Ontvangen 15 september 2020
Geraamde uitgaven begrotingshoofdstuk K 2021 (bedragen x € 1.000). Totaal € 4.610.299
Geraamde ontvangsten begrotingshoofdstuk K 2021 (bedragen x € 1.000). Totaal € 4.610.299
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.
Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).
De Minister van Defensie,A.Th.B.Bijleveld-Schouten
Het Ministerie van Defensie heeft twee begrotingen:
1. De beleidsbegroting (Hoofdstuk X van de Rijksbegroting);2. De begroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) (Hoofdstuk K van de Rijksbegroting).
Het DMF zorgt voor de financiering en bekostiging van investeringen en instandhouding van het materieel, de infrastructuur en de IT-middelen van Defensie. Door een apart fonds voor het defensiematerieel kan beter invulling worden gegeven aan het voorzien in een meerjarig integraal beheer van de financiering en bekostiging van de ontwikkeling, de verwerving, de instandhouding en de afstoting van het materieel, de IT-middelen en de infrastructuur van het Ministerie van Defensie teneinde te komen tot een meer schokbestendige begroting.
Het DMF wordt gevoed door de bijdragen uit begroting Hoofdstuk X.
Structuur
De opzet en de structuur van de begroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) zijn gebaseerd op de rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën. Het DMF is als volgt opgebouwd:
– Allereerst is de begrotingsstaat voor het DMF voor het jaar 2021 opgenomen.
– In de Defensiematerieelagenda worden de prioritaire projecten beschreven, waarbij zoveel mogelijk de samenhang met de beleidsdoelstellingen uit de Defensiebegroting is aangegeven.
– Daarna worden de artikelen behandeld. De begroting van het fonds kent zeven artikelen. Deze worden onderstaand nader toegelicht.
– Tenslotte zijn twee bijlagen opgenomen:
• De conversietabel die laat zien wat is overgenomen uit de reguliere Defensiebegroting;
• Een afkortingenlijst.
Opzet DMF
Door het in werking treden van de Wet Defensiematerieelbegrotingsfonds zijn delen van de defensiebegroting geconverteerd naar het DMF. In bijlage 2 is een conversietabel opgenomen die laat zien welke bedragen uit welk artikel van de Defensiebegroting zijn overgenomen.
Om het inzicht in de investeringsplanning te vergroten, worden per artikel in de tabel "budgettaire gevolgen van beleid" de verplichtingen, uitgaven en eventuele ontvangsten met betrekking tot investeringen en instandhouding voor een periode van vijftien jaar gepresenteerd.
Instandhoudingsuitgaven zijn de uitgaven die nodig zijn om materieel operationeel te houden. De instandhoudingsuitgaven in de begrotingsartikelen zijn de instandhoudingsuitgaven die door een Defensieonderdeel gedaan worden, daar kunnen ook uitgaven ten behoeve van andere Defensieonderdelen in zitten vanwege het assortimentsgewijs werken (AGW). Het AGW beoogt de logistieke keten van een aantal artikelen centraal te beleggen, dus bij één Defensieonderdeel. Dat Defensieonderdeel wordt dan ook budgettair belast met de uitgaven van voor andere Defensieonderdelen verworven artikelen. Om meer inzicht te geven in de instandhoudingsuitgaven van grote wapensystemen worden deze in de toelichtingen van de verschillende artikelen weergegeven. Deze informatie is nieuw ten opzichte van voorgaande begrotingen. Daarnaast heeft de Kamer (Kamerstuk 35 280, nr. 7) geïnformeerd naar de mogelijkheid om - conform het Infrastructuurfonds - een instandhoudingsbijlage in het DMF op te nemen. Dit om eventuele tekorten zichtbaar te maken. De Minister heeft toegezegd (Kamerstuk 35 280, nr. 7) in de eerste begroting van het DMF terug te komen over de wijze waarop de Kamer nader geïnformeerd kan worden over instandhouding ten aanzien van vastgoed. Om zo goed mogelijk invulling te geven aan deze toezegging is uitgezocht of het mogelijk is een dergelijke bijlage te maken. Momenteel wordt de vorm en inhoud van deze bijlage bepaald. Het voornemen is vanaf volgend jaar (DMF 2022) de instandhoudingsbijlage vastgoed op te nemen in de begroting van het DMF.
Personele uitgaven verbonden aan de ontwikkeling, verwerving, instandhouding en afstoting van materieel, infrastructuur en vastgoed en IT vallen ook binnen de reikwijdte van het fonds (wetsvoorstel DMF, artikel 5). Op 22 april jl. werd de motie (Motie Diks, Kamerstuk 35 280, nr. 11) aangenomen om uiterlijk in 2022 personele uitgaven op te nemen in het DMF. Opname van relevante personele uitgaven sluit aan bij de doelstellingen van het DMF om te komen tot een meer schokbestendige en voorspelbare begroting. Daarnaast maakt het een meer integrale afweging tussen inbesteden en uitbesteden mogelijk. Het opnemen van personele uitgaven is echter een grote en ingewikkelde operatie, doordat budgetten ontvlochten moeten worden uit de administratie en dit gevolgen heeft voor de bedrijfsvoering van alle defensieonderdelen. Omdat de gevolgen daarvan op voorhand niet goed zijn in te schatten, wordt de komende twee jaar (2021 en 2022) proefgedraaid, waarbij na 1 jaar bezien wordt of al voldoende informatie beschikbaar is om een besluit op te kunnen baseren. Het proefdraaien geeft de mogelijkheid te bezien wat de gevolgen van het opnemen van personele uitgaven in het DMF zijn voor bijvoorbeeld het herschikken van budgetten en middensommen. Daarnaast kunnen eventuele onbedoelde effecten op voorhand worden waargenomen en kan bepaald worden wat de meest voor de hand liggende mogelijkheid is deze uitgaven in het DMF te presenteren. Deze manier maakt het mogelijk in de eerste helft van 2023 een goed onderbouwd besluit te nemen over het opnemen van de personele uitgaven in het DMF.
De reguliere Defensiebegroting (hoofdstuk X) bevat het voorgenomen Defensiebeleid. De begroting van het DMF bevat de uitwerking van dat beleid in concrete projecten en de instandhouding van het materieel, infrastructuur en vastgoed en IT en heeft daardoor een meer uitvoerend karakter. In het DMF worden alle investeringsprojecten benoemd met een projectbudget van meer dan € 100 miljoen, per categorie onderverdeeld naar voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase. Het projectbudget bestaat uit de onderzoekskosten, de basisraming en de risicoreservering. Deze werkwijze komt overeen met het Defensieprojectenoverzicht (DPO). De systematiek wijkt in de kern niet af van de werkwijze die de afgelopen jaren in de reguliere begroting is gehanteerd, maar de toelichtingen zijn uitgebreider:
– Voor projecten in voorbereiding worden de projecten toegelicht waarvan verwacht wordt dat in deze begrotingsperiode een behoeftestellingsbrief (A-brief) verstuurd wordt. Hierbij worden per project de bandbreedtes volgens het Defensie Materieelproces (DMP) gepresenteerd:
€ 100 ‒ € 250 miljoen, € 250 miljoen ‒ € 1 miljard,
€ 1 miljard ‒ € 2,5 miljard en meer dan € 2,5 miljard.
– Bij projecten in onderzoeksfase wordt per project de bandbreedte en de planning van de DMP-brieven gepresenteerd.
– Bij projecten in realisatiefase worden de verwachte uitgaven per jaar gepresenteerd, tenzij dit commercieel vertrouwelijke informatie betreft. In dat geval wordt de bandbreedte weergegeven.
Informatie over investeringsprojecten die jaarlijks in het DPO wordt gepubliceerd, is op hoofdlijnen geïntegreerd in het DMF. De Kamer ontvangt het DPO - gelijktijdig met het DMF - op Prinsjesdag. Het DPO omvat meer gedetailleerde informatie over alle projecten gelijk aan of boven de € 25 miljoen die in onderzoek of realisatie zijn.
Tot slot heeft het Kabinet - naar aanleiding van het verslag van de Kamerleden Sneller en Snels over het verslaggevingsstelsel Rijksoverheid (Kamerstuk 31 865, nr. 125) - toegezegd dat de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Defensie elk een tweetal pilots gaan uitvoeren waarin in de financiële informatievoorziening baten-lasteninformatie wordt opgenomen. Bij Defensie zijn hiervoor twee materieelprojecten geselecteerd, zoals aangegeven in de Kamerbrief Pilotprojecten verslaggevingsstelsel (Kamerstuk 31 865, nr. 130):
1. Het project Midlife Update van het infanteriegevechtsvoertuig CV-9035NL. Dit project zit in de realisatiefase. De baten-lasten informatie zal bij de D-brief worden verstrekt, waarmee kan worden bezien of de kwaliteit van de besluitvorming kan worden versterkt door het verstrekken van baten-lasteninformatie.
2. Het project Defensiebrede vervanging operationele wielvoertuigen, deelproject voertuig 50-100-150 kN. Dit project zit in de realisatiefase. Omdat het contract al getekend is en de voertuigen al geleverd worden draagt deze pilot bij aan het tweede doel van de pilot, namelijk bezien of door het toevoegen van baten-lasteninformatie de waardeontwikkeling van publiek bezit beter zichtbaar gemaakt kan worden. Voor dit project wordt bij deze begroting in een separate brief de baten-lasten informatie verstrekt.
Groeiparagraaf
Naar aanleiding van het aangenomen amendement Voordewind (Kamerstuk 35280, nr. 15, d.d. 21 april 2020) is het oorspronkelijke artikel 1 (Materieel) opgesplitst in artikelen voor defensiebreed materieel, maritiem materieel, land materieel en lucht materieel. Deze opsplitsing kan het budgetrecht van de Kamer verder versterken.
Daarnaast wordt vanaf dit jaar het projectbudget in plaats van projectvolume opgenomen in het DMF. Het projectbudget bestaat uit de onderzoekskosten, de basisraming en de risicoreservering. Het projectvolume bestaat uit het projectbudget vermeerderd met het effect op de exploitatie. In het DPO wordt per project zowel het projectbudget als (indien van toepassing) het projectvolume opgenomen.
Algemeen
Veiligheid is het fundament onder een bloeiende en vrije samenleving. De kwetsbaarheid van Nederland is toegenomen in een wereld die aan verandering onderhevig is en onveiliger wordt. Het is de taak van Defensie te beschermen wat ons dierbaar is. Daarom hebben wij in de Defensienota 2018 gekozen om te investeren in mensen, middelen en manieren. Voor wat betreft middelen hebben we de ambitie om de krijgsmacht te herstellen, te moderniseren en te versterken en om te komen tot een schokbestendige begroting.
Deze begroting die voor u ligt is hier een resultaat van. Met het instellen van het fonds voor Defensiematerieel kunnen wij namelijk beter invulling geven aan de doelstelling om te voorzien in een meerjarig integraal beheer van de financiering en bekostiging van de ontwikkeling, de verwerving, de instandhouding en de afstoting van het materieel, de IT-middelen en de infrastructuur van het Ministerie van Defensie teneinde te komen tot een meer schokbestendige begroting.
Naar aanleiding van de ambitie om de krijgsmacht te herstellen, te moderniseren en te versterken zijn wij een omvangrijk investeringsprogramma gestart. Dit programma is zichtbaar in een stijgende investeringsquote, in een groot aantal nieuwe projecten dat is gestart en in vele contracten die zijn afgesloten. Toch blijft er nog veel werk te verzetten. De projecten, het investeringsprogramma en ook het herzien van de Defensie Industrie Strategie (DIS) zijn een eerste stap in de lange lijnen naar de toekomst. De DIS is een richtinggevend kader voor het versterken, beschermen en internationaal positioneren van de Nederlandse defensie-industrie. Ook in 2021 zetten we stappen in de implementatie. Zo werkt het kabinet aan aanvullende maatregelen ter bescherming van defensie-industrie tegen ongewenste buitenlandse overnames en investeringen. Met een nieuw te introduceren sectorale investeringstoets op het gebied van defensie, kan worden voorkomen dat bepaalde overnames en investeringen leiden tot risico’s voor de nationale veiligheid en in het bijzonder het vitale proces ‘Inzet defensie’. Naar verwachting zal het conceptwetsvoorstel in het eerste kwartaal van 2021 in internetconsultatie gaan.
Momenteel zijn er veel projecten in uitvoering, hetgeen veel vergt van onze voorzien-in keten. Met nieuwe werkvormen waarbij eerder en meer geïntegreerd wordt samengewerkt proberen we waar mogelijk te versnellen. Complexiteit en schaarste aan benodigde kennis en capaciteit leiden echter tot vertragingen. Tevens zijn levertijden van materieel en vastgoed vaak lang. Ook werken achterstanden vanuit het verleden door in de huidige materiële situatie. Dit blijkt bijvoorbeeld uit een van de conclusies van de Brede Maatschappelijke Heroverwegingen (Kamerstuk 32359, nr. 4): extra stappen in het kader van herstel op het gebied van instandhouding van wapensystemen zijn nodig om de balans tussen de ondersteuning en gevechtseenheden te herstellen. Vanaf 2020 is enige financiële ruimte beschikbaar om een eerste stap te zetten de materieel logistieke capaciteit de komende jaren beter in balans te brengen met de bestaande werklast. Daarbij gaat het niet alleen om het aantrekken van meer personeel, maar ook over gerichte mogelijkheden tot uitbesteding van werkpakketten, inhuur en slimme samenwerking met (internationale) partners. Herstel en modernisering vergen daarmee tijd.
De COVID-19-uitbraak heeft impact op de maatschappij, op projecten van Defensie en op de ketens van de defensie- en veiligheidsindustrie. Een voorbeeld van deze impact die zich al voordoet is het vertragen van de levering van de nieuwe helmen. Defensie en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat staan hierover in contact met het bedrijfsleven en kennisinstellingen. Investeringsopdrachten zijn niet zomaar naar voren te halen. Dit omdat het investeringsbudget van Defensie al bijna volledig gevuld is. Dat betekent dat als iets naar voren wordt gehaald, iets anders naar achteren moet schuiven. Defensie is in goed overleg met onze ketenpartners om te bezien waar maatwerk een oplossing is voor de uitdagingen en knelpunten die bij bedrijven en instellingen ervaren worden. Binnen de gegeven financiële en wettelijke kaders betrachten wij in deze uitzonderlijke tijden de nodige coulance bij de beoordeling van verzoeken van ondernemers. In het kader van het Strategisch Vastgoedplan en de instandhouding vastgoed heeft Defensie wel enkele vastgoedprojecten kunnen versnellen zoals de versnelde revitalisatie van de Bernhardkazerne in Amersfoort. Momenteel wordt onderzocht welke projecten Defensie nog meer kan versnellen.
Het investeringsprogramma bestaat voor een belangrijk deel uit materieel. Naast investeren in nieuwe projecten moderniseert Defensie haar systemen en wordt er geïnvesteerd in innovatie. Er zijn sinds de Defensienota 2018 tientallen projecten gestart en A-brieven en D-brieven aan de Kamer aangeboden. Deze stijging verwachten wij door te zetten. Dat is hard nodig voor de operationele inzet en veiligheid van onze mensen. Maar het verwerven van defensiematerieel blijft complex en gebeurt zorgvuldig. Voordat we tot zichtbare realisaties komen worden er veel stappen gezet, zoals marktverkenning, contractvorming, productie, afname en testen. Dit leidt uiteindelijk tot het sluiten van contracten. Daarom hebben projecten vaak een lange looptijd. Bij steeds meer projecten zijn contracten gesloten, waardoor nu de financiële verplichtingen toenemen vooruitlopend op de daadwerkelijke uitgaven in de toekomst. We zetten hiermee een eerste noodzakelijke stap naar herstel en modernisering van onze organisatie.
Met de Defensienota 2018 is ook gestart met het op orde brengen van uiteenlopende voorraden van munitie tot en met operationele infrastructuur gebaseerd op het huidige beleidskader. Dit Beleidskader Inzetvoorraden (2009) is nog gebaseerd op een beperktere inzet van de Krijgsmacht in het kader van de tweede hoofdtaak: internationale missies. Alleen voor dit deel is financiering. De eerste en derde hoofdtaak van Defensie winnen aan belang en de tweede hoofdtaak blijft onverminderd relevant. Zoals beschreven in de verzamelbrief versterking voorraden (Kamerstuk 27830, nr. 268 d.d. 19 oktober 2018) actualiseert Defensie daarom het beleidskader inzetvoorraden door naast de voorraden voor de tweede hoofdtaak ook de voorraden voor de eerste en derde hoofdtaak te beschouwen. Op basis van dit geactualiseerde beleidskader, en waar nodig ook met de lessen van COVID-19 in gedachten, start in 2021 de uitwerking en planvorming voor versterking van de voorraden. Het programma volgt het reguliere DMP proces en wordt dan opgenomen in het Defensieprojectenoverzicht.
De investeringen in vastgoed zijn sinds de Defensienota 2018 structureel opgehoogd (Kamerstuk 34919, nr. 55). Ook is meermaals incidenteel geld vrijgemaakt voor het verminderen van achterstallig onderhoud. Hoewel het duidelijk is dat het weer gezond krijgen van het vastgoed een lange adem vergt, blijft ook op korte termijn voldoende budget benodigd om verdere achteruitgang van het vastgoed te beperken. Daarom wordt een gedeelte van het investeringsbudget dat in 2019 is vrijgemaakt voor de uitvoering van de lange termijn aanpak van het Strategisch Vastgoedplan ingezet voor instandhouding in 2020 en 2021.
Op grond van het huidige en toekomstige dreigingsbeeld moet Defensie een informatiegestuurde organisatie worden die weerbaar is tegen digitale dreigingen. In de Defensienota 2018 en de voorjaarsnota van 2019 heeft het kabinet middelen uitgetrokken om verdere stappen te zetten om die ambities te kunnen realiseren. Ontwikkelingen op het gebied van oorlogsvoering staan echter niet stil. Technologie en het slim gebruiken van informatie spelen hierbij een belangrijke rol. Voortdurend innoveren is daarom noodzakelijk. Om effectiever om te gaan met de groeiende hoeveelheid data, is het bovendien van belang om de mogelijkheden op het gebied van datawetenschap binnen Defensie uit te breiden. Randvoorwaardelijk voor deze ontwikkelingen is onder meer het programma Grensverleggende IT (GrIT), waarmee Defensie een infrastructuur inricht die cruciaal is voor de doorontwikkeling van Defensie als informatiegestuurde organisatie. Vanwege de noodzaak om een informatiegestuurde organisatie te worden, maar ook vanwege ontwikkelingen in de IT-wereld, waaronder een groeiende rol van IT bij de inzet van wapensystemen en bedrijfsvoering, de prijsstijgingen binnen de IT-sector en schaarste aan IT-personeel, staan de financiële exploitatie en de investeringen onder druk. De komende periode maakt Defensie een analyse van die situatie, waarbij (extern gevalideerde) inventarisaties uitgevoerd worden naar de schaarste van het IT-personeel, de exploitatie en de investeringen van de IT.
Projecten en mijlpalen
Om het materieel, vastgoed en de IT van Defensie te herstellen en te moderniseren worden ook in 2021 nieuwe projecten gestart. Voorbeelden hiervan zijn de Midlife Update van de Zr. Ms. Johan de Witt, de upgrade van de NH-90 helikopter en de vernieuwing van de Very Short Range Air Defence (VSHORAD).
In 2021 wordt er ook volop verder gewerkt aan de talrijke projecten die nu deel uit maken van het investeringsprogramma. Een verwachte mijlpaal is de B-brief voor het Defensiebrede programma Wissellaadsystemen, trekkeropleggercombinaties en wielbergingsvoertuigen (WTB). Ook noemenswaardig is de start van de verbetering van de legering, de aanvang van de nieuwbouw van het Logistiek Centrum Soesterberg, de voorziene start van het werk aan de eerste spiral (deelproject) van het programma Foxtrot voor mobiele tactische connectiviteit en de start van de invoering van IT vanuit het programma Grensverleggende IT (GrIT). Het verwerven van materieel, vastgoed en IT voor Defensie is vaak com-plex en specialistisch werk dat inspanning vraagt. In 2021 leidt deze inspanning volgens plan ook tot levering van nieuw materieel, vastgoed en IT geleverd. Te denken valt aan:
– De hydrografische opnemingsvaartuigen die een Midlife Update ondergaan;
– De levering van de laatste nieuwe brugleggende tanks;
– De MALE UAV MQ-9 onbemande vliegtuigen die geleverd worden;
– De voortgaande levering van operationele vrachtauto’s en containers;
– De levering van nieuwe helmen en uitrusting aan militairen en de start van het keuzeconcept gevechtslaarzen;
– De uitvoering van het programma Legering fase 1 om de leefbaarheid te verbeteren;
– De voorbereiding van de werkzaamheden en voorbereiding van de aanbesteding van het revitaliseren van het vastgoed op de Bernhardkazerne;
– Projecten in het kader van thematische vastgoedproblematiek, waaronder keuken- en eetfaciliteiten, beveiliging van gebouwen en valbeveiliging op daken worden uitgevoerd;
– De afronding van de uitrol modernisering navigatiesystemen.
Figuur 1 Investeringsprogramma
In bovenstaand figuur wordt het totale investeringsprogramma van € 45 miljard in de periode 2020 tot en met 2035 weergegeven, conform laatste stand administratie. In de grafiek is het investeringsprogramma onderverdeeld naar de artikelen in dit begrotingsfonds. De artikelen geven de actuele verdeling van de investeringen over de domeinen defensiebreed, land, lucht, zee, vastgoed en IT, maar kunnen niet gezien worden als een vaste verdeling. De verschillende artikelen zullen in de tijd achtereenvolgens pieken vertonen als gevolg van de verdeling in de tijd van vervangingsbehoeftes en door pieken rondom grote investeringsprojecten zoals verwerving F-35, vervanging onderzeebootcapaciteit en de vervanging van de pantservoertuigen. De verdeling van het investeringsprogramma berust op een integrale afweging.
De roze lijn is het totale investeringsbudget, wat geldt als het budgettaire uitgavenplafond: Defensie kan niet meer uitgaven doen in een jaar dan beschikbaar is onder dit uitgavenplafond. De grafiek maakt zichtbaar dat in de eerste jaren het investeringsprogramma optelt tot een hoger bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering in de eerste jaren. Investeringsopdrachten kunnen dus niet zomaar naar voren worden gehaald. Vanaf 2027 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget. De gele lijn laat de reeds aangegane verplichtingen zien. Deze toont aan dat, ondanks de overprogrammering, er geen risico is op overschrijding van het beschikbare budget.
Figuur 2 Investeringsprogramma
Bovenstaand figuur geeft inzicht in de mate van flexibiliteit van het totale investeringsprogramma. De investeringsprojecten zijn onderverdeeld naar de volgende fasen:
– Projecten in voorbereidingsfase (groen): voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt. Er is in de voorbereidingsfase nog sprake van flexibiliteit in de programmering van de projecten; voor de besteding van deze budgetten zijn nog geen juridisch of bestuurlijk bindende afspraken gemaakt. Voor de DMP-plichtige projecten worden de A-brieven naar de Kamer verzonden. In het gelijktijdig aangeboden Defensie Projectenoverzicht (DPO) is een tabel opgenomen met de planning van de te versturen DMP-brieven.
– Projecten in onderzoeksfase (paars): voor deze projecten geldt dat de behoeftestelling is vastgesteld, maar nog wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.
– Projecten in realisatiefase (blauw): dit betekent dat de realisatiefase is gestart. De opdracht voor verwerving is aan de uitvoeringsorganisaties gegeven. In de grafiek worden daarnaast de uitgaven aan projecten kleiner dan € 25 miljoen ook als in realisatie weergegeven, omdat deze (als ware het projecten in realisatie) zijn belegd bij de uitvoerende defensieonderdelen.
Het volledige budget is benodigd en het investeringsprogramma is volgepland met projecten voor het herstellen en moderniseren van de krijgsmacht. Investeringsopdrachten zijn dus niet zomaar naar voren te halen. Elk project kent wel een vooraf bepaalde reservering voor risico’s. De mogelijkheid om gedurende een project wijzigingen door te voeren is afhankelijk van de fase waarin een project zich bevindt. Logischerwijs is de flexibiliteit groter bij projecten in voorbereidingsfase dan bij een project in realisatiefase, waar in veel gevallen het contract al is getekend.
Investeringsquote en EDA-norm
Een moderne krijgsmacht moet voldoende investeringsruimte hebben om haar inzetbaarheid op langere termijn te garanderen en haar materieel te kunnen moderniseren. Het kengetal hiervoor is de investeringsquote. Defensie streeft er naar om op termijn gemiddeld ten minste twintig procent van haar uitgavenbudget te besteden aan investeringen. Ook de NAVO hanteert dit percentage als richtlijn. Als gevolg van het benodigde herstel na de lange periode van bezuiniging en schaarste in het verleden, zal deze investeringsquote ook langere tijd ruim boven deze norm liggen. Voor het bepalen van de (gewenste) investeringsquote voor de begrotingsperiode wordt gebruik gemaakt van een voortschrijdend vijfjaars gemiddelde. Voor het jaar 2021 is dit naar verwachting 22 procent.
De volgende figuur toont de gerealiseerde investeringsquote van 2010 tot en met 2019 en het verwachte vijfjaarlijks voortschrijdend gemiddelde vanaf 2020.
Investeringsquote
Kennis en technologie zijn essentieel voor Defensie om materieel, vastgoed en IT te kunnen realiseren dat inspeelt op bedreigingen en kansen een veranderende wereld. Defensie hanteert hierbij de norm van het Europees Defensie Agentschap (EDA) dat ten minste twee procent van haar uitgavenbudget wordt besteed aan kennis en technologie. Voor het jaar 2021 is dit naar verwachting 1,2 procent. De uitgaven van Defensie aan kennis en innovatie vallen deels, namelijk waar het investeringen betreft, binnen het DMF.
Instandhouding
De instandhouding van het materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-) systemen met zich meebrengt. Het betreft zowel de uitbesteding van instandhoudingswerk als de aanschaf van materiaal als (reserve-) onderdelen. Dit betreft o.a. de militaire uitrustingen, de operationele inframiddelen (t.b.v. legering), werkplaatsinrichting, de brandbestrijdingsmiddelen en de niet-wapensysteemgebonden artikelen en diensten.
Investeringen en instandhouding (bedragen x € 1 miljoen )
Onderstaand worden de investeringen en instandhouding van het materieel uitgesplitst volgens de DMF materieelartikelen.
Investeringen en instandhouding (bedragen x € 1 miljoen )
Defensieprojectenoverzicht
Het DPO wordt jaarlijks tegelijkertijd maar separaat van de begroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds aan de Kamer aangeboden. Het geeft meer gedetailleerde informatie over projecten van meer dan € 25 miljoen die Defensie uitvoert voor de verwerving van materieel, IT-middelen en vastgoed. Het DPO sluit daarmee aan bij deze begroting en ook bij het «Voorstel integrale rapportage en kritieke prestatie indicatoren (kpi’s)» (Kamerstuk 35000, nr. 68). Met het DPO beoogt Defensie de Kamer completer en met meer overzicht van informatie te voorzien.
Valuta afspraak
Valutaschommelingen verstoren het begrotings- en verwervingsproces binnen Defensie. Dit geldt zowel voor mee- als tegenvallers als gevolg van valutaschommelingen. Dit leidt ertoe dat bijvoorbeeld in het ene jaar bezuinigd moet worden als gevolg van tegenvallers in de wisselkoersen en een jaar later juist sprake kan zijn van meevallers als gevolg van de ontwikkeling van de wisselkoersen. Dit brengt onrust met zich mee in het planproces van de investeringsportefeuille, vertraagt de uitvoering van projecten en draagt niet bij aan een voorspelbare begrotingsuitvoering en rust in het begrotingsproces. Om de verstorende werking van valutaschommelingen op de defensiebegroting op te lossen, heeft het kabinet de afspraak gemaakt dat mee- en tegenvallers als gevolg van valutaontwikkelingen voortaan als niet-plafondrelevante mutaties worden verwerkt, deze komen daardoor direct ten gunste of ten laste van het EMU-saldo. Het betreft uitsluitend mutaties die op artikel 6 van de Defensiebegroting (hoofdstuk X) worden geboekt, deze uitgaven zijn volgend jaar onderdeel van het DMF. Hiermee wordt invulling gegeven aan het regeerakkoord waarin is opgenomen dat het kabinet komt met voorstellen voor het vergroten van de voorspelbaarheid en schokbestendigheid van de materieelbegroting, zoals een specifieke prijsindex of een structurele oplossing voor valutaschommelingen. In de brief van 2 juli 2020 (Kamerstuk 35300, nr. 84) over dit onderwerp, heb ik u toegezegd u na het zomerreces te informeren over de nadere uitwerking van deze afspraak.
Voor de regeling komen in aanmerking alle projecten waarvan vaststaat dat die in vreemde valuta moeten worden betaald. Dit wordt doorgaans bepaald aan het einde van de gunningsfase van een project. Voor DMP-plichtige projecten (projecten > 25 miljoen euro) geldt dat op basis van de DMP D-brief, de brief waarin de aan te gane verplichting wordt aangekondigd, vastgesteld wordt of sprake is van valutarisico’s. Voor projecten waarvoor geen DMP-plicht geldt, of voor projecten die door de Kamer gemandateerd zijn, wordt geen D-brief verstuurd. Voor dergelijke projecten geldt ook dat het valutarisico doorgaans wordt vastgesteld aan het einde van de gunningsfase. Voor sommige projecten, wel of niet DMP-plichtig, staat op voorhand al vast dat sprake is van een valutarisico. Dit betreft bijv. FMS-cases (Foreign Military Sales). Voor dergelijke projecten geldt dat, bij wijze van uitzondering, deze projecten na overleg met het ministerie van Financiën in aanmerking kunnen komen voor de afspraak over de verwerking van valutarisico’s.
De komende maanden worden benut om nadere afspraken te maken tussen Defensie en het ministerie van Financiën over de administratieve verwerking van deze afspraak, bijvoorbeeld ten aanzien van het uitfaseren van de huidige valutatermijncontracten. Ook worden de door Defensie te vergoeden uitvoeringskosten bij het ministerie van Financiën in kaart gebracht.
Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven en instandhouden van het Defensiebrede materieel. Dit artikel is voor zowel de investerings- als instandhoudingsuitgaven nauw gerelateerd aan delen van de beleidsdoelen en –instrumenten uit Beleidsartikel 6 (Investeringen) van de Begroting Hoofdstuk X. Daarnaast vallen de Defensiebrede materieel ontvangsten, over- en onderprogrammering, onzekerheidsreservering en uitgaven aan kennis en innovatie onder dit artikel. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 0 | 0 | 747.089 | 647.904 | 620.133 | 705.060 | 769.500 |
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 0 | 669.194 | 796.997 | 491.898 | 571.538 | 558.270 |
waarvan juridisch verplicht | 102,6% | ||||||
Verwerving | |||||||
Opdrachten | 0 | 0 | 876.786 | 702.759 | 655.565 | 669.771 | 457.011 |
Verwerving: voorbereidingsfase | 0 | 0 | 81.408 | 84.147 | 63.091 | 78.162 | 104.070 |
Verwerving: onderzoeksfase | 0 | 0 | 830 | 1.269 | 60.599 | 145.177 | 114.595 |
Verwerving: realisatie | 0 | 0 | 794.548 | 617.343 | 531.875 | 446.432 | 238.346 |
Instandhouding | |||||||
Opdrachten | 324.942 | 287.741 | 294.006 | 288.434 | 280.073 | ||
Instandhouding materieel | 0 | 0 | 324.942 | 287.741 | 294.006 | 288.434 | 280.073 |
Kennis en Innovatie | |||||||
Bekostiging | 0 | 0 | 32.066 | 32.080 | 32.080 | 32.080 | 32.080 |
Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten | 0 | 0 | 3.019 | 3.020 | 3.020 | 3.020 | 3.020 |
Technologieontwikkeling | 0 | 0 | 22.546 | 22.559 | 22.559 | 22.559 | 22.559 |
Kennisgebruik | 0 | 0 | 3.113 | 3.113 | 3.113 | 3.113 | 3.113 |
Kort Cyclische Innovatie | 0 | 0 | 3.388 | 3.388 | 3.388 | 3.388 | 3.388 |
Onzekerheidsreservering | 16.192 | 12.385 | 12.505 | 2.222 | 2.236 | ||
Over-/ onderprogrammering | ‒ 580.792 | ‒ 237.968 | ‒ 502.258 | ‒ 420.969 | ‒ 213.130 | ||
Ontvangsten | 0 | 0 | 56.058 | 50.258 | 85.658 | 85.658 | 85.658 |
Overige ontvangsten materieel | 0 | 0 | 56.058 | 50.258 | 85.658 | 85.658 | 85.658 |
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2032 | 2033 | 2034 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 764.960 | 664.530 | 503.351 | 494.048 | 494.843 | 495.525 | 559.621 | 586.221 | 557.433 |
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 617.581 | 709.996 | 651.759 | 681.867 | 655.832 | 620.903 | 763.032 | 690.016 | 578.866 |
waarvan juridisch verplicht | |||||||||
Verwerving | |||||||||
Opdrachten | 498.613 | 383.950 | 189.044 | 183.339 | 205.088 | 188.800 | 174.525 | 273.105 | 252.582 |
Verwerving: voorbereidingsfase | 148.358 | 108.840 | 97.973 | 80.058 | 97.479 | 85.579 | 70.815 | 138.978 | 57.854 |
Verwerving: onderzoeksfase | 121.639 | 117.697 | 8.282 | 3.167 | 3.167 | 3.187 | 3.083 | 3.083 | 3.083 |
Verwerving: realisatie | 228.616 | 157.413 | 82.789 | 100.114 | 104.442 | 100.034 | 100.627 | 131.044 | 191.645 |
Instandhouding | |||||||||
Opdrachten | 275.480 | 276.695 | 281.922 | 277.989 | 274.212 | 274.009 | 267.346 | 267.346 | 267.346 |
Instandhouding materieel | 275.480 | 276.695 | 281.922 | 277.989 | 274.212 | 274.009 | 267.346 | 267.346 | 267.346 |
Kennis en Innovatie | |||||||||
Bekostiging | 32.080 | 32.080 | 32.080 | 32.080 | 32.080 | 32.081 | 32.080 | 32.080 | 32.080 |
Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten | 3.020 | 3.020 | 3.020 | 3.020 | 3.020 | 3.020 | 3.020 | 3.020 | 3.020 |
Technologieontwikkeling | 22.559 | 22.559 | 22.559 | 22.559 | 22.559 | 22.560 | 22.559 | 22.559 | 22.559 |
Kennisgebruik | 3.113 | 3.113 | 3.113 | 3.113 | 3.113 | 3.113 | 3.113 | 3.113 | 3.113 |
Kort Cyclische Innovatie | 3.388 | 3.388 | 3.388 | 3.388 | 3.388 | 3.388 | 3.388 | 3.388 | 3.388 |
Reserve valutaschommelingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onzekerheidsreservering | 5.987 | 305 | 305 | 640 | 305 | 635 | 85.670 | 13.690 | 5.425 |
Over-/ onderprogrammering | ‒ 194.579 | 16.966 | 148.408 | 187.819 | 144.147 | 125.378 | 203.411 | 103.795 | 21.433 |
Ontvangsten | 85.658 | 85.658 | 85.658 | 76.758 | 76.758 | 76.758 | 76.758 | 76.758 | 76.758 |
Overige ontvangsten materieel | 85.658 | 85.658 | 85.658 | 76.758 | 76.758 | 76.758 | 76.758 | 76.758 | 76.758 |
Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op de levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een financiële verplichting is aangegaan die leidt tot toekomstige kasbetalingen. Voor 2021 gaat het naar verwachting om 102,6 procent van het uitgavenbudget.
Aan te gane verplichtingen
De geraamde verplichtingen op artikel 1 betreffen zowel verplichtingen voor de verwerving als voor de instandhouding van Defensiebreed materieel. Verplichtingen leiden tot uitgaven. Bij instandhouding is dat doorgaans in het jaar waarin de verplichting wordt aangegaan. Bij verwervingsprojecten is dat vooral in de jaren volgend op het aangaan van de verplichting. In 2020 is Defensie bijvoorbeeld een verplichting van € 294 miljoen aangegaan voor het Combat Support Ship (CSS). Deze verplichting leidt in de periode 2020-2025 tot uitgaven op de begroting.
De raming van de verplichtingen is (deels) gebaseerd op het geplande moment dat voor een verwervingsproject een contract getekend wordt. Het moment waarop een contract daadwerkelijk wordt getekend, als eindfase van de verwerving, is afhankelijk van diverse factoren. Definitieve politieke besluitvorming over de reikwijdte en fasering van een project, samenwerking met derden en onderhandelingen met leveranciers, kunnen leiden tot een ander moment van het aangaan van de verplichting dan op dit moment is voorzien. Deze raming is daarmee nadrukkelijk een momentopname.
De geraamde uitgaven betreffen de verwerving van materieel dat door alle operationele commando’s wordt ingezet en dat dus niet specifiek gericht is op maritiem, land- of luchtoptreden. Het betreft bijvoorbeeld kleding, kleinkaliberwapens, munitie en gevechtssimulatoren als het Mobile Combat Training Centre (MCTC). Ook betreft het de uitgaven aan de Kustwacht Nederland en Kustwacht Caribisch gebied.
Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt deze budgettaire reeks toegevoegd of onttrokken aan het instandhoudingsbudget, afhankelijk van of de exploitatie-uitgaven toenemen of juist afnemen door het investeringsproject.
Er zijn geen verwervingsprojecten voor defensiebreed materieel boven € 100 miljoen die zich in de voorbereidingsfase bevinden.
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij het volgende project:
– Het Programma WTB is van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase gegaan.
In onderstaande tabel wordt het projectbudget en de planning van Kamerbrieven weergegeven van de Defensiebrede verwervingsprojecten die zich in de onderzoeksfase bevinden. In deze fase wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.
Projecten in onderzoek | Projectbudget | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Programma vervanging Wissellaadsystemen, trekkeropleggercombinaties en wielbergingsvoertuigen (WTB) | 250-1.000 | B-brief |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij het volgende project:
– Het Programma WTB is van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase gegaan.
Projecten in onderzoek | Toelichting |
---|---|
Programma vervanging Wissellaadsystemen, trekkeropleggercombinaties en wielbergingsvoertuigen (WTB) | Het programma Wissellaadsystemen, Trekker-opleggercombinaties en wielbergingsvoertuigen (WTB) voorziet in de defensiebrede vervanging van deze operationele wielvoertuigen en gerelateerd materieel zoals aanhangwagens, opslag-, overslag- en distributiemiddelen. |
De volgende Defensiebrede projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.
Projecten in realisatie | Projectbudget | t/m 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 e.v. |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Munitie t.b.v. aanvulling inzetvoorraden | 113,5 | 95,7 | 17,8 | − | − | − | − | − | − |
Militaire Satelliet Communicatie lange termijn defensiebreed (MILSATCOM) | 146,6 | 126 | 4,2 | 5,3 | 8,2 | 3 | ‒ | ‒ | ‒ |
Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS) | 228,5 | 31,0 | 46,7 | 86,3 | 37,1 | 27,3 | − | − | ‒ |
Defensie Operationeel Kledingsysteem (DOKS) | 250-1.000 | Commercieel vertrouwelijk | |||||||
Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS) | 264,2 | 109,4 | 32,0 | 76,6 | 46,2 | − | − | − | ‒ |
Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW) | 1.000-2.500 | Commercieel vertrouwelijk |
Er zijn geen wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij de Defensiebrede projecten in realisatiefase.
Projecten in realisatie | Toelichting |
---|---|
Munitie t.b.v. aanvulling inzetvoorraden | Om de inzetbaarheidsdoelstellingen te kunnen realiseren en de tijdige beschikbaarheid van munitie voor inzet te garanderen, zal Defensie de komende jaren gefaseerd munitievoorraden ophogen. Als gevolg van de gewijzigde veiligheidssituatie is voorts een hogere mate van gereedheid noodzakelijk. De behoefte betreft een kwantitatieve ophoging van inzetvoorraden van bij Defensie gangbare munitieartikelen ten behoeve van de tweede hoofdtaak waarmee de knelpunten bij huidige missies worden opgelost en op de te verwachten verbruiken bij voorziene missies wordt geanticipeerd. |
Militaire Satelliet Communicatie lange termijn defensiebreed (MILSATCOM) | Doel van het project MILSATCOM is het voorzien in de behoefte van de krijgsmacht aan satellietcommunicatiecapaciteit voor militair gebruik. Het project betreft de gegarandeerde beschikbaarheid van satellietcapaciteit (het ruimtesegment) in verschillende frequentiebanden, het realiseren van grondstations in Nederland en Curaçao (het statische grondsegment) en het verwerven van land- en scheepsterminals (het mobiele grondsegment). Het deelproject MILSATCOM voorziet in de zogenaamde AEHF-satellietcommunicatiecapaciteit met de bijbehorende AEHF-terminals. |
Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS) | Het project DBBS voorziet in de vervanging van de huidige bewakings- en beveiligingssystemen, teneinde de continuïteit van de ondersteuning binnen de bewakings- en beveiligingsoperatie te waarborgen, te verbeteren en hierbij kosten te besparen. Onder het bewakingssysteem vallen elektronische toegang, indringerdetectie en de meldkamersystemen. Het project DBBS is randvoorwaardelijk om toekomstvast en structureel betaalbaar de fysieke beveiliging uit te kunnen voeren van Defensielocaties. |
Defensie Operationeel Kledingsysteem (DOKS) | Het project Defensie Operationeel Kledingsysteem betreft de invoering van nieuwe gevechtskleding voor de krijgsmacht. Het project dient om individuele militairen en eenheden beter te beschermen. De kleding is bestemd voor wereldwijd gebruik, in alle delen van het geweldsspectrum. Invoering van het Defensie Operationeel Kledingsysteem draagt bij tot een meer effectieve inzet van Nederlandse militairen. De defensiebrede invoering van een nieuw gevechtskledingsysteem leidt tot stroomlijning van de uitrustingspakketten en vereenvoudiging van de bevoorrading en instandhouding. |
Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS) | Het project VOSS past in het streven om te voorzien in betere bescherming van ingezette eenheden en het vermogen op te treden in netwerken (Network Enabled Capabilities) verder te vergroten. Met VOSS worden de operationele capaciteit van de individuele militair, maar ook van de lagere eenheden vergroot. |
Defensiebrede Vanvanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW) | De defensiebrede behoefte betreft de vervanging van de operationele wielvoertuigen van Defensie die voor het merendeel zijn ingevoerd tussen 1980 en 2000. Deze wielvoertuigen vormen de basismobiliteit van nagenoeg alle expeditionaire, nationale, opleidings- en overige eenheden van alle operationele commando’s. Het toekomstige wielvoertuigenbestand zal gaan bestaan uit een licht, een middelzwaar en een zwaar type vrachtauto. |
De geraamde uitgaven voor instandhouding van defensiebreed materieel betreffen de instandhoudingsuitgaven van het Kleding- en Personele Uitrustingbedrijf (KPU-bedrijf) en het munitiebedrijf. Daarnaast is onder de instandhouding van defensiebreed materieel ook de bijdrage aan de NAVO opgenomen. De bijdragen aan de NAVO hebben betrekking op uitgaven voor AWACS-vliegtuigen. De personele uitgaven die gerelateerd zijn aan instandhouding worden, zoals reeds toegelicht in de leeswijzer, (nog) niet opgenomen in het DMF. De instandhoudingsuitgaven van het defensiebrede verwervingsproject DVOW zijn opgenomen bij het Landmaterieel, omdat de Landmacht de instandhouding van deze voertuigen verzorgt.
De instandhoudingsuitgaven van de grootste wapensystemen zijn weergegeven in de onderstaand tabel. Voor 2019 betreft het de realisatie. Voor 2020 en verder betreft het een raming. De schommelingen in de ramingen zijn het gevolg van bijvoorbeeld gepland groter periodiek onderhoud. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten de uitgaven van alle defensieonderdelen voor deze wapensystemen. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden.
Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit daarom niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door DMO aan instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie.
Wapensysteem | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Klein kaliber wapens | 57,6 | 59,6 | 60,9 | 60,9 | 60,9 | 60,9 | 60,9 | 60,9 |
Kleding- en persoonlijke uitrusting | 39,2 | 52,8 | 71,6 | 83,4 | 90,9 | 96,0 | 96,6 | 96,6 |
MILSATCOM | 11,1 | 12,5 | 12,6 | 12,5 | 12,7 | 12,5 | 12,3 | 12,3 |
De bekostiging van kennis en innovatie bestaat uit middelen voor de bijdrage aan grote onderzoeksfaciliteiten, technologie ontwikkeling, kennisgebruik en kort-cyclische innovatie. Deze uitgaven vallen binnen de investeringen en daarmee binnen het DMF. Daarnaast zijn er uitgaven aan kennis en innovatie in de reguliere Defensiebegroting, zoals de algemene Defensiebijdrage aan TNO, NLR en MARIN (onderdeel van artikel 9).
Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten
Defensie draagt met deze middelen specifiek bij aan de instandhouding van grote onderzoeksfaciliteiten bij TNO, NLR en MARIN.
Technologie ontwikkeling
Het budget voor technologie-ontwikkeling wordt projectmatig ingezet op die gebieden waar technologie een oplossing kan bieden voor (operationele) tekortkomingen, de (operationele) output van Defensie kan verbeteren of tot besparingen kan leiden. De uitvoering gebeurt vaak binnen de gouden driehoek van overheid, industrie (inclusief MKB) en kennisinstituten. Dit instrument draagt bij aan de versterking van het innovatief vermogen van de Nederlandse defensie-gerelateerde industrie en daarmee aan de doelstelling van de Defensie Industrie Strategie (DIS; Kamerstuk 31125, nr. 92) en het Rijksbrede topsectorenbeleid. Technologieprojecten worden, indien van toepassing, interdepartementaal (topsectorenbeleid) en internationaal (NAVO, European Defence Agency) afgestemd en ingebed.
CODEMO
De CODEMO-regeling (Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling) is een aansprekend instrument dat bedoeld is voor innovatieve defensie-specifieke productontwikkeling door met name het nationale midden- en kleinbedrijf (MKB). Defensie neemt, van goedgekeurde projectvoorstellen, maximaal 50 procent van de ontwikkelingskosten voor haar rekening. Eventuele opbrengsten voor Defensie, in de vorm van royalty’s over de verkoop van de ontwikkelde producten, worden beschikbaar gesteld voor de CODEMO-regeling. Ook zijn vanuit de oude CODEMA-regeling, de voorloper van de CODEMO-regeling, royalty’s toegevoegd aan de oorspronkelijke € 10 miljoen, resulterend in een totaal van € 13,3 miljoen. In totaal is voor een bedrag van € 10,4 miljoen aan projectvoorstellen goedgekeurd, wat resulteert in een resterend budget van € 2,9 miljoen.
Ingediende voorstellen | 91 |
Gehonoreerde voorstellen | 27 |
Afgewezen voorstellen | 64 |
Afgeronde voorstellen | 19 |
De gehonoreerde voorstellen betreffen drieëntwintig midden- en klein bedrijven en drie grootbedrijven, waarvan een MKB-bedrijf twee voorstellen gehoneerd heeft gekregen.
Kennisgebruik
De toepassing van (met centrale middelen) opgebouwde kennis wordt primair gefinancierd uit de decentrale budgetten van de defensieonderdelen. Op centraal niveau is een beperkt budget beschikbaar voor acute, onvoorziene kennisondersteuning.
Kort-cyclische innovatie
Onder kortcyclische innovatie vallen uitgaven die worden gedaan in het kader van centraal gestuurde innovatie, en het faciliteren van decentrale innovatie door de krijgsmachtdelen. Hiervoor kent Defensie een centrale innovatieorganisatie FRONT (Future Relevant Operations with Next Generation Technology & Thinking). Daarnaast organiseert Defensie bijvoorbeeld de jaarlijkse Defensie Innovatie Competitie en investeert in innovatie- en kennisnetwerken.
Defensie hanteert voor verwervingsprojecten naast een risicoreservering per project ook een systematiek van onzekerheidsreserveringen. De onzekerheidsreserveringen betreffen het gehele portfolio groot materieel en beslaan daarmee artikel 1 t/m 4. Met de onzekerheidsreservering worden risico’s afgedekt die buiten de invloedssfeer van een project liggen, zoals risico’s bij internationale samenwerking. Deze risico’s kunnen leiden tot een hogere raming dan oorspronkelijk voorzien. De hoogte van de onzekerheidsreservering wordt per project bepaald, maar is geen onderdeel van het projectbudget. Omdat niet alle risico’s zich tegelijkertijd voor zullen doen, is gekozen voor een systematiek waarbij de som van de onzekerheidsreserveringen per project groter is dan de reservering die in totaliteit op de begroting wordt aangehouden voor de geïdentificeerde risico’s.
In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2026 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget.
Figuur 3 Defensiebreed materieel
De ontvangsten bestaan uit verkoopopbrengsten van materieel en overige ontvangsten.
Het volgende materieel is nog beschikbaar om verkocht te worden:
– Pantserrupsvoertuigen en voorraad wielvoertuigen: dit betreft het afstoten van voertuigen als gevolg van de reguliere vervanging en invoering van nieuwe wielvoertuigen conform het project DVOW;
– Overtollige voorraden, onderdelen, etc.: dit betreft het doelmatig afstoten van voorraden die de Nederlandse krijgsmacht niet meer nodig heeft, maar die voor andere landen wel bruikbaar zijn.
De overige ontvangsten betreffen de overige ontvangsten van materieel door verkoopopbrengsten van civiele dienstauto’s (€ 9,5 miljoen) en ontvangsten voor medische investeringen (€ 1,5 miljoen).
Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven en instandhouden van het maritiem materieel. Dit artikel is voor de investeringsuitgaven gerelateerd aan de beleidsdoelen en –instrumenten uit beleidsartikel 6 (Investeringen) en voor de instandhoudingsuitgaven aan de beleidsdoelen en -instrumenten zoals beschreven in beleidsartikel 2 (Koninklijke Marine) van de Begroting Hoofdstuk X. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 0 | 0 | 4.242.634 | 862.635 | 818.767 | 958.490 | 904.541 |
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 0 | 631.224 | 863.319 | 860.001 | 1.126.310 | 1.124.504 |
waarvan juridisch verplicht | 47,2% | ||||||
Verwerving | |||||||
Opdrachten | 0 | 0 | 740.426 | 1.010.326 | 1.033.430 | 1.298.585 | 1.335.469 |
Verwerving: voorbereidingsfase | 0 | 0 | 64.510 | 87.109 | 83.911 | 192.368 | 207.755 |
Verwerving: onderzoeksfase | 0 | 0 | 224.134 | 388.847 | 532.035 | 703.631 | 677.964 |
Verwerving: realisatie | 0 | 0 | 451.782 | 534.370 | 417.484 | 402.586 | 449.750 |
Instandhouding | |||||||
Opdrachten | 148.995 | 142.712 | 142.676 | 142.696 | 143.360 | ||
Instandhouding materieel | 0 | 0 | 148.995 | 142.712 | 142.676 | 142.696 | 143.360 |
Over-/ onderprogrammering | ‒ 258.197 | ‒ 289.719 | ‒ 316.105 | ‒ 314.971 | ‒ 354.325 | ||
Ontvangsten | 0 | 0 | 9.600 | 9.600 | 9.600 | 9.600 | 9.600 |
Overige ontvangsten materieel | 0 | 0 | 9.600 | 9.600 | 9.600 | 9.600 | 9.600 |
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2032 | 2033 | 2034 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 741.256 | 600.756 | 641.326 | 617.067 | 499.722 | 511.261 | 499.982 | 527.558 | 801.304 |
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 1.307.309 | 1.487.230 | 1.416.324 | 1.289.013 | 1.069.514 | 1.030.954 | 921.757 | 1.003.677 | 1.055.836 |
waarvan juridisch verplicht | |||||||||
Verwerving | |||||||||
Opdrachten | 1.343.177 | 1.076.681 | 886.579 | 716.823 | 550.057 | 572.639 | 360.472 | 387.808 | 660.595 |
Verwerving: voorbereidingsfase | 210.066 | 125.801 | 244.380 | 260.001 | 204.476 | 310.463 | 319.618 | 337.949 | 413.487 |
Verwerving: onderzoeksfase | 812.999 | 682.456 | 443.184 | 289.503 | 197.794 | 203.925 | 0 | 0 | 151.470 |
Verwerving: realisatie | 320.112 | 268.424 | 199.015 | 167.319 | 147.787 | 58.251 | 40.854 | 49.859 | 95.638 |
Instandhouding | |||||||||
Opdrachten | 141.463 | 141.432 | 140.839 | 141.425 | 140.975 | 140.802 | 140.800 | 140.808 | 140.808 |
Instandhouding materieel | 141.463 | 141.432 | 140.839 | 141.425 | 140.975 | 140.802 | 140.800 | 140.808 | 140.808 |
Over-/ onderprogrammering | ‒ 177.331 | 269.117 | 388.906 | 430.765 | 378.482 | 317.513 | 420.485 | 475.061 | 254.433 |
Ontvangsten | 9.600 | 9.600 | 9.600 | 9.600 | 9.600 | 9.600 | 9.600 | 9.600 | 9.600 |
Overige ontvangsten materieel | 9.600 | 9.600 | 9.600 | 9.600 | 9.600 | 9.600 | 9.600 | 9.600 | 9.600 |
Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op de levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een financiële verplichting is aangegaan die leidt tot toekomstige kasbetalingen. Voor 2021 gaat het naar verwachting om 47,2 procent van het uitgavenbudget.
De geraamde uitgaven aan investeringen betreffen de investeringen in maritieme wapensystemen: de Luchtverdedigings- en Commandofregatten, M-fregatten, patrouilleschepen, Landing Platform Docks (LPD’s), het Joint Support Ship (JSS), de onderzeeboten, mijnenbestrijdingsvaartuigen en diverse kleinere systemen. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt deze budgettaire reeks toegevoegd of onttrokken aan het instandhoudingsbudget, afhankelijk van of de exploitatie-uitgaven toenemen of juist afnemen door het investeringsproject.
In onderstaande tabel wordt de planning weergegeven van de maritiem materieel projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt. Ook de planning van de A-brieven van DMP-plichtige projecten is - indien van toepassing - in de tabel opgenomen.
Projecten in voorbereiding | Projectbudget | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Midlife Update Oceangoing Patrol Vessel (OPV) | 100-250 | A-brief | |||||
Midlife Update ZR. Ms. Karel Doorman (Joint Support Ship, JSS) | 100-250 | A-brief | |||||
Vanvanging MK 48 Torpedo | 100-250 | A-brief | |||||
Vervanging Middelzwaar Landingsvaartuig (LCVP) | 100-250 | A-brief | |||||
Vervanging Zwaar Landingsvaartuig (LCU) | 100-250 | A-brief | |||||
Vervanging Standard Missile 2 Block IIIA (SM2-IIIA) | 100-250 | A-brief | |||||
Vervangende capaciteit Zr. MS. Rotterdam (LPD-1) | 250-1.000 | A-brief |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij de volgende projecten:
– Het project Vervanging Zwaar Landingsvaartuig (LCU) is nieuw in de voorbereidingsfase.
Projecten in voorbereiding | Toelichting |
---|---|
Midlife Update Oceangoing Patrol Vessel (OPV) | Dit betreft de Midlife Update van de Oceangoing Patrol Vessel om de schepen in de tweede fase van hun levensduur technisch inzetbaar en operationeel relevant te houden. |
Midlife Update ZR. Ms. Karel Doorman (Joint Support Ship, JSS) | Dit betreft de Midlife Update van het Joint Support Ship om het schip in de tweede fase van haar levensduur technisch inzetbaar en operationeel relevant te houden. |
Vanvanging MK 48 Torpedo | Dit betreft de vervanging van de «heavy weight» torpedo die door onderzeeboten kan worden gelanceerd. |
Vervanging Middelzwaar Landingsvaartuig (LCVP) | Dit betreft de vervanging van het Middelzware Landingsvaartuig van het Korps Mariniers. Het LCVP (Landing Craft Personnel) is een kleiner landingsvaartuig dan de LCU (Landing Craft Utility) en is in de eerste plaats bedoeld voor het verplaatsen van personeel. Het vaartuig kan eventueel ook twee landrover-terreinwagens of een BV-206 rupsvoertuig vervoeren. Het landingsvaartuig kan vanuit zogenaamde davit (hijstakels) ingezet worden vanaf verschillende typen schepen. |
Vervanging Zwaar Landingsvaartuig (LCU) | Dit betreft de vervanging van het Zware Landingsvaartuig van het Korps Mariniers. Het Landing Craft Utility is bestemd voor het vervoer van (zwaar) materieel vanaf de amfibische transportschepen. Het kan ook personeel vervoeren. |
Vervanging Standard Missile 2 Block IIIA (SM2-IIIA) | Dit project betreft de vervanging van de Standard Missile 2 Block IIIA voor de luchtverdediging op grote afstand. |
Vervangende capaciteit Zr. MS. Rotterdam (LPD-1) | Dit betreft de vervanging van het amfibische transportschip Rotterdam, een Landing Platform Dock (LPD). |
In onderstaande tabel wordt het projectbudget en - indien van toepassing - de planning van Kamerbrieven weergegeven van de maritiem materieel projecten die zich in de onderzoeksfase bevinden. In deze fase wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.
Projecten in onderzoek | Projectbudget | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Vervanging Close-in-Weapon System (goalkeeper) | 100-250 | ||||||
Softkill Torpedo Defensiesysteem (SK-TDS) | 100-250 | ||||||
ESSM Block 2: Verwerving en Integratie | 250-1.000 | B/D-brief | |||||
Vervanging Hulpvaartuigen | 250-1.000 | B-brief | |||||
Future Littoral All Terrain Mobility (FLATM) | 250-1.000 |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij de volgende projecten:
– Het project Vervanging Onderzeeboten is van de onderzoeksfase naar de realisatiefase gegaan;
– Het project Vervanging M-fregratten is van de onderzoeksfase naar de realisatiefase gegaan;
– Het project Vervanging Zr. Ms. Mercuur en Hydrografische Opname Vaartuigen (HOV's) is een programma in plaats van een project geworden en heet nu Vervanging Hulpvaartuigen en is van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase gegaan;
– Het project Softkill Torpedo Defensiesysteem (SK-TDS) is nieuw in de onderzoeksfase;
– Het project FLATM is van de voorbereidingsfase naar de onderzoeksfase gegaan en werd in de begroting 2020 toegelicht onder de naam 'Vervanging All Terrain Vehicle' (ATV).
Projecten in onderzoek | Toelichting |
---|---|
Vervanging Close-in-Weapon System (goalkeeper) | Dit betreft een wapensysteem om tijdens operaties op open zee en in kustwateren op relatief korte afstand luchtdoelen en oppervlaktedoelen te kunnen bestrijden, ook bij een hoge dreiging. |
Softkill Torpedo Defensiesysteem (SK-TDS) | Ondanks actieve onderzeebootbestrijding kan het voorkomen dat een onderzeeboot een torpedo lanceert tegen een maritieme taakgroep of een afzonderlijk schip. Een verdediging tegen torpedo’s is daarom noodzakelijk. |
ESSM Block 2: Verwerving en Integratie | Het betreft het verwerven van nieuwe luchtverdedigingsraketten voor de Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LC-fregatten) en Multipurpose fregatten (M-fregatten). Dit is van belang voor de ondersteuning en de beïnvloeding van landoperaties vanuit zee en voor operaties in en nabij maritieme knooppunten en transportroutes. |
Vervanging Hulpvaartuigen | Dit betreft de vervanging van het torpedowerkschip, de beide Hydrografische Opnemingsvaartuigen, het transport- en ondersteuningsschip in het Caribische Gebied, vier duikvaartuigen van de Cerberusklasse en het duikopleidingsvaartuig, waarbij gestreefd wordt naar een gemeenschappelijk ontwerp en familievorming waar dat doelmatig is. |
Future Littoral All Terrain Mobility (FLATM) | Dit betreft de vervanging van het Over-Snow en All Terrain voertuig van het Korps Mariniers. |
De volgende maritiem materieel projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.
Projecten in realisatie | Projectbudget | t/m 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 e.v. |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Vervanging maritiem suface-to-surface missile | 100-250 | Commercieel vertrouwelijk | |||||||
Verwerving Softkill Torpedo Defensiesysteem | 100-250 | Commercieel vertrouwelijk | |||||||
Vervanging 127 mm kanon Luchtverdedigings- en Commandofregatten | 129,1 | 1,0 | 17,8 | 11,4 | 14,6 | 27,4 | 22,7 | 19,6 | 14,5 |
Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD) | 144,7 | 117,5 | 13,6 | 8,4 | 4,2 | 1,1 | − | − | − |
Vervanging MK48 Torpedo | 182,2 | 104,6 | 1,1 | 1,4 | 17,3 | 15,6 | 19,2 | 19,1 | 4 |
Instandhoudingsprogramma Luchtverdedigings- en Commandofregatten (IP-LCF) | 193,9 | 104,0 | 26,5 | 32,7 | 13,9 | 11,1 | 5,6 | − | − |
Vervanging MK46 Lightweight Torpedo | 231,0 | 4,6 | 5,4 | 22,7 | 23,2 | 33,9 | 33,7 | 26,5 | 80,9 |
Verwerving Combat Support Ship (CSS) | 462,9 | 2,6 | 55,4 | 113,8 | 111,7 | 68,3 | 32,7 | 14,0 | 64,3 |
Vervanging mijnenbestrijdingscapaciteit (MCM) | 923,2 | 20,0 | 19,1 | 32,4 | 87,5 | 66,6 | 103,2 | 130,8 | 463,6 |
Vervanging M-fregatten | 1.000-2.500 | Commercieel vertrouwelijk | |||||||
Vervanging Onderzeeboten | > 2.500 | Commercieel vertrouwelijk |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij projecten:
– Het project Vervanging Onderzeeboten is van de onderzoeksfase naar de realisatiefase gegaan;
– Het project Vervanging M-fregratten is van de onderzoeksfase naar de realisatiefase gegaan.
Projecten in realisatie | Toelichting |
---|---|
Vervanging maritiem suface-to-surface missile | Vanwege de operationele veroudering van het huidige systeem is het nodig dat Defensie haar fregatten met een vervangende SSM-capaciteit uit te rusten om vijandelijke oppervlakteschepen te kunnen bestrijden en andere missies met een hoog geweldsniveau te kunnen uitvoeren |
Verwerving Softkill Torpedo Defensiesysteem | Ondanks actieve onderzeebootbestrijding kan het voorkomen dat een onderzeeboot een torpedo lanceert tegen een maritieme taakgroep of een afzonderlijk schip. Een verdediging tegen torpedo’s is daarom noodzakelijk. |
Vervanging 127 mm kanon Luchtverdedigings- en Commandofregatten | De LC-fregatten zijn uitgerust met gelaagde sensor-, wapen- en commandosystemen voor de inzet op de korte, middellange en lange afstand. Het huidige 127 mm kanon vormt hiervan een integraal onderdeel maar is sterk verouderd waardoor vervanging noodzakelijk is. |
Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD) | Door de modificatie van de SMART-L radar op de Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LC-fregatten) levert Nederland een belangrijke bijdrage aan de Europese en bondgenootschappelijke raketverdediging. |
Vervanging MK48 Torpedo | Het torpedowapensysteem voor onderzeeboten kan zowel tegen oppervlakte-eenheden als tegen onderzeeboten worden ingezet. Met deze verbeterde torpedo kan beter in ondiep water worden opgetreden. |
Instandhoudingsprogramma Luchtverdedigings- en Commandofregatten (IP-LCF) | Met dit instandhoudingsprogramma kan Defensie de Luchtverdedigings- en Commando-fregatten in de tweede fase van hun levensduur technisch inzetbaar en operationeel relevant houden. |
Vervanging MK46 Lightweight Torpedo | Het betreft het verwerven van nieuwe Lightweight Torpedo’s. De Lightweight Torpedo kan door fregatten en NH-90 maritieme helikopters tegen onderzeeboten worden ingezet voor zelfverdediging of juist offensief. De Lightweight Torpedo die Nederland momenteel gebruikt is operationeel verouderd en de onderhoudbaarheid staat onder druk. |
Verwerving Combat Support Ship (CSS) | Bevoorradingsschepen ondersteunen marineschepen tijdens hun inzet en vergroten daarmee hun effectiviteit. Nederland beschikt momenteel over één schip dat de bevoorradingstaak op zee kan uitvoeren, het Joint Support Ship (JSS) Zr.Ms. Karel Doorman. Om de effectiviteit van de inzet van marineschepen van het Commando Zeestrijdkrachten te vergroten heeft Defensie behoefte aan een tweede bevoorradingsschip. |
Vervanging mijnenbestrijdingscapaciteit (MCM) | Bewegingsvrijheid op zee is van belang, maar kan worden bedreigd door zeemijnen en ongesprongen explosieven. Defensie zal zes mijnenbestrijdingsvaartuigen met onbemande mijnenbestrijdingssystemen verwerven. Dit gebeurt in de vorm van internationale samenwerking met België. |
Vervanging M-fregatten | M-fregatten vormen in combinatie met onderzeeboten en geëmbarkeerde maritieme gevechtshelikopters (NH-90) een belangrijke capaciteit tegen de dreiging van onderzeeboten en van oppervlakteschepen. |
Vervanging Onderzeeboten | Zowel het garanderen van de vrije doorgang op zee als de bondgenootschappelijke verdediging vereisen het beschermen van de maritieme aan- en afvoerlijnen van Nederland. Maritieme capaciteiten tot op het hoogste geweldsniveau zijn daarvoor van belang en onderzeeboten nemen hierbij een belangrijke plaats in. De huidige Walrusklasse-onderzeeboten moeten in 2028 worden vervangen. |
De instandhouding van het materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-)systemen met zich meebrengt. Voor dit artikel worden deze vooral door de Directie Maritieme Instandhouding gedaan. De personele uitgaven die gerelateerd zijn aan instandhouding worden, zoals reeds toegelicht in de leeswijzer, (nog) niet opgenomen in het DMF.
De instandhoudingsuitgaven van de grootste maritieme wapensystemen zijn weergegeven in de onderstaand tabel. Voor 2019 betreft het de realisatie. Voor 2020 en verder betreft het een raming. De schommelingen in de ramingen zijn het gevolg van bijvoorbeeld gepland groter periodiek onderhoud. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten naast de uitgaven die de marine doet voor de instandhouding van deze wapensystemen, ook de uitgaven die andere defensieonderdelen doen voor instandhouding van deze wapensystemen, bijvoorbeeld als gevolg van het assortimentsgewijs werken. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden.
Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit daarom niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door de marine aan instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie.
Wapensysteem | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Luchtverdedidings- en Commandofregatten (LCF) | 45,5 | 39,5 | 39,5 | 35,2 | 37,2 | 34,9 | 34,2 | 36,5 |
Onderzeeboten | 28,1 | 22,7 | 23,0 | 20,4 | 18,9 | 18,4 | 19,5 | 20,4 |
Landing Platform Docks | 20,3 | 12,0 | 16,3 | 22,0 | 11,7 | 23,6 | 11,1 | 16,0 |
M-fregatten | 17,6 | 17,0 | 15,8 | 9,6 | 9,9 | 10,5 | 8,9 | 11,8 |
Patrouilleschepen | 15,5 | 18,5 | 17,3 | 16,7 | 19,4 | 15,8 | 14,9 | 17,0 |
Mijnenbestrijdingsvaartuigen | 9,3 | 16,7 | 15,5 | 15,0 | 16,8 | 15,5 | 13,4 | 10,4 |
Joint Support Ship | 10,0 | 5,9 | 5,2 | 6,2 | 8,2 | 6,0 | 21,6 | 16,1 |
In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2026 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget.
Figuur 4 Maritiem materieel
Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven en instandhouden van het land materieel. Dit artikel is voor de investeringsuitgaven gerelateerd aan de beleidsdoelen en –instrumenten uit beleidsartikel 6 (Investeringen) en voor de instandhoudingsuitgaven aan de beleidsdoelen en -instrumenten zoals beschreven in beleidsartikel 3 (Koninklijke Landmacht) van de Begroting Hoofdstuk X. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 0 | 0 | 1.149.905 | 557.537 | 717.002 | 757.564 | 688.053 |
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 0 | 605.553 | 643.123 | 731.966 | 774.749 | 713.549 |
waarvan juridisch verplicht | 58,9% | ||||||
Verwerving | |||||||
Opdrachten | 0 | 0 | 529.403 | 570.504 | 713.111 | 727.573 | 639.480 |
Verwerving: voorbereidingsfase | 0 | 0 | 14.887 | 40.153 | 260.980 | 349.128 | 228.361 |
Verwerving: onderzoeksfase | 0 | 0 | 5.358 | 19.513 | 21.371 | 16.553 | 26.981 |
Verwerving: realisatie | 0 | 0 | 509.158 | 510.838 | 430.760 | 361.892 | 384.138 |
Instandhouding | |||||||
Opdrachten | 241.834 | 246.206 | 237.724 | 245.073 | 242.126 | ||
Instandhouding materieel | 0 | 0 | 241.834 | 246.206 | 237.724 | 245.073 | 242.126 |
Over-/ onderprogrammering | ‒ 165.684 | ‒ 173.587 | ‒ 218.869 | ‒ 197.897 | ‒ 168.057 | ||
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige ontvangsten materieel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2032 | 2033 | 2034 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 567.150 | 494.333 | 401.744 | 593.671 | 599.501 | 745.306 | 572.610 | 460.088 | 606.115 |
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 615.400 | 566.644 | 470.228 | 801.038 | 847.017 | 1.001.982 | 904.893 | 611.532 | 727.861 |
waarvan juridisch verplicht | |||||||||
Verwerving | |||||||||
Opdrachten | 426.726 | 251.611 | 155.566 | 347.653 | 353.323 | 496.198 | 327.872 | 215.160 | 360.526 |
Verwerving: voorbereidingsfase | 70.259 | 45.857 | 41.969 | 230.578 | 223.519 | 375.700 | 205.459 | 109.613 | 220.241 |
Verwerving: onderzoeksfase | 23.434 | 22.698 | 701 | 701 | 701 | 5.581 | 701 | 701 | 8.244 |
Verwerving: realisatie | 333.033 | 183.056 | 112.896 | 116.374 | 129.103 | 114.917 | 121.712 | 104.846 | 132.041 |
Instandhouding | |||||||||
Opdrachten | 245.400 | 246.178 | 246.178 | 246.178 | 246.178 | 246.128 | 246.128 | 246.128 | 246.128 |
Instandhouding materieel | 245.400 | 246.178 | 246.178 | 246.178 | 246.178 | 246.128 | 246.128 | 246.128 | 246.128 |
Over-/ onderprogrammering | ‒ 56.726 | 68.855 | 68.484 | 207.207 | 247.516 | 259.656 | 330.893 | 150.244 | 121.207 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige ontvangsten materieel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2021 gaat het naar verwachting om 58,9 procent van het uitgavenbudget.
De geraamde uitgaven aan verwerving van land materieel betreffen uitgaven voor de verwerving van wapensystemen die op het land worden ingezet, zoals de CV90, Fennek, Boxer, Bushmaster, grondgebonden luchtverdedingssystemen, de Leopard II bergings- en brugleggende tanks en de Kodiak, de Pantserhouwitser, UAV’s en diverse kleinere systemen. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt deze budgettaire reeks toegevoegd of onttrokken aan het instandhoudingsbudget, afhankelijk van of de exploitatie-uitgaven toenemen of juist afnemen door het investeringsproject.
In onderstaande tabel wordt de planning weergegeven van de land materieel projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt. Indien van toepassing wordt ook de planning van de A-brieven van DMP-plichtige projecten is in de tabel opgenomen.
Projecten in voorbereiding | Projectbudget | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Vernieuwing Very Short Range Air Defence (VSHORAD) | 100-250 | A-brief | |||||
Vervanging Short Range Anti-Tank (SRAT) | 100-250 | A-brief | |||||
Vervanging Amarok | 100-250 | A-brief | |||||
MLU Boxer | 250-1.000 | A-brief |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij de volgende projecten:
– Het project MLU Boxer is nieuw in de voorbereidingsfase.
Projecten in voorbereiding | Toelichting |
---|---|
Vernieuwing Very Short Range Air Defence (VSHORAD) | In dit project is een modernisering van de Very Short Range Air Defence capaciteit voorzien. |
Vervanging Short Range Anti-Tank (SRAT) | Defensie beschikt over niet-voertuig gebonden anti-tank wapensystemen, waarmee vijandelijke pantservoertuigen en tanks kunnen worden bestreden. Om technische en operationele veroudering te voorkomen worden de huidige Very Short Range Anti-Tank (VSRAT) systemen en de Short Range Anti-Tank (SRAT) systemen vervangen. |
Vervanging Amarok | In het project wordt de huidige vloot aan Amaroks vervangen. De Amarok is een civiel terreinvoertuig bedoeld voor personenvervoer en vervoer van persoonlijke uitrusting en vracht in de vredesbedrijfsvoering, tijdens oefeningen en voor nationale inzet. |
MLU Boxer | Dit betreft de Midlife Update van het groot pantserwielvoertuig Boxer om dit voertuig in de tweede fase van de levensduur technisch inzetbaar en operationeel relevant te houden. |
In onderstaande tabel wordt het projectbudget en - indien van toepassing - de planning van Kamerbrieven weergegeven van de land materieel projecten die zich in de onderzoeksfase bevinden. In deze fase wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.
Projecten in onderzoek | Projectbudget | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Medium-Range Air Defence (interceptiecapaciteit) | 100-250 | B-brief |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij het volgende project:
– Het project Medium-Range Air Defence is nieuw in de onderzoeksfase.
Projecten in onderzoek | Toelichting |
---|---|
Medium-Range Air Defence (interceptiecapaciteit) | Dit project betreft de vervanging van interceptiecapaciteit van de luchtverdediging op middellange afstand om eenheden, vitale objecten en gebieden te beschermen tegen aanvallen van vliegtuigen, helikopters, grote Unmanned Aircraft Systems (UAS) en Cruise Missiles. |
De volgende land materieel projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.
Projecten in realisatie | Projectbudget | t/m 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 e.v. |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Army Ground Based Air Defence System (AGBADS) | 100-250 | Commercieel vertrouwelijk | |||||||
Aanvulling inzetvoorraad Patriot PAC 3 raketten | 100-250 | Commercieel vertrouwelijk | |||||||
Verlenging levensduur Patriot | 149,6 | 28,8 | 15,3 | 22,5 | 30,2 | 27,6 | 17,4 | 7,8 | − |
C-RAM/Class 1 UAV detectiecapaciteit | 151,5 | 36,0 | 39,6 | 42,9 | 16,6 | 16,4 | − | − | − |
Midlife Update Fennek | 250-1.000 | Commercieel vertrouwelijk | |||||||
Midlife Update Infanterie Gevechtsvoertuig (CV90) incl. CE-pakket | 250-1.000 | Commercieel vertrouwelijk | |||||||
Groot Pantserwielvoertuig (GPW, Boxer), productie | 836,5 | 790,7 | 11,1 | 14,5 | 20,2 | − | − | − | − |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij projecten:
– Het project aanvulling inzetvoorraad Patriot PAC 3 raketten is nieuw in de realisatiefase.
Projecten in realisatie | Toelichting |
---|---|
Army Ground Based Air Defence System (AGBADS) | Dit project betreft de invoering van bevelvoering- en communicatievoorzieningen en lanceersystemen voor de grondgebonden luchtverdediging voor middellange en korte afstand. Het past binnen de benadering van informatiegestuurd optreden en bij de noodzaak om te kunnen optreden op alle geweldsniveaus. |
Aanvulling inzetvoorraad Patriot PAC 3 raketten | Dit project betreft het aanvullen van de voorraad PAC-3 Patriotraketten tot het niveau dat benodigd is voor de tweede hoofdtaak van Defensie. |
Verlenging levensduur Patriot | Het project betreft de vernieuwing en instandhouding van componenten van de Patriot en de aan het wapen verbonden apparatuur. Hierdoor zal het Patriot-systeem tenminste tot 2040 operationeel kunnen worden ingezet voor lucht- en raketverdediging. Dit project versterkt de effectieve inzet, veiligheid en bescherming en hoogwaardige commandovoering. |
C-RAM/Class 1 UAV detectiecapaciteit | Nederlandse militaire eenheden worden steeds vaker geconfronteerd met de dreiging van aanvallen met Rockets, Artillery and Mortars (RAM). Vooral de geïmproviseerde varianten van deze wapens zijn eenvoudig te verkrijgen, gemakkelijk te bedienen en vormen een significante bedreiging voor Nederlandse eenheden. Ook is er een toenemende dreiging van kleine onbemande vliegtuigen (Class 1 UAV of drones). Gestreefd wordt naar de introductie van multi-missie-sensoren die naast de dreigingen van RAM en Class 1 UAV ook de dreiging van Air Breathing Threats (vliegtuigen en helikopters) en Cruise Missies aankunnen. |
Midlife Update Fennek | Dreigingen zijn complexer geworden en daarbij is het belang van het snel verzamelen, verwerken en analyseren van informatie vergroot. De Fennek levert aan informatievergaring een belangrijke bijdrage. Het doel van de Midlife Update is de Fennek technisch inzetbaar en operationeel relevant te houden tijdens de resterende levensduur. De Midlife Update omvat een breed scala aan maatregelen voor verbetering van de functionaliteiten bescherming, vuurkracht, mobiliteit, waarneming, commandovoering, training en instandhouding. |
Midlife Update Infanterie Gevechtsvoertuig (CV90) incl. CE-pakket | De Midlife Update dient om het wapensysteem technisch inzetbaar te houden tot aan het einde van de levensduur en de operationele relevantie te waarborgen binnen de huidige veiligheidscontext en dreiging. Met de Midlife Update blijven ook de instandhoudingskosten van de CV90 beheersbaar. Daarnaast wordt de bescherming van de CV90 verhoogd. |
Groot Pantserwielvoertuig (GPW, Boxer), productie | Dit project betreft de internationale ontwikkeling van een nieuw pantserwielvoertuig, de Boxer. Het betreft de ontwikkeling van een gemeenschappelijk basisvoertuig en specifieke landgebonden missiemodulen. Voor Nederland worden momenteel voor operationeel gebruik vier versies voorzien: commandopost, ambulance, vracht, en genie. |
De instandhouding van het land materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-) systemen met zich meebrengt. Voor dit artikel worden deze vooral door het Materieel Logistiek Commando gedaan. De personele uitgaven die gerelateerd zijn aan instandhouding worden, zoals reeds toegelicht in de leeswijzer, (nog) niet opgenomen in het DMF.
De instandhoudingsuitgaven van de grootste wapensystemen zijn weergegeven in de volgende tabel. Voor 2019 betreft het de realisatie. Voor 2020 en verder betreft het een raming. De schommelingen in de ramingen zijn het gevolg van bijvoorbeeld gepland groter periodiek onderhoud. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten naast de uitgaven die de Landmacht doet voor de instandhouding van deze wapensystemen, ook de uitgaven die andere defensieonderdelen doen voor instandhouding van deze wapensystemen, bijvoorbeeld als gevolg van het assortimentsgewijs werken. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden.
Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat er sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door de Landmacht aan instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie.
Wapensysteem | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Grondgebonden Luchtverdediging | 24,3 | 26,7 | 27,0 | 35,5 | 46,7 | 32,5 | 32,4 | 32,4 |
CV9035NL Infanterie Gevechtsvoertuigen | 35,5 | 36,7 | 44,8 | 44,0 | 35,0 | 30,9 | 29,8 | 29,8 |
Pantserwielvoertuigen | 38,6 | 32,5 | 31,4 | 32,0 | 31,7 | 30,7 | 30,5 | 30,5 |
Artillerie | 30,1 | 28,1 | 27,7 | 23,1 | 24,0 | 33,2 | 25,9 | 25,9 |
Ondersteunende tanks | 17,2 | 16,2 | 11,2 | 12,7 | 12,4 | 12,4 | 12,8 | 12,8 |
Wissellaadsystemen en trekkeropleggercombinaties | 14,5 | 14,9 | 13,8 | 13,7 | 14,1 | 14,1 | 14,1 | 14,1 |
Vrachtwagens | 0,0 | 14,7 | 13,2 | 12,9 | 10,8 | 9,5 | 9,5 | 9,5 |
Unmanned Aerial Vehicles | 4,9 | 13,4 | 11,1 | 11,0 | 11,0 | 11,9 | 11,9 | 14,5 |
In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2026 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering.
Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget.
Figuur 5 Land materieel
Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het verwerven en instandhouden van het lucht materieel. Dit artikel is voor de investeringsuitgaven gerelateerd aan de beleidsdoelen en –instrumenten uit beleidsartikel 6 (Investeringen) en voor de instandhoudingsuitgaven aan de beleidsdoelen en -instrumenten zoals beschreven in beleidsartikel 4 (Koninklijke Luchtmacht) van de Begroting Hoofdstuk X. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 0 | 0 | 1.063.617 | 828.294 | 1.524.220 | 1.110.862 | 978.820 |
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 0 | 1.420.232 | 1.314.045 | 1.409.728 | 1.275.133 | 939.931 |
waarvan juridisch verplicht | 94,2% | ||||||
Verwerving | |||||||
Opdrachten | 0 | 0 | 1.715.005 | 1.518.501 | 1.641.865 | 1.338.025 | 925.206 |
Verwerving: voorbereidingsfase | 0 | 0 | 11.386 | 71.826 | 303.910 | 288.519 | 317.794 |
Verwerving: onderzoeksfase | 0 | 0 | |||||
Verwerving: realisatie | 0 | 0 | 1.703.619 | 1.446.675 | 1.337.955 | 1.049.506 | 607.412 |
Instandhouding | |||||||
Opdrachten | 243.102 | 229.773 | 237.657 | 242.585 | 256.581 | ||
Instandhouding materieel | 0 | 0 | 243.102 | 229.773 | 237.657 | 242.585 | 256.581 |
Over-/ onderprogrammering | ‒ 537.875 | ‒ 434.229 | ‒ 469.794 | ‒ 305.477 | ‒ 241.856 | ||
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 100 | 400 | 600 |
Overige ontvangsten materieel | 0 | 0 | 0 | 0 | 100 | 400 | 600 |
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2032 | 2033 | 2034 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 903.123 | 553.840 | 637.486 | 498.128 | 491.362 | 425.121 | 409.330 | 471.637 | 450.428 |
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 848.550 | 629.983 | 805.998 | 638.986 | 654.602 | 554.798 | 563.624 | 624.169 | 501.860 |
waarvan juridisch verplicht | |||||||||
Verwerving | |||||||||
Opdrachten | 672.094 | 299.479 | 384.684 | 235.020 | 234.218 | 190.985 | 148.412 | 210.819 | 189.741 |
Verwerving: voorbereidingsfase | 294.073 | 52.679 | 188.266 | 83.599 | 57.156 | 7.729 | 5.665 | 68.516 | 47.435 |
Verwerving: onderzoeksfase | |||||||||
Verwerving: realisatie | 378.021 | 246.800 | 196.418 | 151.421 | 177.062 | 183.256 | 142.747 | 142.303 | 142.306 |
Instandhouding | |||||||||
Opdrachten | 262.203 | 262.614 | 263.012 | 263.108 | 262.223 | 261.018 | 260.918 | 260.818 | 260.618 |
Instandhouding materieel | 262.203 | 262.614 | 263.012 | 263.108 | 262.223 | 261.018 | 260.918 | 260.818 | 260.618 |
Over-/ onderprogrammering | ‒ 85.747 | 67.890 | 158.302 | 140.858 | 158.161 | 102.795 | 154.294 | 152.532 | 51.501 |
Ontvangsten | 600 | 600 | 600 | 700 | 800 | 800 | 900 | 900 | 1.000 |
Overige ontvangsten materieel | 600 | 600 | 600 | 700 | 800 | 800 | 900 | 900 | 1.000 |
Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2021 gaat het naar verwachting om 94,2 procent van het uitgavenbudget.
De geraamde uitgaven betreffen de uitgaven voor de verwerving van wapensystemen die in de lucht worden ingezet, zoals de jachtvliegtuigen (F-16 en F-35), helikopters (Apache, Chinook, Cougar en NH-90) en tank- en transportvliegtuigen. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt deze budgettaire reeks toegevoegd of onttrokken aan het instandhoudingsbudget, afhankelijk van of de exploitatie-uitgaven toenemen of juist afnemen door het investeringsproject.
In onderstaande tabel wordt - indien van toepassing - de planning weergegeven van de lucht materieel projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt.
Projecten in voorbereiding | Projectbudget | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Vervanging PC-7 | 100-250 | A-brief | |||||
Block upgrade NH-90 | 100-250 | A-brief | |||||
Vervanging C-130 | 250-1.000 | A-brief |
Er zijn geen wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden.
Projecten in voorbereiding | Toelichting |
---|---|
Vervanging PC-7 | Dit betreft de vervanging van de dertien PC-7 opleidingsvliegtuigen in verband met het geplande einde van de levensduur in 2026. |
Block upgrade NH-90 | Om de NH-90 operationeel relevant en inzetbaar te houden krijgt het helikoptertype een Block upgrade. Het moderniseringsprogramma voorziet de helikopter van nieuwe sensoren, communicatiemiddelen en bewapening. Nederland loopt dit project op samen met de andere NH-90 gebruikers. |
Vervanging C-130 | Dit betreft de vervanging van de vier C-130 transportvliegtuigen. Einde levensduur stond in verband met een MLU gepland in 2030. Nu de MLU vervalt, wordt de C-130 eerder vervangen. |
Net als vorig jaar zijn er geen verwervingsprojecten van luchtmaterieel boven € 100 miljoen die zich in de onderzoeksfase bevinden.
De volgende lucht materieel projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.
Projecten in realisatie | Projectbudget | t/m 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 e.v. |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
AH-64D zelfbescherming (ASE) | 100,9 | 22,0 | − | 17,5 | 13,3 | 14,6 | 15,1 | 18,4 | − |
AH-64D block II upgrade | 119,1 | 73,5 | 8,7 | 18,3 | 8,3 | 10,2 | − | − | − |
F-35: Verwerving middellange tot lange afstandraket | 126,5 | 0,9 | 1,0 | 29,3 | 0,3 | 0,8 | 1,6 | 61,4 | 31,2 |
Verwerving Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle (MALE UAV) | 188,4 | 49,6 | 43,1 | 55,7 | 39,2 | 0,8 | − | − | ‒ |
Verwerving strategisch luchttransport en AAR (Multi Role Tanker Transport (MRTT)) | 250-1.000 | Commercieel vertrouwelijk | |||||||
Apache Remanufacture | 918,8 | 18,9 | 6,6 | 31,3 | 136,5 | 319,4 | 269,7 | 136,4 | − |
Chinook Vervanging en Modernisering | 1.019,7 | 352,5 | 305,1 | 207,8 | 54,1 | 51,1 | 49,0 | − | − |
NH-90 | 1.216,3 | 1.075,7 | 10,4 | 44,9 | 43,4 | 33,5 | 8,2 | 0,1 | − |
Verwerving F-35 | 6.013,7 | 2.055,6 | 844,8 | 886,5 | 848,1 | 511,8 | 369,1 | 223,9 | 273,8 |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij het volgende project:
– Het investeringsbudget van de verwerving F-35 is met is de Voorjaarsnota 2019 verhoogd naar aanleiding van de extra aanschaf van negen F-35's.
– Het project AH-64D zelfbescherming (ASE) is nieuw. Door het toekennen van prijspeilbijstelling is het projectbudget vanaf dit jaar boven € 100 miljoen, waardoor het project vanaf nu wordt opgenomen in het DMF.
Projecten in realisatie | Toelichting |
---|---|
AH-64D zelfbescherming (ASE) | Dit project voorziet de AH-64D (Apache) van nieuwe zelfbeschermingsmiddelen. |
AH-64D block II upgrade | De huidige versie van de Nederlandse Apache, de block I-versie, heeft de grenzen van haar operationele capaciteiten bereikt. De enige andere gebruiker van deze versie van de Apache, de Amerikaanse landmacht, is in hoog tempo zijn toestellen aan het moderniseren. Door de block II upgrade houdt Nederland operationele en logistieke aansluiting met de Verenigde Staten. |
F-35: Verwerving middellange tot lange afstandraket | Het project betreft de behoefte aan een lucht middellange- tot lange afstandsraket voor de F-35. Voor het jachtvliegtuig is een middellange tot lange afstandsraket een onmisbare capaciteit voor het scheppen en behouden van het luchtoverwicht en zelfverdediging. |
Verwerving Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle (MALE UAV) | Dit betreft de verwerving en introductie van een MALE UAV-systeem, bestaande uit vier MALE UAV-toestellen met sensoren en grondstations van waaruit de toestellen worden bediend. |
Verwerving strategisch luchttransport en AAR (Multi Role Tanker Transport (MRTT)) | Doel van dit internationale project onder de vlag van het Europees Defensie Agentschap is de gezamenlijke verwerving van Air-to-Air refueling- en lucht-transportcapaciteit (Multi Role Tanker Transport vliegtuigen) (MRTT). Het gaat hierbij om een reductie van de tekortkoming van een belangrijke strategische capaciteit in Europa. Naast het gebruik voor Air-to-Air refueling en luchttransport wordt inzet van de vliegtuigen voorzien voor humanitaire noodhulp en (medische) evacuaties. |
Apache Remanufacture | De inzet van de AH-64D (Apache) wordt gaandeweg bemoeilijkt door technische en operationele factoren. De US Army, de belangrijkste gebruiker, biedt een Remanufacture programma aan waarmee de helikopter gemoderniseerd wordt naar de nieuwe E-standaard. Door deel te nemen aan het Remanufacture programma beschikt Defensie vanaf begin 2025 over een operationeel relevante, kosteneffectieve en toekomstbestendige Apachevloot en loopt daarmee gelijk op met de laatste standaard van de US Army, de AH-64E. |
Chinook Vervanging en Modernisering | Dit betreft de verwerving van veertien nieuwe CH-47F MYII CAAS Chinook helikopters voor de vervanging van de elf oudere CH-47D toestellen en de uitbreiding van de vloot, alsmede de standaardisatie van de Chinookvloot door de modernisering van de huidige zes CH-47F(NL). De toestellen kunnen naar verwachting tot 2045 worden ingezet als tactische transporthelikoptercapaciteit van Defensie. |
NH-90 | Dit project betreft het verwerven van twaalf helikopters voor diverse maritieme taken en acht helikopters in een transportconfiguratie, die geschikt zijn gemaakt voor tactische transporttaken vanaf het land en vanaf schepen. Defensie neemt daarom deel aan het helikopterproject NH-90, een internationaal programma met België, Duitsland, Frankrijk en Italië. Helikopters zijn inmiddels geleverd. Er vinden nog werkzaamheden plaats om de reeks geleverde producten op de afgesproken configuratie te brengen. |
Verwerving F-35 | Het project Verwerving F-35 heeft tot doel te voorzien in de aanschaf en invoering van de F-35 ter vervanging van het F-16 gevechtsvliegtuig. Defensie wil over 46 F-35 toestellen beschikken die in 2024 volledig operationeel inzetbaar zijn. Het project is er op gericht dat doel, het bereiken van de status Full Operational Capability (FOC), tijdig en binnen het investeringsbudget te halen. |
De instandhouding van het materieel omvat de ramingen voor de uitgaven die het operationeel houden van de (wapen-) systemen met zich meebrengt. Voor dit artikel worden deze vooral door het Logistiek Centrum in Woensdrecht gedaan. De personele uitgaven die gerelateerd zijn aan instandhouding worden, zoals reeds toegelicht in de leeswijzer, (nog) niet opgenomen in het DMF.
De instandhoudingsuitgaven van de grootste wapensystemen zijn weergegeven in onderstaande tabel. Voor 2019 betreft het de realisatie. Voor 2020 en verder betreft het een raming. De schommelingen in de ramingen zijn het gevolg van bijvoorbeeld gepland groter periodiek onderhoud. De instandhoudingsuitgaven per wapensysteem bevatten naast de uitgaven die de Luchtmacht doet voor de instandhouding van deze wapensystemen, ook de uitgaven die andere defensieonderdelen doen voor instandhouding van deze wapensystemen, bijvoorbeeld als gevolg van het assortimentsgewijs werken. Deze informatie wordt extracomptabel bijgehouden en is niet direct uit de administratie af te leiden.
Een optelling van de bedragen in deze tabel sluit niet aan bij de cijfers uit de tabel budgettaire gevolgen van beleid, omdat sprake is van een andere doorsnede van de instandhoudingsuitgaven. In de budgettaire tabel aan het begin van het artikel zijn de uitgaven door de Luchtmacht aan instandhouding opgenomen, inclusief uitgaven aan wapensystemen van andere defensieonderdelen en de uitgaven aan kleinere systemen. Deze informatie komt direct uit de administratie.
Wapensysteem | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Jachtvliegtuigen F-16 | 64,8 | 88,7 | 82,2 | 64,1 | 48,4 | 32,8 | 3,8 | 0,0 |
Jachtvliegtuigen F-35 | 7,3 | 75,2 | 115,0 | 148,1 | 185,7 | 237,7 | 283,7 | 284,2 |
Gevechtshelikopters AH-64 Apache | 37,0 | 37,3 | 39,0 | 41,1 | 42,9 | 44,7 | 45,0 | 39,7 |
Maritieme helikopers NH-90 | 37,9 | 39,8 | 50,1 | 52,6 | 51,4 | 52,8 | 49,6 | 44,9 |
Transporthelikopters CH-47 Chinook | 30,2 | 28,4 | 28,7 | 30,1 | 31,1 | 33,1 | 34,6 | 33,1 |
Transporthelikopters AS-532 Cougar | 21,3 | 24,1 | 32,3 | 25,8 | 25,3 | 27,7 | 27,7 | 25,8 |
Transportvliegtuigen C-130 | 11,1 | 12,3 | 15,0 | 11,8 | 13,2 | 11,4 | 11,9 | 13,1 |
Tankvliegtuigen KDC-10 | 10,8 | 11,7 | 10,3 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Multi Role Tanker Transport (MRTT) | 0,0 | 3,8 | 7,4 | 16,7 | 18,1 | 17,8 | 18,7 | 18,8 |
In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2027 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget.
Figuur 6 Lucht materieel
Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het investeren in en in stand houden van alle infrastructuur en vastgoed van Defensie. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting Hoofdstuk X. Dit artikel is gerelateerd aan de beleidsartikelen 6 (Investeringen) en 8 (Defensie Ondersteuningscommando) op de Begroting hoofdstuk X. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 0 | 0 | 645.976 | 580.621 | 577.828 | 547.688 | 538.762 |
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 0 | 684.927 | 617.788 | 611.140 | 582.084 | 576.481 |
waarvan juridisch verplicht | 22,2% | ||||||
Verwerving | |||||||
Opdrachten | 0 | 0 | 465.071 | 607.193 | 574.489 | 452.604 | 419.592 |
Verwerving: voorbereidingsfase | 0 | 0 | 133.148 | 219.954 | 259.685 | 183.024 | 226.718 |
Verwerving: onderzoeksfase | 0 | 0 | |||||
Verwerving: realisatie | 0 | 0 | 331.923 | 387.239 | 314.804 | 269.580 | 192.874 |
Instandhouding | |||||||
Opdrachten | 396.860 | 251.639 | 254.628 | 253.059 | 245.978 | ||
Instandhouding infrastructuur | 0 | 0 | 396.860 | 251.639 | 254.628 | 253.059 | 245.978 |
Onzekerheidsreservering | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Over-/ onderprogrammering | ‒ 177.004 | ‒ 241.044 | ‒ 217.977 | ‒ 123.579 | ‒ 89.089 | ||
Ontvangsten | 0 | 0 | 26.629 | 25.599 | 27.899 | 27.899 | 27.899 |
Overige ontvangsten infrastructuur | 0 | 0 | 26.629 | 25.599 | 27.899 | 27.899 | 27.899 |
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2032 | 2033 | 2034 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 485.683 | 469.894 | 474.158 | 471.839 | 540.731 | 541.325 | 545.359 | 544.609 | 544.606 |
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 525.672 | 508.961 | 508.320 | 507.589 | 579.388 | 580.085 | 584.102 | 583.777 | 583.773 |
waarvan juridisch verplicht | |||||||||
Verwerving | |||||||||
Opdrachten | 356.267 | 186.252 | 195.079 | 195.660 | 191.823 | 190.503 | 189.470 | 232.358 | 189.053 |
Verwerving: voorbereidingsfase | 176.585 | 18.009 | 33.571 | 32.564 | 31.430 | 30.007 | 28.991 | 71.822 | 28.516 |
Verwerving: onderzoeksfase | |||||||||
Verwerving: realisatie | 179.682 | 168.243 | 161.508 | 163.096 | 160.393 | 160.496 | 160.479 | 160.536 | 160.537 |
Instandhouding | |||||||||
Opdrachten | 243.731 | 244.624 | 249.529 | 248.798 | 244.897 | 245.594 | 249.611 | 249.286 | 249.286 |
Instandhouding infrastructuur | 243.731 | 244.624 | 249.529 | 248.798 | 244.897 | 245.594 | 249.611 | 249.286 | 249.286 |
Onzekerheidsreservering | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 42.188 | 2.033 |
Over-/ onderprogrammering | ‒ 74.326 | 78.085 | 63.712 | 63.131 | 142.668 | 143.988 | 145.021 | 59.945 | 143.401 |
Ontvangsten | 27.899 | 27.899 | 27.899 | 27.899 | 27.899 | 27.899 | 27.899 | 27.899 | 27.899 |
Overige ontvangsten infrastructuur | 27.899 | 27.899 | 27.899 | 27.899 | 27.899 | 27.899 | 27.899 | 27.899 | 27.899 |
Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2021 gaat het op 1 januari 2021 naar verwachting om 22,2 procent van het uitgavenbudget. Dit percentage is exclusief de jaarovereenkomst tussen het RVB en Defensie.
De geraamde uitgaven betreffen de verwerving van infrastructuur en vastgoed. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt het toegevoegd aan het instandhoudingsbudget.
Met de Kamerbrief over het Strategisch Vastgoedplan ((SVP), Kamerstuk 33763, nr. 151) is de Kamer geïnformeerd over de ambitie van Defensie om de vastgoedportefeuille op lange termijn weer gezond te krijgen. Voor de voorbereiding en uitwerking van het SVP is een eerste bedrag van € 700 miljoen gereserveerd voor de komende tien jaar. Binnen dit beschikbare budget kan nu, naast het bestaande bouw- en onderhoudsprogramma, slechts één revitaliseringsprogramma ontwikkeld worden.
In onderstaande tabel wordt de planning weergegeven van de infrastructuur en vastgoed projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt.
Projecten in voorbereiding | Projectbudget | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Revitalisering Bernhardkazerne | 250-1.000 | A-brief |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij de volgende projecten:
– Het project revitalisering Bernhardkazerne is toegevoegd.
Projecten in voorbereiding | Toelichting |
---|---|
Revitalisering Bernhardkazerne | Dit is het eerste project in het revitaliseringsplan voor het Defensievastgoed. De Bernhardkazerne vormt een pilot waarbij wordt gekozen voor een integrale aanpak vanuit een objectbenadering in plaats van de huidige gebouwbenadering, om zo een object in samenhang weer op technische kwaliteit te brengen. |
In onderstaande tabel wordt het projectbudget en - indien van toepassing - de planning van Kamerbrieven weergegeven van de infrastructuur en vastgoed projecten die zich in de onderzoeksfase bevinden. In deze fase wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.
Projecten in onderzoek | Projectbudget | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Gezamenlijke huisvesting AIVD en MIVD | 250-1.000 | ||||||
Marinierskazerne Kamp Nieuw Milligen (KNM) | 250-1.000 |
De volgende wijzigingen zijn ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden:
– Omdat de verhuizing van de Marinierskazerne naar Zeeland niet doorgaat, zal Defensie een bijdrage leveren aan het compensatiepakket Zeeland. Zie hiervoor begrotingshoofdstuk X (2.2 belangrijkste beleidsmatige mutaties);
– Michiel Adriaanszoon de Ruyterkazerne Zeeland (MARKAZ) is gewijzigd in Marinierskazerne Kamp Nieuw Milligen (KNM).
Projecten in onderzoek | Toelichting |
---|---|
Gezamenlijke huisvesting AIVD en MIVD | Dit project voorziet in gezamenlijke huisvesting van de AIVD en MIVD. Met de kamerbrief van 1 juli 2019 (Kamerstuk 30 977, nr. 155) is het voornemen van gezamenlijke huisvesting herbevestigd en is de Kamer geïnformeerd over de verschillende ontwikkelingen, waaronder de groei van de diensten, die resulteren in een aangepaste raming van de jaarlijkse gebruiksvergoeding. Naar verwachting wordt de gezamenlijke huisvesting voor de AIVD en de MIVD opgeleverd in 2028 en in gebruik genomen in 2029. |
Marinierskazerne Kamp Nieuw Milligen (KNM) | Vanwege de ongeschiktheid van de Van Braam Houckgeestkazerne als toekomstige fit-for-purposekazerne voor het Korps Mariniers is het noodzakelijk dat alle eenheden op de Van Braam Houckgeest-kazerne elders worden gehuisvest. Op 14 februari 2020 heeft het kabinet het voorgenomen besluit genomen om de marinierskazerne op Kamp Nieuw Milligen (KNM) in Apeldoorn te realiseren (Kamerbrief 33 358 nr. 15 Voorgenomen besluiten inzake verhuizing Korps Mariniers en compensatie Zeeland). Dit is op 14 juli 2020 omgezet in een definitief besluit waarover de Kamer is geïnformeerd met de Kamerbrief "definitief besluit verhuizing Korps Mariniers". |
De volgende infrastructuur en vastgoed projecten bevinden zich in de realisatiefase, wat betekent dat de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties is gegeven. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke projecten het betreft, wat het projectbudget van deze projecten is en hoe dit projectbudget over de jaren verdeeld is, als het kasritme niet commercieel vertrouwelijk is.
Projecten in realisatie | Projectbudget | t/m 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 e.v. |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
DBFMO Nationaal Militair museum | 111,7 | 20,4 | 5,4 | 5,4 | 5,3 | 5,1 | 5,3 | 5,9 | 58,9 |
Legering Defensiebreed (fase 1) | 127,1 | − | 30,4 | 49,0 | 39,2 | 8,4 | − | − | − |
Bouwtechnische verbeteringen brandveiligheid | 140,8 | 102,7 | 30,1 | 8,0 | − | − | − | − | − |
Nieuwbouw Technology Center Land (TCL) | 100-250 | Commercieel vertrouwelijk | |||||||
Aanpassingen vastgoed a.g.v. wijziging regelgeving | 303,7 | 44,3 | 34,3 | 42,4 | 56,3 | 37,8 | 32,1 | 35,5 | 21,0 |
DBFMO Kromhoutkazerne | 639,7 | 136,5 | 33,1 | 33,5 | 31,8 | 28,2 | 29,1 | 31,9 | 315,6 |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij de volgende projecten:
– Het Nieuwbouw Technology Center Land (TCL) is nieuw toegevoegd aan de realisatiefase;
– Hetzelfde geldt voor het project Legering Defensiebreed.
Projecten in realisatie | Toelichting |
---|---|
DBFMO Nationaal Militair museum | De projecten DBFMO Kromhoutkazerne en DBFMO Nationaal Militair Museum zijn beide als project gerealiseerd als «Design, Build, Finance, Maintain and Operate» (DBFMO). Dit is dus geen project dat op afzienbare termijn wordt afgerond, zoals de andere investeringsprojecten. Bij een DBFMO-contract worden zowel de investering als de exploitatie gezamenlijk aanbesteed. Er is sprake van een jaarlijkse beschikbaarheidsvergoeding aan het consortium dat deze infrastructuur heeft gebouwd en nu onderhoudt. Omdat Defensie op termijn eigenaar wordt van het gebouw, is het project opgenomen als onderdeel van de investeringen. Inmiddels is het gebouw in gebruik genomen. |
Legering Defensiebreed (fase 1) | Het programma Legering Defensiebreed is gestart naar aanleiding van de bevindingen van de vastgoedinventarisatie in 2019. Dit project betreft het eerste deel van het programma, fase 1, waarvan de uitvoering is gepland van 2020 tot en met 2023. Binnen fase 1 worden van 51 gebouwen het interieur en stoffering vervangen en wordt groot onderhoud gepleegd aan de binnenzijde van zeventien gebouwen. Daarnaast worden negen legeringsgebouwen geheel vervangen. |
Bouwtechnische verbeteringen brandveiligheid | Dit project betreft het op veiligheidsniveau aanpassen van de legeringsgebouwenin Nederland, Duitsland en het Caribisch gebied en is in uitvoering. Waar nodig worden interim-maatregelen getroffen voor de legering. De Kamer is hierover op 25 april 2019 en 22 mei 2020 geïnformeerd met de brieven Stand van zaken vastgoed Defensie (Kamerstukken 2018-2019, 34919, nr. 35 en 2019-2020, 34919, nr. 55) en de afwijkingsrapportage Defensie Projectenoverzicht op 20 mei 2020 (Kamerstuk 2019-2020, 27830, nr. 306). In 2020 is het merendeel van de legeringsgebouwen aangepast. |
Nieuwbouw Technology Center Land (TCL) | De huidige zeer gedateerde en niet meer passende huisvesting van MatlogCo, Afdeling Techniek wordt vervangen door nieuwe en toekomstbestendige huisvesting in het Nieuwbouw Technology Center Land (TCL). Hoewel initieel renovatie van de bestaande gebouwen was beoogd, bleek dat dit de kosten van nieuwbouw evenaarde. Het projectbudget is inmiddels op de juiste hoogte gebracht. Het TCL wordt het centrum voor technologische activiteiten in het grondgebonden domein. Defensie krijgt met de bouw van het TCL een moderne faciliteit voor technisch hoogwaardige, betrouwbare en innovatieve instandhouding, modificaties en beproevingen van grondgebonden systemen en voor conceptdevelopment & experimentation (CD&E). |
Aanpassingen vastgoed a.g.v. wijziging regelgeving | Dit project betreft het aanpassen van bestaande infrastructuur aan nieuwe en aangescherpte wet- en regelgeving en bestaat uit zeven deelprojecten: o.a. vervanging installaties HCFK's, op norm brengen van drinkwaterinstallaties, verwijderen van asbest, vervangen brandmeldinstallaties, onderhouden monumenten, middelgrote stookinstallaties en brandveilig maken van overige gebouwen niet zijnde legering. |
DBFMO Kromhoutkazerne | De projecten DBFMO Kromhoutkazerne en DBFMO Nationaal Militair Museum zijn beide als project gerealiseerd als «Design, Build, Finance, Maintain and Operate» (DBFMO). Dit is dus geen project dat op afzienbare termijn wordt afgerond, zoals de andere investeringsprojecten. Bij een DBFMO-contract worden zowel de investering als de exploitatie gezamenlijk aanbesteed. Er is sprake van een jaarlijkse beschikbaarheidsvergoeding aan het consortium dat deze infrastructuur heeft gebouwd en nu onderhoudt. Omdat Defensie op termijn eigenaar wordt van deze gebouwen, is het project opgenomen als onderdeel van de investeringen. Inmiddels zijn de gebouwen in gebruik genomen. |
De geraamde uitgaven dienen voor de instandhouding van het vastgoed en de infrastructuur van Defensie. De omvang van de vastgoedportefeuille van Defensie is bijna 6 miljoen m2 bebouwd vloeroppervlak verdeeld over totaal 464 locaties in binnen- en buitenland. De portefeuille omvat circa 11.000 gebouwen. Daarnaast bezit Defensie circa 350 miljoen m2 terrein, waarvan circa 260 miljoen m2 aan oefen- en schietterreinen. Defensie gebruikt bovendien ook indirect ruimte: geluidsruimte om te kunnen vliegen en veiligheidszones rondom bijvoorbeeld munitieopslag. Zoals aangegeven in de leeswijzer onder de opzet DMF wordt naar aanleiding van de toezegging van de minister (Kamerstuk 35 280, nr. 7) uitgezocht of het mogelijk is een instandhoudingsbijlage te maken. Het voornemen is vanaf volgend jaar (DMF 2022) de instandhoudingsbijlage vastgoed op te nemen in de begroting van het DMF.
In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2026 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget.
Figuur 7 Infrastuctuur en vastgoed
De verkoopopbrengsten infrastructuur en vastgoed hebben betrekking op de opbrengsten van de af te stoten objecten. Het overtollig vastgoed wordt in vrijwel alle gevallen eerst op basis van het Kader Overname Rijksvastgoed (KORV) door het RVB ingekocht. Incidenteel vinden nog verkopen onder de oude werkwijze plaats.
Defensie hanteert voor verwervingsprojecten naast een risicoreservering per project ook een systematiek van onzekerheidsreserveringen. Met de onzekerheidsreservering worden risico’s afgedekt die buiten de invloedssfeer van een project liggen, zoals risico’s bij internationale samenwerking. Deze risico’s kunnen leiden tot een hogere raming dan oorspronkelijk voorzien. De hoogte van de onzekerheidsreservering wordt per project bepaald, maar is geen onderdeel van het projectbudget. Omdat niet alle risico’s zich tegelijkertijd voor zullen doen, is gekozen voor een systematiek waarbij de som van de onzekerheidsreserveringen per project groter is dan de reservering die in totaliteit op de begroting wordt aangehouden voor de geïdentificeerde risico’s.
Het doel van dit artikel is inzicht bieden in het investeren in en in stand houden van alle IT van Defensie. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting Hoofdstuk X. Het artikel IT is nauw gerelateerd aan de beleidsartikelen 6 (Investeringen) en 7 (Defensie Materieel Organisatie) op de begroting Hoofdstuk X. De verwerving wordt nader uitgesplitst in de voorbereidings-, onderzoeks- en realisatiefase.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 0 | 0 | 599.169 | 608.852 | 669.010 | 497.768 | 504.058 |
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 0 | 599.169 | 711.352 | 669.010 | 497.768 | 504.058 |
waarvan juridisch verplicht | 35,3% | ||||||
Verwerving | |||||||
Opdrachten | 0 | 0 | 529.838 | 545.470 | 440.048 | 446.447 | 291.645 |
Verwerving: voorbereidingsfase | 0 | 0 | 249.983 | 312.043 | 311.404 | 359.991 | 208.658 |
Verwerving: onderzoeksfase | 0 | 0 | |||||
Verwerving: realisatie | 0 | 0 | 279.855 | 233.427 | 128.644 | 86.456 | 82.987 |
Instandhouding | |||||||
Opdrachten | 243.373 | 239.001 | 228.234 | 227.892 | 228.623 | ||
Instandhouding infrastructuur | 0 | 0 | 243.373 | 239.001 | 228.234 | 227.892 | 228.623 |
Onzekerheidsreservering | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Over-/ onderprogrammering | ‒ 174.042 | ‒ 73.119 | 728 | ‒ 176.571 | ‒ 16.210 | ||
Ontvangsten | 0 | 0 | 6.669 | 6.669 | 6.669 | 6.669 | 6.669 |
Overige ontvangsten infrastructuur | 0 | 0 | 6.669 | 6.669 | 6.669 | 6.669 | 6.669 |
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2032 | 2033 | 2034 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 491.731 | 457.589 | 422.347 | 489.079 | 435.382 | 450.180 | 471.190 | 697.490 | 762.490 |
waarvan garantieverplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 491.731 | 457.589 | 422.347 | 489.079 | 435.382 | 450.180 | 471.190 | 697.490 | 762.490 |
waarvan juridisch verplicht | |||||||||
Verwerving | |||||||||
Opdrachten | 244.641 | 252.366 | 180.019 | 164.345 | 135.749 | 147.565 | 173.158 | 308.398 | 451.928 |
Verwerving: voorbereidingsfase | 166.683 | 171.466 | 99.046 | 88.837 | 59.672 | 73.933 | 92.421 | 237.537 | 380.979 |
Verwerving: onderzoeksfase | 0 | ||||||||
Verwerving: realisatie | 77.958 | 80.900 | 80.973 | 75.508 | 76.077 | 73.632 | 80.737 | 70.861 | 70.949 |
Instandhouding | |||||||||
Opdrachten | 228.257 | 228.182 | 228.495 | 228.099 | 228.389 | 228.672 | 228.208 | 228.258 | 231.015 |
Instandhouding infrastructuur | 228.257 | 228.182 | 228.495 | 228.099 | 228.389 | 228.672 | 228.208 | 228.258 | 231.015 |
Onzekerheidsreservering | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 82.530 | 0 |
Over-/ onderprogrammering | 18.833 | ‒ 22.959 | 13.833 | 96.635 | 71.244 | 73.943 | 69.824 | 78.304 | 79.547 |
Ontvangsten | 6.669 | 6.669 | 6.669 | 6.669 | 6.669 | 6.669 | 6.669 | 6.669 | 6.669 |
Overige ontvangsten infrastructuur | 6.669 | 6.669 | 6.669 | 6.669 | 6.669 | 6.669 | 6.669 | 6.669 | 6.669 |
Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op uitgaven voor levering van goederen en/of diensten waarvoor Defensie een overeenkomst is aangegaan. Voor 2020 gaat het naar verwachting om 35,3 procent van het uitgavenbudget.
De geraamde uitgaven aan investeringen betreffen de investeringen in IT. Onderstaande tabellen tonen de IT-projecten voor de komende vijftien jaar die groter zijn dan € 100 miljoen, onderverdeeld naar voorbereidingsfase, onderzoeksfase en realisatiefase. Als een project wijzigingen in de exploitatie-uitgaven tot gevolg heeft, dan is dit onderdeel van het projectvolume van het betreffende investeringsproject. Als het project is gerealiseerd, wordt het toegevoegd aan het instandhoudingsbudget. Aangezien Defensie een nog meer informatiegestuurde organisatie wil worden zal een groter deel van het investeringsbudget binnen de Defensiebegroting, nu en in de toekomst, bestemd worden voor IT uitgaven. Momenteel wordt gewerkt aan een analyse van de concrete investeringsbehoefte voor IT.
In onderstaande tabel wordt de planning weergegeven van de IT projecten die zich in de voorbereidingsfase bevinden. Voor deze projecten wordt de behoeftestelling uitgewerkt. Ook de planning van de A-brieven van DMP-plichtige projecten is - indien van toepassing - in de tabel opgenomen.
Projecten in voorbereiding | Projectbudget | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Joint EOV: Electronic attack | 100-250 | A | |||||
SAP4HANA | 100-250 |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij het volgende project:
– Het project Joint EOV: Electronic attack is toegevoegd aan de voorbereidingsfase.
Projecten in voorbereiding | Toelichting |
---|---|
Joint EOV: Electronic attack | Het project Joint EOV: Electronic attack voorziet in capaciteit om cyber- en elektromagnetische activiteiten te beïnvloeden. |
SAP4HANA | Dit project betreft het invoeren van een nieuw Enterprise Resource System, ter vervanging van het huidige verouderende SAP, bedoeld om de defensiebrede bedrijfsvoering, materiele gereedheid en besturing doelmatig te ondersteunen op het gebied van materieellogistiek en financiën. Als zodanig is het essentieel voor het ondersteunen van operationele activiteiten. |
In onderstaande tabel wordt het projectbudget en - indien van toepassing - de planning van Kamerbrieven weergegeven van de IT projecten die zich in de onderzoeksfase bevinden. In deze fase wordt onderzocht hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte.
Projecten in onderzoek | Bandbreedte | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
GrIT | 250-1.000 |
Er zijn wijzigingen ten opzichte van de begroting 2020 opgetreden bij het volgende project:
– Hoewel de bandbreedte van het investeringsbudget van het programma GrIT gelijk is gebleven (250-1.000), is het totale programmabudget GrIT verhoogd. De ophoging kent meerdere oorzaken, waaronder de kosten voor de migratie van applicaties, de kosten voor de programma-organisatie en inhuur die daar mee gemoeid is. Ook de afbouw van de huidige IT zal extra kosten met zich meebrengen, verder zijn er stijgingen in de ramingen als gevolg van de aanpassing van het prijspeil. De Kamer is hier in september aanvullend over geïnformeerd in twee brieven: 1. Kamerbrief "inventarisatie exploitatie en investeringen van de IT en voortgang programma's Foxtrot en TEN" en 2. de "commercieel vertrouwelijke brief uitwerking hoofdscenario's programma Grensverleggende IT". Het ophogen van het programmabudget GrIT heeft consequenties voor de projecten LCF en Fennek. In dit geval betekent dit dat er voor deze projecten met een andere fasering gewerkt wordt. Hiermee stelt Defensie het tempo van de instroom van de vervanging bij. Binnen de begroting is nu rekening gehouden met de verwachte hogere instandhoudingskosten van de huidige systemen als gevolg van deze aanpassing.
Projecten in onderzoek | Toelichting |
---|---|
GrIT | De IT-infrastructuur binnen Defensie dient te worden vervangen, om voor de langere termijn de continuïteit te waarborgen. Het belang en invloed van IT op zowel de operationele inzet als de bedrijfsvoering is groot. Vernieuwing van de IT-infrastructuur is nodig om invulling te kunnen geven aan de ambities van Defensie zoals verwoord in de Defensienota 2018. Met GrIT legt Defensie hiervoor de basis. De doelstelling van GrIT is het samen met de markt realiseren van het fundament voor de nieuwe IT van Defensie en het migreren van de bijbehorende huidige applicaties en voorzieningen naar de nieuwe IT. Het programma GrIT heeft daarmee de opdracht om in samenwerking met de markt een technisch en organisatorisch IT-platform voor de IT vernieuwing van Defensie te realiseren. |
Er zijn momenteel geen IT-projecten groter dan € 100 miljoen die zich in de realisatiefase bevinden. In deze fase is de opdracht voor verwerving aan de uitvoeringsorganisaties gegeven.
De geraamde uitgaven dienen voor instandhouding van de IT van Defensie.
In de eerste jaren is het investeringsprogramma groter dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van overprogrammering. Vanaf 2028 telt het totaal van het investeringsprogramma op tot een lager bedrag dan het daadwerkelijke budget; er is sprake van onderprogrammering. Omdat de ervaring van eerdere jaren leert dat het risico op vertragingen groot is, onder andere als gevolg van onvoorziene externe factoren, worden in de eerste jaren meer projecten gepland dan totaal aan budget beschikbaar is in een jaar. Door met deze overprogrammering te werken wordt zoveel als mogelijk getracht te voorkomen dat vertragingen bij individuele projecten leiden tot onderrealisatie van het beschikbare budget.
Figuur 8 IT
Dit zijn de ontvangsten die rechtstreeks gerelateerd zijn aan IT, bijvoorbeeld als het Joint Informatievoorziening Commando (JIVC) van Defensie diensten levert aan derden.
Defensie hanteert voor verwervingsprojecten naast een risicoreservering per project ook een systematiek van onzekerheidsreserveringen. Met de onzekerheidsreservering worden risico’s afgedekt die buiten de invloedssfeer van een project liggen, zoals risico’s bij internationale samenwerking. Deze risico’s kunnen leiden tot een hogere raming dan oorspronkelijk voorzien. De hoogte van de onzekerheidsreservering wordt per project bepaald, maar is geen onderdeel van het projectbudget. Omdat niet alle risico’s zich tegelijkertijd voor zullen doen, is gekozen voor een systematiek waarbij de som van de onzekerheidsreserveringen per project groter is dan de reservering die in totaliteit op de begroting wordt aangehouden voor de geïdentificeerde risico’s.
Dit begrotingsartikel is technisch van aard. Op dit artikel worden de bijdragen verantwoord die vanuit de reguliere Defensiebegroting (Hoofdstuk X) overgeheveld worden naar het DMF. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn daarom terug te vinden in de begroting Hoofdstuk X; artikel 13: Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontvangsten | 0 | 0 | 4.511.343 | 4.854.498 | 4.643.817 | 4.697.356 | 4.286.367 |
Subtotaal | 4.511.343 | 4.854.498 | 4.643.817 | 4.697.356 | 4.286.367 | ||
Na-/voordelig eindsaldo (cumulatief) vorig jaar (t-1) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal | 0 | 0 | 4.511.343 | 4.854.498 | 4.643.817 | 4.697.356 | 4.286.367 |
Na-/voordelig eindsaldo (cumulatief) begrotings jaar (t1) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal | 0 | 0 | 4.511.343 | 4.854.498 | 4.643.817 | 4.697.356 | 4.286.367 |
2.026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2032 | 2033 | 2034 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontvangsten | 4.275.817 | 4.229.977 | 4.144.550 | 4.285.946 | 4.120.009 | 4.117.176 | 4.086.772 | 4.088.835 | 4.088.760 |
Subtotaal | 4.275.817 | 4.229.977 | 4.144.550 | 4.285.946 | 4.120.009 | 4.117.176 | 4.086.772 | 4.088.835 | 4.088.760 |
Na-/voordelig eindsaldo (cumulatief) vorig jaar (t-1) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Totaal | 4.275.817 | 4.229.977 | 4.144.550 | 4.285.946 | 4.120.009 | 4.117.176 | 4.086.772 | 4.088.835 | 4.088.760 |
Na-/voordelig eindsaldo (cumulatief) begrotings jaar (t1) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Totaal | 4.275.817 | 4.229.977 | 4.144.550 | 4.285.946 | 4.120.009 | 4.117.176 | 4.086.772 | 4.088.835 | 4.088.760 |
Onderstaande tabellen laten per artikel zien uit welke budgetten van de reguliere Defensiebegroting het artikel is opgebouwd. Een * betekent dat niet het volledige budget van het artikel uit de reguliere begroting is overgeheveld naar het DMF. Dit doet zich voor bij de verplichtingen: de verplichtingenbudgetten op de reguliere begroting worden ten dele overgeheveld naar het begrotingsfonds; alleen waar het de verplichtingen betreft die gerelateerd zijn aan investeringen en instandhouding. Daardoor wordt een deel van de verplichtingen van de artikelen 2 (Marine), 3 (Landmacht), 4 (Luchtmacht), 7 (DMO) en 8 (DOSCO) overgeheveld. Alle verplichtingen uit artikel 6 (Investeringen) worden overgeheveld naar het begrotingsfonds en uitgesplist naar de betreffende artikelen binnen het DMF. Daarnaast geldt voor artikel 2 (Marine) dat de uitgaven aan het onderhoud van de Groene Draeck niet binnen de reikwijdte van het DMF vallen, omdat dit geen Defensiematerieel betreft. Dit zijn echter wel instandhoudingsuitgaven die door de Marine worden gedaan, waardoor in de reguliere Defensiebegroting op artikel 2 nog (beperkte) instandhoudingsuitgaven zichtbaar zullen zijn.
Van begroting X Defensie | Naar begroting DMF (K) | detail | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 8.448.390 | 4.085.843 | 4.926.960 | 4.577.432 | 4.383.734 | ||
Uitgaven | 4.610.299 | 4.934.062 | 5.059.472 | 5.105.654 | 4.491.350 | ||
Art 2 Kon. Marine | Art 2 Maritiemmaterieel | instandhouding materieel | 148.995 | 142.712 | 142.676 | 142.696 | 143.360 |
Art 2 Kon. Marine / Kustwachten | Art 1 Defensiebreedmaterieel | instandhouding materieel | 25.384 | 11.053 | 4.664 | 4.664 | 4.664 |
Art 2 Kon. Marine | Art 5 Infrastructuur en vastgoed | Instandhouding infrastructuur | 2.449 | 2.459 | 2.468 | 2.131 | 2.131 |
Art 2 Kon. Marine | Art 6 IT | Instandhouding IT | 1.464 | 1.464 | 1.464 | 1.464 | 1.466 |
Art 2 Kon. Marine | Totaal | 178.292 | 157.688 | 151.272 | 150.955 | 151.621 | |
Art 3 Kon. Landmacht | Art 3 Landmaterieel | instandhouding materieel | 241.834 | 246.206 | 237.724 | 245.073 | 242.126 |
Art 3 Kon. Landmacht | Art 5 Infrastructuur en vastgoed | Instandhouding infrastructuur | 1.585 | 1.688 | 1.681 | 1.681 | 1.681 |
Art 3 Kon. Landmacht | Totaal | 243.419 | 247.894 | 239.405 | 246.754 | 243.807 | |
Art 4 Kon. Luchtmacht | Art 4 Luchtmaterieel | instandhouding materieel | 243.102 | 229.773 | 237.657 | 242.585 | 256.581 |
Art 4 Kon. Luchtmacht | Art 5 Infrastructuur en vastgoed | Instandhouding infrastructuur | 361 | 361 | 361 | 361 | 361 |
Art 4 Kon. Luchtmacht | Art 6 IT | Instandhouding IT | 7.458 | 7.477 | 6.867 | 6.662 | 6.662 |
Art 4 Kon. Luchtmacht | Totaal | 250.921 | 237.611 | 244.885 | 249.608 | 263.604 | |
Art 7 DMO | Art 1 Defensiebreedmaterieel | instandhouding materieel | 299.558 | 276.688 | 289.342 | 283.770 | 275.409 |
Art 7 DMO | Art 5 Infrastructuur en vastgoed | Instandhouding infrastructuur | 117 | ||||
Art 7 DMO | Art 6 IT | Instandhouding IT | 234.451 | 230.060 | 219.903 | 219.766 | 220.495 |
Art 7 DMO | Totaal | 534.126 | 506.748 | 509.245 | 503.536 | 495.904 | |
Art 8 DOSCO | Art 5 Infrastuctuur en vastgoed | Instandhouding infrastructuur | 392.348 | 247.131 | 250.118 | 248.886 | 241.805 |
Art 6 Investeringen | Art 1 Defensiebreedmaterieel | Verwerving: voorbereidingsfase | 81.408 | 84.147 | 63.091 | 78.162 | 104.070 |
Art 6 Investeringen | Art 1 Defensiebreedmaterieel | Verwerving: onderzoeksfase | 830 | 1.269 | 60.599 | 145.177 | 114.595 |
Art 6 Investeringen | Art 1 Defensiebreedmaterieel | Verwerving: realisatie | 794.548 | 617.343 | 531.875 | 446.432 | 238.346 |
Art 6 Investeringen | Art 1 Defensiebreedmaterieel | Onzekerheidsreservering | 16.192 | 13.798 | 11.005 | 2.122 | 2.236 |
Art 6 Investeringen | Art 1 Defensiebreedmaterieel | Over-/ onderprogrammering | ‒ 580.792 | ‒ 251.943 | ‒ 215.029 | ‒ 142.797 | ‒ 138.573 |
Art 1 Defensiebreedmaterieel | Totaal | 312.186 | 464.614 | 451.541 | 529.096 | 320.674 | |
Art 6 Investeringen | Art 2 Maritiemmaterieel | Verwerving: voorbereidingsfase | 64.510 | 87.109 | 83.911 | 192.368 | 207.755 |
Art 6 Investeringen | Art 2 Maritiemmaterieel | Verwerving: onderzoeksfase | 224.134 | 388.847 | 532.035 | 703.631 | 677.964 |
Art 6 Investeringen | Art 2 Maritiemmaterieel | Verwerving: realisatie | 451.782 | 534.370 | 417.484 | 402.586 | 449.750 |
Art 6 Investeringen | Art 2 Maritiemmaterieel | Over-/ onderprogrammering | ‒ 258.197 | ‒ 289.719 | ‒ 316.105 | ‒ 314.971 | ‒ 354.325 |
Art 2 Maritiemmaterieel | Totaal | 482.229 | 720.607 | 717.325 | 983.614 | 981.144 | |
Art 6 Investeringen | Art 3 Landmaterieel | Verwerving: voorbereidingsfase | 14.887 | 40.153 | 260.980 | 349.128 | 228.361 |
Art 6 Investeringen | Art 3 Landmaterieel | Verwerving: onderzoeksfase | 5.358 | 19.513 | 21.371 | 16.553 | 26.981 |
Art 6 Investeringen | Art 3 Landmaterieel | Verwerving: realisatie | 509.158 | 510.838 | 430.760 | 361.892 | 384.138 |
Art 6 Investeringen | Art 3 Landmaterieel | Over-/ onderprogrammering | ‒ 165.684 | ‒ 173.587 | ‒ 218.869 | ‒ 197.897 | ‒ 168.057 |
Art 3 Landmaterieel | Totaal | 363.719 | 396.917 | 494.242 | 529.676 | 471.423 | |
Art 6 Investeringen | Art 4 Luchtmaterieel | Verwerving: voorbereidingsfase | 11.386 | 71.826 | 303.910 | 288.519 | 317.794 |
Art 6 Investeringen | Art 4 Luchtmaterieel | Verwerving: onderzoeksfase | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Art 6 Investeringen | Art 4 Luchtmaterieel | Verwerving: realisatie | 1.703.619 | 1.446.675 | 1.337.955 | 1.049.506 | 607.412 |
Art 6 Investeringen | Art 4 Luchtmaterieel | Over-/ onderprogrammering | ‒ 537.875 | ‒ 434.229 | ‒ 469.794 | ‒ 305.477 | ‒ 241.856 |
Art 4 Luchtmaterieel | Totaal | 1.177.130 | 1.084.272 | 1.172.071 | 1.032.548 | 683.350 | |
Art 6 Investeringen | Art 5 infrastructuur en vastgoed | Verwerving: voorbereidingsfase | 133.148 | 219.954 | 259.685 | 183.024 | 226.718 |
Art 6 Investeringen | Art 5 infrastructuur en vastgoed | Verwerving: onderzoeksfase | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Art 6 Investeringen | Art 5 infrastructuur en vastgoed | Verwerving: realisatie | 331.923 | 387.239 | 314.804 | 269.580 | 192.874 |
Art 6 Investeringen | Art 5 infrastructuur en vastgoed | Onzekerheidsreservering | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Art 6 Investeringen | Art 5 infrastructuur en vastgoed | Over-/ onderprogrammering | ‒ 177.004 | ‒ 241.044 | ‒ 217.977 | ‒ 123.579 | ‒ 89.089 |
Art 5 infrastructuur en vastgoed | Totaal | 288.067 | 366.149 | 356.512 | 329.025 | 330.503 | |
Art 6 Investeringen | Art 6 IT | Verwerving: voorbereidingsfase | 249.983 | 312.043 | 311.404 | 359.991 | 208.658 |
Art 6 Investeringen | Art 6 IT | Verwerving: onderzoeksfase | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Art 6 Investeringen | Art 6 IT | Verwerving: realisatie | 279.855 | 233.427 | 128.644 | 86.456 | 82.987 |
Art 6 Investeringen | Art 6 IT | Onzekerheidsreservering | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Art 6 Investeringen | Art 6 IT | Over-/ onderprogrammering | ‒ 174.042 | ‒ 73.119 | 728 | ‒ 176.571 | ‒ 16.210 |
Art 6 IT | Totaal | 355.796 | 472.351 | 440.776 | 269.876 | 275.435 | |
Art 6 Bekostiging | Art 1 Defensiebreedmaterieel | Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten | 3.019 | 3.020 | 3.020 | 3.020 | 3.020 |
Art 6 Bekostiging | Art 1 Defensiebreedmaterieel | Technologieontwikkeling | 22.546 | 22.559 | 22.559 | 22.559 | 22.559 |
Art 6 Bekostiging | Art 1 Defensiebreedmaterieel | Kennisgebruik | 3.113 | 3.113 | 3.113 | 3.113 | 3.113 |
Art 6 Bekostiging | Art 1 Defensiebreedmaterieel | Kort Cyclische Innovatie | 3.388 | 3.388 | 3.388 | 3.388 | 3.388 |
Art 1 Defensiebreedmaterieel | Totaal | 32.066 | 32.080 | 32.080 | 32.080 | 32.080 | |
Ontvangsten | 98.956 | 92.126 | 129.826 | 129.826 | 129.826 | ||
Art 2 Kon. Marine | Art 2 Maritiemmaterieel | Overige ontvangsten | 9.600 | 9.600 | 9.600 | 9.600 | 9.600 |
At 7 DMO | Art 6 IT | Overige ontvangsten | 6.669 | 6.669 | 6.669 | 6.669 | 6.669 |
Art 8 DOSCO | Art 5 infrastructuur en vastgoed | Overige ontvangsten | 17.877 | 17.877 | 17.877 | 17.877 | 17.877 |
Art 6 Investeringen | Art 1 Defensiebreedmaterieel | Overige ontvangsten | 56.058 | 50.258 | 85.658 | 85.658 | 85.658 |
Art 6 Investeringen | Art 5 infrastructuur en vastgoed | Overige ontvangsten | 7.200 | 6.170 | 8.470 | 8.470 | 8.470 |
Art 6 Investeringen | Art 5 infrastructuur en vastgoed | Overige ontvangsten | 1.552 | 1.552 | 1.552 | 1.552 | 1.552 |
ATV | All Terrain Vehicle |
AAR | Air-to-Air refueling |
AGBADS | Army Ground Based Air Defence System |
BBP | Bruto binnenlands product |
BIT | Bureau ICT-toetsing |
CODEMO | Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling |
C-RAM | Counter-Rockets, Artillery and Mortars |
C-UAS | Counter Unmanned Aircraft Systems |
DBBS | Defensie Bewaking- en Beveiligingssysteem |
DBFMO | Design, Build, Finance, Maintain and Operate |
DIS | Defensie Industrie Strategie |
DMO | Defensie Materieel Organisatie |
DMP | Defensie Materieelproces |
DOKS | Defensie Operationeel Kledingsysteem |
DPO | Defensie Projectenoverzicht |
DVOW | Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen |
ESSM | Evolved Sea Sparrow Missile |
FOC | Full Operational Capability |
FRONT | Future Relevant Operations with Next Generation Technology & Thinking |
GPW | Groot Pantserwielvoertuig |
GrIT | Grensverleggende IT |
HOV | Hydrografisch Opname Vaartuig |
IT | Informatietechnologie (inclusief communicatietechnologie) |
JSS | Joint Support Ship |
KNM | Kamp Nieuw Milligen |
KORV | Kader Overname Rijksvastgoed |
KPU | Kleding en Personele Uitrusting |
LCF | Luchtverdedigings- en Commandofregatten |
LCVP | Landing Craft Vehicle Personnel (landingsvaartuig) |
LPD | Landing Platform Dock |
MALE UAV | Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle |
MARKAZ | Michiel Adriaanszoon de Ruyterkazerne |
MBMD | Maritime Ballistic Missile Defence |
MCTC | Mobile Combat Training Centre |
MILSATCOM | Militaire Satelliet Communicatie lange termijn defensiebreed |
MRAT | Medium Range Anti-Tank |
MRIT | Multi Role Tanker Transport |
NAVO | Noord-Atlantische Verdragsorganisatie |
OPV | Oceangoing Patrol Vessel |
RAM | Rockets, Artillery and Mortars |
SM2-IIIA | Standard Missile 2 Block IIIA |
SRAT | Short Range Anti-Tank |
SSM | Surface-to-surface Missile |
SVP | Strategisch Vastgoedplan |
TCL | Technology Center Land |
UAV | Unmanned Aerial Vehicle |
VOSS | Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem |
VSHORAD | Very Short Range Air Defence |
WTB | Wissellaadsystemen, trekker-opleggercombinaties en wielbergingsvoertuigen |