Ontvangen 24 februari 2021
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Na artikel Ia wordt een artikel ingevoegd, luidende:
II
Na artikel IIb worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
III
Artikel IIc wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst worden een aanhef en een onderdeel ingevoegd, luidende:
De Wet maatregelen woningmarkt 2014 II wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.7 wordt «0,526» vervangen door «0».
2. Na onderdeel A (nieuw) wordt de aanduiding «B» ingevoegd.
3. In onderdeel B (nieuw) vervalt in de aanhef «van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II».
4. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
C
De artikelen 2.4b tot en met 2.7 vervallen.
IV
Na artikel III wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Hoofdstuk IX van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen vervalt met ingang van 1 januari 2022, met dien verstande dat dit hoofdstuk nog van toepassing blijft voor de afwikkeling van de afdrachtvermindering voor baangerelateerde investeringen als bedoeld in artikel 29a, eerste lid, onderdeel d, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, zoals dat luidde op 31 december 2021.
Dit amendement beoogt de verhuurderheffing met ingang van 2022 af te schaffen en woningcorporaties de ruimte te geven de huren voor langere tijd te bevriezen. Dekking wordt gevonden in het terugdraaien van de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) per 2022. Indieners zijn van mening dat in een wooncrisis met een actueel tekort van ruim 330.000 woningen er meer moet worden gedaan om woningcorporaties de financiële armslag te geven dit tekort in te lopen door meer betaalbare woningen te bouwen. Door de heffing op nul te stellen kunnen woningcorporaties 85.000 betaalbare woningen bouwen en wordt 60.000 fte aan werkgelegenheid gecreëerd. Bovendien stelt het woningcorporaties in staat de huren voor langere tijd te bevriezen.
Het afschaffen van de verhuurderheffing kost € 1,8 mrd. Het voornemen om de huren van de sociale sector ook volgend jaar te bevriezen gaat gepaard met 200 mln. aan additionele kosten voor woningbouwcorporaties. Na afspraken met de woningbouwcorporaties voor huurbevriezing van een additioneel jaar worden zij voor dit bedrag gecompenseerd. Dit wordt gedekt uit de afschaffing van de BIK per 2022 wat een financiële dekking oplevert van € 2 mrd. In de periode daarna wordt de dekking gevonden in het niet laten doorgaan van de voorgenomen lastenverlichting voor bedrijven van € 2 mrd. na de looptijd van de BIK.
De artikelen 2.4b tot en 2.7 van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II voorzien in het op toekomstige data wijzigen van het tarief van de verhuurderheffing. Nu het tarief op nul gesteld wordt, is dat niet langer wenselijk.
Nijboer Beckerman Smeulders