Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 januari 2021
Op 28 maart 2019 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de stand van zaken bij SURF1 rondom mogelijke tekortkomingen in het verkoopproces in 2016 van Vancis, dochter van SURF.2 In de brief wordt aangegeven dat ik uw kamer zal informeren over het vervolg.
SURF heeft bij de Rechtbank Amsterdam onder meer een verzoek om een getuigenverhoor ingediend met betrekking tot de gang van zaken rondom het verkoopproces van Vancis. Op 15 oktober 2019 heeft er een hoorzitting plaatsgevonden bij de Rechtbank Amsterdam. Op 7 november 2019 heeft de rechtbank het verzoek toegewezen. Het getuigenverhoor is door corona-maatregelen vertraagd en heeft eind 2020 plaatsgevonden. SURF heeft in hetgeen bij het getuigenverhoor naar voren is gekomen, onvoldoende aanleiding gevonden voor verdere juridische stappen rond het verkoopproces van Vancis in 2016 en SURF heeft daarom dit Vancis dossier per 31 december 2020 afgesloten.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven