Ontvangen 8 maart 2021
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel I, onderdeel TT, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
TTa
Na artikel 118 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Onze Minister kan in een bepaald geval van het bij of krachtens hoofdstuk IIIa en IV bepaalde afwijken of afwijking daarvan toestaan als strikte toepassing ervan naar zijn oordeel zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard of naar zijn oordeel het belang van de volkshuisvesting minder is gediend met die strikte toepassing.
2. Onze Minister zendt jaarlijks een verslag aan de beide kamers der Staten-Generaal inzake het gebruik van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid.
Indiener wil bewerkstelligen dat de flexibiliteit bevorderd wordt door een algemene hardheidsclausule. In de Woningwet, het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (BTIV) en de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (RTIV) is zeer veel tot in detail geregeld, wat kan leiden tot starheid en een (te) rigide uitleg van de wet. De vaak limitatief en dwingend geformuleerde bepalingen bieden de Minister c.q. de Autoriteit woningcorporaties ook geen mogelijkheden tot afwijking. Indien de wet een onbedoeld gevolg heeft, moet er de mogelijkheid bestaan daarvan af te wijken zodat er geen negatief gevolg optreedt voor de volkshuisvesting. De Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal worden jaarlijks door de Minister geïnformeerd over het gebruik van de hardheidsclausule.
Terpstra