Kamerstuk 35570-VII-34

Amendement van de leden Terpstra en Koerhuis over middelen voor startersleningen

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2021

Gepubliceerd: 6 november 2020
Indiener(s): Julius Terpstra (CDA), Daniel Koerhuis (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35570-VII-34.html
ID: 35570-VII-34

Nr. 34 AMENDEMENT VAN DE LEDEN TERPSTRA EN KOERHUIS

Ontvangen 6 november 2020

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 3 Woningmarkt worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 50.000 (x € 1.000).

II

In artikel 3 Woningmarkt worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 50.000 (x € 1.000).

Toelichting

Met dit amendement wordt beoogd de kansen van starters binnen de volkshuisvesting aanzienlijk te vergroten. Door op landelijk niveau budget voor startersleningen beschikbaar te stellen kunnen ongeveer 20.000 starters geholpen worden om hun eerste koophuis te kopen.1 In de voorgaande economische crisis werd deze maatregel succesvol ingezet om starters te helpen aan hun eerste koopwoning.

Door de coronacrisis dreigen starters een nog slechtere positie te krijgen binnen de volkshuisvesting. Het beschikbaar stellen van eenmalig 50 miljoen euro in 2021 maakt startersleningen breder toegankelijk, zoals dat ook in de periode 2013/2014 gebeurde. De Rijksbijdrage van 50 miljoen euro wordt gebruikt als cofinanciering (50% gemeenten en provincies, 50% Rijk). Met 50 miljoen euro vanuit het Rijk financiert het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) 250 miljoen euro die beschikbaar komt als de 50% Rijksbijdrage. Gezamenlijk met de bestaande bijdrage vanuit de gemeenten/provincies is dat naar verwachting in totaal 500 miljoen euro die beschikbaar voor startersleningen.

Naast de financiële bijdrage, heeft een Rijksbijdrage als gevolg dat meer gemeenten regelingen voor starters zullen opstellen en bereid zijn mee te doen aan cofinanciering. Dit blijkt uit een evaluatie van de periode 2013/2014, waarbij ook deze methode werd gebruikt.2 3. De positieve economische aspecten voor de bouw zijn significant. Uit onderzoek van het Economisch Instituut van de Bouw (EIB)1 blijkt dat een eenmalige subsidie van 50 miljoen euro voor startersleningen, zoals geregeld in dit amendement, een extra woningbouwproductie ter grootte van 1,6 miljard euro en ongeveer 6.000 voltijdsbanen oplevert. Daarnaast worden naar verwachting 20.000 starters geholpen aan hun eerste koopwoning.

De dekking van dit amendement komt uit de Woningbouwimpuls voor het jaar 2021. Het doel van dit amendement sluit aan bij de doelstelling van de Woningbouwimpuls om te komen tot betaalbare woningen voor starters. De startersleningen geven een impuls aan de volkshuisvesting voor een specifieke groep en is bewezen effectief geweest in het verleden. Gesterkt door de genoemde onderzoeken en het bewezen effect in het verleden zijn de indieners daarom van mening dat de Rijksbijdrage aan startersleningen uit de gelden van de woningbouwimpuls betaald kan worden.

Terpstra Koerhuis