Voorgesteld 15 oktober 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat 137 van de 152 samenwerkingsverbanden de nieuwe signaleringswaarde voor financiële reserves zoals vastgesteld door de Minister overschrijden;
constaterende dat de financiële risico’s voor samenwerkingsverbanden beperkt zijn aangezien aangesloten schoolbesturen ook financiële reserves hebben;
constaterende dat de Minister de samenwerkingsverbanden de tijd wil geven om bovenmatige reserve af te bouwen en hierop pas wil handhaven vanaf 2024, over het boekjaar 2023;
verzoekt de regering, om vanaf 2022 al te handhaven, over het boekjaar 2021, zodat dit geld komend jaar wordt uitgegeven waarvoor het bedoeld is, namelijk passend onderwijs voor kinderen, betere ondersteuning van leraren en het verkleinen van het aantal thuiszittende kinderen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Westerveld
Kwint
Van den Hul