Voorgesteld 8 december 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het Gerechtshof in Den Haag op 24 november 2020 uitspraak heeft gedaan waardoor het weer is toegestaan om professioneel bestrijdingsmiddelen toe te passen op verhardingen en andere oppervlakten buiten de land- en tuinbouw;
overwegende dat bij innamepunten voor drinkwater sinds het verbod een afname van de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen zoals glyfosaat in het water te zien is, en het verbod daar waarschijnlijk aan heeft bijgedragen;
verzoekt de regering, zo snel als mogelijk een toereikende rechtsgrondslag te creëren in de wet die het mogelijk maakt het eerdere door de Kamer ingestelde verbod weer te bekrachtigen;
en gaat over tot de orde van de dag,
Bromet
De Groot
Van Esch
Dik-Faber