Voorgesteld 26 november 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat bedrijven en overheden steeds meer data verzamelen;
overwegende dat met technologieën zoals algoritmes en gezichtsherkenning persoonsgegevens worden verwerkt en dus behoren tot het werkterrein van de Autoriteit Persoonsgegevens;
overwegende dat toezien op de naleving van de AVG een uiterst intensieve taak is;
constaterende dat de Autoriteit Persoonsgegevens een forse achterstand heeft met het afhandelen van klachten en het verlenen van vergunningen;
verzoekt het kabinet, om in kaart te brengen hoe de uitkomsten van het rapport van KPMG over de Autoriteit Persoonsgegevens kunnen worden uitgevoerd;
verzoekt het kabinet, tevens om te onderzoeken hoe de capaciteit en middelen van de Autoriteit Persoonsgegevens vanaf 2022 structureel op een afdoende niveau kunnen komen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Beukering-Huijbregts
Verhoeven
Buitenweg
Van Nispen
Moorlag