Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 januari 2021
Hierbij informeer ik uw Kamer over de stand van zaken van het MIRT-project Zuidelijke Ringweg Groningen, zoals toegezegd tijdens het Notaoverleg MIRT van 7 december jongstleden (Kamerstuk 35 570 A, nr. 44).
In juli 2020 heb ik u geïnformeerd over het akkoord op hoofdlijnen dat de gezamenlijke opdrachtgever Aanpak Ring Zuid (ARZ, een samenwerking tussen Rijk, provincie Groningen en gemeente Groningen) en opdrachtnemer Combinatie Heerepoort (CHP) hadden bereikt1. Het akkoord op hoofdlijnen is inmiddels door ARZ en CHP uitgewerkt. Dit heeft geleid tot (onder meer) de volgende afspraken:
– De inhoudelijke scope van het project blijft ongewijzigd. In de eindsituatie komt de weg dus gedeeltelijk verdiept te liggen en verdwijnen de verkeerslichten bij het knooppunt Julianaplein.
– Zowel opdrachtnemer CHP als opdrachtgever ARZ nemen een deel van de verliezen in het project voor hun rekening.
– Het taakstellend budget van het project wordt aangevuld met in totaal € 111 mln. incl. btw.
– De Duitse moederbedrijven van de Nederlandse dochtermaatschappijen binnen CHP garanderen dat CHP voor de uitvoering van het project over voldoende financiële middelen kan beschikken.
– CHP rondt de werkzaamheden uiterlijk 31 december 2024 af. Doordat de MIRT mijlpaal altijd enige buffer in tijd bevat om mogelijke tegenvallers op te vangen verschuift de MIRT mijlpaal openstelling van 2024 naar 2025.
Voor de verdeling van de extra kosten aan opdrachtgeverszijde wordt uitgegaan van de eerdere afspraken die hierover zijn gemaakt tussen Rijk en provincie Groningen. Het budget ten behoeve van de dekking van de uitvoeringskosten van het project wordt aangevuld door provincie Groningen, voor een bedrag van ca. € 95 mln. incl. btw (€ 78 mln. excl. btw). Het budget ten behoeve van de voorbereidings- en toezichtskosten (onder andere voor het langer in stand houden van de projectorganisatie) wordt aangevuld door het Rijk, voor een bedrag van ca. € 16 mln. incl. btw.
De provincie Groningen heeft aangegeven voornemens te zijn haar deel van de aanvulling van het projectbudget te dekken uit budget dat op dit moment voor de RSP-projecten N33 Zuidbroek-Appingedam en de tweede bouwstap van het spoorproject Wunderline gereserveerd staat. Ik zal met de provincie in overleg treden over de consequenties voor deze projecten, zoals uw Kamer ook verzocht heeft tijdens het NO MIRT van 7 december jl2. Ten aanzien van de Wunderline heeft de provincie Groningen bevestigd dat het project naar verwachting doorgang zal vinden. Hiermee wordt op het moment dat de Friesenbrucke eind 2024 is gerepareerd 17 minuten reistijdwinst gerealiseerd. Voor de volgende bouwstap van het project, waarmee verdere reistijdwinst wordt gerealiseerd, gaat de provincie op zoek naar aanvullende middelen zodat het realisatiebesluit hierover tijdig genomen kan worden (verwacht 2023) en deze tweede bouwstap in 2030 conform afspraak kan worden opgeleverd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga