Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 7 juni 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Nationaal Programma Onderwijs tot doel heeft gesteld om de achterstanden bij kinderen opgelopen door de coronacrisis in te lopen;
overwegende dat de Rekenkamer, het SCP, CPB, wetenschappers, vakverenigingen en het onderwijsveld zorgen hebben of het NPO-geld binnen de korte looptijd van het programma op een doelmatige manier uitgegeven kan worden;
constaterende dat een deel van het NPO-geld in subsidieregelingen zit en bij onderuitputting zou terugvloeien naar de staatskas;
verzoekt de regering, om ervoor te zorgen dat het gehele NPO-geld beschikbaar blijft voor het onderwijs, ook na de geplande looptijd van het programma, en eventuele onderuitputting in de NPO-subsidies niet terugvloeit naar de staatskas,
en gaat over tot de orde van de dag.
Westerveld
De Hoop