650 | ‒ 5.650 | ‒ 5.650 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 4.439 | ‒ 6.000 | ‒ 6.455 | ‒ 5.650 | ‒ 5.650 | ‒ 5.650 | ‒ 5.650 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | ‒ 344 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 435 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | ‒ 1.260 | ‒ 2.098 | ‒ 2.910 | ‒ 4.101 | ‒ 5.269 | ‒ 6.041 | ‒ 6.036 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 3.100 | 4.100 | 5.765 | 5.750 | 5.750 | 5.750 | 5.750 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 1.931 | 2.003 | 2.855 | 1.649 | 481 | ‒ 291 | ‒ 286 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 13.291 | 9.352 | 8.802 | 8.400 | 7.431 | 5.989 | 4.853 |
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten, gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in de voorzieningen en het werkkapitaal.
Investeringskasstroom
In 2021 wordt een investering begroot van € 6,45 mln te investeren in materiële vaste activa zoals elektronische apparatuur, (elektrische) auto’s en antennes (€ 2,76 mln), ICT-projecten (€ 3,0 mln) en voor het project Digi-AT (€ 0,69 mln).
Financieringsstroom
Voor de financiering van de begrote investeringen wordt een beroep gedaan op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën.
Stand slotwet 2019 | Vastgestelde begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Inputindicatoren | |||||||
Kernindicatoren | |||||||
Verhouding direct/indirect (in fte) | 231,0 | 262,1 | 258,9 | 258,2 | 258,2 | 258,2 | |
95,8 | 108,6 | 107,3 | 107,0 | 107,0 | 107,0 | ||
Verklarende/achterliggende variabelen | |||||||
Personeelskosten per fte | € 85.912 | € 87.075 | € 91.798 | € 91.798 | € 91.798 | € 91.798 | € 91.798 |
Totaal aantal fte's (excl. externe inhuur) | 303,8 | 294,1 | 333,6 | 329,6 | 328,7 | 328,7 | 328,7 |
Kosten inhuur externen (PAO-definitie: x € 1.000) | 2.846 | 3.403 | 3.361 | 3.352 | 3.352 | 3.352 | |
Outputindicatoren | |||||||
Uurtarief (wijziging in reële termen) | 6,91% | 4,57% | |||||
Kostprijzen per product (wijziging Regeling vergoedingen in reële termen) | 1,30% | 4,00% | |||||
Verklarende/achterliggende variabelen | |||||||
Bedrijfsresultaat (x € 1.000) | ‒ 1.220 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Omzet | 47.954 | 51.246 | 60.435 | 60.489 | 60.549 | 60.614 | 60.685 |
Saldo van baten en lasten (%) | ‒ 2% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
Kwaliteitsindicatoren | |||||||
Kernindicatoren | |||||||
Klanttevredenheid | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 | |
Doorlooptijd primaire processen | |||||||
Vergunningaanvragen binnen 8 weken | 98% | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% |
Reactietijd storingsklachten | |||||||
Klachten van levensbelang ≤ 4 uur | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% |
Klachten van maatschappelijk belang ≤ 12 uur | 93% | 98% | 98% | 98% | 98% | 98% | 98% |
Klachten van individueel belang ≤ 3 werkdagen | 97% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% |
Gegrond verklaarde bezwaarschriften aantal | 8% | <5% | <5% | <5% | <5% | <5% | <5% |
Aantal klachten | 8 | <7 | <7 | <7 | <7 | <7 | <7 |
Medewerker tevredenheid | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 | |
Verklarende/achterliggende variabelen | |||||||
Ziekteverzuim | 3,40% | <3% | <3% | <3% | <3% | <3% | <3% |
Personeelskosten per fte
De ambtelijke personeelskosten per fte zijn begroot op € 89.543. Dit bedrag is opgebouwd uit de stand Slotwet 2019 (incl. looncompensatie 2020) vermeerderd met de toegestane looncompensatie 2021 en 1% voor de aanpassing op het functiehuis in verband met inbedding nieuwe taken (hogere schalen).
Kosten inhuur externen (PAO-definitie; x € 1.000)
Het percentage externe inhuur is meerjarig begroot op 10%. De in de begroting 2019 verwachte daling van de externe inhuur tot 8% wordt niet gerealiseerd, vanwege inbedding van nieuwe taken en de huidige arbeidsmarkt.
Maximaal aantal declarabele uren (per fte)
Het aantal declarabele uren voor 2021 en verder is vastgesteld op 1.117 uren per fte.
Stand Slotwet 2019 | Vastgestelde begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
Omzet | 309.923 | 295.743 | 302.203 | 308.247 | 314.412 | 320.700 | 327.114 |
waarvan omzet moederdepartement | 218.515 | 188.787 | 206.530 | 210.750 | 214.965 | 219.264 | 223.649 |
waarvan omzet overige departementen | 89.925 | 106.732 | 93.922 | 95.712 | 97.627 | 99.579 | 101.571 |
waarvan omzet derden | 1.483 | 224 | 1.751 | 1.785 | 1.820 | 1.857 | 1.894 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 309.923 | 295.743 | 302.203 | 308.247 | 314.412 | 320.700 | 327.114 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 271.254 | 263.905 | 270.483 | 275.891 | 281.409 | 287.037 | 292.778 |
Personele kosten | 174.194 | 170.747 | 179.758 | 183.353 | 187.020 | 190.761 | 194.576 |
waarvan eigen personeel | 69.174 | 79.299 | 83.468 | 85.137 | 86.840 | 88.577 | 90.348 |
waarvan inhuur externen | 104.451 | 87.048 | 91.990 | 93.830 | 95.707 | 97.621 | 99.573 |
waarvan overige personele kosten | 569 | 4.400 | 4.300 | 4.386 | 4.474 | 4.563 | 4.654 |
Materiële kosten | 97.060 | 93.158 | 90.725 | 92.538 | 94.389 | 96.277 | 98.202 |
waarvan apparaat ICT | 22.965 | 22.369 | 16.700 | 17.034 | 17.374 | 17.722 | 18.076 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 19.105 | 20.433 | 20.760 | 21.175 | 21.599 | 22.031 | 22.471 |
waarvan overige materiële kosten | 54.990 | 50.356 | 53.265 | 54.329 | 55.416 | 56.524 | 57.655 |
Afschrijvingskosten | 30.481 | 31.313 | 31.212 | 31.836 | 32.473 | 33.122 | 33.785 |
Materieel | 15.618 | 15.813 | 15.744 | 16.059 | 16.380 | 16.707 | 17.042 |
waarvan apparaat ICT | 15.618 | 15.813 | 15.744 | 16.059 | 16.380 | 16.707 | 17.042 |
Immaterieel | 14.863 | 15.500 | 15.468 | 15.777 | 16.093 | 16.415 | 16.743 |
Dotaties voorzieningen | 2.847 | 500 | 500 | 510 | 520 | 531 | 541 |
Overige kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentelasten | 9 | 25 | 9 | 9 | 9 | 9 | 9 |
Totaal lasten | 304.591 | 295.743 | 302.203 | 308.246 | 314.411 | 320.699 | 327.113 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 5.332 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 5.332 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting op de baten
Stand Slotwet 2019 | Vastgestelde begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Applicatiebeheer (applicatieservices) | 27.492 | 78.926 | 74.606 | 76.131 | 77.653 | 79.207 | 80.790 |
Ontwikkelopdrachten | 49.386 | 55.894 | 58.344 | 59.536 | 60.727 | 61.941 | 63.180 |
Infrabeheer | 40.793 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Werkplekservices | 38.323 | 44.927 | 54.391 | 55.502 | 56.612 | 57.744 | 58.899 |
Overige omzet | 17.596 | 2.668 | 12.526 | 12.782 | 13.038 | 13.298 | 13.564 |
Generieke eBS | 4.933 | 6.372 | 6.663 | 6.799 | 6.935 | 7.074 | 7.216 |
Indirect | 39.992 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 218.515 | 188.787 | 206.530 | 210.750 | 214.965 | 219.264 | 223.649 |
DICTU levert voor het Ministerie van EZK en het Ministerie van LNV ICT-diensten die zowel de primaire processen als de bedrijfsvoeringsprocessen (zoals werkplekdiensten) ondersteunen. De omzet van het moederdepartement is ten opzichte van de realisatie 2019 afgenomen in het product Overige omzet omdat het Cloudwerkplek programma is afgerond, de Overige omzet betreft alleen nog Rijkszaak.
DICTU hanteert met ingang van 2020 een nieuw kostprijsmodel. In dit model zijn alle kosten opnieuw toegerekend aan de diensten die DICTU levert. Dit zorgt ervoor dat DICTU beter kan sturen op de kosten en transparanter is naar zijn opdrachtgevers. Daarnaast hanteert DICTU andere, integrale, tarieven die op het nieuwe kostprijsmodel zijn gebaseerd. Als gevolg hiervan is de omzet over de verschillende diensten vanaf 2020 verschoven en niet goed vergelijkbaar met eerdere jaren. Zo worden de diensten Infrabeheer en Indirect niet meer als individuele diensten gezien. De (voormalige) dienst Infrabeheer komt met name terug in de dienst Applicatiebeheer en de (voormalige) dienst Indirect is over alle andere diensten verdeeld.
Stand Slotwet 2019 | Vastgestelde begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Applicatiebeheer (applicatieservices) | 16.985 | 26.034 | 45.887 | 46.762 | 47.697 | 48.651 | 49.624 |
Ontwikkelopdrachten | 11.763 | 33.463 | 14.118 | 14.387 | 14.675 | 14.968 | 15.268 |
Infrabeheer | 13.288 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Werkplekservices | 13.825 | 18.041 | 19.560 | 19.933 | 20.332 | 20.738 | 21.153 |
Overige omzet | 16.002 | 27.157 | 12.841 | 13.085 | 13.347 | 13.614 | 13.886 |
Generieke eBS | 1.608 | 2.037 | 1.516 | 1.545 | 1.576 | 1.608 | 1.640 |
Indirect | 16.454 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 89.925 | 106.732 | 93.922 | 95.712 | 97.627 | 99.579 | 101.571 |
Applicatiebeheer neemt toe bij het Ministerie van VWS als gevolg van het in beheer nemen van de Toegangsverlening Service (TVS). De Overige omzet neemt toe ten opzichte van 2019 als gevolg van nieuwe implementatietrajecten voor Rijkszaak bij verschillende onderdelen van het Ministerie van VWS. Daarnaast neemt de omzet ten opzichte van realisatie 2019 en begroting 2020 af, doordat DICTU geen diensten aan het Ministerie van SZW meer levert.
Als gevolg van het nieuwe kostprijsmodel dat DICTU vanaf begin 2020 hanteert is er sprake van herverdeeleffecten in de omzetverdeling tussen producten in 2020 en verder. Hierdoor is vanaf de begroting 2020 de omzetverdeling over producten niet goed vergelijkbaar met voorgaande jaren.
Stand Slotwet 2019 | Vastgestelde begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Ministerie van BZ | 277 | 0 | 200 | 204 | 208 | 212 | 216 |
Ministerie van BZK | 17.158 | 17.669 | 17.844 | 18.201 | 18.565 | 18.936 | 19.315 |
Ministerie van Fin | 348 | 516 | 101 | 103 | 105 | 107 | 109 |
Ministerie van IenW | 10.180 | 12.125 | 10.587 | 10.799 | 11.015 | 11.235 | 11.460 |
Ministerie van J&V | 379 | 80 | 519 | 529 | 540 | 551 | 562 |
Ministerie van LNV | 45.043 | 49.153 | 46.845 | 47.782 | 48.738 | 49.713 | 50.707 |
Ministerie van OCW | 336 | 109 | 449 | 458 | 467 | 476 | 486 |
Ministerie van SZW | 6.306 | 7.223 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ministerie van VWS | 9.896 | 19.360 | 17.375 | 17.634 | 17.987 | 18.347 | 18.714 |
Ministerie van Defensie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overig | 2 | 497 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
Totaal | 89.925 | 106.732 | 93.922 | 95.712 | 97.627 | 99.579 | 101.571 |
De omzet voor het Ministerie van VWS stijgt ten opzichte van 2019 als gevolg van Rijkszaak en Toegangsverlening Service (TVS). Ten opzichte van de begroting 2020 daalt de omzet in de loop van 2020, omdat Rijkszaak bij een paar klanten is uitgerold en in beheer is genomen. Met het beheer zijn minder kosten, dus minder omzet gemoeid, dan de uitrol of implementatie bij klanten.
In de loop van 2020 is DICTU gestopt met de ICT-ondersteuning aan het Ministerie van SZW. Dit effect was nog niet meegenomen in de begroting van 2020.
Toelichting op de lasten
Personele kosten
De personele last wordt in 2021 iets zwaarder als gevolg van meer activiteiten zelf doen dan door middel van uitbesteding. Dit is het gevolg van de volledige overgang naar de Cloudwerkplek, waar in 2019 nog een gedeelte via de oude werkplek omgeving liep. Hierdoor is een verschuiving zichtbaar tussen de posten «Personele kosten» en «waarvan Apparaat ICT».
ICT is een zeer specialistisch vakgebied. Zelf alle kennis in huis hebben is dikwijls niet mogelijk en ook niet altijd zinvol, gezien de snelle ontwikkelingen op ICT-gebied en daardoor snel wisselende expertises. Hiermee rekening houdend streeft DICTU naar een verhouding tussen ambtelijk personeel en externe inhuur van 75/25 (uitgedrukt in fte).
Het realiseren van deze doelstelling is sterk afhankelijk van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt voor ICT-personeel. Vanwege toenemende krapte is DICTU zeer actief op het gebied van arbeidsmarktcommunicatie en recruitment en worden oplossingen gehanteerd zoals zgn. detavast-constructies (een detacheringsovereenkomst met potentiële overname). Daarnaast investeert DICTU in de contacten met het onderwijsveld om de instroom van young professionals en zij-instromers te bevorderen en deze intern op te leiden. Daarnaast is DICTU gestart met het opleiden van interne medewerkers ten behoeve van het invullen van specialistische, moeilijk te werven, vacatures. Bij al deze activiteiten haakt DICTU waar mogelijk aan op Rijksbrede initiatieven en campagnes.
Overige personeelskosten
Vanaf 2020 worden de kosten voor reiskosten woon/werk en opleidingen niet meer onder de post «waarvan apparaat ICT», maar onder de post «waarvan overige personeelskosten» verantwoord.
Materiële kosten
Binnen de materiële kosten daalt de post «waarvan apparaat ICT» ten opzichte van 2020, omdat de begrote kosten voor de onderliggende post uitbesteding verschoven zijn naar personele inzet.
Afschrijvingen
De afschrijvingen nemen toe vanwege de benodigde hardware en licenties voor de Cloudwerkplek.
Stand slotwet 2019 | Vastgestelde begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 19.426 | 20.158 | 20.158 | 20.158 | 20.158 | 20.158 | 20.158 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 302.679 | 295.743 | 302.203 | 308.247 | 314.412 | 320.700 | 327.114 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 275.801 | ‒ 264.430 | ‒ 270.991 | ‒ 276.411 | ‒ 281.939 | ‒ 287.578 | ‒ 293.329 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 26.878 | 31.313 | 31.212 | 31.836 | 32.473 | 33.122 | 33.785 |
-/- totaal investeringen | ‒ 17.248 | ‒ 30.000 | ‒ 32.000 | ‒ 32.000 | ‒ 32.000 | ‒ 32.000 | ‒ 32.000 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 635 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 16.613 | ‒ 30.000 | ‒ 32.000 | ‒ 32.000 | ‒ 32.000 | ‒ 32.000 | ‒ 32.000 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | ‒ 26.138 | ‒ 31.313 | ‒ 31.212 | ‒ 31.836 | ‒ 32.473 | ‒ 33.122 | ‒ 33.785 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 15.320 | 30.000 | 32.000 | 32.000 | 32.000 | 32.000 | 32.000 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | ‒ 10.818 | ‒ 1.313 | 788 | 164 | ‒ 473 | ‒ 1.122 | ‒ 1.785 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 18.873 | 20.158 | 20.158 | 20.158 | 20.158 | 20.158 | 20.158 |
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom geeft de kasstroom weer uit de reguliere bedrijfsuitoefening.
Investeringskasstroom
DICTU verwacht (vooralsnog) in 2021 en latere jaren op een investeringsniveau uit te komen van € 32 mln. Dit zullen grotendeels vervangingsinvesteringen zijn.
Financieringskasstroom
DICTU begroot een financieringskasstroom die aansluit bij het begrote investeringsniveau. Het beroep op de leenfaciliteit volgt hierbij de verwachte investeringsbehoefte.
Stand slotwet 2019 | Vastgestelde begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Kostprijzen per product (groep) | |||||||
a. Basistarief werkplek CW | 3.746 | 3.746 | 3.746 | 3.746 | 3.746 | 3.746 | 3.746 |
Tarieven/uur1 | |||||||
a. Senior medewerker (ontwikkeling) | 101 | 137 | 136 | 136 | 136 | 136 | 136 |
b. Medior medewerker (bouw) | 80 | 114 | 112 | 112 | 112 | 112 | 112 |
c. Junior medewerker (test en beheer) | 69 | 102 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Indicatoren | |||||||
Aantal werkplekken CW | 13.343 | 13.000 | 13.400 | 13.400 | 13.400 | 13.400 | 13.400 |
FTE-totaal (excl. externe inhuur)2 | 775 | 822 | 898 | 898 | 898 | 898 | 898 |
Aantal interne FTE’s in percentage van het totale aantal FTE’s | 54,0% | 58,6% | 61,2% | 61,2% | 61,2% | 61,2% | 61,2% |
Saldo van baten en lasten (%) | 1,8% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Ziekteverzuim | 4,4% | 4,0% | 4,0% | 4,0% | 4,0% | 4,0% | 4,0% |
Klanttevredenheid3 | Nb | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 |
Beschikbaarheid Applicaties3 | Nb | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% |
Oplospercentage 1ste lijn helpdesk3 | Nb | 80% | 80% | 80% | 80% | 80% | 80% |
DICTU hanteert met ingang van 2020 een nieuw kostprijsmodel. In dit model wordt overgegaan van directe kostprijzen naar integrale kostprijzen, met als gevolg een (financieel-technische) stijging van de tarieven.
Dit betreft nieuwe indicatoren. De waarden voor 2019 staan niet in het jaarverslag over 2019.
De Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) borgt als uitvoeringsorganisatie en toezichthouder dat bedrijven die deelnemen aan het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS) en de wet- en regelgeving voor hernieuwbare energie vervoer en brandstoffen luchtverontreiniging, voldoen aan hun verplichtingen. Dat doet de NEa door bedrijven te informeren, te adviseren en door toezicht te houden.
De uitvoering van de wettelijke taken van het agentschap NEa valt onder de eindverantwoordelijkheid van het bestuur van de NEa dat als zodanig een ZBO is. Het gaat daarbij waar het emissiehandel betreft om het verlenen en actualiseren van emissievergunningen, het onderhouden van het CO2-register en toezicht en handhaving van de wetgeving. Voor wat betreft biobrandstoffen gaat het om uitvoering en toetsing van de Richtlijnen Hernieuwbare energie en Brandstofkwaliteit.
Stand Slotwet 2019 | Vastgestelde begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
Omzet | 9.328 | 9.067 | 11.047 | 10.841 | 10.281 | 10.281 | 10.281 |
waarvan omzet moederdepartement | 5.927 | 5.664 | 7.446 | 7.240 | 6.680 | 6.680 | 6.680 |
waarvan omzet overige departementen | 3.401 | 3.403 | 3.601 | 3.601 | 3.601 | 3.601 | 3.601 |
waarvan omzet derden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 178 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 9.506 | 9.067 | 11.047 | 10.841 | 10.281 | 10.281 | 10.281 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 8.480 | 8.747 | 10.727 | 10.521 | 9.661 | 9.981 | 9.981 |
Personele kosten | 6.265 | 7.050 | 7.237 | 7.557 | 7.639 | 7.639 | 7.639 |
waarvan eigen personeel | 5.177 | 6.058 | 6.305 | 6.434 | 6.577 | 6.577 | 6.577 |
waarvan inhuur externen | 461 | 588 | 630 | 640 | 653 | 653 | 653 |
waarvan overige personele kosten | 627 | 404 | 302 | 483 | 409 | 409 | 409 |
Materiële kosten | 2.215 | 1.697 | 3.490 | 2.964 | 2.022 | 2.342 | 2.342 |
waarvan apparaat ICT | 477 | 392 | 1.682 | 1.120 | 601 | 601 | 601 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 865 | 661 | 1.146 | 1.201 | 1.201 | 1.201 | 1.201 |
waarvan overige materiële kosten | 873 | 644 | 662 | 643 | 220 | 540 | 540 |
Afschrijvingskosten | 618 | 320 | 320 | 320 | 620 | 300 | 300 |
Materieel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Immaterieel | 618 | 320 | 320 | 320 | 620 | 300 | 300 |
Dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere lasten | 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 9.101 | 9.067 | 11.047 | 10.841 | 10.281 | 10.281 | 10.281 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 405 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting op de baten
Omzet Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK)
De omzet EZK is een vergoeding voor het leveren van producten en diensten betreffende wettelijke en niet wettelijke taken vanuit ETS en werkzaamheden voortkomend uit de Richtlijnen voor hernieuwbare energie en brandstoffenkwaliteit. Daarnaast zijn in dit budget de werkzaamheden van de nieuwe taken vanuit het Regeerakkoord opgenomen, namelijk Bijstook Biomassa en CO2 Minimumprijs, vernieuwing ICT (EH Portaal). De werkzaamheden in het kader van CO2-heffing en de allocatie vierde handelsperiode worden in overleg met beleid voorbereid en zijn om deze reden nog niet meegenomen in de begroting.
Omzet Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW)
Dit betreft een vergoeding van € 3,6 mln voor de wettelijke of daarmee sterk verbonden taken op het gebied van Energie voor Vervoer (EV).
Toelichting op de lasten
Personele kosten
De NEa levert meer personele inzet, op de reguliere en nieuwe taken en in de advisering op beleid. Voor een aantal nieuwe taken, waarover nog politieke besluitvorming zal plaatsvinden, zijn de werkzaamheden en personele inzet nog niet bekend.
Overige personele kosten
De overige personele kosten betreffen onder andere de vacatiegelden voor het bestuur, de kosten van vorming en opleiding en de reiskosten binnen- en buitenland.
Materiële kosten
De materiële uitgaven betreffen onder andere ICT beheer- en onderhoudskosten, communicatie en facilitaire kosten. De stijging van deze kosten komt voort uit de bouw van het Emissiehandel portaal (EHP) en een stijging van de kosten van de huisvestingskosten (SSO’s) in het kader van een herrekening van het vloeroppervlak van de NEa.
Stand slotwet 2019 | Vastgestelde begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 5.060 | 986 | 1.386 | 2.186 | 4.186 | 4.336 | 4.486 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 9.020 | 9.067 | 11.047 | 10.841 | 10.281 | 10.281 | 10.281 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 8.759 | 8.667 | 10.647 | 10.441 | 10.131 | 10.131 | 10.131 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 261 | 400 | 400 | 400 | 150 | 150 | 150 |
-/- totaal investeringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 31 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen1 | ‒ 140 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 0 | 0 | 400 | 1.600 | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | ‒ 109 | 0 | 400 | 1.600 | 0 | 0 | 0 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 5.212 | 1.386 | 2.186 | 4.186 | 4.336 | 4.486 | 4.636 |
In de begroting 2020 is de reeks afschrijvingskosten abusievelijk opgenomen onder aflossingen op leningen.
Toelichting
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen en vooruitontvangen bedragen.
Investeringskasstroom
De investering betreft de doorontwikkeling van de Registers Emissie Handel en Energie voor Vervoer.
Financieringskasstroom
Het beroep op de leenfaciliteit wordt gedaan voor de doorontwikkeling van de Registers Emissie Handel en Energie voor Vervoer.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Uitgangspunt van de NEa is dat zij op een doelmatige wijze haar rol als bevoegd gezag voor emissiehandel, hernieuwbare energie voor vervoer en brandstofkwaliteit binnen Nederland vervult. In onderstaande tabel zijn de indicatoren voor de komende jaren weergegeven.
Stand slotwet 2019 | Vastgestelde begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
Kostprijzen per product (groep) | |||||||
Naleving ETS (per broeikasgasinstallatie) | 14.281 | 9.516 | 11.849 | 11.795 | 11.795 | 11.795 | 11.795 |
Naleving EV (per deelnemersrol) | 39.547 | 10.704 | 52.188 | 55.400 | 55.400 | 55.400 | 55.400 |
Tarieven/uur | |||||||
Laag | 68 | 69 | 68 | 68 | 68 | 68 | 68 |
Midden | 92 | 90 | 92 | 92 | 92 | 92 | 92 |
Hoog | 116 | 109 | 116 | 116 | 116 | 116 | 116 |
Omzet per productgroep (x € 1000) | |||||||
Naleving ETS | 5.568 | 5.664 | 6.036 | 6.360 | 6.360 | 6.360 | 6.360 |
Naleving EV | 3.191 | 3.403 | 3.601 | 3.601 | 3.601 | 3.601 | 3.601 |
Bijstook Biomassa | 320 | 320 | 320 | 320 | 320 | 320 | 320 |
EH Portaal | 1.090 | 560 | |||||
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 59 | 64 | 64 | 64 | 64 | 64 | 64 |
Saldo van baten en lasten (%) | 4,26% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
Kwaliteitsindicatoren | |||||||
Naleving ETS | |||||||
% Vergunningsaanvragen binnen wettelijke termijn afgehandeld | 100% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% |
% Meldingen binnen wettelijke termijn afgehandeld | 92% | 80% | 80% | 80% | 80% | 80% | 80% |
% Jaarlijks uitgevoerd toezicht programma | 93% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% |
% Vragen binnen de gestelde termijn afgerond | 89% | 80% | 80% | 80% | 80% | 80% | 80% |
Naleving EV | |||||||
Opleveringsdatum rapportage Naleving jaarverplichting 2019 EV en brandstoffen luchtverontreiniging | 6-7-2019 | <15 juli | <15 juli | <15 juli | <15 juli | <15 juli | <15 juli |
% Jaarlijks toezichtprogramma is uitgevoerd | 144% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% |
% Vragen binnen de gestelde termijn afgerond | 83% | 80% | 80% | 80% | 80% | 80% | 80% |
Algemeen | |||||||
Directe uren/totaal aantal gewerkte uren | 58% | >70% | >70% | >70% | >70% | >70% | >70% |
Toelichting
Naleving ETS
Het gaat hier om het percentage meldingen en vergunningen dat binnen de wettelijke termijn van acht weken is afgehandeld.
Naleving EV
Het gaat hier om het percentage van het totaal aantal tijdig opgeleverde rapportages naleving jaarverplichting hernieuwbare energie vervoer en brandstoffen luchtverontreiniging.
Directe uren/totaal aantal gewerkte uren
Hieronder wordt verstaan het percentage van het totaal aantal directe uren gedeeld door het totaal aantal gewerkte uren van alle medewerkers (primair en secundair proces). Gewerkte uren is gelijkgesteld aan de beschikbare productieve uren op jaarbasis.
Stand Slotwet 2019 | 1e suppletoire begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
Omzet | 700.363 | 834.418 | 772.836 | 555.904 | 556.949 | 543.176 | 542.676 |
waarvan omzet moederdepartement | 300.815 | 380.756 | 351.480 | 172.047 | 176.559 | 170.886 | 170.886 |
waarvan omzet overige departementen | 365.040 | 418.706 | 386.137 | 352.021 | 350.654 | 350.654 | 350.654 |
waarvan omzet derden | 34.508 | 34.956 | 35.219 | 31.836 | 29.736 | 21.636 | 21.136 |
Vrijval voorzieningen | 1.344 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 1.901 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentebaten | 56 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 703.664 | 834.418 | 772.836 | 555.904 | 556.949 | 543.176 | 542.676 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 690.769 | 821.091 | 757.779 | 540.847 | 536.892 | 518.119 | 512.619 |
Personele kosten | 392.597 | 423.149 | 415.682 | 332.386 | 330.138 | 319.469 | 316.342 |
waarvan eigen personeel | 302.058 | 321.756 | 326.360 | 281.496 | 279.767 | 271.558 | 269.152 |
waarvan inhuur externen | 68.847 | 79.819 | 65.526 | 33.906 | 33.511 | 31.640 | 31.092 |
waarvan overige personele kosten | 21.692 | 21.574 | 23.796 | 16.984 | 16.860 | 16.271 | 16.098 |
Materiële kosten | 298.172 | 397.942 | 342.097 | 208.461 | 206.754 | 198.650 | 196.277 |
waarvan apparaat ICT | 3.187 | 0 | 3.496 | 2.495 | 2.477 | 2.390 | 2.365 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 161.294 | 177.702 | 176.941 | 121.289 | 120.366 | 115.982 | 114.698 |
waarvan overige materiële kosten | 133.691 | 220.240 | 161.660 | 84.677 | 83.911 | 80.278 | 79.214 |
Afschrijvingskosten | 11.220 | 12.399 | 14.557 | 14.557 | 19.557 | 24.557 | 29.557 |
Materieel | 934 | 812 | 557 | 557 | 557 | 557 | 557 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Immaterieel | 10.286 | 11.587 | 14.000 | 14.000 | 19.000 | 24.000 | 29.000 |
Dotaties voorzieningen | 26 | 928 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 |
Overige kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere lasten | 1.045 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentelasten | 183 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 703.243 | 834.418 | 772.836 | 555.904 | 556.949 | 543.176 | 542.676 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 421 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 421 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting op de baten
Stand Slotwet 2019 | 1e suppletoire begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
DG Bedrijfsleven en Innovatie | 103.010 | 139.167 | 118.976 | 93.639 | 93.111 | 93.111 | 93.111 |
DG Klimaat en Energie | 58.973 | 69.949 | 56.861 | 56.713 | 61.552 | 61.552 | 61.552 |
DG Groningen Bovengronds | 106.485 | 153.180 | 150.386 | 0 | 0 | 0 | 0 |
DG Groningen Bovengronds kosten commissie | 1.416 | 1.820 | 2.491 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Chief Economist | 10.829 | 10.598 | 11.232 | 10.161 | 10.362 | 4.689 | 4.689 |
Overig | 20.102 | 6.042 | 11.534 | 11.534 | 11.534 | 11.534 | 11.534 |
Totaal | 300.815 | 380.756 | 351.480 | 172.047 | 176.559 | 170.886 | 170.886 |
In deze begroting wordt uitgegaan van de bij de opdrachtgevende DG’s beschikbare budgetten ten tijde van het opstellen van deze begroting. Dat verklaart ook grotendeels het verschil met de omvang van de omzet bij de 1e suppletoire begroting 2020, waarbij de budgetten zijn aangepast aan de opdrachtverstrekking 2020. Daarnaast zijn in de 1e suppletoire begroting 2020 diverse meerwerkopdrachten verwerkt.
DG Bedrijfsleven en Innovatie (DG B&I)
RVO voert opdrachten voor het DG Bedrijfsleven & Innovatie (B&I) uit die zich richten op het versterken van de Nederlandse economie door vernieuwing op innovaties, technologieën en manieren van werken en samenwerken. Vernieuwing is onmisbaar in een wereld die steeds sneller verandert door mondialisering en technologische vernieuwing waaronder digitalisering. Ook is vernieuwing noodzakelijk als reactie op maatschappelijke uitdagingen zoals vergrijzing en klimaatverandering, en om de brede welvaart te behouden. De opdracht van DG B&I bevat tevens verschillende regelingen als onderdeel van het steunpakket naar aanleiding van het COVID-19 virus. De opdrachtenbundel is onder te verdelen in financiële instrumenten om innovaties te bevorderen, het beschermen van innovaties, het stimuleren van internationale samenwerking bij innovaties, het werven van buitenlandse bedrijven en het faciliteren van de transitie van bedrijven naar een koolstofarme economie.
DG Klimaat en Energie (DG K&E)
In opdracht van het DG Klimaat en Energie (K&E) draagt RVO bij aan het bereiken van klimaatneutraliteit en energieverduurzaming. Duurzame energieproductie, energiebesparing, energie-innovatie en een goed werkende energiemarkt en infrastructuur staan hierbij centraal. In toenemende mate is hierbij sprake van complexe opgaven door verwevenheid van duurzaamheidsdoelen op het gebied van energie, klimaat, mobiliteit, gebouwde omgeving, industrie en regio. RVO voert voor het DG K&E onder andere de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE+), het Expertisecentrum Warmte (ECW), de innovatie- en klimaatenveloppe regelingen van de Topsector Energie (TSE) en de Energie-investeringsaftrek (EIA) uit.
DG Groningen Bovengronds
De aanvragen tot schadevergoedingen door bodembeweging in het Groningse gasveld worden vanaf 1 juli 2020 afgehandeld door het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). RVO stelt hierbij personeel ter beschikking aan het Bureau IMG en levert ondersteunende diensten welke in het tarief vervat zijn. De uitvoeringskosten voor RVO ten behoeve van de ondersteuning van het bureau IMG worden door het IMG jaarlijks in de begroting opgenomen. Voor het 2021 is dit een raming die is omgeven met de nodige onzekerheden, aangezien er nieuwe regelingen worden geïntroduceerd: de Waardedalingsregeling en Immateriële schade, waar nog geen ervaringscijfers van beschikbaar zijn.
Chief Economist
RVO voert taken uit in opdracht van de Chief Economist en de directie Mededinging & Consumenten. Dit werkpakket bestaat uit twee componenten. Als eerste het beheer en de doorontwikkeling van TenderNed, het elektronisch systeem voor aanbesteden. Daarnaast geeft RVO advies en voorlichting over met name de aanbestedingswet door het delen van informatie via de website PIANOo.nl, door het beantwoorden van vragen hierover, en door bij te dragen aan het traject Beter Aanbesteden.
Overig
In opdracht van het moederdepartement worden inkooptaken uitgevoerd door het Inkoop Uitvoeringscentrum (IUC), dat is ondergebracht bij RVO. Daarnaast zijn hier de budgetten opgenomen voor de uitvoering van de Werkgroep Internationale Mobiliteit (WIM) en Expert National Detaché (END).
Stand Slotwet 2019 | 1e suppletoire begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 203.537 | 226.633 | 210.753 | 195.732 | 195.732 | 195.732 | 195.732 |
Ministerie van Buitenlandse Zaken | 104.397 | 121.031 | 112.599 | 95.408 | 94.041 | 94.041 | 94.041 |
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 26.556 | 40.910 | 33.391 | 33.391 | 33.391 | 33.391 | 33.391 |
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 17.986 | 18.125 | 19.500 | 17.500 | 17.500 | 17.500 | 17.500 |
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 4.256 | 3.953 | 3.853 | 3.930 | 3.930 | 3.930 | 3.930 |
Ministerie van Justitie en Veiligheid | 604 | 861 | 861 | 878 | 878 | 878 | 878 |
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 206 | 244 | 245 | 249 | 249 | 249 | 249 |
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 6.565 | 3.205 | 3.333 | 3.399 | 3399 | 3399 | 3399 |
Overig | 933 | 3.744 | 1.602 | 1.534 | 1.534 | 1.534 | 1.534 |
Totaal | 365.040 | 418.706 | 386.137 | 352.021 | 350.654 | 350.654 | 350.654 |
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)
Vanuit een opgavegerichte houding voert RVO opdrachten uit voor het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in het kader van eerlijke en verantwoorde landbouw en visserij. Economisch perspectief, duurzaamheid en welzijn bij het produceren in verbondenheid door boeren, tuinders en vissers staan centraal. Belangrijk hierbij is het herstel en behoud van Nederlandse natuur. Een belangrijk doel is ook om de internationale koppositie van de agrarische sector te verstevigen met een nadruk op het benutten van kennis en innovatie. Daarmee draagt Nederland bij aan de aanpak van het wereldvoedselvraagstuk. Regelingen die worden uitgevoerd door RVO zijn onder andere het Europees Gemeenschappelijk Landbouw- en Visserijbeleid, de Mestwetgeving en het beleid met betrekking tot Visserij, Natuur en Dierenwelzijn & -gezondheid.
Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ)
RVO voert activiteiten uit op de beleidsterreinen van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking. Voor het DG Internationale Samenwerking (DGIS) is de expertise en inzet van RVO met name toegespitst op duurzame handel en investeringen, infrastructuur en ontwikkeling van de private sector, verbeterd waterbeheer, sanitatie en drinkwater, toegang tot duurzame energie en het tegengaan van klimaatverandering in ontwikkelingslanden. RVO voert voor het DG Buitenlandse Economische Betrekkingen (DGBEB) de opdracht Internationaal Ondernemen uit. Uitgangspunt bij deze opdracht is het bieden van een volledig pakket aan diensten (kennis & regelingen) aan ondernemers, hetgeen hen ondersteunt in alle opeenvolgende stappen die zij nemen bij het realiseren van omzet in dan wel met het buitenland.
In de loop van 2021 zal de, op het buitenland gerichte, financieringsinstelling Invest International worden opgericht. Daarmee zullen een aantal bestaande regelingen, die nu nog door RVO worden uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van BZ, overgaan naar de nieuwe instelling.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)
RVO werkt voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan opdrachten op het gebied van wonen en de digitale overheid. Voor het DG Bestuur, Ruimte en Wonen voert RVO opdrachten in het kader van de beleidsdoelstellingen energietransitie in de gebouwde omgeving, leefbaarheid en bouwkwaliteit, woningmarkt, openbaar bestuur en democratie, ruimtelijke ordening en de omgevingswet. De opdrachten bevatten onder andere de subsidieregeling Energiebesparing Eigen Huis en de stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen. Voor het DG Overheidsorganisatie werkt RVO aan opdrachten in het kader van beleidsdoelstellingen op het gebied van informatiebeleid en de e-overheidsvoorzieningen. De opdrachten richten zich met name op informatievoorziening aan ondernemers en het beheer van systemen en websites. RVO werkt ook aan opdrachten voor het DG Koninkrijksrelaties in Caribisch Nederland en op Aruba, Curaçao en Sint-Maarten op het gebied van duurzame economische ontwikkeling (financiering, toerisme, landbouw, ondernemerschap stimulering).
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW)
De opdrachten die RVO voor het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) uitvoert zijn samen te vatten in drie maatschappelijke opgaven: (i) transitie naar een circulaire economie, (ii) slimme en groene mobiliteit en (iii) klimaatadaptatie. Voor de transitie naar circulaire economie voert RVO onder andere het Versnellingshuis Nederland Circulair! uit, voor mobiliteit onder andere de subsidieregeling elektrisch rijden voor particulieren en de LNG-subsidie, en voor klimaatadaptatie onder andere de Verbinding Topsector Water en Maritiem en Water as Leverage. Sommige instrumenten die RVO voor het Ministerie van IenW uitvoert zijn generieker en dragen bij aan alle bovengenoemde transities, zoals bijvoorbeeld de MIA\Vamil, GroenBeleggen, Interreg en Horizon 2020.
Stand Slotwet 2019 | 1e suppletoire begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Europese Unie | 2.385 | 4.377 | 4.889 | 4.989 | 4.989 | 4.989 | 4.989 |
Provincies | 29.111 | 28.799 | 27.186 | 23.700 | 21.600 | 13.500 | 13.000 |
Overig | 3.012 | 1.780 | 3.144 | 3.147 | 3.147 | 3.147 | 3.147 |
Totaal omzet derden | 34.508 | 34.956 | 35.219 | 31.836 | 29.736 | 21.636 | 21.136 |
De omzet derden heeft betrekking op opdrachten voor de Europese Unie, de provincies en een aantal kleinere opdrachtgevers waaronder gemeenten. De opdracht voor de provincies bevat onder andere de omzet voor het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer en tevens de omzet voor de uitvoering van het Plattelands-ontwikkelingsprogramma 3 (POP3) van het Ministerie van LNV.
Toelichting op de lasten
Personele kosten
Door het lagere opdrachtenpakket in 2021 ten opzichte van de begroting 2020 (tot en met de 1e suppletoire) dalen de personele kosten met € 14,0 mln. Een reden hiervoor is dat in deze begroting wordt uitgegaan van de bij de opdrachtgevende DG’s beschikbare budgetten ten tijde van het opstellen van deze begroting. De personele kosten in de 1e suppletoire begroting van 2020 zijn reeds aangepast aan de definitieve opdrachtverlening 2020 dan wel meerwerkopdrachten. De inzet van RVO is om de daling van de personeelskosten in de jaren na 2021 zoveel mogelijk via een afname van externe inhuur te realiseren.
Materiële kosten
De totale materiële kosten zijn voor 2021 geraamd op € 284,4 mln. Dit is een daling van € 113,5 mln ten opzichte van de begroting 2020 (tot en met de 1e suppletoire). Hiervoor geldt dezelfde verklaring als benoemd in de toelichting op de personele kosten. De materiële kosten zijn onder te verdelen in directe en indirecte materiële kosten. De daling vindt met name plaats binnen de directe materiële kosten welke direct verband houden met de uitvoering van opdrachten. Een ander onderdeel van de materiële kosten vormen de bijdragen aan Shared Service Organisaties (SSO’s), welke in 2020 totaal € 162,0 mln bedragen. Deze bestaan uit kosten voor producten en diensten van DICTU en het Rijksvastgoedbedrijf voor de huisvestingskosten. Daarnaast zijn op basis van voortschrijdend inzicht automatiseringskosten (niet zijnde DICTU kosten) die voorheen onder bijdrage aan SSO’s vielen, nu begroot onder apparaat ICT.
Stand slotwet 2019 | 1e suppletoire begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 125.906 | 109.085 | 112.718 | 112.669 | 113.326 | 113.143 | 113.220 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 692.268 | 834.418 | 772.836 | 555.913 | 556.958 | 543.185 | 542.685 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 704.081 | ‒ 822.019 | ‒ 758.279 | ‒ 541.356 | ‒ 537.400 | ‒ 518.628 | ‒ 513.128 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | ‒ 11.813 | 12.399 | 14.557 | 14.557 | 19.558 | 24.557 | 29.557 |
-/- totaal investeringen | ‒ 5.570 | ‒ 29.200 | ‒ 29.200 | ‒ 29.200 | ‒ 29.200 | ‒ 29.200 | ‒ 29.200 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 1.128 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 4.442 | ‒ 29.200 | ‒ 29.200 | ‒ 29.200 | ‒ 29.200 | ‒ 29.200 | ‒ 29.200 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 1.511 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | ‒ 7.677 | ‒ 8.766 | ‒ 14.606 | ‒ 13.900 | ‒ 19.740 | ‒ 24.480 | ‒ 29.200 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 5.600 | 29.200 | 29.200 | 29.200 | 29.200 | 29.200 | 29.200 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | ‒ 566 | 20.434 | 14.594 | 15.300 | 9.460 | 4.720 | 0 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 109.085 | 112.718 | 112.669 | 113.326 | 113.144 | 113.220 | 113.577 |
De investeringen worden voor 2021 tot en met 2025 op € 29,2 mln geraamd, dit is hetzelfde bedrag als is opgenomen in de eerste suppletoire begroting 2020. De investeringen worden gefinancierd via de leenfaciliteit van Ministerie van Financiën. Vanwege een hoger investeringsbedrag in 2021 ten opzichte van voorgaande jaren, neemt daardoor het aflossingsbedrag de komende jaren toe.
Stand slotwet 2019 | Vastgestelde begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Inputindicatoren | |||||||
Kernindicatoren | |||||||
Verhouding direct/indirect personeel | 83% | 84% | 84% | 84% | 84% | 84% | 84% |
Outputindicatoren | |||||||
Kernindicatoren | |||||||
Tariefindex in reële termen | 100,1% | 100,0% | 100,0% | 100,0% | 100,0% | 100,0% | 100,0% |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 3.906 | 3.569 | 3.917 | 3.525 | 3.525 | 3.525 | 3.525 |
Saldo van baten en lasten (%) | 0,1% | ||||||
Kwaliteitsindicatoren | |||||||
Kernindicatoren | |||||||
Klanttevredenheid | 7,4 | 7,3 | 7,3 | 7,3 | 7,3 | 7,3 | 7,3 |
Gehonoreerde bezwaarschriften | 36,0% | 25,0% | 25,0% | 25,0% | 25,0% | 25,0% | 25,0% |
RVO maakt haar overhead inzichtelijk met de indicator die het percentage geeft van de directe personele kosten als onderdeel van de totale personele kosten. Hoe hoger dit percentage van directe personele kosten, hoe lager de overhead. RVO streeft voor het totaal van de organisatie naar een percentage van 84% (overhead: 16%). Daarnaast verwacht RVO de fluctuaties in het opdrachtenpakket op te vangen met externe inhuur. Hierdoor zal onder verder gelijkblijvende omstandigheden de ambtelijke bezetting in grote lijnen stabiel blijven vanaf 2021. De klanttevredenheid meet RVO per kwartaal.
Naam organisatie | RWT/ZBO | Begrotingsartikel | Begrotingsramingen | Uitgevoerde evaluatie ZBO onder Kaderwet | Volgende evaluatie ZBO |
---|---|---|---|---|---|
RWT/ZBO | 1 | 154.210 | Kamerstuk 25 268, nr. 148 | 2021 | |
RWT/ZBO | Geen bijdrage | 2022 | |||
Examinerende instanties als bedoeld in artikel 19 van de Examenregeling frequentiegebruik 2008 | RWT | Geen bijdrage | Evaluatieplicht niet van toepassing | ||
ZBO | 2 | 118.5951 | Kamerstuk 32 637, nr. 302 | ||
Keuringsinstanties als bedoeld in artikel 10.3 Telecommunicatiewet | ZBO | Geen bijdrage | Evaluatieplicht niet van toepassing | ||
ZBO | 4 | 200 | Kamerstuk 25 268, nr. 168 | ||
RWT/ZBO | 1 | 271 | Kamerstuk 25 268, nr. 136 | 2020 | |
ZBO | 1 | 761 | Kamerstuk 25 268, nr. 132 | 2020 | |
ZBO | 5 | 2025 | |||
RWT | 4 | 111.000 | Kamerstuk 32 489, nr, 131 | ||
RWT/ZBO | 2 en 4 | 209.403 | Evaluatieplicht niet van toepassing | ||
RWT | 1 | 9.741 | Evaluatieplicht niet van toepassing | ||
De in het kader van de Metrologiewet art. 11 en 12 aangewezen instanties en erkende keurders | ZBO | Geen bijdrage | Kamerstuk 33 159, nr. 3 | 2024 | |
RWT/ZBO | Geen bijdrage | 2022 |
Het budget voor Instituut Mijnbouwschade Groningen na 2020 staat gereserveerd op de Aanvullende Post en wordt in 2021 overgeheveld naar de begroting van EZK.
Naam organisatie | Ministerie | RWT/ZBO | Begrotingsartikel | Begrotingsramingen |
---|---|---|---|---|
NWO-TTW | OCW | ZBO | 2 | 25.476 |
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 215.326 | 220.465 | 215.528 | 215.436 | 215.480 | |
Mutatie Nota van Wijziging 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie amendement 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 7.226 | 3.143 | 6.123 | 6.324 | 660 | |
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2020 | 1.804 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Caribisch Nederland Telecom | 3.000 | |||||
EU-cofinanciering Digital Europe | 5.000 | 15.000 | 15.000 | 15.000 | ||
Loon- en prijsbijstelling | 6.046 | 6.070 | 5.927 | 5.920 | 5.920 | |
Overig | 1.138 | 1.350 | 1.350 | 1.350 | 1.350 | |
Stand ontwerpbegroting 2021 | 231.540 | 239.028 | 243.928 | 244.030 | 238.410 | 222.989 |
Caribisch Nederland Telecom
Omdat de vaste lasten van essententiele diensten, zoals telecommunicatie, op Caribisch Nederland relatief hoog zijn en deze diensten in deze moeilijke tijd meer dan ooit nodig zijn (homescholing, thuiswerken), heeft het kabinet in 2020 maatregelen genomen om de kosten van deze diensten te verlagen. Van mei tot en met december 2020 was 25 USD per aansluiting per maand beschikbaar om de kosten van een vaste internetverbinding te verlagen. Deze tijdelijke maatregel wordt in 2021 tijdelijk grotendeels gecontinueerd, maar omdat internet Bovenwinds aanzienlijk duurder is in verband met de kleine schaal wordt bezien of differentiering tussen de eilanden zal plaatsvinden.
EU-cofinanciering Digital Europe
Het Digital Europe Programma (DEP) is een nieuw programma binnen het MFK (Meerjarig Financieel Kader voor Europa) om het innovatie & concurrentievermogen van de EU te verhogen en de strategische digitale capaciteiten te verstevigen. Dit is aanvullend aan het Horizon Europe Programma, dat zich meer richt op ‘onderzoek en innovatie’. De voorgestelde prioriteiten binnen het programma zijn onder meer: Artificiële Intelligence, Cybersecurity en vertrouwen, Digitale vaardigheden voor gevorderden en European Digital innovation Hubs.
Loon- en prijsbijstelling
De bij 1e suppletoire begroting 2020 ontvangen loon- en prijsbijstelling is verdeeld over de diverse instrumenten.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 31.934 | 31.934 | 31.934 | 31.934 | 31.934 | |
Mutatie Nota van Wijziging 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie amendement 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 20 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Veiling 5G kavels | 822.586 | 407.924 | ||||
Stand ontwerpbegroting 2021 | 854.540 | 439.858 | 31.934 | 31.934 | 31.934 | 31.934 |
Veiling 5G kavels
Deze mutatie betreft de opbrengst van de veilingen van de zogenoemde frequentiebanden voor 700, 1400 en 2100 Megahertz, waarvan een gedeelte in 2020 wordt ontvangen.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 1.075.493 | 1.026.507 | 1.024.090 | 1.036.761 | 1.026.736 | |
Mutatie Nota van Wijziging 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie amendement 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2020 | 609.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2020 | 2.375.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 15.751 | ‒ 10.040 | 387 | 8.934 | 15.254 | |
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2020 | 204.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2020 | 1.500.000 | 50.000 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2020 | ‒ 942.700 | 1.642.200 | 200.000 | 200.000 | 100.000 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Noodloket (TOGS) | ‒ 775.000 | |||||
Urgendamaatregelen industrie | 5.500 | 49.500 | 0 | 0 | 0 | |
Bevorderen Ondernemerschap | ‒ 40.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bedrijfssteun | 40.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bedrijfssteun | ‒ 100.000 | 100.000 | ||||
Verduurzaming industrie | 0 | ‒ 10.000 | ‒ 10.000 | 0 | 0 | |
Urgendamaatregelen industrie | 0 | 10.000 | 10.000 | 0 | 0 | |
Omscholing tekortsectoren | 37.500 | |||||
EU-cofinanciering | 28.000 | 54.000 | 40.000 | 21.000 | ||
Loon- en prijsbijstelling | 21.111 | 20.545 | 20.409 | 20.330 | 20.135 | |
PPS-toeslag | ‒ 25.000 | 12.000 | 8.000 | 5.000 | ||
Bijdrage aan TNO | 18.300 | |||||
Overig | 9.920 | 6.784 | 6.184 | 5.034 | 5.809 | |
Stand ontwerpbegroting 2021 | 3.991.375 | 2.950.996 | 1.317.070 | 1.319.059 | 1.193.934 | 1.167.780 |
Noodloket (TOGS)
Het budget wordt verlaagd in verband met neerwaartse bijstelling van de geraamde uitgaven, deze verlaging vloeit terug naar het generale beeld. Na de laatste uitbetalingen wordt de eindbalans opgemaakt, waarna een tekort generaal wordt aangevuld en een overschot terugvloeit naar het generale beeld.
Urgendamaatregelen industrie
Vanaf de aanvullende post worden middelen overgeboekt naar de EZK begroting voor 'stimulering specifieke maatregelen industrie'.
Bevorderen Ondernemerschap / Bedrijfssteun
De € 40 mln die bij de 3e incidentele suppletoire begroting ten behoeve van Royal IHC zijn toegevoegd aan de begroting worden ingezet onder het financiele instrument 'leningen'. Daarnaast wordt € 100 mln aan kasbudget ten behoeve van de lening aan Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR) verschoven naar 2021 omdat de verwachting is dat SGR pas in 2021 aanspraak zal maken op de lening.
Verduurzaming industrie / Urgendamaatregelen industrie
Deze mutatie betreft alternatieve inzet voor doelen klimaatakkoord industrie middels nieuwe openstelling en verlenging van de VEKI-regeling.
Omscholing naar tekortsectoren
Tegenover de stijgende werkloosheid die de komende tijd verwacht wordt, staat dat verschillende sectoren nog altijd hard op zoek zijn naar arbeidskrachten. In sommige gevallen vereist dat intersectorale omscholing, die bewezen moeilijk is en nog onvoldoende van de grond komt. Het gaat daarbij ook om banen die essentieel zijn om de klimaat- en energietransitie uit te voeren. Mkb-ondernemers zijn extra kwetsbaar als het gaat om het vinden en opleiden van geschikt personeel. Daarom wordt in 2021 € 37,5 mln. beschikbaar gesteld voor intersectorale scholing naar tekortberoepen in het mkb. Hiermee kunnen 10.000 trajecten met een gemiddeld subsidiebedrag van € 3.750,- per stuk worden gesubsidieerd, zijnde 50% van de verwachte gemiddelde kosten van een omscholingstraject van € 7.500,- per individu. De werkgever draagt zelf zorg voor de overige 50% (d.w.z. uit eigen middelen, sectorale opleidings- en ontwikkelingsfondsen of andere samenwerkingsverbanden).
EU-cofinanciering
Dit betreft de middelen voor cofinanciering van Europese programma's gericht op regionale ontwikkeling en onderzoek en innovatie. Dit biedt Nederlandse deelnemers een grotere slaagkans in de Europese calls for proposals, waarmee er meer Europese middelen worden geïnvesteerd in Nederlandse bedrijven, universiteiten en andere deelnemers. In 2021 is voor deze programma's in totaal € 155 mln verplichtingenbudget beschikbaar dit betreft EFRO (REACT EU € 30 mln), Cofinanciering Fonds voor Rechtvaardige Transitie (JTF, € 60 mln), Horizon partnerschappen (€ 45 mln) en het Europese Defensie Fonds (€ 20 mln). De kasuitfinanciering vindt verspreid over de komende jaren plaats, conform het weergegeven kasritme.
Loon- en prijsbijstelling
De bij 1e suppletoire begroting 2020 ontvangen loon- en prijsbijstelling is verdeeld over de diverse instrumenten.
PPS-toeslag
Vanwege een vertraging in de uitfinanciering van de PPS-toeslag worden deze kasmiddelen meerjarig in de tijd gespreid.
Bijdrage aan TNO
Van artikel 4 wordt budget overgeheveld voor investeringen in de infrastructuur van laboratoria van TNO.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 129.867 | 111.863 | 105.672 | 107.145 | 106.249 | |
Mutatie Nota van Wijziging 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie amendement 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 22.600 | 1.875 | 1.875 | 1.875 | 1.300 | |
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Overbruggingsfaciliteit IHC | 40.000 | |||||
Bedrijfssteun / SGR | 32.000 | 32.000 | 32.000 | |||
Overig | 266 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Stand ontwerpbegroting 2021 | 152.733 | 153.738 | 139.547 | 141.020 | 139.549 | 137.536 |
Overbruggingsfaciliteit IHC
Dit betreft de raming van de aflossing van de overbruggingsfaciliteit door Royal IHC.
Bedrijfssteun / SGR
Dit betreft de raming van de terugbetalingen op de leningen aan SGR en kleine garantiefondsen/regelingen in de reisbranche.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 184.452 | 169.678 | 164.062 | 152.777 | 152.772 | |
Mutatie Nota van Wijziging 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie amendement 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2020 | 100.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 152.278 | ‒ 1.500 | ‒ 1.500 | ‒ 1.500 | ‒ 1.500 | |
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2020 | 200.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2020 | 75.000 | 75.000 | 0 | 0 | 0 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Fund to Fund | 3.800 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
ROM's | 18.905 | 10.000 | 0 | 0 | 0 | |
Co-investment venture capital instrument / EIF | ‒ 32.462 | ‒ 10.154 | 0 | 0 | 0 | |
Innovatiekrediet | 0 | ‒ 7.500 | 0 | 0 | 0 | |
Seed Capital | 15.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Vroege fase / inormal investors | ‒ 5.038 | 6.154 | 7.000 | 7.000 | 0 | |
Thematische Technology Transfer (subsidie) | ‒ 14.377 | 3.281 | 2.916 | 2.916 | 2.916 | |
Thematische Technology Transfer (leningen) | ‒ 27.548 | 7.773 | 7.364 | 6.955 | 4.284 | |
Fundamenteel en toegepast onderzoek | ‒ 6.452 | 6.452 | 0 | 0 | 0 | |
Onco Research | ‒ 2.622 | 531 | ‒ 69 | 1.170 | 630 | |
ROM's | ‒ 16.000 | 0 | 12.000 | 4.000 | 0 | |
Bijdrage RVO.nl | ‒ 5.350 | 5.350 | 0 | 0 | 0 | |
Overig | ‒ 199 | 251 | 251 | 251 | 251 | |
Stand ontwerpbegroting 2021 | 639.387 | 265.316 | 192.024 | 173.569 | 159.353 | 157.602 |
Fund to Fund
Deze mutatie betreft het opnieuw inzetten van terug te ontvangen middelen (zie ontvangsten).
ROM's
Deze mutatie betreft het opnieuw inzetten van terugontvangen middelen als gevolg van het beëindigen van het Innovatiefonds Noord-Nederland (zie ontvangsten). De middelen zijn als kapitaal gestort in de NOM. Daarnaast is € 20 mln verspreid over 2 jaar beschikbaar gesteld aan de BOM voor een investering ten behoeve van het fotonica ecosysteem.
Co-investment venture capital instrument / EIF
Deze mutatie betreft de verdeling van de middelen van het Co-investment venture capital instrument / EIF ten behoeve van de Seed Capital regeling, de regeling Vroegefasefinanciering en een investering ten behoeve van het fotonica ecosysteem. Het Co-investment venture capital instrument is conform de machtigingswet Invest-NL overgedragen aan Invest-NL.
Innovatiekrediet
Deze middelen worden via de BOM ingezet voor een investering ten behoeve van het fotonica ecosysteem.
Seed Capital regeling
Deze middelen zijn afkomstig uit het Co-investment venture capital instrument / EIF en worden ingezet voor de Seed Capital regeling.
Vroege fase / informal investors
Deze middelen zijn ondermeer afkomstig uit het Co-investment venture capital instrument / EIF en worden ingezet voor de regeling Vroegefasefinanciering. Tevens worden de middelen aangepast naar het jaar waarin ze benodigd zijn.
Thematische Technology Transfer Voor zowel het subsidie als het leningen gedeelte wordt de raming van de middelen aangepast naar het jaar waarin ze nodig zijn.
Fundamenteel en toegepast onderzoek
Een deel van de middelen voor de regeling Toekomstfondskrediet Onderzoeksfaciliteiten wordt via een kasschuif verschoven naar 2021.
Onco Research
De kasmiddelen voor Onco Research worden meerjarig verspreid in het verwachte ritme van uitfinanciering.
ROM's
De middelen voor de aanvullend geplande kapitaalstortingen in de ROM's Utrecht en Flevoland worden verschoven naar de jaren waarin de aanvullende stortingen naar verwachting zullen plaatsvinden.
Bijdrage RVO.nl
De middelen die meerjarig nodig zijn voor de uitvoeringskosten van de TTT-regeling en Onco Research worden doorgeschoven naar 2021.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 34.600 | 44.000 | 45.300 | 50.200 | 50.300 | |
Mutatie Nota van Wijziging 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie amendement 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 15.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
ROM's | 8.905 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Fund to Fund | 3.800 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
COL | 30.000 | 30.000 | 30.000 | |||
Stand ontwerpbegroting 2021 | 62.305 | 44.000 | 75.300 | 80.200 | 80.300 | 262.100 |
ROM's
Deze mutatie betreft de terugontvangst van een lening in het kader van het Innovatiefonds Noord-Nederland.
Fund to Fund
Deze mutatie betreft de terugontvangst van het Dutch Venture Initiative.
Coronaoverbruggingsleningen (COL)
Dit betreft de raming van de aflossingen van de aan de ROM’s verstrekte leningen voor het uitvoeren van de Coronaoverbruggingsleningen. Als meer duidelijkheid bestaat over de verliespercentages op deze leningen zal de raming daarop worden aangepast.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 3.671.790 | 3.790.555 | 3.854.573 | 4.406.585 | 4.489.284 | |
Mutatie Nota van Wijziging 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie amendement 2020 | 100.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | ‒ 17.000 | ‒ 625.127 | 48.944 | 7.399 | ‒ 7.820 | |
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2020 | 5.340 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Onderuitputting op de SDE, SDE+, de HER en de ISDE | ‒ 1.167.657 | |||||
Storting reserve duurzame energie | 1.167.657 | |||||
Infrastructuur laboratoria TNO | ‒ 18.300 | |||||
ETS-compensatie | 179.000 | |||||
Beleidsdeelneming Bonaire | 9.000 | |||||
Klimaatakkoordmiddelen voor ECW | 7.500 | |||||
Bijdrage aan NEa | 1.145 | 1.090 | 560 | |||
Urgenda 2.0 | 2.520 | 2.680 | ||||
Bijdrage aan COVA | ‒ 10.000 | |||||
Caribisch Nederland | 8.000 | |||||
Nationale co-financiering EU Innovation fund | 5.000 | 20.000 | 10.000 | 10.000 | ||
Overige | ‒ 5.000 | 4.392 | 3.400 | 1.190 | ‒ 2.310 | |
Stand ontwerpbegroting 2021 | 3.739.495 | 3.373.090 | 3.927.477 | 4.425.174 | 4.489.154 | 4.319.797 |
Onderuitputting op de SDE, SDE+, de HER en de ISDE
De budgetten voor de SDE/SDE+, de HER en de ISDE worden voor 2020 afgeroomd naar de geprognotiseerde bedragen. De verwachte onderuitputting wordt in zijn geheel in de begrotingsreserve duurzame energie gestort.
Storting reserve duurzame energie
Betreft het voornemen om € 1.168 mln te storten in de begrotingsreserve duurzame energie naar aanleiding van de verwachte onderuitputting op de SDE/SDE+, de HER en de ISDE.
Infrastructuur laboratoria TNO
Er wordt € 18,3 mln overgeheveld naar beleidsartikel 2 voor de investering in de infrastructuur van laboratoria van TNO.
ETS-compensatie
De subsidieregeling indirecte emissiekosten ETS uit het Energieakkoord biedt bedrijven die gevoelig zijn voor carbon leakage en deelnemen aan een convenant ter bevordering van energie-efficiëntie compensatie voor hogere eiektriciteitskosten als gevolg van EU-emissiehandel. Mede door de gestegen ETS-prijs is er een tekort ontstaan in 2020. Om dit op te lossen zijn alle beschikbare middelen voor ETS-nadeelcompensatie van 2021 naar 2020 geschoven, zodat er in 2020 naar verwachting voldoende budget is. Gevolg is dat in het jaar 2021 geen budget meer voor deze regeling beschikbaar is. Het verwachte tekort, gebaseerd op het gebruik van de regeling in voorgaande jaren en de vastgestelde ETS-prijs, is € 179 mln en wordt vanuit de algemene middelen aan de EZK-begroting toegevoegd.
Beleidsdeelneming Bonaire
Voor de in 2020 op te richten deelneming in de opslag van brandstof op Bonaire leveren IenW en EZK eigen vermogen aan. IenW heeft € 5 mln overgeheveld naar EZK, waarvan € 4,5 mln ten behoeve van in te brengen eigen vermogen. Vanuit andere beleidsartikelen binnen de EZK-begroting is € 4 mln beschikbaar gesteld.
Klimaatakkoordmiddelen Expertisecentrum Warmte (ECW)
Voor het expertisecentrum wordt € 7,5 mln beschikbaar gesteld. Hiervan is € 6 mln beleidsbudget en € 1,5 mln RVO-uitvoeringsbudget.
Bijdrage aan agentschap NEa
Vanuit het ICT-Ontwikkelbudget op artikel 40 wordt over de jaren 2020 tot en met 2022 in totaal € 2,8 mln overgeheveld naar de NEa, ter financiering van ICT-investeringen op het vlak van het emissiehandelssysteem. Hiermee ontstaat een toekomstbestendige applicatie welke zorgt voor kwalitatieve data en verbeterde toegang en controle hiervan.
Urgenda 2.0
Voor het aanvullende Urgenda-pakket, waarover op 24 april 2020 is gecommuniceerd (Kamerstuk 32 813, nr. 496), zijn middelen van de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financien aan de EZK-begroting toegevoegd. Hiermee wordt de ondersteuning van de uitvoering van de energiebesparingsverplichting (Wm+) verder versterkt via Rijkswaterstaat en wordt een strengere controle op F-gassen ondersteund via de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).
Bijdrage aan COVA
Als gevolg van de coronacrisis is er minder getankt. Hierdoor is er minder voorraadheffing opgehaald en wordt er ook minder uitgekeerd aan COVA voor het aanhouden van een strategische olievoorraad voor Nederland.
Caribisch Nederland
In het kader van het corona-herstelpakket wordt € 8 mln aan de begroting van 2021 toegevoegd om de netbeheertarieven in Caribisch Nederland op 0 te kunnen zetten, net als in 2020.
Nationale co-financiering EU Innovation fund
Vanuit het groen herstel pakket wordt € 50 mln toegevoegd aan artikel 4 ten behoeve van nationale cofinanciering voor het EU Innovation Fund.
Overige
De bedragen bij de overige mutaties betreffen voornamelijk de de loon- en prijsbijstelling van de agentschappen, TNO en NRG.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 3.387.161 | 3.152.011 | 3.176.011 | 3.852.311 | 4.016.011 | |
Mutatie Nota van Wijziging 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie amendement 2020 | 100.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 139.375 | 235.760 | 80 | 80 | 80 | |
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Bijstelling ETS-raming | ‒ 70.000 | ‒ 10.000 | 50.000 | 10.000 | ||
Overige | 467 | 1.600 | ||||
Stand ontwerpbegroting 2021 | 3.557.003 | 3.379.371 | 3.226.091 | 3.862.391 | 4.016.091 | 3.922.091 |
Bijstelling ETS-raming
Op basis van nieuwe ETS-ramingen worden de huidige ramingen in de begroting aangepast. Dit betreft een nieuwe raming van de prijzen, die door de Corona-crisis zijn gedaald. Daarnaast is er een nieuwe raming van de hoeveelheid te veilen rechten, die afhankelijk is van het marktstabiliteitsmechanisme (market stability reserve).
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 264.781 | 263.739 | 49.361 | 34.014 | 31.680 | |
Mutatie Nota van Wijziging 2020 | ‒ 98.704 | ‒ 97.663 | ‒ 35.615 | ‒ 34.014 | ‒ 31.680 | |
Mutatie amendement 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 196.178 | 1.700 | 1.700 | 0 | 0 | |
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Schadevergoedingen | 90.000 | 150.000 | ||||
Waardedaling Groningen | 298.000 | 245.000 | ||||
Immateriële schade Groningen | 5.000 | 100.000 | ||||
Uitvoeringskosten RVO | 12.000 | 55.000 | ||||
Overige mutaties | ‒ 6.807 | 4.237 | 1.126 | 2 | 2 | |
Stand ontwerpbegroting 2021 | 760.448 | 722.013 | 16.572 | 2 | 2 | 2 |
Schadevergoedingen
Dit betreft een bijstelling van de raming voor schadebetalingen in Groningen door het IMG. Deze kosten worden op NAM verhaald.
Waardedaling Groningen
Dit betreffen de verwachte uitgaven door IMG voor de vergoeding van waardedaling van woningen in Groningen. Deze kosten worden op NAM verhaald.
Immateriële schade Groningen
Dit betreffen de verwachte uitgaven door IMG voor de vergoeding van immateriële schade in Groningen. Deze kosten worden op NAM verhaald.
Uitvoeringskosten RVO
De uitvoeringskosten van IMG/RVO voor de schadeafhandeling worden bijgesteld voor het uitvoeren van de regelingen voor waardedaling en immateriële schade. Deze kosten worden op NAM verhaald.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 1.270.000 | 1.070.000 | 765.000 | 535.000 | 385.000 | |
Mutatie Nota van Wijziging 2020 | ‒ 75.000 | ‒ 75.000 | ‒ 25.000 | ‒ 25.000 | ‒ 25.000 | |
Mutatie amendement 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | ‒ 157.939 | ‒ 300.000 | ‒ 360.000 | ‒ 440.000 | ‒ 340.000 | |
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Schadevergoedingen | 90.000 | 150.000 | ||||
Waardedaling Groningen | 298.000 | 245.000 | ||||
Immateriële schade Groningen | 5.000 | 100.000 | ||||
Uitvoeringskosten RVO | 12.000 | 55.000 | ||||
Aardgasbaten | ‒ 411.000 | ‒ 471.000 | ‒ 321.000 | ‒ 31.000 | 19.000 | |
Stand ontwerpbegroting 2021 | 1.031.061 | 774.000 | 59.000 | 39.000 | 39.000 | 39.000 |
Ontvangsten NAM
De NAM vergoedt de uitgaven aan schadervergoedingen, waardedalingen en immateriële schade in Groningen. Ook de hierbij behorende uitvoeringskosten van RVO.nl worden door de NAM vergoed.
Aardgasbaten
De raming van de aardgasbaten wordt naar beneden bijgesteld als gevolg van de neerwaarts bijgestelde raming van de gasprijs in de komende jaren. Verder komt de lagere opbrengst onder meer door lagere inkomsten uit EBN met andere oorzaken dan de prijs (zoals operationele kosten of de bijstortingen in de voorzieningen voor de aardbevingskosten).
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 294.229 | 276.027 | 273.973 | 270.506 | 273.375 | |
Mutatie Nota van Wijziging 2020 | ‒ 12.444 | ‒ 12.111 | ‒ 9.987 | ‒ 6.834 | ‒ 7.860 | |
Mutatie amendement 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 13.053 | 8.949 | 8.653 | 6.824 | 3.533 | |
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Loonbijstelling | 7.594 | 6.999 | 7.026 | 6.932 | 7.013 | |
Prijsbijstelling | 900 | 1.122 | 988 | 975 | 908 | |
Overig | 3.405 | 5.327 | 6.171 | 7.092 | 6.297 | |
Stand ontwerpbegroting 2021 | 306.737 | 286.313 | 286.824 | 285.495 | 283.266 | 276.466 |
Loon- en prijsbijstelling
De bij 1e suppletoire wet 2020 ontvangen loon- en prijsbijstelling is aan diverse instrumenten uitgekeerd.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 25.426 | 25.437 | 25.426 | 24.781 | 24.781 | |
Mutatie Nota van Wijziging 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie amendement 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | |
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Desaldering ontvangsten ACM naar IenW | ‒ 545 | ‒ 545 | ‒ 545 | ‒ 545 | ‒ 545 | |
Stand ontwerpbegroting 2021 | 24.981 | 24.992 | 24.981 | 24.336 | 24.336 | 24.336 |
Desaldering ontvangsten ACM naar IenW
ACM belast kosten van het toezicht voor IenW door aan de markt. De ontvangsten daaruit worden conform afspraak doorgestort naar IenW. In de begroting was hiermee nog geen rekening gehouden. Met deze mutatie wordt dat structureel veranderd.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie Nota van Wijziging 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie amendement 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mitatie incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 1e suppletoire begroting 2020 | 53.626 | 51.936 | 47.789 | 47.579 | 47.368 | |
Mutatie 3e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 4e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie 5e incidentele suppletoire begroting 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nieuwe mutaties | ||||||
Verdeling loon- en prijsbijstelling | ‒ 53.626 | ‒ 51.936 | ‒ 47.789 | ‒ 47.579 | ‒ 47.368 | |
Stand ontwerpbegroting 2021 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Loon- en prijsbijstelling
Betreft de verdeling van de loon- en prijsbijstellingstranche 2020 over de relevante artikelonderdelen.
Door de Staten-Generaal aanvaarde moties
Indieners | Omschrijving van de motie | Datum stemming | Vindplaats | Stand van zaken |
---|---|---|---|---|
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, de Kamer regelmatig en tijdig te informeren over de voortgang van de gesprekken over de afbouw van het gasgebouw en het gebruik van gasopslag Norg. | 01-10-2019 | Parlementaire agenda [25-09-2019] - VAO Groningen | Afgedaan met Kamerbrief Voortgang afbouw gaswinning Groningen Kamerstuk 33 529, nr 788 |
Mulder, A.H. (CDA) | ||||
Lee, T.M.T. van der (GL) | ||||
Beckerman, S.M. (SP) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Harbers, M.G.J. (VVD) | ||||
Thieme, M.L. (PvdD) | Verzoekt de regering, een uiterste inspanning te leveren om het reductiedoel voor de broeikasgassen in 2020 te halen. | 19-09-2019 | Parlementaire agenda [17-09-2019] - Algemene Politieke Beschouwingen TK (week 38) | Afgehandeld met Kamerbrief uitvoering Urgenda-vonnis d.d. 24 april 2020: Kamerstuk 32 813, nr. 496 |
Mulder, A.H. (CDA) | Verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat de positie van gedupeerden zoals die in het schadeprotocol uit 2018 is beschreven niet mag verslechteren. | 21-01-2020 | Parlementaire agenda [14-01-2020] - Debat tijdelijke wet Groningen | Afgerond. Voorstel af te doen via brief over oprichting IMG Kamerstuk 35 250, nr. 42 |
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Mulder, A.H. (CDA) | Verzoekt de regering, om daarover met gemeenten, provincies en het KNMI afspraken te maken en de Kamer hier voor de zomer 2020 te informeren. | 01-04-2020 | Parlementaire agenda [11-03-2020] - VAO Mijnbouw/Groningen | Onderhanden. |
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, om in kaart te brengen hoe in de SDE++ voor alle technieken de gehele economische levensduur mee kan worden genomen in de berekening van de CO2-reductie; verzoekt de regering tevens, de Kamer hierover te informeren als de SDE++ 2021 naar de Kamer wordt verzonden. | 02-07-2020 | Parlementaire agenda [02-07-2020] - VAO Klimaat en Energie (AO d.d. 2/7) | Onderhanden. |
Mulder, A.H. (CDA) | ||||
Lee, T.M.T. van der (GL) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Raan, L. van (PvdD) | Verzoekt de regering, om de ontwikkeling van de Nederlandse uitstoot, conform de indeling van het Intergovermental Panel on Climate Change (IPCC), intensief te monitoren en het CBS en RIVM te verzoeken om op basis hiervan vier keer per jaar te rapporteren over (de ontwikkeling in) de uitstoot. | 02-07-2020 | Parlementaire agenda [02-07-2020] - VAO Klimaat en Energie (AO d.d. 2/7) | Onderhanden. |
Beckerman, S.M. (SP) | Verzoekt de regering, de archieven van de arbiter toegankelijk te houden voor onderzoeksdoeleinden. | 02-06-2020 | Parlementaire agenda [27-05-2020] - Notaoverleg Mijnbouw Groningen | Afgedaan met brief stand van zaken IMG en oude schadegevallen d.d. 22 juni 2020. Kamerstuk 35 250, nr. 42 |
Moorlag, W.J. (PvdA) | ||||
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering zich blijvend in te zetten voor ophoging van het doel naar 55%, en na definitieve afspraken in de Europese Raad over het uiteindelijke doel de Kamer te informeren over hoe zij het Nederlands klimaatbeleid hier op aanpast. | 19-12-2019 | Parlementaire agenda [17-12-2019] - Debat KEV | Actie loopt nog, TK wordt halfjaarlijks over de voortgang geïnformeerd. Laatste update was met brief Wiebes over appreciatie green deal (4 feb) en in najaar 2020. |
Lee, T.M.T. van der (GL) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Verhoeven, K. (D66) | Verzoekt de regering, maximale reductie na te streven van de hoeveelheid restwarmte uit industriële productieprocessen en tegelijk te stimuleren dat beschikbare groene restwarmte, van bijvoorbeeld groene stroom gebruikende datacentra, die anders geloosd zou worden als CO2-vrije warmtebron wordt herbenut. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Onderhanden. |
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Bruins, E.E.W. (CU) | Verzoekt de regering, om tijdens en in de herstelfase na de coronacrisis. | 26-05-2020 | Parlementaire agenda [18-05-2020] - WGO (Suppletoire begroting EZK) | Onderhanden. |
Amhaouch, M. (CDA) | In de kern gezonde bedrijven te blijven ondersteunen met passende kredietfinanciering en garanties, meer gericht op de (middel)lange termijn en minder op de kortetermijnterugbetaalcapaciteit. | |||
Palland, H.M. (CDA) | Te onderzoeken waar extra kansen liggen om werkgelegenheid te behouden en/of te creëren. | |||
Te onderzoeken hoe regionale investeringen in en rondom de maakindustrie met andere betrokken partijen kunnen worden gerealiseerd. | ||||
Mulder, A.H. (CDA) | Verzoekt de regering, om zo snel mogelijk in gesprek te gaan met de coalitie Wind Meets Industry om de ontwikkeling van wind op zee te versnellen; verzoekt de regering, hierbij mogelijke knelpunten voor een goede aansluiting te identificeren en weg te nemen, en de Kamer hierover te informeren voor het herfstreces van 2020. | 02-07-2020 | Parlementaire agenda [02-07-2020] - VAO Klimaat en Energie (AO d.d. 2/7) | Onderhanden. |
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, een nationaal plan voor de infrastructuur van nationaal belang op te stellen, de rol van de netbeheerders bij de RES te borgen, bij de appreciatie van de RES in te gaan op de consequenties op de kosten van infrastructuur om zo de effecten op de energierekening voor burgers zo beperkt mogelijk te houden. | 19-12-2019 | Parlementaire agenda [17-12-2019] - Debat KEV | 11-06-20 Afgedaan, In brief over afbakening PEH dd. 20-5-20 afgedaan voor PEH. Voor RES in brief 9-4-20: netbeheerders aan tafel en kosten worden net infra meegenomen in appreciatie. |
Mulder, A.H. (CDA) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Harbers, M.G.J. (VVD) | ||||
Mulder, A.H. (CDA) | Verzoekt de regering, om Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) te verzoeken om in 2021 de evaluatie door een onafhankelijke organisatie uit te voeren om te onderzoeken in hoeverre afvalwaterinjectie nog de meest geschikte verwerkingsmethode is en of in de afgelopen jaren serieus is gekeken naar de alternatieven. | 02-06-2020 | Parlementaire agenda [27-05-2020] - Notaoverleg Mijnbouw Groningen | Onderhanden. |
Verzoekt de regering voorts, deze evaluatie te beoordelen en daarbij SodM te betrekken. | ||||
Verzoekt de regering tevens, deze evaluatie onafhankelijk te laten toetsen waarbij ook gekeken wordt naar welke andere opties voor afvalwaterzuiveringsvarianten er mogelijk zijn en wat hiervan de effecten op het milieu, bodemdaling en de kosten per optie zijn. | ||||
Ouwehand, E. (PvdD) | Verzoekt de regering,voor de behandeling van de begroting EZK de Kamer te informeren over de effecten. | 19-11-2019 | Parlementaire agenda [14-11-2019] - Debat Stikstof en PFAS | Uitgaande brief [15-11-2019] - Biomassa - hoe zit het? |
Raan, L. van (PvdD) | Verzoekt de regering, ook de door Urgenda gepresenteerde uitbreidingen van dit 40-puntenplan serieus te nemen, en de Kamer per maatregel te informeren over de afwegingen om deze wel of niet te nemen. | 03-12-2019 | Parlementaire agenda [27-11-2019] - WGO Urgenda Begroting MEZK/MBZK en/of MWM/MLNV | Afgehandeld met Kamerbrief uitvoering Urgenda-vonnis d.d. 24 april 2020: Kamerstuk 32 813, nr. 496 |
Berg J.A.M.J. van den (CDA) | Verzoekt de regering te borgen dat de beschikbaarheid van bestanden aan marktpartijen niet onnodig wordt ingeperkt, mits de veiligheid en privacybelangen van burgers en bedrijven zijn verzekerd, daarnaast het toezicht op de prijsstelling door het CBS te verzekeren en dat het begrip werkzaamheden aan derden verder wordt verduidelijkt en waar nodig begrensd. | 19-12-2019 | Parlementaire agenda [18-12-2019] - Verbond Sectorwerkgevers Overheid (VSO) Uitgangspunten voor de rolverdeling tussen het CBS en marktpartijen. Kamerstuk 35 000 XIII, nr. 84 | Onderhanden. |
Wout, B. van 't (VVD) | ||||
Wiersma, A.D. (VVD) | ||||
Beckerman, S.M. (SP) | Verzoekt de regering, nog voor het einde van 2019 een plan te presenteren om alsnog tot een rechtvaardige schadevergoeding te komen en hiervoor financiële middelen te reserveren. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Uitgaande brief [17-12-2019] - Verzamelbrief Groningen bovengronds |
Mulder, A. (VVD) | Verzoekt de regering, de volgende uitgangspunten te integreren in de Warmtewet 2.0. | 02-07-2020 | Parlementaire agenda [02-07-2020] - VAO Klimaat en Energie (AO d.d. 2/7) | Onderhanden. |
Lee, T.M.T. van der (GL) | - Warmtekavels slechts tijdelijk aanwijzen; | |||
Sienot, M.F. (D66) | - Geen aansluiting te verplichten voor de klant. | |||
Harbers, M.G.J. (VVD) | - Transparantie in de tarieven door inzicht in werkelijke kosten. | |||
Berg J.A.M.J. van den (CDA) | Verzoekt de regering, onafhankelijk toezicht in te stellen dat toeziet op naleving van de beleidsregels, borgt dat werkzaamheden die het CBS verricht buiten de lumpsum die het jaarlijks van EZK ontvangt niet leiden tot oneerlijke concurrentie, en hierover jaarlijks aan de Kamer te rapporteert. | 19-12-2019 | Parlementaire agenda [18-12-2019] - VSO Uitgangspunten voor de rolverdeling tussen het CBS en marktpartijen Kamerstuk 35 000 XIII, nr. 84 | Onderhanden. |
Wiersma, A.D. (VVD) | Verzoekt de regering tevens, om in gesprek te gaan met decentrale overheden over het inschakelen van het CBS voor statistische onderzoeken en deze niet ondershands te gunnen. | |||
Verzoekt de regering voorts, om met het CBS aanvullende afspraken te maken over welke activiteiten onder het verbod op actieve acquisitie vallen en waarvan het CBS zich dus dient te onthouden, bijvoorbeeld werving via zogenaamdedata-ecosysteemdagen. | ||||
Mulder, E. (PVV) | Verzoekt de regering, in beeld te brengen in hoeverre de Nederlandse waterstofstrategie en de inzet van middelen aangepast en geïntensiveerd moeten worden om in Europa een toonaangevende rol in de waterstof-transitie te verwerven en te behouden. | 30-06-2020 | Parlementaire agenda [25-06-2020] - Debat Europese Green Deal | Onderhanden. |
Moorlag, W.J. (PvdA) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Lee, T.M.T. van der (GL) | Verzoekt de regering, deze inzagetermijn te verlengen of naar een later moment te verplaatsen. | 02-07-2020 | Parlementaire agenda [02-07-2020] - VAO Mijnbouw/Groningen | Onderhanden. |
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, het KNMI te vragen een geactualiseerde zeespiegel-stijgingsscenario over de Waddenzee op te stellen. | 19-12-2019 | Parlementaire agenda [19-12-2019] - Verklaring Algemeen Overleg Mijnbouw/Groningen | Onderhanden. |
Mulder, A.H. (CDA) | ||||
Lee, T.M.T. van der (GL) | ||||
Beckerman, S.M. (SP) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Lee, T.M.T. van der (GL) | Verzoekt de regering, om aan CPB en PBL over te brengen om de Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving te actualiseren voor 1 maart 2021. | 19-12-2019 | Parlementaire agenda [17-12-2019] - Debat Klimaat- en Energieverkenning. | Uitgaande brief [20-03-2020] - Uitvoering van het Klimaatakkoord |
Lee, T.M.T. van der (GL) | Verzoekt de regering, ervoor zorg te dragen dat het Instituut Mijnbouw-schade Groningen een inhaalslag maakt met het compenseren van het mkb en hierbij de punten uit de notitie. De noodklok luidt voor het MKB in het aardbevingsgebied van de Groninger Bodem Beweging. | 02-06-2020 | Parlementaire agenda [27-05-2020] - Notaoverleg Mijnbouw Groningen | Afgedaan met brief stand van zaken IMG en oude schadegevallen d.d. 22 juni 2020: Kamerstuk 35 250, nr. 42 |
Bromet, L. (GL) | ||||
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe de onafhankelijk raadsman betrokken kan blijven worden bij de schadeafhandeling en de Tweede Kamer hierover voor de wetsbehandeling van de Tijdelijke Wet Groningen in de Eerste Kamer te informeren. | 21-01-2020 | Parlementaire agenda [14-01-2020] - Debat tijdelijke wet Groningen | Onderhanden. |
Mulder, A.H. (CDA) | ||||
Nijboer, H. (PvdA) | ||||
Lee, T.M.T. van der (GL) | ||||
Beckerman, S.M. (SP) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Otterloo, G.J. van (50PLUS) | ||||
Harbers, M.G.J. (VVD) | ||||
Raan, L. van (PvdD) | Verzoekt de regering, het risico te minimaliseren dat de ondergrens van minimaal 25% CO2-reductie in 2020 gemist zou worden. | 03-12-2019 | Parlementaire agenda [27-11-2019] - WGO Urgenda Begroting MEZK/MBZK en/of MWM/MLNV. | Afgehandeld met Kamerbrief uitvoering Urgenda-vonnis d.d. 24 april 2020: Kamerstuk 32 813, nr. 496 |
Mulder, A.H. (CDA) | Verzoekt de regering, om via het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie actief informatie aan de regio's, gemeenteraden en provinciale staten te verstrekken over de mogelijkheden voor energieopwekking, waarbij een beeld wordt geschetst van de ruimtelijke inpassing, leveringszekerheid en kostenefficiënte vormen van energieopwekking, opdat de regio's, gemeenteraden en provinciale staten goed geïnformeerd een keuze kunnen maken, gebaseerd op verschillende scenario's; verzoekt de regering, hierbij ook de adviezen van de Participatiecoalitie actief te verstrekken aan de regio's, gemeenteraden en provinciale staten. | 16-06-2020 | Parlementaire agenda [10-06-2020] - Notaoverleg Klimaat en Energie | Onderhanden. |
Harbers, M.G.J. (VVD) | ||||
Mulder, A.H. (CDA) | Verzoekt de regering, om met netbeheerders in overleg te gaan, zodat zij daar waar congestie optreedt, verdere Vertraging in aansluiting voorkomen door een marktconsultatie te organiseren en zo de mogelijk-heden van andere geschikte innovatieve technieken beter in beeld te krijgen en toe te passen; verzoekt de regering tevens, als dit onvoldoende van de grond komt te onderzoeken hoe en of dit afgedwongen kan worden. | 18-02-2020 | Parlementaire agenda [11-02-2020] - Debat Wijziging Gas- en Elektriciteitswet | Uitgaande brief [08-06-2020] - Vervolg op toezeggingen gebrek transportcapaciteit |
Lee, T.M.T. van der (GL) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Harbers, M.G.J. (VVD) | ||||
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, om het voor particulieren die voor de datum van inwerkingtreding van de regeling warmtepompen of zonneboilers hebben aangeschaft ten behoeve van plaatsing in nieuwbouwwoningen zonder gasaansluitplicht, mogelijk te maken om nog in 2020 subsidie aan te vragen. | 19-12-2019 | Parlementaire agenda [17-12-2019] - Debat KEV | |
Mulder, A.H. (CDA) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Harbers, M.G.J. (VVD) | ||||
Lee, T.M.T. van der (GL) | Verzoekt de regering, in gesprek te gaan met de decentrale overheden over eventuele knelpunten in de synergie tussen de Regionale Energiestrategie (RES) en de Stimulering Duurzame Energietransitieregeling (SDE++). | 02-07-2020 | Parlementaire agenda [02-07-2020] - VAO Klimaat en Energie (AO d.d. 2/7) | Onderhanden. |
Raan, L. van (PvdD) | Verzoekt de regering, om tegen te gaan dat kortetermijnoplossingen voor de huidige economische crisis gaan bijdragen aan fossiele lock-in-effecten. | 02-07-2020 | Parlementaire agenda [02-07-2020] - VAO Klimaat en Energie (AO d.d. 2/7) | Onderhanden. |
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, om te inventariseren wat de resterende opgave is en hoeveel de al aangekondigde maatregelen nog zullen bijdragen; verzoekt de regering tevens, kort na de uitspraak van de Hoge Raad op 20 december aan te geven met welk plan zij uitvoering zal geven aan het vonnis. | 03-12-2019 | Parlementaire agenda [27-11-2019] - WGO Urgenda Begroting MEZK/MBZK en/of MWM/MLNV | Afgehandeld met Kamerbrief uitvoering Urgenda-vonnis d.d. 24 april 2020: Kamerstuk 32 813, nr. 496 |
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Lee, T.M.T. van der (GL) | Verzoekt de regering, ervoor zorg te dragen dat het ACVG, waar nodig, ook achteraf kan toetsen of verantwoorde afwegingen zijn gemaakt bij bijvoorbeeld nieuwe pilots parallel aan een specifiek lopend traject binnen de versterkingsoperatie. | 01-04-2020 | Parlementaire agenda [11-03-2020] - VAO Mijnbouw/Groningen | Onderhanden. |
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe de aanpak van wind op zee en de ontwikkeling van groene waterstofproductie (zoals elektrolysers) elkaar kunnen versterken en zo kunnen bijdragen aan een versnelling van de productie van groene waterstof; verzoekt voorts, hierbij te onderzoeken: de combinatie van windparken op zee en productie van groene waterstof op zee dan wel op land; windparken die direct op de afnemers worden aangesloten in plaats van op het nationale elektriciteitsnet; hergebruik van gasinfrastructuur op zee om in gasvorm omgezette elektriciteit te transporteren naar land; verzoekt de regering tevens, de Kamer voor de zomer van 2020 te informeren over het onderzoek, en voorstellen naar de Kamer te sturen naar aanleiding van het onderzoek om de ontwikkeling van groene waterstof te versnellen. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Uitgaande brief [30-03-2020] - Kabinetsvisie waterstof |
Mulder, A.H. (CDA) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Harbers, M.G.J. (VVD) | ||||
Nijboer, H. (PvdA) | Verzoekt de Minister, de betrokken organisaties aan te spreken, zodat ook aan de mensen met aardbevingsschade in Pieterzijl eindelijk recht gedaan wordt. | 01-04-2020 | Parlementaire agenda [11-03-2020] - VAO Mijnbouw/Groningen | Uitgaande brief [10-04-2020] - Reactie vragen SO Mijnbouw-Groningen van 18 maart 2020 |
Moorlag, W.J. (PvdA) | Verzoekt de regering, periodiek in overleg te treden met de Jonge Klimaatbeweging en andere geïnteresseerde representatieve groeperingen van jongeren, en de Kamer periodiek te informeren over de voortgang en uitkomsten. | 16-06-2020 | Parlementaire agenda [10-06-2020] - Notaoverleg Klimaat en Energie | Voorstel wordt gedaan aan MEZK om twee keer per jaar in gesprek te gaan met de jongerenorganisaties. Na het reces volgt een nota richting MEZK |
Moorlag, W.J. (PvdA) | Verzoekt de regering, stappen te zetten die bevorderen dat de risico's van zonnepanelen afnemen en belemmeringen weg te nemen om zonnepanelen onder de dekking van verzekeringen te houden en te brengen. | 16-06-2020 | Parlementaire agenda [10-06-2020] - Notaoverleg Klimaat en Energie | Gesprek staat gepland op 3/9. Toezegging gedaan om de Kamer hier voor de kerst over te informeren. |
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, spoedig in overleg te treden met de betrokken partijen in Noord-Nederland en de andere regio's om gezamenlijk een Just Transition Fund-plan op te stellen, met daarin een specifieke inzet op de verdere ontwikkeling van waterstof. | 30-06-2020 | Parlementaire agenda [25-06-2020] - Debat Europese Green Deal | Onderhanden. |
Mulder, A.H. (CDA) | ||||
Mulder, A.H. (CDA) | Verzoekt de regering om in overleg met betrokken stakeholders een onderzoek in te stellen naar de effecten van drijvende zonnepanelen op de natuur; verzoekt de regering, om in navolging van het onderzoek samen met decentrale overheden, het bedrijfsleven en natuurorganisaties een routekaart op te stellen met kansen en risico's van zonne-energie op water in Nederland. | 19-12-2019 | Parlementaire agenda [18-12-2019] - VAO Klimaat en energie | Onderhanden. |
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Lee, T.M.T. van der (GL) | Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe innovatieve waterstofprojecten, zoals een project voor een elektrolyser in Emmen (onderdeel van de Investeringsagenda Waterstof Noord-Nederland), gestimuleerd kunnen worden middels een exploitatiesubsidie. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Uitgaande brief [30-03-2020] - Kabinetsvisie waterstof |
Baudet, T.H.P. (FvD) | Verzoekt de regering, ruimhartig te zijn bij het vaststellen van de SBI-codes die uiteindelijk onder de TOGS-regeling zullen vallen. | 01-04-2020 | [01-04-2020] Debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus | Uitgaande brief [07-04-2020] - Tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren en aanvullende maatregelen op het gebied van financiering voor bedrijven |
Haga, W.R. van (VVD) | ||||
Segers, G.J.M. (CU) | Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe door het stellen van een verantwoorde algemene bedrijfsvoering als voorwaarde voor toekomstige overheidssteun, in de toekomst meer zekerheid kan worden geboden aan bedrijven, werknemers en samenleving, zowel tijdens als buiten crisistijd. | 02-06-2020 | Parlementaire agenda [28-05-2020] - Debat Corona en de Economie met MEZK/MFIN en MSZW | Onderhanden. |
Lee, T.M.T. van der (GL) | Verzoekt de regering, in overleg met de brancheorganisaties te komen tot een betere kwaliteitsborging voor installateurs van warmtepompen en zonnepanelen. | 19-12-2019 | Parlementaire agenda [18-12-2019] - VAO Klimaat en energie | Onderhanden. |
Heerma, P.E. (CDA) | Verzoekt de regering, om de Denktank coronavirus op korte termijn om een advies te vragen over hoe reshoring de maakindustrie kan versterken. | 02-06-2020 | Parlementaire agenda [28-05-2020] - Debat Corona en de Economie met MEZK/MFIN en MSZW | Onderhanden. |
Segers, G.J.M. (CU) | ||||
Marijnissen, L.M.C. (SP) | ||||
Asscher, L.F. (PvdA) | ||||
Aartsen, A.A. (VVD) | ||||
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) in overweging te geven wanneer de hoogste bestuursrechter oordeelt dat de invisor systematiek of een mix van beide systematieken gevolgd moet worden dit ook met terugwerkende kracht uit te voeren. | 02-07-2020 | Parlementaire agenda [02-07-2020] - VAO Mijnbouw/Groningen | Onderhanden. |
Mulder, A.H. (CDA) | ||||
Nijboer, H. (PvdA) | ||||
Lee, T.M.T. van der (GL) | ||||
Beckerman, S.M. (SP) | ||||
Raan, L. van (PvdD) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, om vaart te maken met de laatste juridische stappen voor het fonds voor energiecoöperaties, het fonds zo snel mogelijk doch uiterlijk 1 juli 2020 in werking te laten treden, en de Kamer hierover te informeren. | 01-04-2020 | Parlementaire agenda [11-03-2020] - VAO Klimaat en Energie | Onderhanden. |
Mulder, A.H. (CDA) | ||||
Lee, T.M.T. van der (GL) | Verzoekt de regering, projecten de mogelijkheid te bieden om eventuele misgelopen subsidie in te halen door het benutten van de mogelijkheden in de regeling (banking); dit kan tot één jaar na afloop van de in de beschikking vastgestelde subsidieperiode (in de regel vijftien jaar). | 16-06-2020 | Parlementaire agenda [10-06-2020] - Notaoverleg Klimaat en Energie | Onderhanden. |
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, te onderzoeken welke investeringen in verduurzaming en vergroening naar voren gehaald kunnen worden, en de Kamer daarover te informeren. | 30-06-2020 | Parlementaire agenda [25-06-2020] - Debat Europese Green Deal | Onderhanden. |
Beckerman, S.M. (SP) | ||||
Raan, L. van (PvdD) | ||||
Moorlag, W.J. (PvdA) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Mulder, A.H. (CDA) | Verzoekt de regering, de benodigde aanpassing van de Kernenergiewet voor te bereiden waarmee eventuele levensduurverlenging van de kerncentrale in Borssele na 2033 mogelijk wordt gemaakt, als de vergun-ninghouder het technisch en bedrijfseconomisch haalbaar acht. | 30-06-2020 | Parlementaire agenda [10-06-2020] - Notaoverleg Klimaat en Energie | Onderhanden. |
Harbers, M.G.J. (VVD) | ||||
Lee, T.M.T. van der (GL) | Verzoekt de regering, positief te zijn over het principe van een koolstofheffing aan de grens en hiervoor mee te denken met de Europese Commissie. | 30-06-2020 | Parlementaire agenda [25-06-2020] - Debat Europese Green Deal | Onderhanden. |
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, onderzoek te doen naar het gebruik van zwavel-hexafluoride (SF6) in windturbines en de emissies die daarbij vrijkomen, en hierover de Kamer te informeren. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Onderhanden. |
Mulder, A.H. (CDA) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Harbers, M.G.J. (VVD) | ||||
Lee, T.M.T. van der (GL) | Verzoekt de regering, te monitoren of de reductiedoelen voor de verschillende sectoren binnen bereik blijven in de huidige opzet van de SDE++ en of aanpassingen wenselijk zijn. | 02-07-2020 | Parlementaire agenda [02-07-2020] - VAO Klimaat en Energie (AO d.d. 2/7) | Onderhanden. |
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, te onderzoeken of de congestie op het elektriciteitsnet opgelost kan worden door de productie van waterstof en daar bijvoorbeeld vermeden netverzwaringskosten voor in te zetten. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Afgedaan met brief netcapaciteit. Kamerstuk 29 023, nr. 260 |
Mulder, A.H. (CDA) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Harbers, M.G.J. (VVD) | ||||
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering om, tot het duurzaamheidskader geïmplementeerd is, na elke SDE+-ronde te beoordelen in hoeverre hierdoor risico's op knelpunten in de beschikbaarheid van duurzame houtpellets ontstaan en op basis hiervan zo nodig beperkingen op te nemen voor specifiek gebruik van duurzame houtpellets in de volgende SDE+(+)-openstellingen. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Onderhanden. |
Mulder, A.H. (CDA) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | Verzoekt de regering het duurzaamheidskader vast te stellen voordat nieuwe beschikkingen in de SDE++ worden toegekend. | 30-06-2020 | Parlementaire agenda [10-06-2020] - Notaoverleg Klimaat en Energie | Uitgaande brief [01-07-2020] - Uw verzoek tot toezending SER-advies duurzaamheidskader biomassa en reactie motie Sienot c.s. |
Verzoekt de regering per direct nieuwe subsidiebeschikkingen voor verbranding van houtachtige biomassa voor nieuwe biomassacentrales voor de opwekking van uitsluitend stroom te beëindigen. | ||||
Verzoekt de regering per direct een moratorium in te stellen op subsidie voor kleine biomassacentrales (< 5 MW) totdat hiervoor de aangescherpte luchtkwaliteitseisen gelden. | ||||
Verzoekt de regering te zorgen dat biomassa-installaties die in 2021 SDE++-subsidie aanvragen al moeten voldoen aan de aangescherpte luchtkwaliteitseisen. | ||||
Verzoekt het kabinet om in het duurzaamheidskader met een eindjaar te komen voor de subsidiëring van het verbranden van houtige biomassa voor warmte. | ||||
Verzoekt de regering om op basis van het duurzaamheidskader voor 2021 te komen met een voortvarend afbouwpad voor de subsidiëring van houtachtige biomassa voor nieuwe biomassacentrales voor de opwekking van warmte. | ||||
Lee, T.M.T. van der (GL) | Verzoekt de regering, hierover in gesprek te gaan met zowel de Hoge Raad als de Raad van State, en hier verslag over uit te brengen naar de Kamer voordat het wetsvoorstel versterking plenair wordt besproken in de Tweede Kamer. | 21-01-2020 | Parlementaire agenda [14-01-2020] - Debat tijdelijke wet Groningen | Afgedaan met de brief van MEZK aan de Kamer van 22 juni. Kamerstuk 35 250, nr. 42 |
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, Nederland verder te positioneren als hydrogen gateway to Europe en de internationale samenwerking met andere koplopers zoals Duitsland, Japan en Californië te intensiveren. | 01-04-2020 | Parlementaire agenda [11-03-2020] - VAO Klimaat en Energie | Uitgaande brief [30-03-2020] - Kabinetsvisie waterstof |
Mulder, A.H. (CDA) | Verzoekt de regering tevens, zo spoedig mogelijk het financieel instrumentarium dat nodig is om hiermee stappen te maken te presenteren in de kabinetsvisie op waterstof. | |||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Harbers, M.G.J. (VVD) | ||||
Nijboer, H. (PvdA) | Verzoekt het kabinet, tot een overtuigende aanpak te komen om ondernemers tegemoet te treden en hen te ondersteunen om weer een toekomstperspectief op te kunnen bouwen. | 02-07-2020 | Parlementaire agenda [02-07-2020] - VAO Mijnbouw/Groningen | Onderhanden. |
Lee, T.M.T. van der (GL) | ||||
Beckerman, S.M. (SP) | ||||
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, de Commissie Mijnbouwschade te vragen om in het jaarlijkse verslag inzicht te geven in de contacten tussen mijnbouwbedrijven en de commissie voor het beoordelen van schade en in de tevredenheid van schademelders over de afhandeling van schade; verzoekt de regering tevens, duidelijkheid te verschaffen over de procedure die gevolgd wordt zolang de commissie niet geïnstalleerd is en in die periode zo veel mogelijk aan te sluiten bij de voorliggende overeenkomst. | 01-04-2020 | Parlementaire agenda [11-03-2020] - VAO Mijnbouw/Groningen | Uitgaande brief [09-06-2020] - Voortgang aanpak landelijke afhandeling mijnbouwschade |
Mulder, A.H. (CDA) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Harbers, M.G.J. (VVD) | ||||
Lee, T.M.T. van der (GL) | Verzoekt de regering, voor 1 april 2020 een aanvullend pakket te presenteren met maatregelen die bijdragen aan het behalen van dit klimaatdoel. | 03-12-2019 | Parlementaire agenda [27-11-2019] - WGO Urgenda Begroting MEZK/MBZK en/of MWM/MLNV | Afgehandeld met Kamerbrief uitvoering Urgenda-vonnis d.d. 24 april 2020; Kamerstuk 32 813, nr. 496 |
Verhoeven, K. (D66) | Verzoekt de regering, om zo snel mogelijk in actie te komen en een kickstart te geven aan het versterken van het groeivermogen van de Nederlandse economie. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Afgedaan met Kamerbrief dd. 13 december 2019: Groeistrategie voor Nederland op de lange termijn Kamerstuk 29 696, nr. 7 |
Wiersma, A.D. (VVD) | ||||
Mulder, A.H. (CDA) | Verzoekt de regering om: in 2022, en zo veel eerder als mogelijk, normen te ontwikkelen voor stikstof en fijnstof voor de nieuwverkoop en correcte installatie en onderhoud van biomassacentrales; gemeentes aan te sporen om, naast biomassa, ook andere duurzame alternatieven te verkennen voor warmteopwekking; besluitvorming over het duurzaamheidskader af te ronden voordat de Regionale Energie Strategieën en de Warmteplannen definitief worden vastgesteld door gemeenten en provincies. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Onderhanden. |
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Nijboer, H. (PvdA) | Verzoekt de regering, het ontmantelen van het sensorennetwerk te pauzeren en eerst de Kamer te informeren over de mogelijkheden het netwerk voort te zetten. | 21-01-2020 | Parlementaire agenda [14-01-2020] - Debat tijdelijke wet Groningen | Uitgaande brief [16-03-2020] - Verzamelbrief Groningen |
Beckerman, S.M. (SP) | ||||
Otterloo, G.J. van (50PLUS) | ||||
Mulder, A.H. (CDA) | Verzoekt de regering recht te doen aan het bijzondere karakter van de maatregel en de mate waarin bedrijven worden geraakt, door in de regeling voor nadeelcompensatie de periode waarvoor terugkerende kosten worden vergoed te verlengen van drie naar vijf jaar. | 01-04-2020 | Parlementaire agenda [11-03-2020] - Debat behandeling wijziging Gaswet betreffende het beperken van de vraag naar laagcalorisch gas van grote afnemers | Afgehandeld met Kamerbrief Voortgang afbouw gaswinning Groningen Kamerstuk 33 529, nr. 788 |
Vries, A. de (VVD) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Stoffer C. (SGP) | ||||
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, om op korte termijn de Kamer te informeren over de wijze waarop het kabinet burgers en bedrijven wil meenemen in de energietransitie en over de doorontwikkeling van deze campagne en verbreding van het bereik van de campagne. | 01-04-2020 | Parlementaire agenda [11-03-2020] - VAO Klimaat en Energie | Onderhanden. |
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Haga, W.R. van (VVD) | Verzoekt de regering, om te onderzoeken hoe de termijn voor afgifte van geothermievergunningen kan worden versneld. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Afgedaan met beleidsbrief geothermie van 28 mei 2020, Kamerstuk 31 239, nr. 320 |
Lee, T.M.T. van der (GL) | Verzoekt de regering, een nationaal plan op te stellen, in aanvulling op het Klimaatakkoord en vervlochten met de regionale energiestrategieën, voor het transport en de opslag van energie, waarin duidelijke keuzes worden gemaakt over waar energie moet worden opgewekt, hoe deze dient te worden getransporteerd en waar nodig dient te worden opgeslagen. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Meegenomen in brief. Kamerstuk 29 023, nr. 260 |
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de Minister, om zo snel mogelijk een onafhankelijk advies te vragen aan een wetenschappelijk panel over de effectiviteit van mijnbouw met de hand aan de kraan als beleidsinstrument om de natuur van werelderfgoed Waddenzee te beschermen. | 01-04-2020 | Parlementaire agenda [11-03-2020] - VAO Mijnbouw/Groningen | Onderhanden. |
Lee, T.M.T. van der (GL) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Bisschop, R. (SGP) | Verzoekt de regering, een grondige subsidiariteitstoets uit te voeren bij de Green Deal en alle onderdelen daarvan, en de bezwaren vanuit de Kamer daarbij mee te nemen. | 30-06-2020 | Parlementaire agenda [25-06-2020] - Debat Europese Green Deal | In uitvoering: bij elk BNC-fiche is subsidiariteit een standaard onderdeel. |
Mulder, A.H. (CDA) | Verzoekt de regering, het advies van de Raad van State op te volgen en met een samenhangend wetgevingsprogramma te komen, en dit programma medio 2020 aan de Kamer te doen toekomen. | 19-12-2019 | Parlementaire agenda [17-12-2019] - Debat KEV | Onderhanden. |
Lee, T.M.T. van der (GL) | ||||
Beckerman, S.M. (SP) | Verzoekt de regering goed te monitoren of de door de ACM vastgestelde tarieven per 1-1-2020 voor WKO-systemen in voldoende mate bescherming bieden aan de consument, zodat indien nodig aanscherping kan plaatsvinden in Warmtewet 2.0. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Onderhanden. |
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Nijboer, H. (PvdA) | Verzoekt de regering, te expliciteren onder welke omstandigheden het heffingsbesluit, opgelegd aan de NAM door de Staat, kan worden aangevochten, en de Kamer hierover te informeren. | 21-01-2020 | Parlementaire agenda [14-01-2020] - Debat tijdelijke wet Groningen | Voorzien om af te doen met de brief over de wet versterken (gepland voor zomerreces aan TK te versturen) |
Beckerman, S.M. (SP) | ||||
Otterloo, G.J. van (50PLUS) | ||||
Lee, T.M.T. van der (GL) | Verzoekt de regering, bij de maatvoering van de kolenmaatregel ook rekening te houden met de benodigde extra reductie die nodig is om in 2021, 2022 en de jaren erna het vonnis uit te voeren. | 16-06-2020 | Parlementaire agenda [11-06-2020] - Debat Urgenda | Onderhanden. |
Mulder, A.H. (CDA) | Verzoekt de regering, niet in te stemmen met de gedelegeerde handelingen uit de Europese klimaatwet, als onderdeel van de Green Deal. | 30-06-2020 | Parlementaire agenda [25-06-2020] - Debat Europese Green Deal | Onderhanden. |
Beckerman, S.M. (SP) | ||||
Harbers, M.G.J. (VVD) | ||||
Moorlag, W.J. (PvdA) | Verzoekt de regering, een duidelijke procesarchitectuur, met concrete tussendoelen, te ontwerpen waarmee het Klimaatakkoord met commitment van de deelnemende partijen ten uitvoer wordt gebracht, en de Kamer hierover te informeren. | 19-12-2019 | Parlementaire agenda [17-12-2019] - Debat KEV | Uitgaande brief [20-03-2020] - Uitvoering van het Klimaatakkoord |
Kops, A. (PVV) | Verzoekt de regering ervoor te zorgen dat de gasproductie op het Nederlandse deel van de Noordzee daar waar dat veilig kan wordt voortgezet. | 01-04-2020 | Parlementaire agenda [11-03-2020] - Debat behandeling wijziging Gaswet betreffende het beperken van de vraag naar laagcalorisch gas van grote afnemers. | Onderhanden. |
Moorlag, W.J. (PvdA) | Verzoekt de regering, in de herstelaanpak van de coronacrisis met sociale partners plannen te maken voor om-, her- en bijscholing om mensen aan het werk te helpen in bedrijfstakken die kampen met een gebrek aan vakmensen, en de Kamer hierover spoedig te informeren. | 02-07-2020 | Parlementaire agenda [02-07-2020] - VAO Klimaat en Energie (AO d.d. 2/7) | Onderhanden. |
Schalk, P. (SGP) | Verzoekt de regering om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om deze extreme lastenstijging te verminderen en eventueel te temporiseren, daarover in overleg te treden met deze sectoren en de Kamer over de voortgang van dit overleg te informeren. | 17-12-2019 | [10-12-2019] Belastingplan 2020 | Onderhanden. |
Crone, F.J.M. (PvdA) | ||||
Doornhof, H. (CDA) | ||||
Essers, P.H.J. (CDA) | ||||
Rietkerk, Th.W. (CDA) | ||||
Hijink, H.P.M. (SP) | Spreekt uit dat de monopolisering van een vaccin door één bedrijf of land ten koste van de beschikbaarheid voor de wereldbevolking voorkomen moet worden; verzoekt de regering, zich hier op nationaal, Europees en internationaal niveau maximaal voor in te spannen en zo nodig met noodmaatregelen te komen. | 18-03-2020 | Parlementaire agenda [18-03-2020] - Debat over de actuele ontwikkelingen rondom het coronavirus | Onderhanden. |
Beckerman, S.M. (SP) | Verzoekt de regering, nog voor het einde van 2019 een plan te presenteren om alsnog tot een rechtvaardige schadevergoeding te komen en hiervoor financiële middelen te reserveren. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Uitgaande brief [17-12-2019] - Verzamelbrief Groningen bovengronds. |
Moorlag, W.J. (PvdA) | Verzoekt de regering onderzoek te verrichten naar mogelijkheden en scenario's voor hergebruik, inclusief maatschappelijke kosten en baten en de Kamer hierover te informeren. | 01-04-2020 | Parlementaire agenda [11-03-2020] - Debat behandeling wijziging Gaswet betreffende het beperken van de vraag naar laagcalorisch gas van grote afnemers | Onderhanden. |
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, om in overleg met het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG), het Instituut Mijnbouw-schade Groningen, te bezien of zij in de werkwijze voor immateriële schade kan opnemen dat immateriële schade, in het bijzonder schade aan de gezondheid, op een rechtvaardige wijze wordt vergoed zonder dat bewoners in juridische procedures worden getrokken. | 02-07-2020 | Parlementaire agenda [14-01-2020] - Debat tijdelijke wet Groningen | Onderhanden. |
Mulder, A.H. (CDA) | En dat wanneer er sprake is van twijfel in het voordeel van bewoners wordt beslist. | |||
Vries, A. de (VVD) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Lee, T.M.T. van der (GL) | Verzoekt de regering, partijen met een SDE-beschikking die nu geen aansluiting of transport krijgen, ontheffing voor één jaar latere realisatie te gunnen indien aannemelijk is dat deze projecten binnen het betreffende jaar uitstel alsnog gestart kunnen worden, zonder de harde eis dat ook de bouw gestart moet zijn. | 19-12-2019 | Parlementaire agenda [18-12-2019] - VAO Klimaat en energie | Afgerond. Uitgaande brief [21-04-2020] - Verzamelbrief uitvoering SDE+ en hernieuwbare energie |
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, een uitgebreide inventarisatie te maken van burgerparticipatie in de Regionale Energiestrategieën (RES) en, aan de hand van de hieruit voortkomende best practices, inwonersparticipatie bij de RES 1.0 actief te stimuleren in alle regio's. | 01-04-2020 | Parlementaire agenda [11-03-2020] - VAO Klimaat en Energie | Onderhanden. |
Mulder, A.H. (CDA) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Harbers, M.G.J. (VVD) | ||||
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, om op korte termijn te onderzoeken welke aanvullende technieken er in de Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) kunnen worden opgenomen voor het mkb. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Onderhanden. |
Mulder, A.H. (CDA) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Harbers, M.G.J. (VVD) | ||||
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, een uitgebreide inventarisatie te maken van burgerparticipatie in de Regionale Energiestrategieën en, aan de hand van de hieruit voortkomende best practices, inwonersparticipatie bij de RES 1.0 actief te stimuleren in alle regio's. | 01-04-2020 | Parlementaire agenda [11-03-2020] - VAO Klimaat en Energie | Onderhanden. |
Mulder, A.H. (CDA) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Harbers, M.G.J. (VVD) | ||||
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, subsidies in de verbrede SDE+ voor het bedrijfs-leven zo snel mogelijk open te stellen en waar nodig maatwerk mogelijk te maken, zodat bedrijven zo snel mogelijk kunnen gaan investeren, ook in technologieën die op dit moment nog niet rendabel zijn maar wel passen bij een kosteneffectieve uitrol richting 2030. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Uitgaande brief [17-02-2020] - Voortgang SDE++ en eerste openstelling SDE++ 2020 |
Mulder, A.H. (CDA) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Harbers, M.G.J. (VVD) | ||||
Lee, T.M.T. van der (GL) | Verzoekt de regering, alle maatschappelijke belangen goed in overweging te nemen bij de uitwerking van de voorgenomen Warmtewet alvorens deze naar de Kamer te sturen, en hierbij ook een vergelijking te maken van verschillende marktmodellen. | 16-06-2020 | Parlementaire agenda [10-06-2020] - Notaoverleg Klimaat en Energie | Onderhanden. |
Mulder, A.H. (CDA) | Verzoekt de regering, te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om mijnbouwbedrijven afspraken te laten maken met de regio om een deel van de winst uit mijnbouwactiviteiten te investeren in de regio waar gas en zout gewonnen wordt. | 01-04-2020 | Parlementaire agenda [11-03-2020] - VAO Mijnbouw/Groningen | Onderhanden. |
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, om bij het nemen van klimaatmaatregelen versnelling van CO2-reductie als criterium te hanteren. | 02-07-2020 | Parlementaire agenda [02-07-2020] - VAO Klimaat en Energie (AO d.d. 2/7) | Onderhanden. |
Lee, T.M.T. van der (GL) | ||||
Azarkan, F. (DENK) | ||||
Beckerman, S.M. (SP) | ||||
Raan, L. van (PvdD) | ||||
Moorlag, W.J. (PvdA) | ||||
Sienot, M.F. (D66) | ||||
Otterloo, G.J. van (50PLUS) | ||||
Baudet, T.H.P. (FvD) | Verzoekt de regering om kennis te nemen van deze maatregelen en andere zoals omschreven in «Tien voorstellen aan het kabinet om ondernemers door de coronacrisis te helpen» van Ondernemend Nederland en deze in overweging te nemen. | 22-04-2020 | [22-04-2020] Debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus | Deze kan meteen op afgerond. De motie vraagt kennis te nemen van een plan, dus dat hebben we bij deze gedaan. |
Haga, W.R. van (VVD) | ||||
Mulder, A.H. (CDA) | Verzoekt de regering, met spoed de mogelijkheden te verkennen om de toegang tot de SDE+ en andere instrumenten voor woningbouwcorporaties te vergroten en hierover in gesprek te gaan met de corporaties, teneinde meer zon op daken van sociale huurwoningen te realiseren. | 16-06-2020 | Parlementaire agenda [11-06-2020] - Debat Urgenda | Toegang tot SDE is verbeterd met wijziging Woningwet (BZK), gesprek met woningcoöperaties voor andere mogelijkheden wordt ingepland in overleg met BZK. |
Beckerman, S.M. (SP) | ||||
Mulder, A.H. (CDA) | Verzoekt de regering om bij de Wet Wind op zee hier nadrukkelijk oog voor te hebben om daarmee het Noordzeeakkoord verder te verstevigen. | 02-07-2020 | [02-07-2020] VSO Onderhandelaarsakkoord voor de Noordzee Kamerstuk 33 450, nr. 64 | Onderhanden. |
Groot, T.C. de (D66) | ||||
Bruins, E.E.W. (CU) | Verzoekt de regering, kabinetsbreed onderzoek te doen, in samenwerking met de relevante stakeholders, naar knelpunten voor familiebedrijven, en hierover zo spoedig mogelijk aan de Kamer te rapporteren. | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Onderhanden. | |
Aartsen, A.A. (VVD) |
Indieners | Omschrijving van de motie | Datum stemming | Vindplaats | Stand van zaken |
---|---|---|---|---|
Gerkens, A.M.V. (SP) | Verzoekt de regering alle voorgenomen subsidies voor hout-bijstook in kolencentrales op zo kort mogelijke termijn stop te zetten, in afwachting van het duurzaamheidskader van het PBL en het komende SER-advies over biomassa, en vaststelling van nadere regels in het parlement. | 12-11-2019 | Parlementaire agenda [29-10-2019] - Algemene Politieke Beschouwingen (EK) | Voldaan in het Regeerakkoord. |
Schalk, P. (SGP) | ||||
Cliteur, P.B. (FVD) | ||||
Gerbrandy, G. (OSF) | ||||
Nicolaï, P.(PvdD) | ||||
Otten, H. (FVD) | ||||
Rosenmöller, P. (GL) | ||||
Teunissen, C. (PvdD) | ||||
Vries, J.W.E. de (FVD) |
Indieners | Omschrijving van de motie | Datum stemming | Vindplaats | Stand van zaken |
---|---|---|---|---|
Bruins, E.E.W. (CU) | Verzoekt de regering, om deze € 5 mln nu eenmalig in te zetten voor een verhoging van de Nederlandse inschrijving in Europese Space Agency (ESA)-programma's tijdens de ministeriële ESA-conferentie in november 2019, op basis van het prioriteitenkader uit de Nota Ruimtevaartbeleid 2019; verzoekt de regering tevens, om in het verslag van de ESA-conferentie de Kamer te informeren over de inzet van deze € 5 mln. | 08-10-2019 | Parlementaire agenda [01-10-2019] - VAO Ruimtevaart | Uitgaande brief [13-02-2020] - Verslag ESA-Raad op ministerieel niveau SPACE19+ |
Amhaouch, M. (CDA) | ||||
Eijs, J.M. van (D66) | ||||
Wiersma, A.D. (VVD) | ||||
Middendorp, J. (VVD) | Verzoekt de regering voor juli 2020 of in ieder geval drie maanden voor publicatie van het voorstel van de Europese Commissie haar positie als het gaat om de Digital Services Act naar de Kamer te sturen en daarbij ook de positie van de andere EU lidstaten met de Kamer te delen. | 05-11-2019 | BZK begroting 29 oktober 2019 | In geannoteerde agenda en verslag Informele Telecomraad van 5 juni |
Bruins, E.E.W. (CU) | Verzoekt de regering, kabinetsbreed onderzoek te doen, in samenwerking met de relevante stakeholders, naar knelpunten voor familiebedrijven, en hierover zo spoedig mogelijk aan de Kamer te rapporteren. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Onderhanden. |
Aartsen, A.A. (VVD) | ||||
Sjoerdsma, S.W. (D66) | Verzoekt de regering de Nederlandse mededingingsregels te moderniseren met elementen uit de initiatiefnota waaronder het concentratietoezicht, het ex ante ingrijpen bij poortwachters, datadeling ten behoeve van het mkb en de toegang van de toezichthouders en de Kamer daarover voor het 2e kwartaal 2020 te informeren. | 19-12-2019 | Parlementaire agenda [16-12-2019] - Notaoverleg Mededinging en Digitale Economie | Uitgaande brief [20-04-2020] - Voortgang modernisering van het mededingingsinstrumentarium in relatie tot digitalisering en online platforms. |
Buitenweg, K.M. (GL) | ||||
Moorlag, W.J. (PvdA) | Verzoekt tevens de regering bij de Europese Commissie te pleiten voor modernisering van de Europese richtsnoeren over mededinging. | |||
Aartsen, A.A. (VVD) | verzoekt de regering, om met een voorstel te komen om bij aanbestedende diensten een pas op de plaats zeker te stellen gedurende een lopende aanbestedingsprocedure, indien de Commissie van Aanbeste-dingsexperts vóór het moment van inschrijving een klacht in behandeling heeft en zij een pas op de plaats wenselijk acht gelet op de betrokken belangen. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [21-11-2019] - VAO Aanbesteden | Onderhanden. |
Palland, H.M. (CDA) | ||||
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, om bij de voorbereidingen met betrekking tot de invulling van het ESF-programma 2021/2027 de vraag te betrekken op welke wijze sociaal ondernemerschap en de netwerken die deze onder-nemers verenigen een plek kunnen krijgen in het nieuwe ESF-programma 2021/2027. | 10-12-2019 | Parlementaire agenda [02-12-2019] - Notaoverleg Initiatiefnota van het lid Bruins over ondernemen met een maatschappelijke missie (Kamerstuk 35 040, nr. 7) | De moties over sociaal ondernemerschap (2228, 2231, 2226, 2227, 2229 en 2230) zullen worden afgedaan worden via Kamerbrief die in de planning voor de zomer naar de Tweede Kamer gaat. Op dit moment ligt de brief in de MR van 10 juli en zal de brief op 10 juli worden verstuurd. |
Moorlag, W.J. (PvdA) | ||||
Graus, D.J.G. (PVV) | Verzoekt de regering, binnen het toegekende budget te onderzoeken hoe kennis en toepasbaarheid van artificial intelligence (Al) kunnen worden vergroot in de agroketen, in de maritieme sector en bij mainports, toezichthouders en waakhonden, ten behoeve van algoritmen in de eigen sector, zonder innovatie te belemmeren en de concurrentiepositie te verslechteren. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Afgedaan. Zie NDS (2020Z12222), p. 13 |
Haga, W.R. van (VVD) | ||||
Weverling, A. (VVD) | Verzoekt de regering, om in overleg te treden met de betrokken partijen om een oplossing te zoeken waarbij de uitrol van 5G in Noord-Nederland mogelijk gemaakt wordt zonder dat dit tot interruptie leidt van het nood-, spoed- en veiligheidsverkeer. | 11-02-2020 | Parlementaire agenda [06-02-2020] - Debat inzake 5G + spionage | EZK is nog steeds in gesprek met betrokken partijen. Tijdens het AO Telecom van 11 juni 2020 heeft de Staatssecretaris op verzoek van de VVD een brief aan de Kamer toegezegd zodra een oplossing bereikt is voor het satellietgrondstation in Burum (cruciaal voor noodcommunicatie in de lucht- en scheepvaart), nu 5G ook in Nederland wordt uitgerold. |
Verhoeven, K. (D66) | Verzoekt de regering, om een taskforce in te stellen die in kaart brengt wat de oorzaken van leegstand in winkelgebieden zijn en welke maatregelen genomen kunnen worden om dit tegen te gaan; verzoekt de regering voorts, om samen met relevante ondernemers- en brancheorganisaties te bekijken of en hoe winkeliers en fysieke retailers ook gebruik kunnen maken van innovatieregelingen en andere initiatieven op het gebied van innovatie en digitalisering. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Onderhanden. |
Aartsen, A.A. (VVD) | ||||
Martels, M.R.H.M. von (CDA) | Verzoekt de regering, invulling te geven aan de toeristische visie door samen met provincies en het The Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC) de uitgangspunten van Perspectief 2030 te concretiseren en de uitkomsten van het Rli-advies hierbij te betrekken en zo te werken aan een geborgde en toekomstgerichte duurzame toerismeagenda, onder regie van EZK en met actieve, structurele betrokkenheid van andere departementen, decentrale overheden en relevante stakeholders. | 11-02-2020 | Parlementaire agenda [04-02-2020] - VAO Toerisme | Onderhanden. |
Aartsen, A.A. (VVD) | Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe het mkb beter kan worden beschermd tegen misbruik van de positie door grote bedrijven. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Onderhanden. |
Moorlag, W.J. (PvdA) | Verzoekt de regering, te onderzoeken of deze vitale diensten en infra-structuur nationaal en in Europees verband minder kwetsbaar kunnen worden gemaakt. | 07-05-2020 | Parlementaire agenda [20-04-2020] - Debat Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie (WOZT) | Onderhanden. |
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, nader toe te lichten hoe in het nieuwe inkoopbeleid meer ruimte kan komen voor sociale ondernemingen en daarbij oog te houden voor het principe van een gelijk speelveld, en de Kamer hierover voor de zomer van 2020 te informeren. | 10-12-2019 | Parlementaire agenda [02-12-2019] - Notaoverleg Initiatiefnota van het lid Bruins over ondernemen met een maatschappelijke missie (Kamerstuk 35 040, nr. 10) | De moties over sociaal ondernemerschap (2228, 2231, 2226, 2227, 2229 en 2230) zullen worden afgedaan worden via Kamerbrief die in de planning voor de zomer naar de Tweede Kamer gaat. Op dit moment ligt de brief in de MR van 10 juli en zal de brief op 10 juli worden verstuurd. |
Lee, T.M.T. van der (GL) | ||||
Moorlag, W.J. (PvdA) | ||||
Aartsen, A.A. (VVD) | Verzoekt de regering, kabinetsbreed en interdepartementaal onderzoek te doen naar hoe zij meer differentiatie van regelgeving voor mkb'ers kan realiseren zodat het mkb het maatwerk krijgt dat het verdient. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Onderhanden. |
Haga, W.R. van (VVD) | Verzoekt de regering, meer specifiek de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, in gesprek te gaan met partijen zoals AliBaba en hen te verzoeken om voor hun producten de veiligheidseisen te hanteren zoals die in Nederland gelden. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Uitgaande brief [02-07-2020] - Groeiende verantwoordelijkheden van online platforms ten opzichte van consumenten. |
Aartsen, A.A. (VVD) | ||||
Aartsen, A.A. (VVD) | Verzoekt de regering, in overleg met de ACM nog dit jaar te rapporteren over transparantie van dergelijke boekingsplatforms om gesjoemel met onlinerecensies en onlinereviews tegen te gaan. | 21-01-2020 | Parlementaire agenda [15-01-2020] - Wijziging van de Wet handhaving consumentenbescherming ter uitvoering van Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de Wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004 Kamerstuk 35 251, nr. 9 | Najaarsbrief voor consumenten. |
Weverling, A. (VVD) | Verzoekt de regering de reikwijdte van het Besluit veiligheid en integriteit telecommunicatie ook van toepassing te laten zijn op antennes in het Radio Access Network. | 11-02-2020 | Parlementaire agenda [06-02-2020] - Debat inzake 5G + spionage | Afgerond. In Kamerstuk 24 095, nr. 495 van 3 februari 2020 staat aangegeven dat aan deze motie invulling is gegeven. |
Bruins, E.E.W. (CU) | Verzoekt de regering, te bezien waar de sector na het aannemen van de Wozt nog kwetsbaar is en of er aanvullende maatregelen nodig zijn, bijvoorbeeld om vitale infrastructuur als strategische zendmastlocaties te beschermen tegen aanvallen. | 07-05-2020 | Parlementaire agenda [20-04-2020] - Debat Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie (WOZT) | Onderhanden. |
Berg J.A.M.J. van den (CDA) | ||||
Amhaouch, M. (CDA) | Verzoekt de regering, via het Centraal Bureau voor de Statistiek kwantitatieve gegevens over familiebedrijven, uitgesplitst naar grootteklasse, te verzamelen en beschikbaar te laten stellen, waarbij de ontwikkelingen over een langere periode inzichtelijk zijn, uitgesplitst naar landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Onderhanden. |
Palland, H.M. (CDA) | ||||
Verhoeven, K. (D66) | Verzoekt de regering, zeer terughoudend te zijn met het ingrijpen in private zeggenschaps- en eigendomsverhoudingen met terugwerkende kracht op basis van dit wetsvoorstel en uit te spreken dat een dergelijk ingrijpen alleen een alleruiterste redmiddel is. | 07-05-2020 | Parlementaire agenda [20-04-2020] - Debat Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie (WOZT) | Onderhanden. |
Weverling, A. (VVD) | ||||
Stoffer C. (SGP) | ||||
Kuiken, A.H. (PvdA) | Verzoekt de regering, passende maatregelen te nemen zodat misleidende doorverbindwebsites en bijbehorende telefoonnummers, die onnodig hoge informatienummertarieven rekenen voor het doorverbinden naar onder andere het gratis telefoonnummer van geen spoed, wel politie effectief bestreden kunnen worden. | 26-11-2019 | Begrotingsbehandeling J&V 21-11-2019 | TK is geïnformeerd met Kamerstuk 35 300 VI, nr. 94. De effecten van de handhaving door de ACM worden afgewacht. |
Nispen, M. van (SP) | ||||
Kooten-Arissen, F.M. van (vKA) | ||||
Amhaouch, M. (CDA) | Verzoekt de regering, het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen te vragen dit in hun spreidingstrategie te betrekken en te bezien wat kansen, behoeftes en knelpunten zijn, en de Kamer hierover te informeren. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Onderhanden. |
Martels, M.R.H.M. von (CDA) | ||||
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, indien het onderzoek de behoefte aan een wettelijke status zoals de bvm bevestigt, te borgen dat waar nodig (juridische) experts worden ingeschakeld bij de behandeling van de grote inrichtings-vragen waaronder ten minste een mogelijke dividendbeperking en de hoogte daarvan, een eventuele gekoppelde vermogensklem, de wenselijkheid van een wettelijk verankerde code, de minimale extra transparantie-eisen, de formele rol van een breed palet van stakeholders, de aanspreekbaarheid van bestuurders, en een eventuele afwerpbaarheid van de rechtsvorm of wettelijke status anderszins. | 10-12-2019 | Parlementaire agenda [02-12-2019] - Notaoverleg Initiatiefnota van het lid Bruins over ondernemen met een maatschappelijke missie. (Kamerstuk 35 040, nr. 9) | De moties over sociaal ondernemerschap (2228, 2231, 2226, 2227, 2229 en 2230) zullen worden afgedaan worden via Kamerbrief die in de planning voor de zomer naar de Tweede Kamer gaat. Op dit moment ligt de brief in de MR van 10 juli en zal de brief op 10 juli worden verstuurd. |
Lee, T.M.T. van der (GL) | ||||
Moorlag, W.J. (PvdA) | ||||
Moorlag, W.J. (PvdA) | Verzoekt de regering, met de medeoverheden en de brancheorganisaties de samenwerking krachtig uit te bouwen en de rijksinzet beter te coördineren om de groeipotentie van de sector goed te benutten en de knelpunten te bestrijden, en de Kamer over de voortgang te informeren. | 11-02-2020 | Parlementaire agenda [04-02-2020] - VAO Toerisme | Afgedaan. Uitgevoerd met taskforce opnemen in volgende Kamerbrief, retailbrief Q3 |
Moorlag, W.J. (PvdA) | Verzoekt de regering, deze belangrijke voorzieningen onder de werkingssfeer van de TOGS te brengen. | 26-05-2020 | Parlementaire agenda [18-05-2020] - WGO (Suppletoire begroting EZK) | Uitgaande brief [12-06-2020] - Stand van zaken Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS) |
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, spoedig in overleg te treden met de betrokken partijen in Noord-Nederland en de andere regio's om gezamenlijk een JTF-plan op te stellen, met daarin een specifieke inzet op de verdere ontwikkeling van waterstof. | 30-06-2020 | Parlementaire agenda [25-06-2020] - Debat Europese Green Deal | Afgedaan met beleidsbrief geothermie van 28 mei 2020, Kamerstuk 31 239, nr. 320 |
Mulder, A.H. (CDA) | ||||
Berg J.A.M.J. van den (CDA) | Verzoekt de regering, te verkennen welke stappen en maatregelen helpen om tot een betere marktordening te komen en indien nodig onderzoek te doen, en de Kamer hierover te informeren. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Motie is behandeld in AO van 5 december en dit wordt gecontinueerd in het mkb actieplan actie 1. Dan kan deze worden afgesloten. |
Moorlag, W.J. (PvdA) | ||||
Moorlag, W.J. (PvdA) | Verzoekt de regering, in de TOGS een hardheidsclausule op te nemen op basis waarvan aanvragers die niet onder de formele werkingssfeer vallen, maar toch in identieke of vergelijkbare omstandigheden verkeren, aanspraak kunnen maken op de voorzieningen van de TOGS. | 26-05-2020 | Parlementaire agenda [18-05-2020] - WGO (Suppletoire begroting EZK) | Uitgaande brief [30-06-2020] - Moties Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS) |
Bruins, E.E.W. (CU) | Verzoekt de regering, om in kaart te brengen welke drempels bedrijven ervaren wanneer zij een bijdrage willen leveren aan het techniekonderwijs, en hoe deze kunnen worden weggenomen. | 17-12-2019 | Parlementaire agenda [11-12-2019] - VAO Techniekpact met Staatssecretaris EZK en Minister van OCW | Onderhanden. |
Amhaouch, M. (CDA) | ||||
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, het toezicht op de verkoop van energie aan de deur te verscherpen; verzoekt de regering voorts, de mogelijkheden tot het verbieden van deur-tot-deurverkoop van energie of het instellen van zogenaamde colportagevrije zones te onderzoeken. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Uitgaande brief [01-07-2020] - Verzamelbrief op het gebied van consumentenbeleid en marktordening |
Mulder, A.H. (CDA) | ||||
Sjoerdsma, S.W. (D66) | ||||
Öztürk, S. (DENK) | ||||
Lee, T.M.T. van der (GL) | ||||
Beckerman, S.M. (SP) | ||||
Brenk, C.M. van (50PLUS) | ||||
Raan, L. van (PvdD) | ||||
Moorlag, W.J. (PvdA) | ||||
Bruins, E.E.W. (CU) | Verzoekt de regering, te onderzoeken welke unieke wetenschappelijke apparatuur en standaarden in het Van Swinden Laboratorium publiek eigendom zouden moeten zijn om de kwaliteit, continuïteit en beschik-baarheid van herleidbare meetstandaarden te garanderen en hierover de Kamer te informeren, verzoekt de regering, zich in te spannen voor behoud van kennis en expertise op het gebied van metrologie in Nederland en bij het Van Swinden Laboratorium en hierover te rapporteren in de jaarlijkse rapportage over de kennisbasis. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | In september volgt een Kamerbrief. |
Sjoerdsma, S.W. (D66) | Verzoekt de regering, om ook in de Nederlandse context te onderzoeken op welke manier gemeenschappelijke data trusts kunnen worden vormgegeven en of er additioneel beleid nodig is om deze trend aan te moedigen dan wel te reguleren. | 19-12-2019 | Parlementaire agenda [16-12-2019] - Notaoverleg Mededinging en Digitale Economie | Afgedaan met: Update en voortgangsrapportage Nederlandse Digitaliseringsstrategie 2020, 25 juni, Nr 2020Z12222, pagina 21 |
Buitenweg, K.M. (GL) | ||||
Moorlag, W.J. (PvdA) | ||||
Berg J.A.M.J. van den (CDA) | Verzoekt de regering, de veiling zo in te richten dat de vergunning wordt ingetrokken indien deze niet te goeder trouw wordt gekocht voor eigen gebruik, maar bijvoorbeeld voor speculatie is gekocht om voor veel geld door te verkopen aan een ander. | 01-06-2020 | Parlementaire agenda [06-02-2020] - Debat inzake 5G + spionage | Afgedaan met brief aan de TK op 11 -02-2020. Kamerstuk 24 095, nr. 509 |
Berg J.A.M.J. van den (CDA) | Verzoekt de regering, om hierbij aan te sluiten bij de EU risicoanalyse voor 5G; verzoekt de regering tevens, om hierbij behalve naar technische kwets-baarheden ook te kijken naar niet-technische kwetsbaarheden bij leveranciers conform de EU-risicoanalyse voor 5G. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [21-11-2019] - VAO Telecomraad | Afgerond. In Kamerstuk 24 095, nr. 495 van 3 februari 2020 staat aangegeven dat de mede invulling is gegeven. |
Weverling, A. (VVD) | ||||
Moorlag, W.J. (PvdA) | Verzoekt de Minister, mede gelet op het advies van de Raad van State, te bezien of met behulp van een impactanalyse en in overleg met de betrokken bedrijven de wettelijke regulering effectiever, doelmatiger en meer proportioneel vorm gegeven kan worden, zonder afbreuk te doen aan het doel van de wet en het daarmee beoogde te beschermen publieke belang. | 07-05-2020 | Parlementaire agenda [20-04-2020] - Debat Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie (WOZT) | Onderhanden. |
Moorlag, W.J. (PvdA) | Verzoekt de regering, bij de voorziene evaluatie in beeld te brengen of het Techniekpact moet worden uitgebreid en geïntensiveerd, alsook welke middelen daarvoor beschikbaar moeten worden gesteld. | 17-12-2019 | Parlementaire agenda [11-12-2019] - VAO Techniekpact met Staatssecretaris EZK en Minister van OCW | wordt afgedaan via de brief over evaluatie TP (na de zomer). |
Kerstens, J.W.M. (PvdA) | ||||
Amhaouch, M. (CDA) | Verzoekt de regering, om de effectiviteit en het bereik van het totaal aan MKB-Werkplaatsen een jaar na de start te evalueren en op basis van deze evaluatie te bezien of extra inzet of extra middelen noodzakelijk zijn. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Onderhanden. |
Buitenweg, K.M. (GL) | Verzoekt de regering, te onderzoeken op welke wijze de positie van consumenten kan worden versterkt, en de Kamer hierover te informeren. | 19-12-2019 | Parlementaire agenda [16-12-2019] - Notaoverleg Mededinging en Digitale Economie | Najaarsbrief voor consumenten. |
Moorlag, W.J. (PvdA) | ||||
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, om het gesprek aan te gaan met het PBL met de intentie hen de opdracht te geven de toegevoegde waarde van sociale ondernemingen in Nederland in kaart te brengen. | 10-12-2019 | Parlementaire agenda [02-12-2019] - Notaoverleg Initiatiefnota van het lid Bruins over ondernemen met een maatschappelijke missie (Kamerstuk 35 040, nr. 4) | De moties over sociaal ondernemerschap (2228, 2231, 2226, 2227, 2229 en 2230) zullen worden afgedaan worden via Kamerbrief die in de planning voor de zomer naar de Tweede Kamer gaat. Op dit moment ligt de brief in de MR van 10 juli en zal de brief op 10 juli worden verstuurd. |
Lee, T.M.T. van der (GL) | ||||
Futselaar, F.W. (SP) | ||||
Moorlag, W.J. (PvdA) | ||||
Schonis, R.A.J. (D66) | Verzoekt de regering, om een kwartiermaker toeristische samenwerking aan te stellen, die tot taak heeft om de kansen en opgaven rondom toerisme te inventariseren, provincies en gemeenten elkaars best practices te laten delen en de regering te adviseren over een samenhangend toerismebeleid. | 11-02-2020 | Parlementaire agenda [04-02-2020] - VAO Toerisme | Onderhanden. |
Martels, M.R.H.M. von (CDA) | Verzoekt de regering om, in samenwerking met andere overheden, musea en andere culturele instellingen, te laten onderzoeken wat nodig is om de (naams)bekendheid van middelgrote en kleinere musea en andere culturele instellingen in Nederland te vergroten bij de buitenlandse toeristen, met name die uit de ons omringende landen en in de grens-regio's, waar kansen liggen op het gebied van grensoverschrijdende samenwerking tussen musea/instellingen en andere dagattracties. | 11-02-2020 | Parlementaire agenda [04-02-2020] - VAO Toerisme | Onderhanden. |
Schonis, R.A.J. (D66) | ||||
Baudet, T.H.P. (FvD) | Verzoekt de regering, te onderzoeken of en in welke mate het intellectuee-leigendomsrecht wordt aangetast door Europese of nationale beleidsinter-venties, en de Kamer hierover te informeren. | 09-06-2020 | Parlementaire agenda [04-06-2020] - VAO Innovatie | Onderhanden. |
Haga, W.R. van (VVD) | ||||
Aartsen, A.A. (VVD) | Verzoekt de regering, om in Brussel te pleiten om webwinkelplatforms zoals Alibaba ook zelf verantwoordelijk en aansprakelijk te maken voor de producten die zij aanbieden, zodat zij voldoen aan de consumentenregels voor productveiligheid. | 21-01-2020 | Parlementaire agenda [15-01-2020] - Wijziging van de Wet handhaving consumentenbescherming ter uitvoering van Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de Wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004) (Kamerstuk 35 251, nr. 8) | Uitgaande brief [02-07-2020] - Groeiende verantwoordelijkheden van online platforms ten opzichte van consumenten |
Palland, H.M. (CDA) | ||||
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering, om te verkennen hoe de maatschappelijke impact van sociaal ondernemingen beter inzichtelijk kan worden gemaakt en daarbij de mogelijkheid van verdere doorontwikkeling van het Impactpad te betrekken. | 10-12-2019 | Parlementaire agenda [02-12-2019] - Notaoverleg Initiatiefnota van het lid Bruins over ondernemen met een maatschappelijke missie (Kamerstuk 35 040, nr. 8) | Onderhanden. |
Lee, T.M.T. van der (GL) | ||||
Moorlag, W.J. (PvdA) | ||||
Haga, W.R. van (VVD) | Verzoekt de regering, om te onderzoeken hoe de concurrentie weer eerlijker gemaakt kan worden en daarbij expliciet de btw op invoer, invoerheffingen op buitenlandse producten en het postverdrag te betrekken. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Uitgaande brief [01-07-2020] - Verzamelbrief op het gebied van consumentenbeleid en marktordening |
Aartsen, A.A. (VVD) | ||||
Öztürk, S. (DENK) | Verzoekt de regering, om te bezien hoe vanuit de rijksoverheid met deskundigheid de gemeenten geholpen kunnen worden om hun winkelstraten levensvatbaar te houden. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Onderhanden. |
Haga, W.R. van (VVD) | ||||
Aartsen, A.A. (VVD) | Verzoekt de regering, om de BMKB-regeling zo aan te passen dat deze beter en meer beschikbaar is voor alternatieve financiers en specifiek werkbaar te maken voor crowdfunding. | 11-02-2020 | Parlementaire agenda [04-02-2020] - VAO Ondernemen en Bedrijfsfinanciering | Deze is beantwoord met Kamerbrief Kamerstuk 32 637, nr. 403). Deze kan worden gesloten. |
Palland, H.M. (CDA) | Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe consumenten beter kunnen worden beschermd tegen malafide webwinkels door de huidige aanpak daarvan tegen het licht te houden en te verkennen of aanvullende maatregelen nodig zijn, en daarbij ook het huidige systeem van domein-naamregistratie te betrekken; verzoekt de regering tevens, hier ook in Europees verband aandacht voor te vragen en de Kamer eind 2020 te rapporteren. | 21-01-2020 | Parlementaire agenda [15-01-2020] - Wijziging van de Wet handhaving consumentenbescherming ter uitvoering van Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de Wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004) (Kamerstuk 35 251, nr. 10) | Najaarsbrief voor consumenten. |
Berg J.A.M.J. van den (CDA) | Verzoekt de regering, ervoor te blijven pleiten dat onder de e-Privacyverordening fraudebestrijding mogelijk blijft en dit in te brengen ten behoeve van de tekst van de algemene oriëntatie. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [21-11-2019] - VAO Telecomraad | Onderhanden. |
Weverling, A. (VVD) | ||||
Martels, M.R.H.M. von (CDA) | Verzoekt de regering, om in overleg te treden met de toeristische sector en de nationale en regionale vervoeraanbieders om het openbaar vervoer te promoten voor vakanties in Nederland. | 11-02-2020 | Parlementaire agenda [04-02-2020] - VAO Toerisme | Onderhanden. |
Schonis, R.A.J. (D66) | ||||
Bruins, E.E.W. (CU) | Verzoekt de regering om, ongeacht het aantal blokken in de 700 MHz-band dat een partij die reeds in bezit is van spectrum verwerft, gelijke vergunningsvoorwaarden voor elk van die blokken op te leggen met betrekking tot de dekking en de minimumsnelheid. | 11-02-2020 | Parlementaire agenda [06-02-2020] - Debat inzake 5G + spionage | Uitgaande brief [14-02-2020] - Motie-Bruins over het opleggen van vergunningsvoorwaarden aan het verkrijgen van één vergunning in de 700 MHz band |
Dik-Faber, R.K. (CU) | Verzoekt de regering om, indien uit onderzoek de behoefte blijkt aan een bvm, een variant daarvan of een wettelijke status anderszins die bijdraagt aan een betere herkenning van sociale ondernemingen, die zo in te richten dat deze niet in de weg staat van publiek-private samenwerking. | 10-12-2019 | Parlementaire agenda [02-12-2019] - Notaoverleg Initiatiefnota van het lid Bruins over ondernemen met een maatschappelijke missie (Kamerstuk 35 040, nr. 5) | De moties over sociaal ondernemerschap (2228, 2231, 2226, 2227, 2229 en 2230) zullen worden afgedaan worden via Kamerbrief die in de planning voor de zomer naar de Tweede Kamer gaat. Op dit moment ligt de brief in de MR van 10 juli en zal de brief op 10 juli worden verstuurd. |
Amhaouch, M. (CDA) | ||||
Graus, D.J.G. (PVV) | Verzoekt de regering, jaarlijks per brief aan de Kamer te rapporteren over hoe de Minister de wet heeft toegepast en van zijn verbodsbevoegdheid gebruik heeft gemaakt, inclusief motivatie. | 07-05-2020 | Parlementaire agenda [20-04-2020] - Debat Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie (WOZT) | Onderhanden. |
Berg J.A.M.J. van den (CDA) | ||||
Haga, W.R. van (VVD) | ||||
Futselaar, F.W. (SP) | Verzoekt de regering, de TOGS-regeling uit de breiden zodat deze ook beschikbaar komt voor dorps-en buurthuizen. | 26-05-2020 | Parlementaire agenda [18-05-2020] - WGO (Suppletoire begroting EZK) | Uitgaande brief [12-06-2020] - Stand van zaken Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS) |
Wiersma, A.D. (VVD) | Verzoekt de regering, om het CPB te verzoeken tot een kwantificering te komen van de effecten van innovatie en het innovatiebeleid van de overheid, en zo een onderbouwd inzicht te geven in de bijdrage van deze afzonderlijke investeringen aan onze Nederlandse economie, groeikansen, werkgelegenheid, en de Kamer hierover voor september 2020 te informeren. | 09-06-2020 | Parlementaire agenda [05-02-2020] - AO Innovatie | Onderhanden. |
Bruins, E.E.W. (CU) | Verzoekt de regering, om in het voorjaar van 2020 te komen tot een brede verkenning naar de toegevoegde waarde van ruimtevaarttechnologie binnen de departementen en hun gelieerde sectoren; verzoekt de regering tevens, om in het voorjaar van 2020 te komen tot scenario's om beter vorm te geven aan de Nederlandse ambities. | 08-10-2019 | Parlementaire agenda [01-10-2019] - VAO Ruimtevaart | Afgedaan |
Amhaouch, M. (CDA) | ||||
Eijs, J.M. van (D66) | ||||
Wiersma, A.D. (VVD) | ||||
Aartsen, A.A. (VVD) | Verzoekt de regering, om de wijze van klachtenafhandeling op lokaal niveau en de voortgang in de versterking van de lokale klachtenloketten jaarlijks te monitoren en de Kamer hierover te rapporteren; verzoekt de regering tevens, om in overleg met Vereniging van Gemeenten (VNG), Interprovenciaal Overleg (IPO) en Uitvoeringsinstituut voor Werknemersverzekeringen(UvW) te bewerkstelligen dat een jaarlijkse rapportage over klachtenafhandeling op lokaal niveau ieder jaar wordt gedeeld met de volksvertegenwoordigende organen van de betreffende aanbestedende diensten, dat wil zeggen gemeenteraad, provinciale staten en het algemeen bestuur van het waterschap. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [21-11-2019] - VAO Aanbesteden | Onderhanden. |
Palland, H.M. (CDA) | ||||
Amhaouch, M. (CDA) | Verzoekt de regering, met een voorstel te komen om deelverpanding mogelijk te maken. | 11-02-2020 | Parlementaire agenda [04-02-2020] - VAO Ondernemen en Bedrijfsfinanciering | Onderhanden. |
Aartsen, A.A. (VVD) | ||||
Lee, T.M.T. van der (GL) | Verzoekt de regering, om ten behoeve van de controlerende taken van de Kamer over de voortgang van de concretisering van de vijf pijlers van Perspectief 2030 door NBTC aan de Kamer te rapporteren op basis van concrete indicatoren en tijdlijnen en daarnaast de Kamer te informeren over de voortgang van de actieagenda. | 11-02-2020 | Parlementaire agenda [04-02-2020] - VAO Toerisme | Onderhanden. |
Berg J.A.M.J. van den (CDA) | Verzoekt de regering, uiterlijk voor het einde van dit jaar helderheid te verschaffen over de verplaatsing van het grondsatellietstation Burum | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [21-11-2019] - VAO Telecomraad | Afgedaan. In de toelichting van de Regeling aanvraag- en veilingprocedure 700, 1400 en 2100 MHz is de helderheid verschaft. |
Weverling, A. (VVD) | ||||
Verhoeven, K. (D66) | Verzoekt het kabinet, de jaarlijkse KI-investeringen jaarlijks inzichtelijk en achteraf controleerbaar te maken. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Afgedaan, Zie NDS (2020Z12222), p. 77 |
Amhaouch, M. (CDA) | ||||
Sjoerdsma, S.W. (D66) | Verzoekt de regering, met voorstellen te komen om via de mededingings-wetgeving en/of richtsnoeren meer invulling en duidelijkheid te geven over de rol van data en onder welke omstandigheden het afdwingen van toegang tot data mogelijk is; verzoekt de regering tevens, daarbij rekening te houden met de gevolgen van een verplichting tot datadeling voor zowel consumenten als het bedrijfsleven, waaronder het mkb, om ongewenste effecten, zoals het schaden van innovatie- en investeringsprikkels, te voorkomen; verzoekt de regering voorts de Kamer hierover voor de zomer van 2020 te informeren. | 19-12-2019 | Parlementaire agenda [16-12-2019] - Notaoverleg Mededinging en Digitale Economie | Uitgaande brief [20-04-2020] - Voortgang modernisering van het mededingingsinstrumentarium in relatie tot digitalisering en online platforms |
Palland, H.M. (CDA) | ||||
Verhoeven, K. (D66) | Verzoekt de regering, hierover voor de zomer 2020 aan de Kamer te rapporteren; verzoekt de regering tevens om, indien uit dit onderzoek blijkt dat dit doel niet op niet-fiscale wijze kan worden bereikt, op basis van de evaluatie van de tanteagaathregeling uit 2005 te onderzoeken of er behoefte is aan een vervolg op deze regeling, en hoe deze vorm zou kunnen krijgen. | 11-02-2020 | Parlementaire agenda [04-02-2020] - VAO Ondernemen en Bedrijfsfinanciering | Onderhanden. |
Bruins, E.E.W. (CU) | ||||
Amhaouch, M. (CDA) | ||||
Aartsen, A.A. (VVD) | ||||
Aartsen, A.A. (VVD) | Verzoekt de regering, om vertegenwoordigers van franchisegevers en franchisenemers bij elkaar te brengen in een periodiek overlegorgaan en hen hierbinnen aan te moedigen om te komen tot modelafspraken en -overeenkomsten over de invulling van de open normen uit de Wet franchise. | 16-06-2020 | Parlementaire agenda [09-06-2020] - Wet Franchise | Onderhanden. |
Moorlag, W.J. (PvdA) | Verzoekt de regering, maximaal te bevorderen dat de Nederlandse staalindustrie kan blijven innoveren en verduurzamen en zo nodig daar onconventionele middelen voor in te zetten. | 09-06-2020 | Parlementaire agenda [04-06-2020] - VAO Innovatie | Onderhanden. |
Brenk, C.M. van (50PLUS) | Verzoekt de regering, hiervoor in overleg met de retailorganisaties en medeoverheden een aanpak en een vervolg op de Retailagenda te ontwikkelen. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Onderhanden. |
Moorlag, W.J. (PvdA) | ||||
Verhoeven, K. (D66) | Verzoekt de regering, na overleg met de betrokken partijen, de Kamer periodiek te informeren over de impact van het wetsvoorstel op de conform de memorie van toelichting als beperkt ingeschatte administra-tieve lasten voor het (telecom)bedrijfsleven. | 07-05-2020 | Parlementaire agenda [20-04-2020] - Debat Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie (WOZT) | Onderhanden. |
Weverling, A. (VVD) | ||||
Stoffer C. (SGP) | ||||
Amhaouch, M. (CDA) | Verzoekt de regering, om voor Prinsjesdag 2020 een internationale vergelijking te (laten) maken van maatregelen op dit terrein inclusief best practices uit andere landen, en die te vertalen naar mogelijke scenario’s voor een Nederlandse regeling. | 09-06-2020 | Parlementaire agenda [04-06-2020] - VAO Innovatie | Onderhanden. |
Eijs, J.M. van (D66) | ||||
Berg J.A.M.J. van den (CDA) | Verzoekt de regering, binnen Nederland een dialoog te starten over het al dan niet gebruiken van cookiewalls. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [21-11-2019] - VAO Telecomraad | Onderhanden. |
Weverling, A. (VVD) | ||||
Aartsen, A.A. (VVD) | Verzoekt de regering, zich in te spannen voor consument- en gebruiksvriendelijke gebruikersvoorwaarden voor digitale platforms. | 19-12-2019 | Parlementaire agenda [16-12-2019] - Notaoverleg Mededinging en Digitale Economie | Onderhanden. |
Palland, H.M. (CDA) | ||||
Sjoerdsma, S.W. (D66) | Verzoekt de regering, om voor de zomer van 2020 met een voorstel te komen hoe de waarde van data kan worden betrokken bij het concentratietoezicht. | 19-12-2019 | Parlementaire agenda [16-12-2019] - Notaoverleg Mededinging en Digitale Economie | Uitgaande brief [20-04-2020] - Voortgang modernisering van het mededingingsinstrumentarium in relatie tot digitalisering en online platforms. |
Palland, H.M. (CDA) | ||||
Verhoeven, K. (D66) | Verzoekt de regering inzichtelijk te maken welke mogelijkheden toezichthouders op nationaal en Europees niveau hebben om interoperabiliteit bij sociale media en chatapps te verplichten. | 19-12-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Uitgaande brief [20-04-2020] - Voortgang modernisering van het mededingingsinstrumentarium in relatie tot digitalisering en online platforms. |
Verzoekt de regering voorts de Kamer te informeren over de stappen die zij de komende maanden op Europees niveau neemt om de Europese mededingingsrichtsnoeren aan te passen en de toezichthouder de mogelijkheid te geven ex ante verplichtingen op te kunnen leggen aan platforms met een poortwachtersfunctie. | ||||
Futselaar, F.W. (SP) | Verzoekt de regering, te onderzoek of bij de uitwerking van bovenge-noemde investeringstoets de mogelijkheid opgenomen kan worden niet alleen investeerders te weren die kwade bedoelingen hebben, maar ook hen waarvan het op grond van eerder gedrag aannemelijk is dat ze de continuïteit van bedrijven kunnen schaden, zoals ook opgenomen in het wetsvoorstel ongewenst medezeggenschap telecomsector (Artikel 14a.4, tweede lid, onder c). | 07-05-2020 | Parlementaire agenda [20-04-2020] - Debat Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie (WOZT) | Onderhanden. |
Amhaouch, M. (CDA) | Verzoekt de regering, hiernaar een onderzoek te laten uitvoeren en daarin de randvoorwaarden voor deze maakindustrie 2.0 in kaart te brengen. | 26-11-2019 | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Afgehandeld. Verwacht met de Kamerbrief «Concurrentie krachtige maakindustrie voor de begrotingsbehandeling» deze motie af te kunnen doen. |
Wiersma, A.D. (VVD) |
Indieners | Omschrijving van de motie | Datum stemming | Vindplaats | Stand van zaken |
---|---|---|---|---|
‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Overzicht toezeggingen parlementair jaar 2019-2020
In het parlementaire jaar 2019–2020 zijn ruim 160 toezeggingen aan de Eerste en Tweede Kamer gedaan. In de onderstaande tabel staat de stand van zaken rond de uitvoering van een aantal toezeggingen op de verschillende EZK-beleidsterreinen. De tabel biedt daarmee geen uitputtend overzicht, maar geeft een beeld van de wijze waarop een aantal toezeggingen is afgehandeld.
Omschrijving van de toezegging | Vindplaats | Stand van zaken |
---|---|---|
De Minister zegt toe in gesprek te blijven met OCW en culturele sector [Vendrik (GL)]. | Parlementaire agenda [06-07-2020] - Gezamenlijke behandeling van de 2e en 3e suppletoire begroting in EK. Het overleg is samen met de Minister van SZW | Onderhanden. |
De Minister zegt toe schriftelijk terug te komen op de hogere kosten Energieakkoord dan eerst door Kamp geschetst, de hogere kosten Klimaatakkoord dan eerder aan de Kamer medegedeeld en de hogere kosten van het gas af dan eerder aan de Kamer geschetst [Van der Linden (FVD)]. | Parlementaire agenda [23-06-2020] - Mondeling Overleg inzake de uitwerking klimaatakkoord en kabinetsappreciatie Green Deal | Onderhanden. |
Appreciatie van ARK-adviezen maken. Of er daarna een aanscherping nodig is, kan worden bezien naar aanleiding van de appreciatie [Kroone (PvdA)]. | Parlementaire agenda [06-07-2020] - Gezamenlijke behandeling van de 2e en 3e suppletoire begroting in EK. Het overleg is samen met de Minister van SZW | Onderhanden. |
Reserveringen netcapaciteit. De Minister komt terug op schrift met de spelregels van reserveringen van netcapaciteit. Dit kan voor AO Klimaat en Energie 2 juli 2020 (CU). | Parlementaire agenda [11-06-2020] - Debat Urgenda | Uitgaande brief [24-06-2020] - Toezegging over reservering netcapaciteit. |
Omschrijving van de toezegging | Vindplaats | Stand van zaken |
---|---|---|
Toezegging aan CDA: rapportage clusteraanpak industrie meenemen bij jaarlijkse monitoring Klimaatakkoord. | Parlementaire agenda [18-12-2019] - VAO Klimaat en energie | Onderhanden. |
Brief over 50/50 afsluitkosten gas. | Parlementaire agenda [10-06-2020] - Notaoverleg Klimaat en Energie | Onderhanden. |
De Minister van EZK zal in het eerste kwartaal van 2020 het advies over de toekomst van het Hazard and Risk Assessment (HRA-model) aan de Kamer sturen. | Parlementaire agenda [27-11-2019] - AO Mijnbouw/Groningen | Brief van 26 mei 2020. Kamerstuk 33 529, nr. 766. |
Verslag monitoring industrie clusters; meenemen bij bij jaarlijkse monitoring Klimaatakkoord. | Parlementaire agenda [28-11-2019] - AO Klimaat & Energie | Onderhanden. |
Toezegging om in gesprek te gaan met de Waddenvereniging over de zorgen die zij hebben. Liefst meenemen bij brief na-ijl effecten, maar in ieder geval per brief op terugkomen [Sienot (D66)]. | Parlementaire agenda [06-02-2020] - AO Mijnbouw/Groningen | Onderhanden. |
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en het International Energy Agency (IEA) zijn op dit moment bezig met het afronden van hun peer review waarin zij de aanwezigheid van fossiele subsidies in Nederland onderzoeken. Als dit rapport gereed is, zal de Minister dat vergezeld van reactie aan de Kamer zenden. | 2 maart jl. is de beantwoording schriftelijk overleg Milieuraad 27 februari 2020 naar de Kamer verzonden [brief IenW]. In de brief is een toezegging gemaakt (blz 3) aan de Kamer | Onderhanden. |
De Minister zegt aan Sienot toe dat hij aan het Instituut Mijnbouwschade (IMG) de suggestie meegeeft om de verwachte doorlooptijd te communiceren (richting bewoners in de brief). | Parlementaire agenda [24-06-2020] - AO Mijnbouw/Groningen | Voorzien om af te doen bij brief immateriele schade (z snel mogelijk na zomerreces). |
Terugkoppeling Nationaal Programma Groningen bestuur, 19 sept (geestelijke zorg). | Parlementaire agenda [12-09-2019] - AO Mijnbouw/Groningen | Uitgaande brief [22-06-2020] - Stand van zaken Instituut Mijnbouwschade Groningen en oude schadegevallen. |
Gebruik subsidie waardevermeerdering opnemen in dashboard. | Parlementaire agenda [12-09-2019] - AO Mijnbouw/Groningen | Uitgaande brief [16-10-2019] - Overdracht taken Groningen van EZK naar BZK. |
Governance Klimaatakkoord (Moorlag stuurt ideeën en MEZK denkt onder de kerstboom na hierover) [Moorlag]. | Parlementaire agenda [17-12-2019] - Debat KEV | Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 483. |
De Minister van EZK brengt aan het Instituut Mijnbouwschade over dat er zorgen bestaan over informatievoorziening aan het MKB en dat eraan gehecht wordt dat de informatie voor het MKB, dat immers nu voor het eerst gebruik kan maken van het loket, in orde is [De Vries, (VVD)]. | Parlementaire agenda [27-05-2020] - Notaoverleg Mijnbouw Groningen | Uitgaande brief [22-06-2020] - Stand van zaken Instituut Mijnbouwschade Groningen en oude schadegevallen. Kamerstuk 35 250, nr. 42. |
Toezegging op onderzoeken DUI-NL prijsverschillen warmtenetten voor het einde kalenderjaar. | Parlementaire agenda [10-06-2020] - Notaoverleg Klimaat en Energie | Onderhanden. |
De Minister zegt toe zich in te zetten voor een systeem waarin overtollige ETS-rechten worden vernietigd [Sienot, (D66)]. | Parlementaire agenda [25-06-2020] - Debat Europese Green Deal | Wordt aangehouden tot er een ETS-voorstel van de CIE ligt (in 2021). |
De Minister zal de Kamer na het overleg met de provincie Groningen dit kwartaal nog informeren over het plan van aanpak voor de compensatie van oude schades. | Parlementaire agenda [27-11-2019] - AO Mijnbouw/Groningen | Uitgaande brief [17-12-2019] - Verzamelbrief Groningen bovengronds. |
De Minister zegt toe te onderzoeken hoe het Joint Project Mechanism (m.b.t. energie-investeringen in het buitenland) in de toekomst kan worden ingezet. | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Onderhanden. |
In gesprek met toezichthouders en netbeheerders over versnellen proces openbaarmaking onderzoeken netcapaciteit. | Parlementaire agenda [28-11-2019] - AO Klimaat & Energie | Afgedaan met brief Netcapaciteit. Kamerstuk 29 023, nr. 260. |
De Minister levert ruim op tijd informatie aan de kamer over het hoe en wat (de planning) voor wat betreft schadevergoeding immatriele schade [De Vries (VVD)]. | Parlementaire agenda [27-05-2020] - Notaoverleg Mijnbouw Groningen | Onderhanden. |
Meer informatie geven met betrekking tot de lasten die de top 10 vervuilers betalen. | Parlementaire agenda [28-11-2019] - AO Klimaat & Energie | Onderhanden. |
De Minister zegt toe dat hij de Kamer voor 1 september informeert over de verjaringskwestie in Limburg en de invloed op fondsvorming daarop [De Vries (VVD)] . | Parlementaire agenda [27-05-2020] - Notaoverleg Mijnbouw Groningen | Onderhanden. |
Na de zomer een marktconsultatie organiseren voor opschaling waterstof en instrumenten die we daarbij nodig hebben. Voor groen gas ook bedrijfsleven betrekken. | Parlementaire agenda [10-06-2020] - Notaoverleg Klimaat en Energie | Onderhanden. |
Meer informatie over tegemoetkoming voor partijen die evenementen hebben geannuleerd tot 1 juni naar aanleiding van persconferentie van 23 maart. | Parlementaire agenda [26-03-2020] - Debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus | Onderhanden. |
De Minister zegt toe de Kamer voor 1 juli te informeren over de samenstelling van het wetenschappelijke panel en de rol van Unesco daarin t.a.v. Hand aan de Kraan [Dik-Faber (CU)]. | Parlementaire agenda [27-05-2020] - Notaoverleg Mijnbouw Groningen | Onderhanden. |
De Minister zal de Kamer een brief sturen over het Energy Charter Treaty en de onderhandelingen die lopen voor modernisering [SP]. | Parlementaire agenda [02-07-2020] - AO Klimaat en Energie | Dit wordt samen opgepakt met BZ [10-7-2020]. |
De Minister zal na de eerste SDE++ ronde gesprekken voeren met alle marktpartijen over leerpunten en verbeteringen [VVD, GL, PvdA]. | Parlementaire agenda [02-07-2020] - AO Klimaat en Energie | Onderhanden. |
De minister zegt toe dat hij komt met informatie over het investeringsfonds. | Parlementaire agenda [18-05-2020] - WGO (Suppletoire begroting EZK) | Afgerond. Er komt een Kamerbrief Investeringsfonds Prinsjesdag 2020. |
Evaluatie zon op dak in SDE++ (CU). | Parlementaire agenda [12-02-2020] - AO Klimaat en Energie | Onderhanden. |
De Minister zal een brief aan de Kamer sturen naar aanleiding van de brief met zeven punten van de provincie Groningen. | Parlementaire agenda [27-11-2019] - AO Mijnbouw/Groningen | Uitgaande brief [16-03-2020] - Verzamelbrief Groningen. |
In gesprek gaan met het team publiekscampagne over het bereik en de verleidingsstrategie en hierover de Kamer informeren. Hierbij aandacht voor de mensen die niet in wijkaanpak zitten [Dik-Faber, (CU)]. | Parlementaire agenda [17-12-2019] - Debat KEV | Uitgaande brief [09-06-2020] - Strategie en voortgang Brede publieksaanpak Klimaat. |
Bij concrete wetsvoorstellen wil de Minister de mogelijkheid onderzoeken om een toets te maken om verdienvermogen te verankeren in beleidsvoorbereiding. Er komt een aparte brief na de brief over het Groeifonds (aan Wiersma). | Parlementaire agenda [04-02-2020] - Debat Groeibrief | Onderhanden. |
Datacenter: randvoorwaarden hergebruik van warmte. Samen met BZK en Nationaal Programma Regionale Energie Strategie [CDA]. | Parlementaire agenda [02-07-2020] - AO Klimaat en Energie | Onderhanden. |
Specifieke reducties in industrie. Dit kan niet allemaal uniform of met één tijdspad, omdat het over technologiën en staatssteuntoetsen gaat. Zodra hierover meer helderheid is, komt de Minister hierop terug [VVD]. | Parlementaire agenda [11-06-2020] - Debat Urgenda | Meenemen bij afdoen motie van het lid Van der Lee (GL) over extra reductie om in de komende jaren het Urgendavonnis uit te voeren. Kamerstuk 32 813, nr. 521. |
De Minister heeft toegezegd te kijken naar de mogelijkheid om taxonomie mee te nemen in besprekingen over JTF momenteel in Brussel Joint Research Center. Waarborgen dat kernenergie wordt opgenomen, zeker na steun van Polen, en Nederland actief is wat dit betreft in Brusselse onderhandelingen [Harbers (VVD)]. | Parlementaire agenda [25-06-2020] - Debat Europese Green Deal | Onderhanden. |
Minister gaat nadenken hoe voor de Kamer inzichtelijk kan worden en volgbaar is hoe de industrie elektrificeert en welke infrastructuur daarvoor nodig is [GL/VVD]. | Parlementaire agenda [02-07-2020] - AO Klimaat en Energie | Onderhanden. |
Tweede Kamer informeren over verzekerbaarheid van zonnepanelen [PvdA]. | Parlementaire agenda [02-07-2020] - AO Klimaat en Energie | Onderhanden. |
Onderzoek naar zon op water. Wanneer gaat kamer dit waarderen? Daar wordt op teruggekomen in Q3. De Minister geeft aan dat dit een stapsgewijze aanpak wordt. | Parlementaire agenda [28-11-2019] - AO Klimaat & Energie | Meenemen in Regionale Energiestrategie najaarsbrief. |
De Minister geeft aan de Minister van J&V door om bij het schrijven van de brief over de nadere invulling van het Urgendavonnis ook te kijken naar positie van de rechter tenopzichte van de politicus. Is het recht van leven bedoeld om zo vergaande maatregelen door de rechter te laten bepalen? (SGP). | Parlementaire agenda [11-06-2020] - Debat Urgenda | Afgedaan. J&V is op de hoogte gesteld van de vraag van de Kamer. |
Algemene maatregel van bestuur n-1 naar de Kamer ter consultatie voor kerstreces. | Parlementaire agenda [28-11-2019] - AO Klimaat & Energie | Uitgaande brief [19-12-2019] - Consultatie algemene maatregel van bestuur n-1. |
Minister stuurt eind juni een brief over ruimtelijke kant energietransitie, inclusief governance en Regionele Energiestrategie. Daarin wordt ingegaan op het PEH, de ruimtelijke inpassing en de decentrale keuzes die leiden tot suboptimale uitkomsten nationaal en datacenters (PvdA datacenters). | Parlementaire agenda [10-06-2020] - Notaoverleg Klimaat en Energie | Onderhanden. |
De Minister reageert nog op schrift over zonnepanelen in Natura2000 gebieden [CU]. | Parlementaire agenda [02-07-2020] - AO Klimaat en Energie | Onderhanden. |
Schriftelijk terugkomen op uitspraken HR/waardedaling (naar aanleiding van advies commissie). | Parlementaire agenda [12-09-2019] - AO Mijnbouw/Groningen | Uitgaande brief [14-11-2019] - Verzamelbrief Groningen. |
De Minister stuurt nog voor het in te plannen plenaire debat een brief met de antwoorden op de openstaande vragen. Ook de nog komende schriftelijke vragenronde wordt daarin meegenomen. | Parlementaire agenda [22-05-2019] - AO Mijnbouw/Groningen | Uitgaande brief [04-06-2019] - Verschillende onderwerpen Groningen. |
De Kamer informeren over (het bijmengen van) groen gas. Routekaart. | Parlementaire agenda [28-11-2019] - AO Klimaat & Energie | Afgerond met Kamerstuk 32 813, nr. 487. |
Bij Planbureau voor de Leefomgeving aankaarten welke zorgen er spelen bij Kamerleden m.b.t. berekeningen SDE (wordt gerekend met 15 jaar terwijl levensduur pv 25 jaar is) [D66 ea]. | Parlementaire agenda [02-07-2020] - AO Klimaat en Energie | Onderhanden. |
Toezegging om CCS berekeningen Van der Lee (indien hij deze aanlevert per mail) voor te leggen aan planbureaus. | Parlementaire agenda [10-06-2020] - Notaoverleg Klimaat en Energie | De mail is ontvangen door EZK. Van der Lee heeft informeel reactie gekregen. Bespreking met Planbureau voor de Leefomgeving volgt en we gaan terug naar de Kamer voor de SDE 2021 openstelling. |
Het effect van de maatregelen die het kabinet heeft ingezet om uitvoering te geven aan het Urgenda-vonnis zal worden verfijnd. | Parlementaire agenda [27-11-2019] - WGO Urgenda Begroting MEZK/MBZK en/of MWM/MLNV | Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 496. |
Evaluatie Algemene Maatregel van Bestuur experimenten. | Parlementaire agenda [28-11-2019] - AO Klimaat & Energie | Onderhanden. |
De Minister van EZK zegt toe na te gaan of er zorgen zijn t.a.v. de toegankelijkheid van de archieven van de Arbiter Bodembeweging [Moorlag (PvdA)]. | Parlementaire agenda [27-05-2020] - Notaoverleg Mijnbouw Groningen | Afgerond met brief stand van zaken IMG en oude schadegevallen d.d. 22 juni 2020. Kamerbrief 35 250, nr. 42. |
Voor de behandeling van de Tijdelijke wet Groningen in de Eerste Kamer terugkomen op de toekomst van de OR in Groningen. | Parlementaire agenda [14-01-2020] - Debat tijdelijke wet Groningen | Voorzien om af te doen met de brief over de wet versterken (gepland om zo snel mogelijk na het zomerreces aan de Kamer te versturen). |
Met Minister van Financiën bespreken om extern onderzoek (o.a. van AWTI) t.a.v. FES en topsectorenbeleid mee te nemen in de Kamerbrief van het fonds. Toegezegd is om in ieder geval in de Kamerbrief de geleerde lessen over o.a. FES mee te nemen (aan Futselaar). | Parlementaire agenda [04-02-2020] - Debat Groeibrief | Onderhanden. |
Een overzicht aan de Kamer stuurt met daarin welke debiteurvriendelijke maatregelen andere landen nemen en welke maatregelen wij snel zouden kunnen nemen binnen het faillissementsrecht. | Parlementaire agenda [18-05-2020] - WGO (Suppletoire begroting EZK) | Onderhanden. |
Op 1 oktober inzicht in cijfers versterken en vinkjes bij BCG tabel meesturen bij dashboard. | Parlementaire agenda [12-09-2019] - AO Mijnbouw/Groningen | Uitgaande brief [16-10-2019] - Overdracht taken Groningen van EZK naar BZK. |
De Minister zal de Kamer voor de indiening van het wetsvoorstel versterken, informeren over de toekomst van de Onafhankelijke Raadsman [Nijboer (PvdA)] | Parlementaire agenda [06-02-2020] - AO Mijnbouw/Groningen | Onderhanden. |
Nadat het voorstel voor de Klimaatwet is verschenen zal de Minister via de gebruikelijke wijze de Tweede Kamer een reactie op het Commissievoorstel toesturen. | Uitgaande brief IenW [02-03-2020] - Beantwoording schriftelijk overleg Milieuraad 27 februari 2020. | Afgedaan met BNC-fiche Klimaatwet: Kamerstuk 22 112, nr. 2860. |
In gesprek met verzekeraars en schoolbesturen over belemmeringen zon op dak en over potentie/bekendheid keurmerk [Mulder]. | Parlementaire agenda [17-12-2019] - Debat KEV | Afgedaan in de zon op dak brief van 29-6-2020. |
Toezegging (samen met de Minister van BZK) om inzichtelijk te maken - voor behandeling wet versterken - hoe de klantreis eruit ziet (incl trajecten Eigen initiatief en Heft in Eigen hand en kritiek van Groninger Gasberaad). | Parlementaire agenda [14-01-2020] - Debat tijdelijke wet Groningen | Onderhanden. |
Er komt een brief van de Staatssecretaris over financiering. De Minister zal haar vragen of zij kans ziet hier breder in te gaan op dingen die lopen/moeten lopen met betrekking tot MKB (aan Wiersma). | Parlementaire agenda [04-02-2020] - Debat Groeibrief | Deze toezegging is afgedaan met de Kamerbrief Financieringsmonitor 2019 en de speciale uitgave over vrouwelijk ondernemerschap van 19 februari 2020. Kamerstuk 32 637, nr. 411. |
Kalevasta rapport van Urgenda doorgeleiden naar Planbureau voor de Leefomgeving. | Parlementaire agenda [10-06-2020] - Notaoverleg Klimaat en Energie | Afgedaan met KEV brief. Kamerstuk 32 813, nr. 400. |
De Minister heeft aan Van der Lee toegezegd om in te gaan op twee punten in de commissiebrief over dreigement NAM ("Ik wil dat de Minister in de brief die bij de regeling is gevraagd op twee punten nader ingaat. De NAM lijkt te suggereren dat zij nooit de kosten zal dragen van gewekte verwachtingen en dat de aansprakelijkheid daarvoor moet worden overgedragen. Ik wil weten of dat feitelijk gebeurd is, ja of nee. Want er wordt nu beleid gevoerd waarbij ook vanuit gewekte verwachtingen bijvoorbeeld versterking plaats gaat vinden, dus daar moet ik duidelijkheid over hebben. Dan de overgang van de aansprakelijkheid. Ik heb begrepen, ook uit die prejudiciële beantwoording, dat die aansprakelijkheid nooit overgedragen kan worden. Dus ook op dat punt helderheid"). | Parlementaire agenda [25-09-2019] - VAO Groningen | Uitgaande brief [18-10-2019] - Reactie op berichtgeving over vermeend dreigement NAM. |
Kamer informeren over het overbrengen van de suggestie aan lokale overheden om gebruik te maken van digitale consultaties. De Minister geeft aan een natuurlijk moment te gaan vinden om terug te koppelen over voortgang van de RES'en en dan zal dit daar ook een plek in krijgen. | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Onderhanden. |
Toezegging dat zodra het wetsvoorstel, versterken, is ontvangen door de Kamer, op dat moment ook de stand van zaken wordt gestuurd over hoe het convenant dat tussen de NCG en de TCMG is gesloten, en dat de basis legt onder de versterking van de synergie, in de praktijk heeft gewerkt. | Parlementaire agenda [14-01-2020] - Debat tijdelijke wet Groningen | Onderhanden. |
Regionale schaalsprong: regionaliteit. De mate waarop dit in criteria landt en manier waarop het zou kunnen worden meegenomen in het fonds wordt in de brief meegenomen. Idem voor programma management (aan Amhaouch). | Parlementaire agenda [04-02-2020] - Debat Groeibrief | Onderhanden. |
In gesprek met Paas over de toegankelijkheid, vindbaarheid en effectiviteit van de oude schades-regeling, z.s.m. voordat de regeling afloopt. De Minister van EZK informeert de Kamer op korte termijn over de uitkomst van het overleg met de medeverantwoordelijken over de afhandeling van de oude schades en het landelijk loket [Harbers (VVD), Nijboer (PvdA)]. | Parlementaire agenda [06-02-2020] - AO Mijnbouw/Groningen | Uitgaande brief [16-03-2020] - Verzamelbrief Groningen. |
Appreciatie rapport DNB mee in brief Groen Herstel. Brief vóór debat Green Deal. | Parlementaire agenda [10-06-2020] - Notaoverleg Klimaat en Energie | Kamerstuk 32 813, nr. 534. |
De Minister zegt aan De Vries toe dat hij regulier update over de voortgang van de maatregelen over de afbouw van de gaswinning. | Parlementaire agenda [24-06-2020] - AO Mijnbouw/Groningen | Dit wordt momenteel twee à drie keer per jaar gedaan. |
Startnotitie over het programma energie (hoofdstructuren en hoe regie pakken netbeheer). | Parlementaire agenda [28-11-2019] - AO Klimaat & Energie | Onderhanden. |
Salderen; reactie na consultatie. | Parlementaire agenda [28-11-2019] - AO Klimaat & Energie | Onderhanden. |
Toezegging om op eerstvolgende moment te communiceren over de timing van het wetsvoorstel versterken (in samenwerking met MBZK). | Parlementaire agenda [14-01-2020] - Debat tijdelijke wet Groningen | Afgedaan bij brief stand van zaken wetsvoorstel versterking Groningen van 23 juni 2020. Kamerstuk 33 529, nr. 786. |
De Minister informeert de Kamer per brief over de achterliggende rendering waarom ik het amendement van het lid Van Otterloo over de risicoaansprakelijkheid NAM ontraad. | Parlementaire agenda [14-01-2020] - Debat tijdelijke wet Groningen | Uitgaande brief [20-01-2020] - Toezegging tijdens debat over de Tijdelijke wet Groningen. Kamerstuk 35 250, nr. 3 over de uitzondering op de risicoaansprakelijkheid. |
Voortgangsoverzicht maatregelen afbouw gaswinning voor de zomer. | Parlementaire agenda [11-03-2020] - Debat behandeling wijziging Gaswet betreffende het beperken van de vraag naar laagcalorisch gas van grote afnemers. | Afgedaan. Kamerbrief Voortgang afbouw gaswinning Groningen. Kamerstuk 33 529, nr. 788. |
De Minister van EZK gaat niet naar het systeem kijken, maar navraag doen naar de zorg van het lid Dik-Faber of het bewijsvermoeden wel wordt toegepast en of mensen niet alsnog met een hele hoge bewijslast worden opgezadeld [Dik-Faber (CU)]. | Parlementaire agenda [27-05-2020] - Notaoverleg Mijnbouw Groningen | Afgerond. Uitgaande brief [22-06-2020] - Stand van zaken Instituut Mijnbouwschade Groningen en oude schadegevallen. |
Aan Sienot om aan te geven hoe het staat met de 18 versnellingsmaatregelen voor versterken. | Parlementaire agenda [25-09-2019] - VAO Groningen | Uitgaande brief [16-10-2019] - Overdracht taken Groningen van EZK naar BZK. |
De Minister van EZK stuurt een brief met een analyse en een plan van aanpak voor schadeherstel. | Parlementaire agenda [27-11-2019] - AO Mijnbouw/Groningen | Overgenomen door BZK. |
De Kamer op de hoogte houden over de voortgang van de ombouw van de grootste negen afnemers van laagcalorisch gas, de gevolgen die het heeft voor de bedrijven en waarbij de Minister ook zal signaleren als zich werkgelegenheidseffecten voor doen (rekening houdend met specifiek Zeeland en het traject dat daarvoor is gestart). | Parlementaire agenda [11-03-2020] - Debat behandeling wijziging Gaswet betreffende het beperken van de vraag naar laagcalorisch gas van grote afnemers | Afgedaan. Kamerbrief Voortgang afbouw gaswinning Groningen. Kamerstuk 33 529, nr. 788. |
Tweede Kamer informeren als advies Algemene Maatregel van Bestuur N-1 van de Raad van State in het najaar ontvangen is [GL]. | Parlementaire agenda [02-07-2020] - AO Klimaat en Energie | Algemene Maatregel van Bestuur ligt voor advies bij Raad van State. Naar verwachting ontvangt EZK dit eind sept [7-7-2020]. |
De Minister zal in de oktoberbrief over de RES ook de kwetsbaarheden in de RES beschrijven [PvdA]. | Parlementaire agenda [02-07-2020] - AO Klimaat en Energie | Onderhanden. |
Minister gaat Wind op zee proberen te versnellen en een vervolgonderzoek naar waterstof doen naar aanleiding van Wind meets Industry [D66/CDA]. | Parlementaire agenda [02-07-2020] - AO Klimaat en Energie | Onderhanden. |
Terugkoppeling van het gesprek met de warmteleveranciers van 17 december. | Parlementaire agenda [28-11-2019] - AO Klimaat & Energie | Onderhanden. |
Evaluatie in 2022 van effecten N-1 (VVD). | Parlementaire agenda [12-02-2020] - AO Klimaat en Energie | Dit moet nog in werking treden, wordt in 2021 opgepakt. |
De Minister zegt aan Nijboer/Mulder toe dat hij na een jaar evalueert over de Commissie Mijnbouwschade en of dit invloed heeft op wel/niet toepassen bewijsvermoeden. | Parlementaire agenda [24-06-2020] - AO Mijnbouw/Groningen | Afgedaan met Kamerbrief stand van zaken IMG en oude schadegevallen d.d. 22 juni 2020. Kamerstuk 35 250, nr. 42. |
Het CBS mandaat verruimen en publiek maken (motie-Mulder schrijnende gevallen). | Parlementaire agenda [12-09-2019] - AO Mijnbouw/Groningen | Uitgaande brief [28-01-2020] - Jaarverslag CBS 2019 en overeenkomsten. |
De Minister zegt toe om op papier te zetten in de vorm van actielijsten hoe hij kostenreducties gaat realiseren in allerlei sectoren die in de energietransitie zitten, evt. actielijst verwijzend naar de verschillende geschreven documenten (bijlages over waterstof, warmte, CCS, groen gas etc.). | Parlementaire agenda [11-03-2020] - Debat behandeling wijziging Gaswet betreffende het beperken van de vraag naar laagcalorisch gas van grote afnemers | Afgerond. Meegenomen in de Visiebrief. |
Er wordt naast de circulaires voor Batterijen/Energieopslagsystemen en Windturbines ook breder nagedacht over risicobeleid voor de energietransitie. Hierover heeft het Ministerie van EZK een brief in voorbereiding die u na de zomer kunt verwachten. | Brief van IenW van 3 juni 2020 inzake Omgevingsveiligheid en milieurisico's | Onderhanden. |
De Minister zegt toe het wetsvoorstel versterken zo spoedig mogelijk naar de Kamer te sturen na het zomerreces. | Parlementaire agenda [24-06-2020] - AO Mijnbouw/Groningen | Voorzien om af te doen met de brief over de wet versterken (gepland om zo snel mogelijk na het zomerreces aan TK te versturen). |
De Minister zegt toe dat hij zich inspant om voor het VAO een update te geven over de stand van zaken ten aanzien van fiscale gevolgschade bij waardedaling en immateriële schade. Daarnaast zegt de Minister toe voor september een brief te sturen hierover [De vries (VVD)]. | Parlementaire agenda [24-06-2020] - AO Mijnbouw/Groningen | Afgerond bij Kamerbrief nieuwbouwregeling en fiscale gevolgschade d.d. 30 juni 2020. Deel twee nog niet afgedaan. |
Bij het rapport Zon op water zal de Minister ook een overzicht sturen van alle betrokken organisaties [CU]. | Parlementaire agenda [02-07-2020] - AO Klimaat en Energie | Onderhanden. |
De Ministers van Financiën en Economische Zaken zullen de Kamer begin 2020 nader informeren over het investeringsfonds. Het kabinet zal de suggesties van de Kamer (o.a. visie op verdienvermogen, maatschappelijk rendement, duurzaamheid, voorkomen van 'mission creep', brede samenhang) betrekken bij de besluitvorming. | Parlementaire agenda [17-09-2019] - Algemene Politieke Beschouwingen TK (week 38) | Dit komt met Kamerbrief investeringsfonds Prinsjesdag 2020. |
Analyse 3e schijf ODE in relatie tot glastuinbouw naar de Kamer sturen [Stoffer]. | Parlementaire agenda [17-12-2019] - Debat KEV | Verwacht af te ronden met Prinsjesdag. |
Procedureel terugkomen op het traject rechtseenheid waarin ook het punt van de prejudiciële vragen aan de orde kan komen, te sturen voorafgaand aan de Wet versterken. | Parlementaire agenda [14-01-2020] - Debat tijdelijke wet Groningen | Afgerond met brief stand van zaken IMG en oude schadegevallen d.d. 22 juni 2020. Kamerstuk 35 250, nr. 42. |
Waterstof- en groengasvisie in april naar de Kamer. Het infrastructuurdeel in mei. Hierbij ook eerste aanzet met betrekking tot scenario's hergebruik gasnet. | Parlementaire agenda [11-03-2020] - Debat behandeling wijziging Gaswet betreffende het beperken van de vraag naar laagcalorisch gas van grote afnemers | Uitgaande brief [30-03-2020] - Kabinetsvisie waterstof. |
Verbreding van bouwdepot (niet alleen 1.588) bestuderen. De Minister: "niet als plicht maar als mogelijkheid voor mensen". | Toezegging [06-02-2013] - Binnen twee weken krijgt de Kamer aanpak van de review over WUR-onderzoek ammoniakuitstoot, inclusief de daarbij behorende time-tables | Is door BZK overgenomen. |
De Minister van EZK zal een appreciatie van het jaarverslag van de Commissie Bijzondere Situaties aan de Kamer sturen. Hij zal daarbij ingaan op de werkwijze van de commissie. | Parlementaire agenda [27-11-2019] - AO Mijnbouw/Groningen | Uitgaande brief [28-01-2020] - Jaarverslag CBS 2019 en overeenkomsten. |
Minister zal TenneT vragen of er meer duidelijkheid gegeven kan worden hoe de Denen komen tot eilanden en wij niet. Daarbij zullen we TenneT vragen een brede blik te hanteren en inzicht proberen te verschaffen aan TK [PvdA]. | Parlementaire agenda [02-07-2020] - AO Klimaat en Energie | 9-07-2020 Gesprekken met Denemarken lopen, eerste contacten met TenneT zijn gelegd. Streven is Kamer informeren voorjaar 2021. |
Berichten over termijn afhandeling TCMG (mede in relatie tot toename nieuwe meldingen). | Parlementaire agenda [12-09-2019] - AO Mijnbouw/Groningen | Uitgaande brief [26-09-2019] - TK Voortgang schadeafhandeling Groningen. |
Appreciatie Green Deal [Mulder (CDA)]. | Parlementaire agenda [17-12-2019] - Debat KEV | Afgedaan met brief over appreciatie Green Deal, december 2019. Kamerstuk 21 501-20, nr. 1508. Appreciatie Green Deal, februari 2020. Kamerstuk 35 377, nr. 2. |
Beleidsbrief over geothermie. | Parlementaire agenda [28-11-2019] - AO Klimaat & Energie | Afgedaan met beleidsbrief geothermie van 28 mei 2020. Kamerstuk 31 239, nr 320. |
Toezegging om in de evaluatie van het landelijk loket ook expliciet terug laten komen hoe het staat met de overeenkomsten tussen Mijnbouwbedrijven en het landelijk loket en de mate waarin er wordt opgezegd of dreigt te worden opgezegd [Dik-Faber (CU)]. | Parlementaire agenda [11-03-2020] - VAO Mijnbouw/Groningen | Onderhanden. |
De Minister zegt toe zo snel als mogelijk de Kamer te informeren over de uitkomsten/uitwerking van het Agro-programma [Mulder en De Vries]. | Parlementaire agenda [24-06-2020] - AO Mijnbouw/Groningen | Onderhanden. |
De Minister van EZK zal, wanneer de voorstellen en de varianten van de nieuwe Europese Commissie over de carbon border taks bekend zijn, de voorstellen breed bekijken/onderzoeken (n.a.v. opmerkingen van GL over het meenemen van de grensoverschrijdende handel in ETS rechten bij een carbon border taks). | Parlementaire agenda [25-09-2019] - AO Milieuraad 9 oktober met staatssecretaris IenW | Onderhanden. Staat open tot er een voorstel voor een Carbon Border Adjustment komt. |
Bij antwoorden Kamervragen over Eneco een brief erop met info over toets MEZK en tijdspad. | Parlementaire agenda [28-11-2019] - AO Klimaat & Energie | Uitgaande brief [18-12-2019] - Reactie op vragen over verkoop van Eneco. |
Behoefte is aan een additioneel SodM-advies, na ommekomst van de oude commissie, die zegt dat er een probleem is met de hand aan de kraan. Zal in die brief ook staan dat het kabinet inderdaad aan de SodM gaat vragen om dat onderzoek te doen? [Van der Lee (GL)]. | Parlementaire agenda [06-02-2020] - AO Mijnbouw/Groningen | Uitgaande brief [20-04-2020] - Gaswinning in de Waddenzee met 'hand aan de kraan'. |
Het kabinet gaat met de horecasector om de tafel om de kijken of er specifieke punten aan de orde zijn waar we kunnen helpen. We staan ervoor open als dit gesprek leidt tot (zwaardere) maatregelen. | [22-04-2020] Debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus | De toezegging om met de horecasector om de tafel te gaan wordt door de staatsecretaris meegenomen in bestaande overleggen met belangengroepen. |
De Minister van EZK geeft het IMG ter overweging mee om bij de werkwijze immateriële schade GVA en RUG te betrekken [Dik Faber (CU)]. | Parlementaire agenda [27-05-2020] - Notaoverleg Mijnbouw Groningen | Afgedaan met brief stand van zaken IMG en oude schadegevallen d.d. 22 juni 2020. Kamerbrief 35250, nr. 42. |
Brief over amendement Mulder ISDE € 100 mln en breder over Zon op dak (CDA). | Parlementaire agenda [12-02-2020] - AO Klimaat en Energie | Zon op dak brief is uitgegaan op 29/6. Hierin is ook de implementatie van amendement Amendement Mulder geaddresseerd, welke naar verwachting Q4 2020 wordt afgerond. |
De Minister van BZK en de Minister van EZK zullen voor het verslag algemeen overleg een brief aan de Kamer sturen over wanneer en hoe zowel de afspraak ten aanzien van de beoordeling, als over het moment waarop verwachtingen bij bewoners zijn gewekt, tot stand is gekomen (n.a.v. vraag Mulder). | Parlementaire agenda [24-06-2020] - AO Mijnbouw/Groningen | Uitgaande brief [30-06-2020] - Toepassing NPR bij beoordeling veiligheid gebouwen. |
Na de eerste SDE++ ronde gesprek met de industrie voeren over verbeterpunten, elektrificatie van de industrie, ook met oog op het zesde clusters [VVD]. Na de eerste SDE++ ronde gesprek met de industrie voeren over verbeterpunten, elektrificatie van de industrie, ook met oog op het zesde clusters [VVD]. | Parlementaire agenda [02-07-2020] - AO Klimaat en Energie | Dit wordt meegenomen in de Kamerbrief over de SDE++ 2021, voorzien begin 2021 [09-07-2020]. |
De minister beziet of er richting Commissie Bijzondere Situaties (CBS) actie nodig is. | Parlementaire agenda [12-09-2019] - AO Mijnbouw/Groningen | Afgerond. CBS-brief 33529-723. |
Kamer te informeren over de voortgang van de Agrarische Tafel en een terugkoppeling geven over de voortgang ten aanzien van agrariërs, mkb'ers voor het volgende debat in december . | Parlementaire agenda [27-11-2019] - AO Mijnbouw/Groningen | Uitgaande brief [17-12-2019] - Verzamelbrief Groningen bovengronds |
Zodra de wet verbod op kolen door de Eerste Kamer is, zal de Minister de Tweede Kamer op de hoogte stellen van de nadeelcompensatie en wat die uiteindelijk is geworden. | Parlementaire agenda [27-11-2019] - WGO Urgenda Begroting MEZK/MBZK en/of MWM/MLNV | Uitgaande brief [20-12-2019] - Nadeelcompensatie vervroegde sluiting Hemwegcentrale. |
Schriftelijke appreciatie van plannen van Havenbedrijf Rotterdam/Rotterdamse industrie voor CO2 reductie (HbR en niet gemeente). | Parlementaire agenda [28-11-2019] - AO Klimaat & Energie | Deze appreciatie loopt mee in de bredere appreciatie van clusterplannen in het kader van het koplopersprogramma voor de industrie uit het Klimaatakkoord. |
Regulier gesprek over groei: voor zomer schetst de Minister zijn idee hiervoor (aan Wiersma). | Parlementaire agenda [04-02-2020] - Debat Groeibrief | Onderhanden. |
Evaluatie zon op dak in concept RES (CU). | Parlementaire agenda [12-02-2020] - AO Klimaat en Energie | Onderhanden. |
Als er warmtebedrijven zijn die een meer dan redelijk tarief hanteren, zal de Minister in contact met hen treden. | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Afgedaan met Kamerbrief 30 196, nr. 704. |
Naar verdere ondersteuning van (o.a.) glastuinbouw kijkt de Minister samen met collega van LNV. Verandering bij glastuinbouw, maar ook breder, speelt niet enkel bij glastuinbouw (VVD). | Parlementaire agenda [11-06-2020] - Debat Urgenda | Dit wordt meegenomen in wet ODE 2021 [09-07-2020]. |
De Minister zegt aan Van der Lee en Dik-Faber toe om een technische briefing te organiseren voor de Kamer waarin het SodM wordt uitgenodigd, daarbij tevens experts uit te nodigen die een inschatting kunnen geven van de impact van de NPR-update op de te verwachte aantallen te versterken huizen en gaat tevens op zoek naar experts die de verschillen door toepassing van nieuwe norm zullen ontstaan inzichtelijk kan maken. | Parlementaire agenda [24-06-2020] - AO Mijnbouw/Groningen | Onderhanden. |
Toezegging om terug te komen op afspraak met Waddenvereniging [Dik-Faber (CU)]. | Parlementaire agenda [11-03-2020] - VAO Mijnbouw/Groningen | Tijdens Notaoverleg van 27 mei heeft Minister aangegeven dat overleg plaatsvindt in augustus 2020. |
Evaluatie kostprijs zon PV na SDE+ ronde maart 2020 [CU]. | Parlementaire agenda [12-02-2020] - AO Klimaat en Energie | Onderhanden. |
Brief over motie over financiële prikkels komt met prinsjesdag [GL]. | Parlementaire agenda [11-06-2020] - Debat Urgenda | Onderhanden. |
De regering zou zich moeten inzetten voor ophoging naar 30% en een strakkere en prestatiegerichte rekenmethode zodat dit geld ook echt aan klimaat wordt uitgegeven. De Minister zegt toe dat mocht het nodig zijn om andere lidstaten te overtuigen en dit een onderdeel van de oplossing zou kunnen zijn, dat NL daaraan mee zou werken [Van der Lee (GL)]. | Parlementaire agenda [25-06-2020] - Debat Europese Green Deal | Nederlandse inzet is ten minste 25% van het meerjarig financieel kader en ten minste 25% van het herstelplan naar klimaat. Er is nu 30% voorgesteld door voorzitter Europese Raad voor negotiating box (concept Europese Raad conclusies) meerjarig financieel kader en herstelplan. Nederland steunt dit voorstel. Europese Raad is 17/18 juli 2020. |
De Minister zegt aan het lid Van der Lee (GL) toe een brief te sturen, voor het komende AO, over de voortgang op verschillende deeldossiers, waarin in ieder geval opgenomen wordt: diesel, zowel de substituten als eventueel het "hand aan de kraan"-principe. Nedmag. De Waddenzee en eveneens hoe we omgaan met instabiele zoutcavernes en de aansprakelijkheid voor instabiele zoutcavernes in het geval van bedrijfsovernames. | Parlementaire agenda [24-06-2020] - AO Mijnbouw/Groningen | Onderhanden. |
Omschrijving van de toezegging | Vindplaats | Stand van zaken |
---|---|---|
‒ | ‒ | ‒ |
Omschrijving van de toezegging | Vindplaats | Stand van zaken |
---|---|---|
De staatssecretaris informeert de Kamer dit jaar nog over het onderzoek naar knelpunten voor ondernemers op het gebied van hybride docenten en welke rol de overheid eventueel kan spelen bij (fiscale) stimulering van hybride docenten (eerder toegezegd in Kamerbrief over hybride docenten). | Parlementaire agenda [08-10-2019] - AO Techniekpact met de staatssecretaris van EZK en de Minister van OCW | Uitgaande brief [19-12-2019] - Financiële stimulering samenwerking ondernemers en onderwijs. |
De staatssecretaris zegt toe de Kamer in het eerste kwartaal van 2020 te informeren over de Nederlandse inzet in Europa op het terrein van mededinging en platforms en daarbij ook een overzicht te sturen van het beleid in andere lidstaten. | Parlementaire agenda [16-12-2019] - Notaoverleg Mededinging en Digitale Economie | Uitgaande brief [20-04-2020] - Voortgang modernisering van het mededingingsinstrumentarium in relatie tot digitalisering en online platforms. |
De staatssecretaris zegt toe de Kamer een reactie op het onderzoek van het Rathenau-instituut samen met de reactie op het AWTI-rapport te sturen. | Parlementaire agenda [05-02-2020] - AO Innovatie | De interdepartementale afstemming over de reactie op het AWTI-rapport (over sleuteltechnologieën) is in volle gang. Naar verwachting is de Kamerbrief voor de zomer gereed. Daarin zal ook de reactie op het Rathenau-rapport (over missiegedreven innovatiebeleid) worden meegegeven. |
De adviesgroep Gids Proportionaliteit om advies te vragen over het opnemen van een 'pas op de plaats'-bevoegdheid in de Gids Proportionaliteit en informeert de Kamer hierover in het eerste kwartaal van 2020. | Parlementaire agenda [31-10-2019] - AO Aanbesteden | In het najaar een Kamerbrief (en/of wetsvoorstel) rechtsbescherming bij aanbesteden. |
Motie Beckerman colportage meenemen bij de Energiewet [Beckerman (SP)]. | Parlementaire agenda [12-02-2020] - AO Klimaat en Energie | Afgedaan met Verzamelbrief 2020Z12892. |
De staatssecretaris zal de Kamer informeren op welke manier de zeekabelpositie van Nederland te optimaliseren is. | Parlementaire agenda [11-03-2020] - AO Digitalisering | Toegezegd in het AO Telecommunicatie van 11 juni 2020. De staatssecretaris gaat in gesprek met marktpartijen over investeringen in zeekabels en stuurt naar aanleiding van die gesprekken een brief naar de Kamer (na de zomer). |
De staatssecretaris heeft toegezegd om wat extra vragen te stellen richting de regio Overijssel over hoe het daar gaat met het huidige bereik. Dit zou teruggekoppeld worden. | Parlementaire agenda [11-06-2020] - AO Telecommunicatie | Onderhanden. |
De staatssecretaris heeft toegezegd in gesprek te gaan met de SER over het gebruik van de Sustainable Development Goals bij aanbestedingen. De Kamer wordt geïnformeerd over de uitkosten van dit gesprek, indien mogelijk voor het notaoverleg in december. | Parlementaire agenda [31-10-2019] - AO Aanbesteden | Uitgaande brief [19-02-2020] - Beantwoording vragen over de vindbaarheid van artikel 2.82 aanbestedingen op TenderNed. |
De staatssecretaris zegt toe te bekijken welke toerismeplannen reeds op regionaal niveau aanwezig zijn en informeert de Kamer hierover voor 1 mei 2020. | Parlementaire agenda [23-01-2020] - AO Toerisme | Onderhanden. |
De staatssecretaris informeert de Kamer over de uitkomsten van het gesprek met MKB-Nederland over bureaucratie en innovatie. | Parlementaire agenda [05-02-2020] - AO Innovatie | Onderhanden. |
De staatssecretaris zegt toe dat de Kamer geïnformeerd wordt op het moment dat het CPB onderzoek over arbeidsproductiviteit in relatie tot digitalisering gereed is. | Parlementaire agenda [11-03-2020] - AO Digitalisering | Onderhanden. |
De staatssecretaris gaat in het najaar een brief sturen over de stand van zaken met betrekking tot DAB+. | Parlementaire agenda [11-06-2020] - AO Telecommunicatie | Onderhanden. |
Informatie over de wet komt op de KvK-website (hulp/ondersteuning voor onderzoeksplicht franchisenemer). | Parlementaire agenda [09-06-2020] - Wet Franchise | Onderhanden. |
In het eerste kwartaal van 2020 het vervolgprogramma Beter Aanbesteden met de Kamer te delen. | Parlementaire agenda [31-10-2019] - AO Aanbesteden | Onderhanden. |
De staatssecretaris geeft de Kamer voor de zomer inzage in het percentage van de industrieparticipatie. | Parlementaire agenda [04-02-2020] - AO Project Verwerving F-35 | Uitgaande brief [26-06-2020] - Toezegging voor uitleg bij de genoemde percentages van de in 2016 door de Europese Commissie uitgevoerde evaluatie van de Europese richtlijn 2009/81/EG. |
De staatssecretaris zal in de brief met betrekking tot reactie kenniscoalitie ingaan op de beschikbaarheid van de € 100 mln NWO met betrekking tot sleuteltechnologieën. | Parlementaire agenda [12-03-2020] - AO Kunstmatige Intelligentie en sleuteltechnologieën. | Onderhanden. |
De staatssecretaris informeert begin 2020 de Kamer over het beleid ten aanzien van rechtsverwerkingsclausules. | Parlementaire agenda [31-10-2019] - AO Aanbesteden | Onderhanden. |
De staatssecretaris zal bij OCW nagaan of er onderzoek is gedaan naar de vraag waarom PhD's en promovendi hier niet blijven. | Parlementaire agenda [12-03-2020] - AO Kunstmatige Intelligentie en sleuteltechnologieën. | Onderhanden. |
De staatssecretaris informeert de Kamer over de gevolgen voor de Nederlandse industrie van het vertrek van Turkije uit het F-35 project zodra daartoe aanleiding is. | Parlementaire agenda [04-02-2020] - AO Project Verwerving F-35 | Onderhanden. |
De staatssecretaris geeft een totaaloverzicht van alle beschikbare regelingen voor mkb in techniek (in overeenstemming met regionale overheden, ROM'sen andere betrokken partijen). | Parlementaire agenda [08-10-2019] - AO Techniekpact met de staatssecretaris van EZK en de Minister van OCW | In maart 2019 is geregeld dat op de websites van RVO en KvK een beter overzicht komt. Daarnaast kunnen eventueel een paar grote regelingen worden uitgelicht. Een totaaloverzicht naar de Kamer sturen heeft geen voorkeur; het is heel groot (tot op gemeentelijk niveau) en verandert zo snel dat niemand er wat aan heeft. In de brief die naar de Kamer na de zomer over Techniekpact zullen we aan deze toezegging refereren. |
De staatssecretaris zal voor de zomer van 2020 rapporteren over de staat van de huisvesting VSL. | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Onderhanden. |
De staatssecretaris gaat een brief schrijven aan de Kamer over de uitkomst van de gesprekken met de sector over de investeringen in zeekabels. | Parlementaire agenda [11-06-2020] - AO Telecommunicatie | Onderhanden. |
De staatssecretaris zegt toe de Kamer dit voorjaar te informeren over de invulling van de motie-Amhaouch c.s. over het investeren van 2,5% van het bbp in innovatie. | Parlementaire agenda [05-02-2020] - AO Innovatie | Onderhanden. |
De staatssecretaris zegt toe de Kamer te informeren over de doelstellingen van het kabinet ten aanzien van het verminderen van het tekort aan technisch geschoold personeel in Nederland. | Parlementaire agenda [05-02-2020] - AO Innovatie | Dit wordt meegenomen in de brief over toekomst Techniekpact (na de zomer). |
De staatssecretaris zal in gesprek gaan met accountants over de mogelijkheid van rapportage over de naleving van betaaltermijnen door bedrijven in het jaarverslag. De Kamer wordt hierover kort na het Kerstreces geinformeerd. | Parlementaire agenda [05-12-2019] - AO Ondernemen en bedrijfsfinanciering | Afgerond met de recent naar de Kamer gestuurde brief over evaluatie Wet betaaltermijnen grote bedrijven. De te onderzoeken maatregel blijkt niet uitvoerbaar. |
De staatssecretaris gaat de Kamer in de tweede helft van 2020 informeren over de nadere uitwerking van de aanbevelingen uit het ACM-rapport over de glasvezelmarkt. | Parlementaire agenda [11-06-2020] - AO Telecommunicatie | Onderhanden. |
De staatssecretaris zal samen met de Minister van OCW reageren op het synergieadvies van de kenniscoalitie. | Parlementaire agenda [05-02-2020] - AO Innovatie | De reactie is nog onderweg. Een compromis tussen OCW, EZK en de Kenniscoalitie is dichtbij en de Kamer zal hier op korte termijn over geïnformeerd worden. |
De staatssecretaris zegt toe dat ze met Minister van J&V kijkt naar een oplossing voor de fraudehelpdesk voor de lange termijn. | Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK | Onderhanden. |
De staatssecretaris vraagt advies aan het College voor de Rechten van de Mens over digitale prijsdiscriminatie en informeert de Kamer hierover in het eerste kwartaal van 2020. | Parlementaire agenda [16-12-2019] - Notaoverleg Mededinging en Digitale Economie | Onderhanden. |
De staatssecretaris zal de Kamer, met oog op een te voeren verslag van een algemeen overleg, voor eind januari informeren over de voorwaarden van de BMKB en de mogelijkheden die deze bieden voor alternatieve financiering, zoals crowdfunding. | Parlementaire agenda [05-12-2019] - AO Ondernemen en bedrijfsfinanciering | Uitgaande brief [28-01-2020] - BMKB niet-bancaire financiers |
De staatssecretaris zal het verzoek van het lid Palland, om het vraagstuk van privacy toezicht op de grote techbedrijven te betrekken bij de evaluatie van de AVG, doorgeleiden aan de Minister voor Rechtsbescherming. | Parlementaire agenda [16-12-2019] - Notaoverleg Mededinging en Digitale Economie | Het bericht is doorgezet aan J&V. |
De staatssecretaris zal in gesprek gaan met TNO en RVO over het inzichtelijk maken van de bijdrage aan het verdienvermogen van missiegedreven topsectoren en innovatiebeleid | Parlementaire agenda [12-03-2020] - AO Kunstmatige Intelligentie en sleuteltechnologieën. | Onderhanden. |
De staatssecretaris gaat een brief sturen over de uitkomsten met betrekking tot de gesprekken over Burum (gesprekken met Inmarsat over de satelliet bij Burum). | Parlementaire agenda [11-06-2020] - AO Telecommunicatie | Onderhanden. |
De staatssecretaris beziet of een analyse van deeltijdwerk in de techniek onderdeel is van de interepartementale beleidsonderzoeken, en zal de Kamer hier schriftelijk over informeren. | Parlementaire agenda [08-10-2019] - AO Techniekpact met de de staatssecretaris van EZK en de Minister van OCW | Uitgaande brief [29-4-2020] - IBO Deeltijdwerk; De(el)tijd zal het leren. |
De staatssecretaris zegt toe in januari 2020 de Kamer schriftelijk te informeren over het platform to business. | Parlementaire agenda [16-12-2019] - Notaoverleg Mededinging en Digitale Economie | Uitgaande brief [19-02-2020] - Platform-to-business verordening. Afgedaan met BNC-fiche Klimaatwet. Kamerstuk 22 112, nr. 2860. |
De staatssecretaris zegt toe de 51 meerjarenprogramma's voor sleuteltechnologieën te zullen toetsen aan de criteria voor het Groeifonds, zodra die zijn vastgesteld. | Parlementaire agenda [05-02-2020] - AO Innovatie | Onderhanden. |
De staatssecretaris zegt toe dit najaar een niet-limitatief overzicht van innovatieve ecosystemen in Nederland, die van belang zijn voor het verdienvermogen, naar de Kamer te sturen. | Parlementaire agenda [05-02-2020] - AO Innovatie | Onderhanden. |
De staatssecretaris zegt toe begin 2020 de Kamer te informeren over het beleid ten aanzien van rechtsverwerkingsclausules. | Parlementaire agenda [31-10-2019] - AO aanbesteden | In het najaar een Kamerbrief (en/of wetsvoorstel) rechtsbescherming bij aanbesteden. |
In deze bijlage zijn de subsidies van EZK opgenomen. De subsidiedefinitie van de Algemene wet bestuursrecht wordt hierin gebruikt. Deze wet definieert een subsidie als volgt (artikel 4.21 Awb):
"De aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten".
Per beleidsartikel zijn de subsidie(-regelingen) opgenomen. Het subsidieoverzicht sluit zoveel mogelijk aan op de Verantwoord Begroten-categorie «subsidies» in de budgettaire tabellen van de beleidsartikelen uit de begroting.
In lijn met Verantwoord Begroten zijn de bijdragen aan ZBO’s en RWT’s niet vermeld als subsidies. De bijdragen aan ZBO’s en RWT’s zijn terug te vinden in de bijlage «ZBO’s en RWT’s».
Voor een aantal subsidies is (nog) geen volgende evaluatie gepland. In veel gevallen gaat het om nieuwe subsidies die nog worden vormgegeven of subsidies die al enige tijd geleden zijn gestopt, waardoor alleen nog sprake is van uitfinanciering. Waar mogelijk is de geplande beleidsdoorlichting opgenomen als volgende evaluatiemoment. In dat geval is een jaartal opgenomen met de aanduiding ‘B’.
De einddatum geeft het moment aan dat de laatste verlening plaatsvindt of heeft plaatsgevonden. Voor een aantal subsidies, waarbij sprake is van een structurele subsidierelatie met een jaarlijkse verlening, is als einddatum ‘Jaarlijks’ opgenomen. Als periodiek besluitvorming plaatsvindt over de verlening, bijvoorbeeld over een volgende programmaperiode, is dit aangeduid als ‘Periodiek’.
Art. | Naam Subsidie (regeling) | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | Laatste evaluatie | Volgende evaluatie (jaartal) | Einddatum Subsidie- (regeling) (jaartal) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 1 Goed functionerende economie en markten | |||||||||||
1 | 517 | 778 | 2020 | 2020 | |||||||
1 | Subsidiemaatregel telecom Caribisch Nederland (Corona) | 1.804 | 3.000 | ||||||||
1 | EU-cofinanciering Digital Europe | 5.000 | 15.000 | 15.000 | 15.000 | ||||||
Subtotaal | 517 | 2.582 | 8.000 | 15.000 | 15.000 | 15.000 | |||||
Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | |||||||||||
2 | 15.496 | 41.661 | 41.217 | 39.906 | 40.218 | 41.122 | 41.122 | 2022 | 2023 | ||
2 | 16.530 | 18.132 | 18.000 | 18.000 | 18.132 | 18.132 | 18.132 | n.n.b. | 2021 | ||
2 | 18.367 | 20.738 | 18.090 | 10.965 | 13.915 | 13.340 | 13.340 | 2022 | Jaarlijks | ||
2 | Biobased Economy | 8 | 2020 | 2018 | |||||||
2 | 24.709 | 14.825 | 25.590 | 38.335 | 26.477 | 31.977 | 32.077 | 2024 | 2020 | ||
2 | 5.661 | 7.845 | 7.330 | 7.330 | 7.330 | 7.330 | 7.330 | 2021 | Periodiek | ||
2 | 12.588 | 48.000 | 36.264 | 52.666 | 79.159 | 82.654 | 84.400 | Geen | 2022 | Jaarlijks | |
2 | Startup-beleid | 3.637 | 13.618 | 18.300 | 18.300 | 10.000 | Geen | 2022 | 2023 | ||
2 | 386 | 53.764 | 59.500 | 10.000 | Geen | n.n.b. | 2022 | ||||
2 | 1.010 | 10.582 | 10.582 | 10.582 | 10.582 | 10.582 | 10.582 | 2023 | Periodiek | ||
2 | 861.000 | 2021 | 2020 | ||||||||
2 | 9.000 | 2021 | 2020 | ||||||||
2 | 31.000 | 2021 | 2020 | ||||||||
2 | 1.329.500 | 1.357.000 | 2021 | 2020 | |||||||
2 | Tegemoetkoming vaste lasten Caribisch Nederland | 17.000 | 6.000 | 2021 | 2020 | ||||||
2 | EU-cofinanciering Europees Defensie Fonds | 5.000 | 10.000 | 5.000 | |||||||
2 | Omscholing naar tekortsectoren | 37.500 | |||||||||
2 | Overige subsidies | 3.650 | 536 | 462 | 462 | 474 | 474 | 474 | Jaarlijks | ||
2 | 35.978 | 40.368 | 51.986 | 61.136 | 50.207 | 43.857 | 39.857 | n.n.b. | 2021 | ||
2 | 144.922 | 115.856 | 166.411 | 195.286 | 204.609 | 191.509 | 178.728 | 2021 | 2022 | ||
Subtotaal | 282.942 | 2.633.425 | 1.854.232 | 467.968 | 471.103 | 445.977 | 426.042 | ||||
Artikel 3 Toekomstfonds | |||||||||||
3 | 254 | 718 | 183 | 184 | 158 | Geen | 2021 | 2020 | |||
3 | 796 | 812 | 800 | Geen | 2023 | 2024 | |||||
3 | 1.823 | 3.281 | 2.916 | 2.916 | 2.916 | 2.348 | Geen | 2021 | 2024 | ||
Subtotaal | 1.050 | 3.353 | 4.264 | 3.100 | 3.074 | 2.916 | 2.348 | ||||
Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering | |||||||||||
4 | 57.589 | 45.704 | 49.470 | 51.923 | 48.909 | 46.172 | 43.700 | 2022 | 2022 | ||
4 | 26.535 | 39.423 | 47.440 | 42.140 | 45.540 | 42.000 | 25.540 | 2022 | 2022 | ||
4 | 3.281 | 3.083 | 2.368 | 2.368 | 2.368 | 2.368 | 2.368 | 2021 | 2020? | ||
4 | Green Deals | 118 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 2021 | Geen | |
4 | 42.139 | 44.690 | 67.232 | 74.694 | 70.537 | 66.079 | 64.976 | 2022 | 2022 | ||
4 | 1.392 | 2.500 | 4.941 | 6.075 | 4.296 | 1.696 | 1.696 | 2023 | |||
4 | Projecten Klimaat en Energieakkoord | 1.708 | 622 | 4.491 | 4.491 | 4.616 | 4.870 | 4.870 | Geen | ||
4 | 1.515 | 591 | 2007 | ||||||||
4 | 1.265.767 | 1.868.086 | 2.494.245 | 3.190.908 | 3.781.156 | 3.848.776 | 3.730.719 | 2021 | Geen | ||
4 | Aardwarmte | 20.000 | 15.000 | 15.000 | 17.500 | 17.500 | 25.000 | 0 | Geen | 2024 | |
4 | 84.368 | 104.000 | 130.000 | 130.000 | 100.000 | 100.000 | 100.000 | 2026 | 2020 | ||
4 | 40.313 | 110.625 | 179.000 | 2022 | 2021 | ||||||
4 | 6.586 | 7.888 | 4.380 | 2.880 | 3.480 | 5.480 | 5.480 | Geen | n.n.b. | 2022 | |
4 | Subsidieregeling energiebesparing en duurzame sportaccommodaties (EDS) | 36 | 65 | Geen | 2020 | 2020 | |||||
4 | Programma Hoge Flux Reactor | 7.250 | 7.251 | 6.401 | 6.401 | 6401 | 5.401 | 5.401 | Geen | Periodiek | |
4 | Elektrisch rijden | 42 | 2017 | ||||||||
4 | Caribisch Nederland | 6.791 | 24.784 | 12.844 | 4.144 | 4.144 | 4.144 | 4.144 | Geen | Jaarlijks | |
4 | Overige subsidies | 16.711 | 5.194 | 5.625 | Geen | Jaarlijks | |||||
4 | Maatregelen CO2-reductie | 82.500 | 11.900 | Geen | 2023 | 2020 | |||||
4 | Postcoderoos | 2.965 | 5.742 | 8.295 | 10.557 | 12.572 | |||||
4 | Nationale co-financiering EU-Innovation fund | 5.000 | 20.000 | 10.000 | 10.000 | 5.000 | |||||
Subtotaal | 1.664.641 | 2.291.906 | 3.031.902 | 3.559.766 | 4.107.742 | 4.173.043 | 4.006.966 | ||||
Artikel 5 Een veilig Groningen met perspectief | |||||||||||
5 | Verduurzamingsopgave uit aardgasbaten | 314 | 35.988 | 21.653 | 14.190 | Geen | 2022 | ||||
5 | Geestelijke bijstand/overige | 111 | 103 | 103 | 2 | 2 | 2 | 2 | Geen | 2022 | |
5 | Bijdrage aan Nationaal Programma Groningen | 108.385 | Geen | ||||||||
5 | Instrumentarium Woningmarkt | 13.016 | Geen | ||||||||
Subtotaal | 121.826 | 36.091 | 21.756 | 14.192 | 2 | 2 | 2 | ||||
Totaal | 2.070.976 | 4.967.357 | 4.920.154 | 4.060.026 | 4.596.921 | 4.636.938 | 4.435.358 |
Topconsortia Kennis en Innovatie
Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) zijn stichtingen die ten behoeve van de diverse topsectoren de kennis- en innovatieagenda vormgeven en laten uitvoeren. Hiertoe voeren de TKI’s programma-ondersteunende activiteiten uit gericht op het samen met de relevante bedrijven en kennisinstellingen voor hun thema programmeren van activiteiten, bouwen van PPS-consortia om innovatie vorm te geven, informeren, coördineren en enthousiasmeren van partijen om een bijdrage te leveren aan de kennis- en innovatieagenda. Eén van de instrumenten hiervoor betreft de PPS-toeslag.
De PPS-toeslag is bedoeld om privaat-publieke samenwerking op het gebied van onderzoek en innovatie in Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI) te stimuleren. Voor de PPS-toeslag komen TKI’s in aanmerking die zijn opgenomen in de begrotingswet van het jaar waarop de aanvraag voor de PPS-toeslag betrekking heeft. In de begrotingswet voor 2021 zijn 12 TKI’s erkend die elk uitvoering geven aan één van de kennis- en innovatieagenda’s van de topsectoren of een onderdeel daarvan (zie onderstaande tabel). De topsectoren zijn Agrifood, Tuinbouw en Uitgangsmaterialen, High Tech Systemen en Materialen (HTSM), Energie, Logistiek, Creatieve industrie, Life Sciences & Health, Chemie en Water en Maritiem; voor ICT en Biobased Economy (BBE) zijn onder regie van respectievelijk HTSM en Chemie ook Innovatiecontracten opgesteld. Het TKI BBE werkt voor drie topsectoren (Agrifood, Chemie en Energie).
Om als TKI opgenomen te worden in de begroting moet het aan de volgende criteria voldoen:
– Het TKI is een rechtspersoon zonder winstoogmerk die bestemd is voor het tot stand brengen en doen uitvoeren van een meerjarig onderzoeksprogramma, waarin ondernemers, publiekrechtelijke rechtspersonen en onderzoeksorganisaties participeren.
– Het onderzoeksprogramma vindt plaats voor gezamenlijke rekening en risico van bedrijven en onderzoeksorganisaties.
– De minimale omvang van het jaarlijkse onderzoeksprogramma bedraagt € 5 mln.
– Het onderzoeksprogramma dat het TKI voorstaat voorziet in een behoefte en is nog niet afgedekt door andere TKI’s.
– Bij een TKI zijn minimaal 3 ondernemingen en 3 publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties betrokken.
– Het is transparant en onder redelijke voorwaarden mogelijk voor bedrijven en kennisinstellingen om aansluiting te krijgen bij een TKI.
– Binnen een TKI is een goede vertegenwoordiging van het midden- en kleinbedrijf (MKB). Een TKI wordt dan ook geacht betrokkenheid van het MKB actief te bevorderen.
– De kwantitatieve inzet van private partijen binnen de TKI’s bedraagt in 2015 en verder 40%.
Periodiek wordt bezien of de TKI’s aan de voorwaarden voldoen om in de begroting opgenomen te blijven.
In 2013 is de PPS-toeslag (voorheen TKI-toeslag) geïntroduceerd. De kenmerken van de regeling zijn:
– De toeslag is een generiek vormgegeven instrument: grondslag van de toeslag is de private bijdrage (waarvan een beperkt aandeel in natura) aan onderzoeksorganisaties voor privaat-publieke samenwerkingsprojecten uit het meerjarig onderzoeksprogramma van de TKI en de cash-bijdrage van bedrijven aan onderzoeksopdrachten die voor het TKI onderzoeksprogramma relevant zijn.
– Het toeslagpercentage is 30%, voor de eerste € 20.000 per bedrijf is het percentage 40%. Voor ANBI-bijdragen geldt een toeslagpercentage van 25% tot een maximum van € 90 mln per jaar over alle topsectoren heen.
– De PPS- toeslag wordt ingezet in publiek private samenwerkingsprojecten van het onderzoeksprogramma van het TKI.
– Het onderzoek voor zowel grondslag als de inzet van PPS-toeslag betreft fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling.
Hieronder volgen de TKI’s die in aanmerking komen voor PPS-toeslag. Al deze TKI’s kunnen bovendien subsidie aanvragen voor hun programma-ondersteunende activiteiten tot maximaal € 450.000 per topsector (indien er meerdere TKI’s per sector zijn, wordt dit bedrag dus verdeeld tussen de TKI’s; dit speelt bij topsector Water en Maritiem). Over de definitieve hoogte van het maximale subsidiebedrag per topsector vindt nog overleg plaats. Indien aan de orde wordt het maximale subsidiebedrag in de 1e suppletoire begroting 2021 hierop aangepast. De programma-ondersteunende activiteiten moeten direct verband houden met de jaarlijkse onderzoeksprogramma’s die met de PPS-toeslag worden ondersteund of moeten bijdragen aan de voorbereiding van die programma’s dan wel het aanvragen, besteden of verantwoorden van de PPS-toeslag. Deze subsidie wordt verstrekt voor zover in de subsidieaanvraag voldoende onderbouwd met activiteiten, voor zover deze activiteiten passen binnen de staatssteunkaders en voor zover voor deze activiteiten niet uit andere hoofde reeds een vergoeding van de overheid wordt verkregen.
De drie TKI’s genoemd onder 10 a, b en c vormen een bij elkaar horend cluster ten behoeve van de topsector Water en Maritiem.
Statutaire naam | |
---|---|
1 | Stichting TKI Agri&Food |
2 | Stichting TKI Biobased Economy (BBE) |
3 | Stichting TKI Chemie |
4 | Stichting TKI CLICKNL |
5 | Stichting TKI Energie |
6 | Stichting TKI HTSM |
7 | Stichting Life Sciences Health – TKI |
8 | Stichting TKI Logistiek |
9 | Stichting TKI Tuinbouw en Uitgangsmaterialen |
10a | Stichting TKI Maritiem |
10b | Stichting TKI Deltatechnologie |
10c | Topconsortium for Knowledge and Innovation Water technology |
TKI Energie
De Topsector Energie hanteert een dubbele doelstelling: zowel versterking van de energiesector als ook versnelling van de energietransitie. Daartoe zijn op grond van begrotingsartikel 4 specifieke energie-innovatiemiddelen beschikbaar. Het TKI Energie dat voor de Topsector Energie de programma-ondersteunende activiteiten uitvoert, doet ook de voorstellen voor de inzet van de energie-innovatiemiddelen. Omdat hiermee subsidiegeld gemoeid is, worden aan deze TKI hoge eisen gesteld op het punt van onafhankelijkheid, transparantie en zorgvuldigheid. Dit impliceert dat deze activiteiten niet door partijen kunnen worden uitgevoerd die (direct) baat hebben bij de uitkomsten van die activiteiten – dat zou immers de schijn van belangenverstrengeling kunnen wekken. Om het TKI goed te laten functioneren en ook een stimulerende rol te laten vervullen in het betrekken van bedrijfsleven en kennisinstellingen bij de innovaties benodigd voor de energietransitie wordt een nader te bepalen, aanvullend subsidiebedrag beschikbaar gesteld bovenop de bijdrage vanuit artikel 2. Die extra financiering komt uit de beschikbare energie-innovatiemiddelen op artikel 4. De hoogte van die bijdrage wordt op advies van het Topteam Energie nader vastgesteld.
In het kader van operatie Inzicht in Kwaliteit van het kabinet wordt het gebruikelijke overzicht met een planning van beleidsdoorlichtingen omgevormd tot een Strategische Evaluatie Agenda (SEA). 2021 betreft een overgangs- en leerjaar met de SEA waardoor de agenda een eerste uitwerking betreft en waarbij ook nog een enkele traditionele beleidsdoorlichting zal worden uitgevoerd. De overgang naar een SEA is nader toegelicht in de beleidsagenda, onderdeel ‘Strategische Evaluatieagenda en beleidsdoorlichtingen’.
In deze ‘Bijlage evaluatie- en overig onderzoek’ worden de beleidsthema’s in de SEA toegelicht en nader uitgewerkt met onderliggende sector-/instrumentevaluaties.
Aanvullend volgt een overzicht met de meerjarenplanning van overige evaluaties, waarbij RVO regulier meeloopt in de evaluaties van (subsidie)regelingen die RVO voor EZK uitvoert. In 2021 vindt tevens een agentschapsdoorlichting van RVO plaats.
Strategische Evaluatie Agenda (SEA)
De SEA is gericht op onderstaande beleidsthema’s die het merendeel van de EZK-begroting afdekken. Hierbij is met name ingegaan op onderdelen waar geen recente beleidsdoorlichting of ander integraal onderzoek is ingepland/uitgevoerd en waar behoefte is aan nader inzicht. Deels gaat het om het verbeteren van methoden van onderzoek en opzetten van monitors en deels om het verkrijgen van inzicht in effecten van belangrijke beleidsmaatregelen. In de evaluatiebijlage wordt toegelicht welke onderliggende evaluatieplanning hiermee samenhangt.
Thema/subthema | Type onderzoek | Afronding | Artikel | Toelichting |
---|---|---|---|---|
Monitor Coronamaatregelen ter ondersteuning bedrijfsleven | Ex-durante | 2020 | 2 en 3 | Opzetten monitor om inzicht te krijgen in gebruikers van steunmaatregelen en een traject om de databronnen op microniveau van alle ondersteuningsmaatregelen voor bedrijven te koppelen aan het ABR van het CBS voor impact-analyses (B&I, RvO, CBS). Voor eerste resultaten: |
Deze data-infrastructuur biedt de basis voor een evaluatie van het noodpakket (verwacht in 2021), waarvan betrokken departementen (FIN, SZW en EZK) gebruik kunnen maken. | ||||
Expertcommissie evaluatiemethoden (Theeuwes 2.0) | Overig: Ontwikkeling evaluatie-aanpak | 2021 | 1/2/3/4 | Als vervolg op de aanbevelingen van de beleidsdoorlichting van het bedrijvenbeleid. Onderzoek staat in het teken van een doorontwikkeling en aanvulling van bestaande evaluatiepraktijk met evaluatieaanpakken die kunnen worden benut voor systeem- en transitie-evaluaties, zoals het missiegedreven innovatiebeleid (inclusief de bijdrage hieraan van de topsectoren) en het CO2-reductiebeleid. |
Toelichting Expertcommissie evaluatiemethoden: | ||||
In 2012 verscheen het eindrapport van de expertcommissie onder leiding van wijlen prof. Jules Theeuwes. De commissie, ingesteld op initiatief van het Ministerie van Economische Zaken, verzamelde Nederlandse evaluatie-experts en adviseerde het departement over de vraag op welke wijze en met welke concrete evaluatiemethoden de instrumenten van het Nederlandse innovatie- en bedrijvenbeleid het beste konden worden geëvalueerd.1 | ||||
De afgelopen 8 jaar zijn de aanbevelingen van de commissie Theeuwes de leidraad geweest bij alle evaluaties die bij EZK zijn uitgevoerd in het kader van het bedrijvenbeleid.2 | ||||
Onlangs verscheen een geactualiseerd overzicht van alle uitgevoerde evaluaties (2014-2019) als onderdeel van een integrale beleidsdoorlichting van het bedrijvenbeleid. De Theeuwes-aanpak heeft de evaluatiepraktijk bij EZK aanzienlijk vooruit geholpen, maar ook bleek, zoals de commissie zelf al had voorzien, dat de aanpak niet voor alle types van beleidsinterventies feitelijk toepasbaar is.3 | ||||
Voor instrumentevaluaties (met één interventie, één gebruiker en één helder omschreven en meetbaar doel) is de aanpak een deugdelijke evaluatiestandaard en zijn -onder voorwaarden- kwantitatieve methoden toepasbaar. Echter, voor systeemevaluaties en transitievraagstukken ontbreekt echter een dergelijke «gouden» standaard en staat de methodeontwikkeling, ook internationaal, nog in de kinderschoenen. Met de evaluatie van de topsectorenaanpak is daarmee door EZK een begin gemaakt, maar er is behoefte aan de ontwikkeling van een nieuwe (internationale) evaluatiestandaard voor dit type van evaluaties.4 | ||||
De hierboven genoemde expert commissie wordt gevraagd: | ||||
* Een visie te ontwikkelen op de hierboven geschetste evaluatiepraktijk en -strategie van EZK. | ||||
* Een overzicht te bieden van de wetenschappelijk beschikbare evaluatiemethodieken voor uiteenlopende beleidsvraagstukken in het innovatiebeleid (actoren, netwerken, systemen, transities, publieke belangen). Het betreft hier zowel kwantitatieve als kwalitatieve onderzoeksmethoden (of een slimme combinatie daarvan) waarmee betrouwbaar de effectiviteit van beleid inzichtelijk kan worden gemaakt. Daarbij wordt gevraagd ook aandacht te besteden aan de rol van monitoring bij evaluatie en aan de legitimiteit van overheidsingrijpen (marktfalen, systeemfalen en transitiefalen). | ||||
* Advies te geven voor een concrete evaluatie-aanpak bij in ieder geval de volgende beleidsinterventies (voorlopige groslijst): | ||||
- Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid; | ||||
- Transitieprogramma verduurzaming energie-intensieve industrie; | ||||
- Evaluatie van het CO2-reductiebeleid (Klimaatbeleid). | ||||
Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid | Ex-durante | Eerste resultaten in 2021 | 2 | Betreft opzet monitoring en effectmeting. |
Toelichting Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid: | ||||
De Monitoring en effectmeting (M&E) van het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid is in opbouw. Op deze wijze zullen eerste data verzameld worden. Dit kan later input vormen voor de evaluatie-aanpak die nog in de hiervoor genoemde expertcommissie nader uitgewerkt dient te worden. | ||||
Monitor Klimaatbeleid | Ex-durante | 2020 e.v. | 2 en 4 | Bij de Klimaatnota verschijnt in 2020 voor het eerst de Monitor Klimaatbeleid. Deze Monitor moet een objectief inzicht bieden, zowel kwalitatief als kwantitatief, in de voortgang van het beleid in het Klimaatplan (dat voor een belangrijk deel is bepaald door het Klimaatakkoord). |
SDE++ | Ex-post | 2023 | 4 | Bij de SDE++ staat het doel van 49 procent emissiereductie in 2030 en kosteneffectiviteit om dit doel te bereiken centraal. De SDE++ is het belangrijkste subsidie-instrument om dit klimaatdoel te halen. |
Beleidsdoorlichting Klimaatbeleid | Synthese | 2024 | 4 | De Klimaatwet bepaalt dat iedere vijf jaar een herijking van de opgave plaatsvindt. Deze opgavegerichte doorlichting is een syntheseonderzoek van meerdere instrumentenevaluaties van betrokken departementen. Het brengt de samenhang tussen de instrumentenevaluaties in beeld en zal antwoord geven op evaluatievragen op systeemniveau. Jaarlijks wordt bij de Klimaatnota gerapporteerd over de voortgang van voor het Klimaatbeleid relevante evaluaties. In 2021 zal binnen de Operatie Inzicht in Kwaliteit nader worden uitgewerkt op welke evaluatievragen de integrale evaluatie zich in 2024 zal richten. Hierover wordt de Tweede Kamer bij de Klimaatnota in 2021 geïnformeerd. |
Toelichting Integrale doorlichting Klimaatbeleid: | ||||
De Monitoring & Evaluatie van het Klimaatbeleid loopt mee als pilot in de operatie Inzicht in Kwaliteit om het Rijksbrede belang te benadrukken, én een buitenboordmotor te hebben die nodig is om de komende jaren te komen tot een lerende evaluatiestructuur die beleid voorziet van resultaten op het moment dat de vaste momenten in de beleidscyclus (Klimaatwet, INEK) daarom vragen. | ||||
In het Klimaatplan is opgenomen dat het kabinet een evaluatieplan voor het klimaatbeleid ontwikkelt. De (opbouw van de) monitor en de beleidstheorie daarachter, vormen de basis voor de integrale evaluatie. De evaluatie is een synthese onderzoek en zal samenhang brengen in de evaluaties van instrumenten die in het klimaatbeleid een rol spelen en uitgevoerd worden door de verschillende departementen en daarnaast antwoord geven op evaluatievragen op systeemniveau. Beoogd is dat voorafgaand aan het nieuwe Klimaatplan in 2024 een inhoudelijke doorlichting van het Klimaatbeleid kan plaatsvinden, waarbij maximaal gebruik wordt gemaakt van afzonderlijke evaluaties in voorafgaande jaren. Reeds geplande relevante evaluaties in sectoren Gebouwde Omgeving, Landbouw & Landgebruik en Mobiliteit zijn weergegeven op de SEA’s/evaluatieplanningen van respectievelijk BZK, LNV en IenW. De relevante evaluaties op de begroting van EZK zijn: | ||||
Instrumentevaluaties sector Elektriciteit en Industrie: | ||||
- Fiscale regelingen Energiebelasting | Ex-post | 2021 | 4 | In samenwerking met FIN; FIN heeft het voortouw. |
- Evaluatie SDE+ | Ex-post | 2021 | 4 | |
- Evaluatie TSE-Mooi/DEI+/HER | Ex-post | 2022 | 4 | |
- Evaluatie Energie Investeringsaftrek (EIA) | Ex-post | 2023 | 4 | In samenwerking met FIN; EZK heeft het voortouw. |
- Evaluatie SDE++ | Ex-post | 2023 | 4 | |
- Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE) | Ex-post | 2026 | 4 | |
- Sectorevaluatie CO2-reductieaanpak energie-intensieve Industrie | Ex-ante | 2021 | 2 en 4 | Hierbij wordt aangesloten bij een door de OECD uit te voeren onderzoek in 2020 / 21 voor EZK en DG Reform van de Europese Commissie naar het Nederlandse CO2- reductiebeleid voor de Nederlandse industrie (informele ex-ante beleidsdoorlichting). |
- Evaluatie minimumprijs elektriciteitssector5 | Ex-post | n.t.b. | 4 | In samenwerking met FIN; EZK heeft het voortouw. |
- Evaluatie nationale CO2-heffing industrie6 | Ex-post | 2024 | 2 en 4 | In samenwerking met FIN; EZK heeft het voortouw. |
Evaluaties van herziening in regelgevend kader (o.a. Energiewet en Warmtewet) | Synthese | 2027 | 4 | Betreft synthese van evaluaties van gewijzigde Elektriciteit- en gaswet en Warmtewet. |
Toelichting Evaluaties herziening regelgevend kader: | ||||
Voor de zomer van 2020 zal de nieuwe Energiewet (wetsvoorstel tot wijziging van de Elektriciteit en Gaswet) ter consultatie worden voorgelegd. Deze wet zal naar alle waarschijnlijkheid vijf jaar na inwerkingtreding (ca. 2022) geëvalueerd worden. Dit zal waarschijnlijk in 2027 gebeuren. Ook de wijziging van de Warmtewet (Warmtewet 2.0) zal op zijn vroegst op 1 januari 2022 in werking treden. Deze wet zal net als de Energiewet naar alle waarschijnlijkheid vijf jaar na inwerkingtreding geëvalueerd worden, dus op zijn vroegst in 2027. | ||||
Evaluatie Energiewet | Ex-post | 2027 | 4 | |
Evaluatie Warmtewet | Ex-post | 2027 | 4 | |
Studiegroep Invulling Klimaatopgave Green Deal | Ex-ante/Ex-durante | 2020 | 4 | Ambtelijke studiegroep die vanuit een brede blik analyseert wat de gevolgen van een aangescherpte Europese reductiedoelstelling is voor 2030 en wat vanuit Nederland mogelijke strategieën zijn om hier invulling aan te geven. |
Beleidsdoorlichting artikelen 2 en 3 van de EZK-begroting. Doeltreffendheid en doelmatigheid instrumenten bedrijvenbeleid: Een overzicht op basis van de meest recente evaluaties (zie Kamerstuk – bijlage Innovatieve Samenleving).
In aansluiting op voorgaande beleidsthema’s zijn ook de volgende Interdepartementale Beleidsonderzoeken (IBO’s) van belang:
• IBO Financiering Energietransitie: start najaar 2020 (gericht op betaalbaarheid).
• IBO Ruimtelijke Ordening: start najaar 2020 (gericht op interactie tussen energiebeleid en het ruimtelijk domein).
Meerjarenplanning van overige geplande evaluaties per artikel
Soort onderzoek | Titel/onderwerp | Start | Afronding | Vindplaats |
---|---|---|---|---|
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||||
1a. Beleidsdoorlichtingen | ||||
Goed functionerende economie en markten | 2020 | 2021 | ||
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||||
Evaluatie van de aangewezen instanties metrologiewet | 2024 | 2024 | ||
Evaluatie van de instellingen onder de waarborgwet | 2022 | 2022 | ||
Raad voor Accreditatie | 2020 | 2020 | ||
Autoriteit Consument en Markt (ACM) | 2019 | 2020 | ||
Cyberweerbaarheid | 2020 | 2020 | ||
Bijdrage Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) | 2022 | 2022 | ||
De doelmatigheid en doeltreffendheid van het functioneren van het CBS | 2021 | 2021 | ||
Adviesgroep Gids Proportionaliteit | 2019 | 2020 | ||
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||||
2a. MKBA's | ||||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||||
3. Overig onderzoek | ||||
Agentschap Telecom | 2019 | 2020 | De doorlichting is gestart. Verwachte oplevering in 2020. |
Soort onderzoek | Titel/onderwerp | Start | Afronding | Vindplaats |
---|---|---|---|---|
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||||
1a. Beleidsdoorlichtingen | ||||
Doorlichting artikel 21 | 2019 | 2020 | Kamerstuk 32 359, nr. 4 – bijlage Innovatieve Samenleving | |
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||||
Eureka / Eurostars / JTI’s | 2019 | 2020 | Kamerstuk 21501-07-1711 | |
Ruimtevaart | 2022 | 2023 | ||
Intellectueel Eigendomsbeleid | 2022 | 2023 | ||
BMKB | 2021 | 2021 | ||
Garantiefaciliteit Ondernemersfinanciering | 2020 | 2020 | Is uitgesteld naar 2020. | |
Groene Groei | 2019 | 2020 | Kamerstuk 33 043, nr. 103 | |
Toerisme / NBTC | 2024 | 2024 | ||
WBSO | 2023 | 2024 | ||
Evaluatie NFIA | 2019 | 2020 | Kamerstuk 32 637, nr. 415 | |
Fiscale regelingen gericht op bedrijfsopvolging | 2020 | 2021 | ||
Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen | 2021 | 2021 | ||
Regeldruk | 2021 | 2021 | ||
PPS-toeslag (voorheen TKI-toeslag) | 2021 | 2021 | ||
Innovatieprestatiecontracten (IPC) | 2021 | 2021 | ||
NWO-TTW | 2020 | 2020 | ||
Fiscale regelingen startups | 2020 | 2021 | ||
Evaluatie MIT | 2021 | 2022 | ||
Toegepast onderzoek; TO2-instellingen (TNO, Deltares, Marin, NLR, ECN, Wageningen Research) | 2020 | 2021 | ||
Evaluatie subsidieregeling Instituten voor toegepast onderzoek (TO2-regeling) | 2022 | 2022 | ||
Microkredieten | 2020 | 2021 | ||
Ondernemerspleinen / KVK | 2022 | 2023 | ||
Digitale agenda / ICT-beleid | 2022 | 2022 | ||
Evaluatie Rijkscofinanciering EFRO/Interreg (2014-2020) | 2023 | 2024 | ||
Fiscale ondernemerschapsregelingen | 2021 | 2022 | ||
Innovatiebox | 2023 | 2023 | ||
Groeifaciliteit | 2023 | 2023 | ||
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||||
2a. MKBA's | ||||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||||
3. Overig onderzoek | ||||
Agentschapsdoorlichting RVO2 | 2020 | 2021 | ||
Evaluatie Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid | 2022 | 2023 | ||
SBIR | 2023 | 2024 |
Omdat het beleid onder artikel 2 met de taakopdracht «Innovatieve Samenleving» meeliep in de «Brede Maatschappelijke Heroverwegingen», waarin de RPE-vragen 11 t/m 14 zijn beantwoord, kwam de geplande reguliere beleidsdoorlichting in 2020 te vervallen.
Soort onderzoek | Titel/onderwerp | Start | Afronding | Vindplaats |
---|---|---|---|---|
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||||
1a. Beleidsdoorlichtingen | ||||
Doorlichting artikel 31 | 2019 | 2020 | Kamerstuk 32 359, nr. 4 – bijlage Innovatieve Samenleving | |
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||||
Fundamenteel en toegepast onderzoek | 2021 | 2021 | ||
Innovatiekrediet | 2023 | 2023 | ||
Seed Capital regeling | 2023 | 2023 | ||
Dutch Venture Initiative | 2023 | 2023 | ||
Vroege Fase Financiering | 2023 | 2023 | ||
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||||
2a. MKBA's | ||||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||||
3. Overig onderzoek | ||||
Omdat het beleid onder artikel 3 met de taakopdracht «Innovatieve Samenleving» meeliep in de «Brede Maatschappelijke Heroverwegingen», waarin de RPE-vragen 11 t/m 14 zijn beantwoord, kwam de geplande reguliere beleidsdoorlichting in 2020 te vervallen.
Soort onderzoek | Titel/onderwerp | Start | Afronding | Vindplaats |
---|---|---|---|---|
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||||
1a. Beleidsdoorlichtingen | ||||
Beleidsdoorlichting Klimaatbeleid1 | 2023 | 2024 | zie SEA | |
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||||
Subsidieregeling energiebesparing en duurzame energie sportaccommodaties (EDS) | 2020 | 2020 | ||
Evaluatie N-1 (Besluit uitvalsituaties hoogspanningsnet) | 2022 | 2022 | ||
Evaluatie totstandkoming toetsing Investeringsplannen landelijke netbeheerders | 2021 | 2022 | ||
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||||
2a. MKBA's | ||||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||||
3. Overig onderzoek | ||||
Derde structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV III) | 2017 | 2020 | Kamerstuk 31 239, nr. 317 | |
Tussenevaluatie Regeling Duurzame Scheepsbouw | 2023 | 2023 | ||
Evaluatie Besluit experiment afwijken van de Elektriciteitswet 1998 voor decentrale opwekking van duurzame elektriciteit | 2019 | 2020 | ||
Voortzetting gaswinning uit kleine velden op zee en op land | 2020 | 2020 |
De opzet van een evaluatiestructuur voor het (nationaal) klimaatbeleid in het kader van de Operatie Inzicht in Kwaliteit komt in de plaats van de geplande beleidsdoorlichting van artikel 4 in 2021 (zie: Kamerstuk 31 865, nr. 126).
Soort onderzoek | Titel/onderwerp | Start | Afronding | Vindplaats |
---|---|---|---|---|
1. Ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||||
1a. Beleidsdoorlichtingen | ||||
Artikel 51 | n.v.t. | |||
1b. Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||||
Waardevermeerderingsregeling i.c.m. schademeldingen | 2022 | 2022 | Regeling loopt nog; evaluatie doorschuiven naar 2022. | |
Evaluatie Tijdelijke wet Groningen (inclusief Instituut Mijnbouwschade Groningen) | 2022 | 2022 | ||
Evaluatie scholenprogramma | n.v.t. | Oktober 2019 overgeheveld naar BZK (uitvoering loopt nog). | ||
Regeling energiebesparing woningen bouwkundig versterkingsprogramma Groningenveld | n.v.t. | Oktober 2019 overgeheveld naar BZK (uitvoering net gestart). | ||
2. Ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid | ||||
2a. MKBA's | ||||
2b. Ander ex-ante onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid | ||||
3. Overig onderzoek | ||||
Voor artikel 5 staat in 2021 een parlementaire enquête gaswinning Groningen in de planning waarmee de geplande beleidsdoorlichting komt te vervallen.
ACM | Autoriteit Consument en Markt |
ACT | Accelerating CCS Technologies |
ACVG | Adviescollege Veiligheid Groningen |
ANBI | Algemeen nut beogende instellingen |
AT | Agentschap Telecom |
ATR | Adviescollege toetsing regeldruk |
AWTI | Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie |
BBE | Biobased Economy |
BBP | Bruto Binnenlands Product |
BES | Bonaire, Sint Eustatius, Saba |
BIS | Basisinfrastructuur voor cultuur |
BIPM | Bureau International des Poids en Mesures |
BMKB | Borgstellingsregeling Midden en Kleinbedrijf |
BNP | Bruto Nationaal Product |
BOM | Brabantse Ontwikkelings Maatschappij |
BPM | Belasting van personenauto's en motorrijwielen |
BTW | Belasting over de toegevoegde waarde |
BZ | Ministerie van Buitenlandse Zaken |
BZK | Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
CBS | Centraal Bureau voor de Statistiek |
CCS | Carbon Capture and Storage |
CCU | Carbon Capture Usage |
CEPT | Europese Conferentie van administraties voor Post en Telecommunicatie |
COE | Council of Europe |
COL | Corona Overbruggingslening |
COVA | Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieproducten |
CPB | Centraal Planbureau |
CSIRT | Computer Security Incident Response Team |
CVW | Centrum Veilig Wonen |
DEI | Demonstratieregeling Energie-innovatie |
DG B&I | Directoraat-Generaal Bedrijfsleven en Innovatie |
DGGF | Dutch Good Growth Fund |
DICTU | Dienst ICT Uitvoering |
DLG | Dienst Landelijk Gebied |
DTC | Digitaal Trust Centre |
DVI | Dutch Venture Initiative |
EB | Energiebelasting |
EBN | Energie beheer Nederland |
ECB | European Central Bank |
ECN | Energieonderzoek Centrum Nederland |
ECSEL | Electronics Components and Systems for European Leadership |
EDS | Energiebesparing en duurzame energie sportaccommodaties |
EED | Europese Energie-Efficiency Richtlijn |
EFRO | Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling |
EFSI | European Fund for Strategic Investments |
EGO | Revolverend fonds energiebesparing |
EHG | Energie-efficiency en hernieuwbare energie glastuinbouw |
EIA | Energie- investeringsaftrek |
eIDAS | Electronic Identification, Authentication and trust Services |
EIF | Europees Investeringsfonds |
EMT | Energie en Milieutechnologie |
END | Expert National Detaché |
EPBD | Energy Performance of Buildings Directieve |
ESA | European Space Agency |
ESTEC | European Space Research and Technology Centre |
ETD | Elektronische Toegangsdiensten |
ETFF | Energie Transitie Financieringsfaciliteit |
ETS | Emission Trading Scheme/System |
EU | Europese Unie |
EV | Energie voor Vervoer |
EZK | Ministerie van Economische Zaken en Klimaat |
FES | Fonds Economische Structuurversterking |
FIN | Ministerie van Financiën |
FMO | Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden |
FTE | Fulltime-equivalent |
GF | Groeifaciliteit |
GHz | Gigahertz |
GO | Garantie Ondernemingsfinanciering |
GSF | Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering |
GTS | Gasunie Transport Services |
HBO | Hoger Beroeps Onderwijs |
HER | Hernieuwbare Energie Regeling |
HEV | Hernieuwbare Energie Vervoer |
HFR | Hoge Flux Reactor |
HHI | Herfindahl Hirschman Index |
HTSM | HighTech Systems & Materials |
IBO | Interdepartementaal Beleidsonderzoek |
ICANN/GAC | The Internet Corporation for Assigned Names and Numbers/Governmental Advisory Committee |
ICT | Informatie- en communicatietechnologie |
IE | Intellectueel Eigendom |
IEA | International Energy Agency |
IenW | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat |
IGF | Internet Governance Forum |
IMM | Investeringsregeling Milieuvriendelijke Maatregelen |
IMVO | Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen |
INEK | Integraal Energie- en Klimaatplan |
INTERREG | Europese Territoriale Samenwerking |
IOP’s | Innovatieve onderzoeksprogramma’s |
IPC | Innovatieprestatiecontracten |
IPCC | Intergovernmental Panel on Climate Change |
IQ | Innovation Quarter |
IRE | Investeringsregeling Energiebesparing |
IRENA | International Renewable Energy Agency |
ISDE | InvesteringsSubsidie Duurzame Energie |
ISO | Internationale Organisatie voor Standaardisatie |
ITU | International Telecommunications Union |
IUC | Inkoop Uitvoeringscentrum |
J&V | Ministerie van Justitie en Veiligheid |
JTI | Joint Technology Initiatives |
KEV | Klimaat- en Energieverkenning |
KKC | Garantieregeling Klein Krediet Corona |
KNAW | Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen |
KNMI | Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut |
KP7 | Zevende kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling |
KvK | Kamer van Koophandel |
LEI | Landbouw-Economisch Instituut |
LIOF | De Limburgse industrie- en investeringsbank |
LNV | Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
LPG | Liquefied Petroleum Gas |
LS&H | Life Sciences and Health |
MARIN | Maritime Research Institute Netherlands |
MBO | Middelbaar beroepsonderwijs |
MEI | Marktintroductie en innovatie |
MEP | Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie |
MER | Milieueffectrapportage |
MEV | Macro-Economische Verkenning |
MIA | Milieu-investeringsaftrek |
MIT | MKB Innovatiestimulering Topsectoren |
MJA/MEE | Meerjarenafspraken energie-efficiëntie |
MKB | Midden- en Kleinbedrijf |
MRB | Motorrijtuigenbelasting |
MVO | Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen |
MWM | Minister van Wonen en Milieu |
NAM | Nederlandse Aardolie Maatschappij |
NBTC | Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen |
NCG | Nationaal Coördinator Groningen |
NEa | Nederlandse Emissieautoriteit |
NEN | Nederlands Normalisatie-instituut |
NFIA | Netherlands Foreign Investment Agency |
NIA | Nederlands Investerings Agentschap |
NIB | Netwerk- en informatiebeveiliging |
NLR | Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium |
NMI | Nationaal Metrologisch Instituut |
NML | Nederland Maritiem Land |
NOM | Investerings- en ontwikkelingsmaatschappij voor Noord - Nederland |
NPS | Net Promoter Score |
NRG | Nuclear Research and consultancy Group |
NSO | Netherlands Space Office |
NVWA | Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit |
NWO | Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek |
OCNL | Octrooicentrum Nederland |
OCW | Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap |
ODE | Opslag Duurzame Energie |
OIML | Organisation Internationale de Métrologie Légale |
O&O | Onderwijs en Ondernemen |
Oost NL | De ontwikkelingsmaatschappij van Oost-Nederland |
OVB | Overdrachtsbelasting |
PAS | Programmatische Aanpak Stikstof |
PBL | Planbureau voor de Leefomgeving |
PIANOo | Professioneel en Innovatief Aanbesteden Netwerk voor Overheidsopdrachtgevers |
PJ | Petajoule |
PMK | Project Menselijk Kapitaal |
PoC | Proof of Concept |
PPS | Publiek- Private Samenwerking |
PTvT | Platform Talent voor Technologie |
RA | Regeerakkoord |
RCR | Rijkscoördinatieregeling |
RDA | Research & Developmentaftrek |
RED | Richtlijn voor hernieuwbare energie |
R&D | Research and Development |
RES | Regionale Energiestrategie |
RHB | Rijks Hoofdboekhouding |
RIVM | Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu |
ROM | Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen |
RUG | Rijksuniversiteit Groningen |
RvA | Raad voor Accreditatie |
RVB | Rijksvastgoedbedrijf |
RVO.nl | Rijksdienst voor Ondernemend Nederland |
RWS | Rijkswaterstaat |
RWT | Rechtspersonen met een Wettelijke taak |
SBIR | Small Business Innovation Research |
SDE | Stimulering Duurzame Energieproductie |
SEA | Strategische Evaluatie Agenda |
SDS | Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw |
SER | Sociaal-Economische Raad |
SEV | Structuurprogramma Elektriciteitsvoorziening |
SGR | Stichting Garantiefonds Reisgelden |
SI | Smart Industry |
SMO | Samenwerkingsmiddelen Onderzoek |
S&O | Speur- en Ontwikkelingswerk |
SodM | Staatstoezicht op de Mijnen |
SSO | Shared Service Organisatie |
STG-C | Staatsgeheim-confidentieel |
STW | Stichting voor de Technische Wetenschappen |
SURF | ICT-samenwerkingsorganisatie van het onderwijs en onderzoek in Nederland |
SZW | Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
TCBB | Technische commissie bodembeweging |
TCMG | Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen |
TKI | Topconsortia voor Kennis en Innovatie |
TNO | Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek |
TNO-AGE | TNO Adviesgroep Economische Zaken |
TO2 | Toegepast Onderzoek Organisaties |
TOF | Toekomstfondskrediet voor Onderzoeksfaciliteiten |
TOGS | Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 |
TSE | Tenderregeling Energie-innovatie |
TTF | Title Transfer Facility |
TTT | Thematische Technology Transfer |
TTW | Toegepaste en Technische Wetenshappen |
TVL | Tegemoetkoming vaste lasten |
TWA | Technisch Wetenschappelijke Attaché |
Twh | Terawattuur |
UMTS | Universal Mobile Telecommunications System |
UNFCCC | United Nations Framework Convention on Climate Change |
UNWTO | World Tourism Organization |
UPU | Universal Postal Union |
VAMIL | Regeling Vervroegde Afschrijving Milieu-investeringen |
VK | het Verenigd Koninkrijk |
VN | Verenigde Naties |
VSL | Van Swinden Laboratorium |
VWS | Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
WABO | Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht |
WBSO | Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk |
WELMEC | Europese samenwerking op wettelijke Metrologie |
WIM | Werkgroep Internationale Mobiliteit |
WION | Wet Informatie uitwisseling Ondergrondse Netten |
WIPO | World Intellectual Property Organization |
WOZT | Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie |
Wva | Wet voorraadvorming aardolieproducten |
ZBO | Zelfstandig Bestuursorgaan |