Ontvangen 3 december 2020
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3 wordt het bedrag van de algemene uitkering van € 27.550.558.000 vervangen door € 27.727.260.000. Het bedrag van de decentralisatie-uitkeringen van € 1.102.286.000 wordt vervangen door € 1.322.481.000.
B
De begrotingsstaat van het gemeentefonds (B) voor het jaar 2021 komt te luiden:
Art. nr. |
Omschrijving |
Vastgestelde begroting |
||
---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
||
1 |
gemeentefonds |
33.215.875 |
33.215.875 |
33.215.875 |
Het Kabinet heeft met de medeoverheden afspraken gemaakt over de compensatie van extra kosten die de medeoverheden maken als gevolg van de coronacrisis. Daartoe zijn onder meer in de ontwerpbegroting 2021 van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en op de Aanvullende Post middelen gereserveerd voor het begrotingsjaar 2021. Middels deze nota van wijziging wordt een deel van deze middelen overgeheveld naar het gemeentefonds, zodat de bevoorschotting van de gemeenten ook voor deze middelen vanaf 1 januari 2021 kan worden opgestart. In de artikelsgewijze toelichting hieronder wordt toegelicht welke onderwerpen en bedragen het betreft.
Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen
Art 1. Gemeentefonds
De extra middelen worden deels als algemene uitkering en deels als decentralisatie-uitkering verstrekt vanaf artikel 1 van de begroting van het gemeentefonds. In tabel 2 is opgenomen om welke onderwerpen en middelen het gaat. Onder de tabel is per onderwerp een korte toelichting opgenomen.
2021 |
|
---|---|
1) Bijzondere bijstand |
10.000 |
2) Gemeentelijk schuldenbeleid |
30.000 |
3) Crisisdienstverlening |
48.460 |
4) Re-integratie |
88.438 |
5) Additionele impuls re-integratie |
48.264 |
6) Ondersteunen lokale culturele infrastructuur |
149.700 |
7) Verkiezingen 2021 |
22.035 |
Totaal |
396.897 |
Toelichting mutaties
1) Bijzondere bijstand
In 2021 wordt er als onderdeel van het steun- en herstelpakket € 10 mln. beschikbaar gesteld aan gemeenten voor het opvangen van de extra toestroom in de bijzondere bijstand. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de algemene uitkering.
2) Gemeentelijk schuldenbeleid
In 2021 wordt er als onderdeel van het steun- en herstelpakket € 30 mln. beschikbaar gesteld aan gemeenten voor het opvangen van de extra toestroom bij het gemeentelijk schuldenbeleid. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de algemene uitkering.
3) Crisisdienstverlening
In 2021 wordt er als onderdeel van het steun- en herstelpakket € 48,5 mln. beschikbaar gesteld aan gemeenten voor crisisdienstverlening. De uitkering is samengesteld uit middelen voor de van werk(loosheid) naar werk dienstverlening en voor de aanpak van jeugdwerkloosheid. Deze middelen worden overgemaakt naar de 35 centrumgemeenten in de vorm van een decentralisatie-uitkering.
4) Re-integratie
Met het aanvullend sociaal pakket investeert het kabinet tijdelijk in de re-integratiebudgetten van gemeenten voor dienstverlening aan bijstandsgerechtigden. Hiermee kunnen zij de hogere instroom in de bijstand opvangen. Voor 2021 gaat het om € 88,4 mln. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de algemene uitkering.
5) Additionele impuls re-integratie
Met het aanvullend sociaal pakket investeert het kabinet tijdelijk in de re-integratiebudgetten van gemeenten voor dienstverlening aan bijstandsgerechtigden. Deze additionele verhoging van de middelen voor re-integratie stelt gemeenten in 2021 in staat om de dienstverlening aan mensen die nu als gevolg van de crisis de bijstand instromen, te intensiveren. Voor 2021 gaat het om € 48,3 mln. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de algemene uitkering.
6) Ondersteuning lokale culturele infrastructuur
In 2021 is er incidenteel € 149,7 miljoen beschikbaar ter ondersteuning van de lokale culturele infrastructuur. Deze middelen maken onderdeel uit van het tweede steunpakket dat het kabinet voor de culturele en creatieve sector heeft vrijgemaakt. De middelen worden beschikbar gesteld via een decentralisatie-uitkering.
7) Verkiezingen 2021
De maatregelen vervroegd stemmen op 15 en 16 maart en briefstemmen voor personen van 70 jaar en ouder, die in verband met COVID-19 aanvullend noodzakelijk zijn voor de Tweede Kamerverkiezing 2021, brengen extra kosten voor de gemeenten met zich mee. In overleg met de VNG is besloten tot een aanvullende compensatie van € 26,9 mln., waarvan € 22 mln. wordt uitgekeerd als compensatie voor gemeenten via het Gemeentefonds (in de vorm van een decentralisatie-uitkering). Deze compensatie is bedoeld voor gemeenten voor onder meer de extra organisatie, het inrichten van stemlokalen en instellen van stembureaus voor vervroegd stemmen, het drukken, opslaan en beveiligen van stembescheiden, de portokosten van briefstembescheiden, het instellen van afgiftepunten en van briefstembureaus. Het resterende bedrag is bestemd voor activiteiten van het Rijk voor communicatie/voorlichting, ondersteuning voor gemeenten en evaluatie.
Meerjarige doorwerking
De mutaties in deze nota van wijziging kennen geen meerjarige doorwerking.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief