Ontvangen 21 februari 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel M, wordt het voorgestelde artikel 24g als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «zes weken» vervangen door «acht weken».
2. In het tweede lid wordt «zes weken» vervangen door «acht weken».
II
In artikel I, onderdeel M, wordt in het voorgestelde artikel 24h, eerste lid, «zestien weken» vervangen door «achttien weken».
III
In artikel I, onderdeel M, wordt het voorgestelde artikel 24q als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «zes weken» vervangen door «acht weken».
2. In het tweede lid wordt «zes weken» vervangen door «acht weken».
IV
In artikel I, onderdeel M, wordt in het voorgestelde artikel 24s, eerste lid, «30 weken» vervangen door «32 weken».
V
In artikel I, onderdeel M, wordt het voorgestelde artikel 24ah als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «zes weken» vervangen door «acht weken».
2. In het tweede lid wordt «zes weken» vervangen door «acht weken».
VI
In artikel I, onderdeel M, wordt in het voorgestelde artikel 24ai, derde lid, «30 weken» vervangen door «32 weken».
Voor een zorgvuldige behandeling van de vergunningsaanvraag is het noodzakelijk dat provincies, gemeenten en waterschappen acht weken in plaats van zes weken krijgen om hun advies uit te brengen. Dit is geregeld in dit amendement. Daarnaast regelt het amendement dat de relevante beslistermijnen van de Minister op een vergunningsaanvraag daarmee ook worden verlengd met twee weken.
Boulakjar