Ontvangen 29 maart 2022
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
1. In artikel I, onderdeel B, wordt in het voorgestelde artikel 4.14a, tweede lid, «€ 700.000» vervangen door «€ 17.500».
2. In artikel I, onderdeel B, wordt in het voorgestelde artikel 4.14b, eerste en tweede lid, «€ 700.000» telkens vervangen door «€ 17.500».
3. In artikel I, onderdeel B, wordt in het voorgestelde artikel 4.14c, eerste lid, «€ 700.000» vervangen door «€ 17.500».
Het wetsvoorstel beoogt belastinguitstel door middel van het lenen uit de eigen vennootschap tegen te gaan. Er is geen reden om leningen tot € 700.000 hiervan uit te zonderen. Een dergelijke hoge grens maakt het mogelijk alsnog substantieel uit de eigen vennootschap te lenen, en dus inkomsten uit de vennootschap te benutten zonder daar inkomstenbelasting over te betalen. Dit amendement verlaagt daarom het maximumbedrag aan schulden bij de eigen vennootschap die niet worden meegerekend als fictief regulier voordeel naar € 17.500. Deze grens sluit aan bij de huidige grens voor een rekening-courant, wat zowel de uitvoerbaarheid als begrijpelijkheid ten goede komt.
Maatoug Van der Lee