Voorgesteld 1 oktober 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de arbeidskorting wordt verhoogd met maximaal € 428 en voor de lage inkomens met ongeveer € 122;
constaterende dat de ouderenkorting wordt verhoogd met maximaal € 81;
overwegende dat het standaardpraktijk is geworden om de arbeidskorting elk jaar veel sneller te laten stijgen dan de ouderenkorting;
verzoekt de regering, om de arbeidskorting en de ouderenkorting in ongeveer dezelfde mate te laten stijgen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Otterloo