Voorgesteld 15 oktober 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Nederland en Vlaanderen in Europees perspectief extreem weinig investeren in de studie van het Nederlands buiten het eigen taalgebied en deze investering steeds minder wordt;
verzoekt de regering, om binnen artikel 8 van de begroting OCW ervoor te zorgen dat in de komende jaren structureel jaarlijks 2 miljoen extra beschikbaar wordt gesteld voor de Taalunie, waarbij deze middelen expliciet besteed moeten worden aan internationale neerlandistiek;
verzoekt de Minister tevens, om met haar Vlaamse collega af te spreken dat ook Vlaanderen zijn bijdrage levert, en de Kamer voor het kerstreces hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Molen
Wiersma