Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 29 juni 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering de inburgeringsplicht voor Turkse nieuwkomers wil herinvoeren;
constaterende dat de Centrale Raad van Beroep in 2001 oordeelde dat herinvoering van de inburgeringsplicht voor Turkse nieuwkomers in strijd is met het associatierecht tussen EU-landen en Turkije;
overwegende dat een nieuwe inburgeringsplicht voor Turkse nieuwkomers gaat zorgen voor jarenlang juridisch getouwtrek met een zeer waarschijnlijke kans dat de regering deze zaak verliest vanwege strijdigheid met het EU-associatierecht;
verzoekt de regering, om de plannen voor de herinvoering van de inburgeringsplicht voor Turkse nieuwkomers juridisch extern te laten toetsen en de uitkomsten te delen met de Kamer,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kuzu