Ontvangen 26 oktober 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I wordt na onderdeel U een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ua
Na artikel 2.142a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Tussen de NPO, de RPO en de publieke media-instellingen enerzijds en werknemers en andere personen anderzijds wordt, indien dezelfde partijen binnen een tijdsbestek van een kalenderjaar meer dan een overeenkomst sluiten met het oog op de uitvoering van de publieke mediaopdracht, geen bezoldiging bedongen waarvan het cumulatieve beloop in dat kalenderjaar de maximale bezoldiging, bedoeld in artikel 2.3, van de Wet normering topinkomens, overstijgt.
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de cumulatieve bezoldiging van personen die binnen een tijdsbestek van een kalenderjaar zowel een dienstverband hebben of werkzaam zijn bij de NPO, de RPO en de publieke media-instellingen als bij een rechtspersoon waarmee door de NPO, de RPO en de publieke media-instellingen een overeenkomst is gesloten met het oog op de uitvoering van de publieke mediaopdracht anderzijds.
Al lange tijd poogt de indiener een einde te maken aan de – momenteel toegestane – constructies waarbij presentatoren weliswaar voor hun diensten bij de publieke omroepen niet meer verdienen dan de toegestane WNT-norm, maar alsnog via productiebedrijven die (deels) in hun eigendom zijn extra betaald krijgen, omdat dit bedrijf ook de productie van een programma voor zijn rekening neemt.
Naar de mening van de indiener zijn deze constructies – die weliswaar legaal zijn – tegen de geest van de Wet Normering Topinkomens, die als doel heeft om de bezoldiging van mensen in de publieke en semi-publieke sectoren in te perken. Daarnaast ondermijnen buitensporige beloningen voor enkele figuren het draagvlak voor de publieke omroep als geheel.
Ondanks dat het kabinet eerder heeft aangegeven om eindelijk ook deze constructies aan banden te leggen, heeft de Kamer deze voorstellen nog niet mogen ontvangen. Nu gesproken wordt over de wijziging van de Mediawet is de indiener van mening dat dit het juiste moment is om deze langgekoesterde politieke wens wettelijk te verankeren.
Met deze wijziging wordt voorkomen dat personen – direct of indirect – per jaar meer geld van de diverse publieke omroepen opstrijken dan de vastgestelde WNT-norm, waarmee voldaan wordt aan de geest van de Wet Normering Topinkomens.
Kwint