Ontvangen 20 mei 2020
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ;
2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,I.K. van EngelshovenDe Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,A. Slob
Met dit wetsvoorstel wordt voorgesteld de begroting van de verplichtingen te verlagen met € 169,3 miljoen. De uitgaven worden verlaagd met € 145,9 miljoen. De ontvangsten worden verhoogd met € 70,8 miljoen.
De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter of gelijk aan de ondergrenzen in onderstaande staffel worden op het niveau van de financiële instrumenten (en eventueel artikelonderdeel) toegelicht.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerp-begroting) in € miljoen | Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) | Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 150,7 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het grootste deel van de verhoging van de verplichtingenstand komt doordat de bekostiging in het primair onderwijs op schooljaarbasis wordt verstrekt en verplicht. Hierdoor ontstaat er een afwijking tussen de gerealiseerde verplichtingen en het verplichtingenbudget zoals opgenomen in de administratie. In 2019 zijn niet de reguliere uitgaven voor het kalenderjaar 2019 verplicht, maar de reguliere uitgaven voor het schooljaar 2019/2020. Deze verplichting betreft deels uitgaven 2019 (die voor de laatste vijf maanden van het jaar), maar ook deels uitgaven 2020 (die voor de eerste zeven maanden van 2020).
Uitgaven
Het budget wordt met € 42,3 miljoen verlaagd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Er is € 36,4 miljoen minder uitgegeven aan bekostiging. Dit komt doordat de bekostigingsuitgaven lager waren dan geraamd. Dit is een cumulatief effect van onder andere lagere uitgaven op de oude gewichtenregeling en de CUMI regeling, hogere fusieopbrengsten en hogere ontvangsten.
Subsidies
Er is € 8,4 miljoen minder uitgegeven aan subsidies. Het grootste deel hiervan is terug te voeren op het 'Convenant extra geld voor werkdrukverlichting en tekorten onderwijspersoneel in het funderend onderwijs 2020/2021'. Hierin worden onder andere de individuele scholingsrechten voor 2020/2021 voor het primair onderwijs (po) in lijn gebracht met die in het voortgezet onderwijs (vo). Voor 2020 komt de benodigde € 10,6 miljoen uit de begroting 2019, dit is verdeeld over artikel 1 (€ 5,3 miljoen) en artikel 3 (€ 5,3 miljoen). Deze ruimte is op het instrument Subsidies na Najaarsnota ontstaan. Bij Voorjaarsnota 2020 wordt deze ruimte ingezet voor de maatregel individuele scholingsrechten po in 2020.
Ontvangsten
Het budget wordt met € 6,4 miljoen verhoogd.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 154,5 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Er is € 117,2 miljoen meer gerealiseerd aan verplichtingen voor bekostiging. Dit komt enerzijds van de hoofdbekostiging omdat daar de verplichtingen lager uitvallen. De loonbijstelling tranche 2019 voor 2020 was nog niet in 2019 verplicht. Dit komt vanwege de werkzaamheden voor de extra uitbetaling als gevolg van het afgesloten convenant. Hierdoor vond de verplichting van de loonbijstelling tranche 2019 nu plaats in januari 2020. Daarnaast werden de verplichtingen voor Sterk Techniekonderwijs in 2020 geboekt, waar 2019 het correcte jaar is waarin de verplichtingen zijn aangegaan. Dit is gecorrigeerd in de Financiële administratie.
Subsidies
De verplichtingen op de subsidies worden met € 20,7 miljoen verhoogd. Dit komt vooral door de verplichting op Stichting Kennisnet die voor vijf jaar is aangegaan en is geboekt in 2019.
Garantieverplichtingen
Er is per saldo voor € 19,6 miljoen aan garantieverplichtingen verleend.
Uitgaven
Het budget wordt met € 18,0 miljoen verlaagd.
Toelichting per instrument:
Subsidies
Er is € 10,2 miljoen minder uitgegeven aan subsidies. Het grootste deel hiervan is terug te voeren op het 'Convenant extra geld voor werkdrukverlichting en tekorten onderwijspersoneel in het funderend onderwijs 2020/2021'. Hierin worden onder andere de individuele scholingsrechten voor 2020/2021 voor het primair onderwijs (po) in lijn gebracht met die in het voortgezet onderwijs (vo). Voor 2020 komt de benodigde € 10,6 miljoen uit de begroting 2019, dit is verdeeld over artikel 1 (€ 5,3 miljoen) en artikel 3 (€ 5,3 miljoen). Deze ruimte is op het instrument Subsidies na Najaarsnota ontstaan. Bij Voorjaarsnota 2020 wordt deze ruimte ingezet voor de maatregel individuele scholingsrechten po in 2020. De overige € 4,9 miljoen is voornamelijk te wijten aan minder aanvragen op andere subsidies.
Ontvangsten
Het budget wordt met € 1,7 miljoen verlaagd.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 26,0 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Garantieverplichtingen
Er is per saldo voor € 20,3 miljoen aan garantieverplichtingen verleend.
Uitgaven
Het budget wordt met € 7,4 miljoen verlaagd.
Ontvangsten
Het budget wordt met € 0,1 miljoen verlaagd.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 27,1 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Garantieverplichtingen
Er is per saldo voor € 27,1 miljoen meer aan garantieverplichtingen aangegaan in het kader van het schatkistbankieren.
Uitgaven
Het budget wordt met € 0,5 miljoen verlaagd.
Ontvangsten
Het budget wordt met € 0,4 miljoen verhoogd.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 23,1 miljoen verlaagd.
Toelichting per instrument:
Garantieverplichtingen
Er is per saldo voor € 17,7 miljoen minder aan garantieverplichtingen aangegaan.
Uitgaven
Het budget wordt met € 0,4 miljoen verlaagd.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 0,2 miljoen verlaagd.
Uitgaven
Het budget wordt met € 0,2 miljoen verlaagd.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 4,8 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Subsidies
De verplichtingen op de subsidies voor ‘Samen opleiden’ vallen € 6,5 miljoen hoger uit doordat de aanvragen voor schooljaar 2019/2020 van 16 nieuwe (aspirant)opleidingsscholen zijn verplicht in 2019.
Uitgaven
Het budget wordt met € 1,9 miljoen verlaagd.
Ontvangsten
Het budget wordt met € 0,7 miljoen verlaagd.
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
De verplichtingen en de uitgaven worden met € 82,2 miljoen verlaagd.
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdrachten
• De relevante uitgaven voor de basisbeurs zijn in totaal € 17,7 miljoen hoger uitgevallen dan geraamd. Dit is met name het gevolg van hoger dan geraamde omzettingen in gift van basisbeurzen.
• De relevante uitgaven aan de reisvoorziening worden met € 32,0 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit betreft voornamelijk hoger dan geraamde toekenningen in gift aan BOL studenten. Ook zijn de aantallen prestatiebeurzen OV hoger dan geraamd. Dit heeft een daling tot gevolg omdat het hier om tegenboekingen gaat.
• De overige relevante uitgaven worden met € 24,9 miljoen naar boven bijgesteld waarmee wordt aangesloten op de gerealiseerde stand. Deze post kent onzekere fluctuaties.
• De niet-relevante uitgaven aan de basisbeurs zijn € 32,1 miljoen hoger dan geraamd.
• De niet-relevante uitgaven op de reisvoorziening prestatiebeurs worden op basis van realisatiegegevens met € 49,0 miljoen naar boven bijgesteld. Dit betreft deels hogere uitgaven aan de toekenningen in prestatiebeurs en deels hogere uitgaven aan omzettingen. Omzettingen hebben op deze post altijd een negatief teken omdat de omzettingen verschuiven van deze post naar een gift-post of een lening-post. Lagere omzettingen zorgen op deze post dan ook voor een positieve mutatie.
• De niet-relevante overige uitgaven worden per saldo met € 12,1 miljoen verlaagd op basis van realisatiegegevens.
Leningen
• De uitgaven aan de leenvoorziening worden met € 146,9 miljoen omlaag bijgesteld. Uit de realisatiegegevens van DUO blijkt dat de stijgende trend in de leenbedragen van de afgelopen jaren dit jaar kleiner is. Op deze post worden ook omzettingen naar lening geboekt en mutaties in niet-relevante vorderingen. Ook deze posten waren lager dan geraamd.
• De uitgaven aan het collegegeldkrediet worden met € 10,8 miljoen naar beneden bijgesteld op basis van realisatiegegevens.
Ontvangsten
Het budget wordt met € 29,1 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Ontvangsten
De terugbetaling van de studieschuld wordt met € 22,9 miljoen omhoog bijgesteld. Dit bedrag is exclusief de rente.
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
De verplichtingen en de uitgaven worden met € 4,4 miljoen verlaagd.
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdrachten
• De uitgaven voor vavo 18+ zijn verlaagd met €1,4 miljoen.
• De niet-relevante uitgaven op de WTOS worden naar beneden bijgesteld met € 3,0 miljoen. Het betreft een verschuiving van deze uitgaven naar de overige uitgaven op artikel 11. Deze post vervalt in de toekomst.
Ontvangsten
Het budget wordt met € 0,6 miljoen verlaagd.
Toelichting
Ontvangsten
Het budget wordt met € 13,9 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Ontvangsten
De lesgeldontvangsten worden, op basis van de realisatiegegevens, met € 13,9 miljoen omhoog bijgesteld, onder andere vanwege hogere aantallen bolstudenten in 2019/2020.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 132,6 miljoen verlaagd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
• Op het instrument bekostiging is per saldo voor € 143,8 miljoen minder verplicht dan geraamd. De belangrijkste mutatie hier is een verlaging van € 121,0 miljoen van de verplichtingen op de monumentenzorg voor de 'Subsidieregeling instandhouding rijksmonumenten'. De reden hiervan is dat bij Najaarsnota nog niet te overzien was welke impact een eventuele wijziging in registreren van aangegane verplichtingen in de monumentenzorg zou hebben. Daarom werd voorzichtigheidshalve preventief een bedrag aan verplichtingenruimte bijgeboekt.
• De verplichtingen op de culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse fondsen zijn verlaagd met € 32,1 miljoen.
• De verplichtingen op de culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse instellingen zijn verhoogd met € 19,3 miljoen.
• De verplichtingen op de regeling «Cultuureducatie met Kwaliteit» bij het Fonds Cultuurparticipatie zijn verlaagd met € 10,2 miljoen.
Garantieverplichtingen
Er is per saldo voor € 18,8 miljoen aan garantieverplichtingen verleend.
Uitgaven
Het budget wordt met € 6,6 miljoen verlaagd.
Ontvangsten
Het budget wordt met € 0,5 miljoen verhoogd.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 109,8 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
• De verplichtingen van de landelijke publieke omroep, regionale publieke omroepen, SOM en COBO worden verhoogd met € 55,5 miljoen. Deze budgetten zijn vastgesteld in de Mediabegrotingsbrief 2020.
• De verplichtingen van een aantal andere (media) instellingen worden verhoogd met € 27,0 miljoen. Voor deze instellingen werd voorheen de verplichting vastgelegd in het jaar waarin de uitgaven werden gedaan. Dit was niet correct en daarom is besloten om dit te corrigeren in 2019. Dit betekent echter dat voor deze instellingen dit jaar twee keer een verplichting wordt aangegaan.
• De verplichtingen op de AMr zijn verhoogd met € 25,0 miljoen. De hogere dotatie aan de AMr is voornamelijk het gevolg van hogere reclameopbrengsten van de STER dan geraamd.
Uitgaven
Het budget wordt met € 22,2 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
• Het uitgavenbudget op de AMr is verhoogd met € 25,0 miljoen. De hogere dotatie aan de AMr is voornamelijk het gevolg van hogere reclameopbrengsten van de STER dan geraamd.
Ontvangsten
Het budget wordt met € 22,1 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Ontvangsten
De reclameopbrengsten van de STER zijn uiteindelijk met € 22,1 miljoen verhoogd.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 48,2 miljoen verlaagd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Er is in totaal € 47,3 miljoen minder verplicht op de bekostiging. Dit komt door diverse correctie boekingen op de verplichtingen. In de begrotingscyclus worden de verplichtingen van jaar T in jaar T-1 ingeboekt. Het verschil in verplichtingen wordt hierdoor veroorzaakt.
Uitgaven
Het budget wordt met € 0,6 miljoen verlaagd.
Ontvangsten
Het budget wordt met € 1,3 miljoen verhoogd.
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
De verplichtingen en de uitgaven worden met respectievelijk € 0,6 miljoen en € 0,2 miljoen verlaagd.
Toelichting
Artikel 91 dient als intermediair totdat de exacte verdeling over de betrokken artikelen bekend is. Op dit artikel worden dus geen feitelijke uitgaven verantwoord.
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
De verplichtingen en de uitgaven worden respectievelijk met € 3,1 miljoen en € 3,3 miljoen verlaagd.
Ontvangsten
Het budget wordt met € 0,1 miljoen verhoogd.