Ontvangen 18 september 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel III, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst en wordt in de tekst «artikel 1, eerste lid,» vervangen door «het eerste lid».
2. Voor onderdeel 1 (nieuw) wordt een aanhef ingevoegd, luidende:
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
8. De inkomensgrens is voor een huishouden van drie personen of meer niet minder dan € 52.000. Het genoemde bedrag wordt met ingang van elk kalenderjaar bij ministeriële regeling gewijzigd met het percentage waarmee per gelijke datum het in artikel 18, eerste lid, onderdeel d, van de Wet op de huurtoeslag genoemde bedrag wordt gewijzigd.
In het wetsvoorstel wordt de inkomensgrens voor sociale huurwoningen gedifferentieerd naar huishoudsamenstelling. Dit vindt indiener een goed idee, want het sluit aan bij het feit dat in de praktijk meerpersoonshuishoudens vaak in grotere en daarmee vaak duurdere woningen wonen. De wijze waarop de inkomensgrenzen nu worden bepaald zijn naar de mening van indiener niet eerlijk omdat, zeker in gebieden met een schaarste aan beschikbare woningen, woningen voor gezinnen vaak veel duurder zijn dan waar in het wetsvoorstel van wordt uitgegaan. Daarom wil indiener, in lijn met bijvoorbeeld ook de voorstellen van Aedes en de Woonbond, met dit amendement de inkomensgrens voor huishoudens van drie personen of meer verhogen naar niet minder dan € 52.000.
Smeulders