Ontvangen 24 februari 2021
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel I, onderdeel BB, onder 1, het voorgestelde eerste lid, wordt «90%» vervangen door «92,5% dan wel het in de afspraken, bedoeld in artikel 44, eerste lid, overeengekomen lagere percentage, dat niet lager is dan 85,».
Deze derde nota van wijziging voorkomt het onbedoeld terugdraaien van de verruiming van de zogenoemde vrije toewijzingsruimte voor toegelaten instellingen.
Artikel III, onderdeel B, van het wetsvoorstel huur en inkomensgrenzen (35 518) bevat een wijziging van de regeling voor de vrije toewijzingsruimte in artikel 48, eerste lid, van de Woningwet. Die wijziging houdt in dat de vrije toewijzingsruimte wordt bepaald op 7,5% en dat in de prestatieafspraken tussen toegelaten instelling en gemeente een grotere vrije toewijzingsruimte (maximaal 15%) kan worden overeengekomen.
Het wetsvoorstel huur en inkomensgrenzen is op 8 december 2020 aangenomen door de Tweede Kamer en momenteel in behandeling bij de Eerste Kamer.
Artikel I, onderdeel BB, van dit wetsvoorstel stelt artikel 48, eerste lid, van de Woningwet opnieuw vast. Daarbij is per abuis geen rekening gehouden met de hiervoor genoemde wijziging in artikel III, onderdeel B, van het wetsvoorstel huur en inkomensgrenzen.
Met deze derde nota van wijziging wordt voorkomen dat de wijziging van de vrije toewijzingsruimte op het moment van inwerkingtreding van de in dit wetsvoorstel voorgestelde wijzigingen van de Woningwet ongedaan wordt gemaakt.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren