Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 9 november 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat verhuurders borg aan hun huurders mogen vragen en dat deze borg ingehouden kan worden als de huurder de woning met gebreken achterlaat;
overwegende dat het regelmatig voorkomt dat huurders hun borg niet terugkrijgen, ook als er geen gebreken aan de woning zijn, en dat zij dan vaak moeite hebben om de borg alsnog van de verhuurder terug te krijgen;
van mening dat het onacceptabel is dat huurders hun borg niet terugkrijgen als er geen aantoonbare gebreken aan de woning zijn geconstateerd;
verzoekt de regering, huurders beter te beschermen tegen malafide verhuurders door de borgstelling zo in te richten dat de borg op een onafhankelijke derdenrekening wordt gestort en de bewijslast bij gebreken aan de woning – waarna er borg ingehouden mag worden – bij verhuurder te leggen, en de Kamer hierover voor 1 maart 2021 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Smeulders