Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 29 juni 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat voor een groep van ongeveer 51.800 inburgeringsgerechtigden de huidige wetgeving nog van kracht is en dat dit tot 2026 nog zo zal blijven;
constaterende dat de huidige wetgeving op vele cruciale punten niet in staat is gebleken inburgeraars voldoende ondersteuning en kansen te bieden;
overwegende dat er weliswaar extra middelen voor deze groep ter beschikking gesteld zijn, maar dat deze de overkoepelende knelpunten, zoals bijvoorbeeld het ontbreken van regie en monitoring, niet wegnemen;
overwegende dat volwaardige en succesvolle inburgering van deze groep derhalve binnen de huidige kaders vrijwel onmogelijk te bereiken is;
verzoekt de regering, in gesprek te gaan met de VNG om tot een passende oplossing te komen voor deze «ondertussen»-groep,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van den Berge
Jasper van Dijk