Ontvangen 29 juni 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel 54 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De vreemdeling die het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Wet inburgering zoals die wet luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet heeft behaald, wordt geacht te hebben voldaan aan het inburgeringsvereiste, bedoeld in artikel 16a, eerste lid, artikel 21, eerste lid, onderdeel g, artikel 34, eerste lid, en artikel 45b, tweede lid, onderdeel g, van de Vreemdelingenwet 2000, alsmede aan het vereiste, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van de Rijkswet op het Nederlanderschap.
Dit amendement voorkomt dat vreemdelingen die hebben voldaan aan de inburgeringsplicht onder de huidige Wet inburgering op het taalniveau A2, indien het taalkennisvereiste voor een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd of voor naturalisatie in de toekomst zou worden verhoogd, voor de tweede keer inburgeringsonderwijs moeten volgen en opnieuw moeten slagen voor een aanvullend examen om te voldoen aan het inburgeringsvereiste van de Vreemdelingenwet 2000 of de Rijkswet op het Nederlanderschap. Verder honoreert dit amendement de verwachting die de Nederlandse overheid heeft gewekt door bij de toezending van het inburgeringsdiploma te vermelden dat dat diploma voldoende is voor naturalisatie.
Kuzu