Vastgesteld 8 januari 2021
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Defensie over de Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied. (Kamerstuk 35 300 X, nr. 71).
De vragen en opmerkingen zijn op 25 november 2020 aan de Minister van Defensie voorgelegd. Bij brief van 18 december 2020 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Aukje de Vries
Adjunct-griffier van de commissie, Mittendorff
Vragen en antwoorden
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken omtrent Kustwacht Caribisch gebied. Graag stellen zij de regering hier een vraag over.
De leden van de GroenLinks-fractie danken de Minister voor de toegezonden stukken. Zij hebben aanhoudende en ernstige zorgen over de rol van de Nederlandse kustwacht bij mogelijke pushbacks van asielzoekers. Zij hebben hierover een aantal vragen.
Vraag 1
De Ocean Patrol Vessels (OPV’s) worden ingezet in het Caribisch gebied. De leden van de VVD-fractie vragen welke invloed het stilleggen van een van de OPV’s heeft op de inzet en getraindheid van de bemanningen voor de kustwachttaken in Caribisch gebied.
Antwoord
Voor het bemannen van een OPV wordt momenteel gebruik gemaakt van het wisselbemanningsconcept. Dit houdt in dat bij iedere rotatie van het stationsschip in het Caribisch gebied een gehele bemanning wisselt van platform, wat de bemanning meer zekerheid biedt omtrent de duur van de inzet en gelijktijdig resulteert in een besparing op transittijd en -kosten. Door het stilleggen van één OPV is het aantal OPV-bemanningen niet aangetast. Middels de overgebleven beschikbare OPV’s is CZSK nog steeds in staat bemanningen te leveren, die gereed zijn voor inzet met het OPV in het Caribisch gebied. Met het stilleggen van een OPV komt de planning van gereedstellingsactiviteiten wel meer onder druk te staan. Tevens kan het OPV niet meer voor andere missies worden ingezet.
Vraag 2
De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat de Minister in het Jaarverslag 20191 spreekt van de aanhouding van 377 «illegale migranten» door de kustwacht over het jaar 2019. Deze leden vragen waarom de Minister hier spreekt van illegale migranten – hebben deze mensen de kans gekregen asiel aan te vragen en is gebleken dat zij hier geen recht op hadden? Zo nee, hoe kan dan met zekerheid worden gesproken van illegale migratie? Ontkent de Minister dat er legitieme redenen zijn om Venezuela te ontvluchten en asielbescherming te zoeken in het Caribisch deel van het Koninkrijk?
Antwoord
Maritieme grensbewaking behoort tot een van de handhavingstaken van de Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied (hierna Kustwacht). Er wordt van illegale migranten gesproken, omdat de aangehouden personen getracht hebben zich op illegale wijze toegang te verschaffen tot de eilanden. Staande gehouden migranten worden door de Kustwacht bij een van de drie steunpunten op Curaçao, Aruba en Sint Maarten ontscheept. Daar worden de migranten overgedragen aan de politieorganisatie van het desbetreffende Land. Het Land is vervolgens verantwoordelijk voor het vervolgproces. Uit dit vervolgproces moet blijken of de migranten recht hebben op asielbescherming.
Vraag 3
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat de kustwacht wordt ingezet om illegale migratie te ontmoedigen. Deze leden vragen hoe de kustwacht dit operationeel vormgeeft. Worden er acties ondernomen om te voorkomen dat boten in de territoriale wateren varen? Zo ja, welke? Worden zeewaardige boten weggestuurd uit de territoriale wateren? Zo ja, hoe verhoudt zich dit tot het recht van Venezolanen om asiel aan te vragen?
Antwoord
Ontmoediging bestaat uit zichtbare aanwezigheid van Kustwachteenheden (dit kunnen ook Defensie-eenheden zijn) rondom de ABC-eilanden en daaraan gekoppelde strategische communicatie over de aanwezigheid van voornoemde eenheden. De Kustwacht is verantwoordelijk voor de maritieme grensbewaking door handhaving en opsporing. Vanuit die verantwoordelijkheid tracht de Kustwacht een zo volledig mogelijk situationeel bewustzijn op te bouwen met haar sensoren. In geval van verdenking van illegale activiteiten door maritiem verkeer wordt gericht gecontroleerd en indien noodzakelijk binnen de bevoegdheden verbaliserend opgetreden. In 2021 maakt de Kustwacht een significante kwaliteitsslag in haar detectiecapaciteit door de installatie van een nieuw walradarsysteem, verdere implementatie van mobiele radars en de integratie van elektro-optische sensoren.
De Kustwacht is ook verantwoordelijk voor de veiligheid op zee. Ieder noodgeval wordt door de Kustwacht gelijkwaardig behandeld. Vanuit internationale regelgeving is de Kustwacht verplicht om bij een melding van Search and Rescue (hierna SAR) binnen haar verantwoordelijkheidsgebied in actie te komen. In geval van maritieme noodsituaties treedt de Kustwacht coördinerend en waar mogelijk met eigen varende en vliegende eenheden dienstverlenend op. De veiligheid van personen in nood op zee staat voor de Kustwacht te allen tijde voorop.
Vraag 4
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat er tussen de Nederlandse kustwacht en de Venezolaanse kustwacht een goede werkrelatie zou bestaan. Deze leden vragen of er binnen deze relatie informatie wordt uitgewisseld over Venezolaanse asielzoekers. Indien dat het geval is, welk soort informatie betreft het? De leden van de GroenLinks-fractie vragen in hoeverre hierbij het risico wordt gewogen dat het Venezolaanse regime via Nederland informatie krijgt over personen die voor het regime zijn gevlucht, of zelfs het risico dat vluchtelingen in strijd met artikel 3 EVRM in de handen van de Venezolaanse kustwacht worden geduwd.
Antwoord
De werkrelatie met de Venezolaanse Kustwacht beperkt zich conform het Memorandum of Understanding (MoU) tussen de Ministers van Defensie van het Koninkrijk der Nederlanden en de republiek Venezuela (getekend op 9 september 1997) tot gezamenlijke SAR-procedures, met als doel het bevorderen van de samenwerking en coördinatie op het gebied van maritieme en aeronautische SAR. Het gaat hierbij dus om de veiligheid van personen op zee. Door de Kustwacht worden geen persoonsgegevens, of andere informatie die te herleiden is tot personen, uitgewisseld met de Venezolaanse kustwacht noch met andere Venezolaanse autoriteiten.
Vraag 5
De leden van de GroenLinks-fractie brengen in herinnering dat de Staatssecretaris van Defensie in het VAO Materieel Defensie van 11 september 2019 heeft toegezegd met relevante partijen als IOM en UNHCR om tafel te gaan om te kijken hoe de monitoring is van het aantal mensen dat in de territoriale wateren van het Caribisch deel van het Koninkrijk wordt gered, zelfstandig de eilanden bereikt, vermist raakt of verdrinkt. Deze leden vragen of inmiddels een inventarisatie heeft plaatsgevonden van wat mogelijk is om hier meer informatie over te verzamelen en inzichtelijk te maken. Indien dat niet het geval is, dan vragen deze leden op welke termijn dit alsnog gebeurt.
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 6. Defensie heeft toegezegd de bij de Kustwacht beschikbare cijfers te rapporteren in het jaarverslag.
Naast de vermelding van dergelijke cijfers zag de toezegging ook op een verkennend gesprek met relevante partijen, waaronder de International Organisation for Migration (hierna IOM). Defensie deelt het belang van een verkennend gesprek om te kijken of er meer informatie verzameld kan worden en inzichtelijk kan worden gemaakt. De Kustwacht heeft daartoe contact gezocht met de regionale vertegenwoordiging van IOM. Dit gesprek zal begin 2021 plaatsvinden. Uw Kamer zal nader geïnformeerd worden over de uitkomsten van deze inventarisatie middels het Jaarverslag 2020 van de Kustwacht.
Vraag 6
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de kustwacht zelfstandig cijfers bijhoudt over het aantal personen dat in de territoriale wateren van het Caribisch deel van het Koninkrijk vermist raakt of verdrinkt. Indien dat niet het geval is, dan vragen deze leden wat daarvan de reden is.
Antwoord
De Kustwacht houdt cijfers bij van alle reddingsacties waarbij de Kustwacht als verantwoordelijk coördinerende organisatie betrokken is. Die cijfers worden jaarlijks gerapporteerd in de jaarverslagen van de Kustwacht. Eveneens wordt in het Jaarverslag 2019 van de Kustwacht melding gemaakt van het door het IOM gerapporteerde aantal dodelijke slachtoffers in het Caribisch gebied in 2019.