Voorgesteld 26 november 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat eenieder in Nederland bescherming verdient;
overwegende dat de IHRA-definitie bescherming beoogt te bieden aan joden die te maken krijgen met antisemitisme;
overwegende dat de Tweede Kamer op 22 november 2018 een motie van het lid Van der Staaij over het hanteren van de IHRA-definitie voor antisemitisme heeft aangenomen;
verzoekt de regering, te bevorderen dat deze definitie voortvarend en herkenbaar in uitvoering komt in de opsporing en vervolging van antisemitisme, en de Kamer daarover te rapporteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bisschop