Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juli 2021
Zoals per brief van 21 mei jl. (Kamerstuk 35 570 VIII, nr. 220) met u gedeeld en conform de motie van de leden Van den Hul en Van Raan1 met u afgesproken, willen wij bij de uitvoering van het Nationaal Programma Onderwijs recht doen aan de verschillen in de mate waarin het lerarentekort het laten inlopen van opgelopen achterstanden bemoeilijkt. De intentie is om invulling te geven aan deze motie door een arbeidsmarkttoelage voor onderwijspersoneel gericht in te zetten op scholen met relatief veel leerlingen met een risico op onderwijsachterstanden, hiervoor is € 375 miljoen beschikbaar voor de periode van het Nationaal Programma Onderwijs. Dit heb ik u ook eerder gemeld in mijn brief van 21 mei jl. Scholen met extra uitdagingen hebben de meeste moeite met het lerarentekort: zij krijgen vacatures moeilijker vervuld en het verloop is hoger. Recent is dit beeld door de G4 wederom bevestigd.
Voor de uitvoering hiervan zijn afspraken door de sociale partners benodigd. Met deze brief wil ik u informeren over waar we hiermee staan. Ik heb de sociale partners gevraagd afspraken te maken op basis waarvan de arbeidsmarkttoelage bij het personeel op deze scholen terecht komt. Sociale partners zijn immers verantwoordelijk voor cao-afspraken.
De afgelopen weken hebben sociale partners hierover gesproken. Helaas is het tot op heden nog niet gelukt om tot een afspraak te komen.
Ik hecht er belang aan om de scholen nog dit schooljaar zekerheid te kunnen bieden over de beschikbaarheid van deze middelen. Aangezien de zomervakantie in de regio Noord al op maandag 12 juli begint, heb ik vandaag aan sociale partners gevraagd nog deze week met elkaar in gesprek te gaan in een uiterste poging om tot een oplossing te komen. Hierover informeren zij mij uiterlijk donderdag 8 juli 2021.
Ik houd uw Kamer op de hoogte van de voortgang. Indien sociale partners gezamenlijk geen oplossing aanreiken, zal ik mij beraden op vervolgstappen en u daarover informeren.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob