Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 29 juni 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in het verdeelmodel inburgering het aantal niet-westerse allochtonen een belangrijk rol vervult, terwijl dit criterium slechts beperkt bruikbaar is voor het toekennen van financiële ondersteuning ten behoeve van de groep die inburgeringsplichtig is;
overwegende dat plattelandsgemeenten door het verdeelmodel benadeeld worden, aangezien het percentage niet-westerse allochtonen veel lager is dan gemiddeld, terwijl zij wel naar evenredigheid delen in het opnemen van statushouders;
verzoekt de regering, in overleg met de VNG te bezien hoe het verdeelmodel inburgering meer recht kan doen aan de positie van plattelandsgemeenten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Stoffer