Vastgesteld 17 juni 2020
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Financiën over de brief van de Algemene Rekenkamer van 20 mei 2020 inzake de resultaten van het verantwoordingsonderzoek over 2019 Ministerie van Financiën (IXB) en Nationale Schuld (IXA) (Kamerstuk 35 470 IX, nr. 2).
De Minister van Financiën heeft deze vragen beantwoorde bij brief van 12 juni 2020. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Anne Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Freriks
Vraag 1
Wat is de tijdlijn van het ketenplan dat de Belastingdienst heeft opgesteld om inzicht te krijgen in wat nodig is met betrekking tot modernisering van het IT-systeem in het domein omzetbelasting?
Vraag 2
In welke mate blijkt uit voorlopige resultaten van het ketenplan dat het aanpassen van systemen aan nieuwe wetgeving ten koste gaat van modernisering van de IT?
Antwoord op vraag 1 en 2
Het ketenplan omzetbelasting heeft als doel het reduceren van de technische schuld van het systeem zodat het gemelde continuïteitsrisico wordt gemitigeerd. Het uitgangspunt van het ketenplan is dat er in de komende jaren in beginsel geen nieuwe functionaliteit wordt toegevoegd. Indien de nieuwe functionaliteit voor nieuwe wet- en regelgeving wel ingevoerd moet worden, dan zal de doorlooptijd langer worden. Op dit moment is nog niet gestart met de uitvoering van het ketenplan omzetbelasting. Eerst wordt gewerkt aan een technische oplossing voor de implementatie van E-commerce.
Vraag 3
Is het op dit moment IT-technisch mogelijk om de tarieven loonheffing te wijzigen?
Antwoord op vraag 3
Ja. Een aanpassing van de tarieven in de loonheffing heeft geen invloed op het loonheffingssysteem. Wel betekent dit een aanpassing voor de leveranciers van loonsoftware voor de werkgevers. Het doorvoeren van tariefswijzigingen voor de loonheffingen vindt in de regel alleen per 1 januari plaats. Voor de Belastingdienst betekent een tariefswijziging onder andere dat de inhoudingstabellen voor de loonheffing voor de werkgever moeten worden vernieuwd.
Vraag 4
Wat is op dit moment zowel kwalitatief als kwantitatief bekend over de resultaten die met modernisering bereikt zouden kunnen worden?
Antwoord op vraag 4
De status is dat het programma Modernisering IV-landschap op schema ligt, zoals ook door de Algemene Rekenkamer is vastgesteld in haar Verantwoordingsrapport IX 2019. Eind 2019 was het percentage technische schuld in applicaties 44%. Dit was conform de doelstelling. De doelstelling voor eind 2020 is maximaal 39% technische schuld. Het einddoel is eind 2022 uit te komen op een maximale technische schuld van 30%.
Vraag 5
Welke stappen bent u van plan reeds te gaan zetten om de registratie en het managen van informatiebeveiligingsincidenten te verbeteren?
Antwoord op vraag 5
Om de registratie en het managen van informatiebeveiligingsincidenten bij de Belastingdienst te verbeteren worden de volgende stappen gezet. De stand van zaken van de informatiebeveiliging wordt standaard op basis van periodieke rapportages besproken in het CIO-overleg Financiën. In het kader van het ISMS (Information Security Management System)-proces worden door het kerndepartement en de Belastingdienst nadere afspraken gemaakt over de informatie die moet leiden tot een centraal en actueel beeld van de PDCA (Plan-Do-Check-Act)-cyclus en de kritieke processen. Onderdeel daarvan zijn afspraken over welke incidenten centraal worden gerapporteerd en de verdere afhandeling daarvan, nu en in de toekomst.
Vraag 6
Welke stappen zal het ministerie in 2020 gaan zetten om het handhavingsplan voor de inning van erf- en schenkbelasting verder door te ontwikkelen?
Antwoord op vraag 6
In september 2019 is een handhavingsplan voor erf- en schenkbelasting gemaakt op basis van de toezicht- en uitvoeringsstrategie van de Belastingdienst. Er is een volledige jaarcyclus nodig om alle stappen conform de handhavingsregie (te weten: identificeren, analyseren, kiezen, uitvoeren en evalueren) uit te voeren. Vanaf september 2019 zijn acties in gang gezet om al deze stappen te doorlopen. Bij de doorontwikkeling in 2020 wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn om in de handhaving meer aansluiting te zoeken bij handhaving van de inkomensheffingen. Verder wordt onderzocht op welke wijze de website en het aangifteformulier verbeterd kunnen worden. De inzet is er voor 2020 op gericht de handhaving van de erf- en schenkbelasting volledig werkend te krijgen.
Vraag 7
Heeft de coronacrisis, bijvoorbeeld via meer personeel dat nu vanuit huis werkt, invloed op de IT-capaciteit om belastingen te innen?
Antwoord op vraag 7
De coronacrisis heeft nog geen invloed gehad op de IT-capaciteit om belastingen te innen. De kritieke ICT processen, onder meer in relatie tot het innen van belastingen, zijn in kaart gebracht. Wekelijks vindt er een analyse plaats of de continuïteit van deze ICT processen op orde is, of dat deze in gevaar dreigt te komen. De coronacrisis heeft wel als gevolg dat het ontwikkelen en aanpassen van systemen langzamer verloopt, doordat medewerkers nu vanuit huis moeten werken.
Vraag 8
Hoe staat de regering tegenover de suggestive van de Algemene Rekenkamer om een beleidsluwe periode te overwegen op het domein omzetbelasting wanneer resultaten in het technisch gebruik van de IT-systemen uitblijven?
Antwoord op vraag 8
Onderzocht is of een beleidsluwe periode de modernisering van het domein omzetbelasting positief kan beïnvloeden. Dit onderzoek laat zien dat dit naar alle waarschijnlijkheid niet nodig is, omdat er volledige nieuwbouw moet plaatsvinden. Zoals vermeld in de brief van 28 mei 2019 aan de Tweede Kamer over de uitkomsten van het ICT-porfolioproces van de Belastingdienst wordt breed gekeken naar de mogelijkheden om de vraag naar ICT te reduceren. In het uiterste geval kan een beleidsluwe periode worden overwogen. Voor het domein omzetbelasting is dat nu niet aan de orde.
Vraag 9
Bent u voornemens opvolging te geven aan de aanbeveling om het parlement expliciet te informeren over de impact van nieuwe beleidswensen op de voortgang van de modernisering? Zo ja, op welke manier? En zo nee, waarom niet?
Antwoord op vraag 9
Ja. In algemene zin geldt dat IV-capaciteit die moet worden ingezet op wetgeving niet kan worden ingezet op andere activiteiten zoals modernisering of vernieuwing. Daarbij is het belangrijk om te beseffen dat niet altijd precies te zeggen is welke beleidskeuze ten koste van welke modernisering gaat. De Belastingdienst is overigens voornemens in een zo vroeg mogelijk stadium inzichtelijk te maken welke capaciteit beschikbaar is voor het portfolio (zoals onderhoud, modernisering, wetgeving).
Vraag 10
Kunt u een overzicht sturen van de mate van kwaliteit van de verschillende controleplannen gezien de constatering van de Algemene Rekenkamer dat er onvoldoende zicht is op de kwaliteitsgegevensverwerking?
Antwoord op vraag 10
Het punt waarvoor de Algemene Rekenkamer aandacht vraagt is het belang van de juiste kwaliteit van de gegevensverwerking bij de Belastingdienst. De Belastingdienst heeft inmiddels daar de nodige beheersingsmaatregelen en verbijzonderde interne controles op geformuleerd en uitgevoerd.
Ook de ADR heeft de verbijzonderde interne controles beoordeeld en heeft over 2019 geen bevindingen geformuleerd ten aanzien van de kwaliteit van de verschillende plannen van verbijzonderde interne controle die zich richten op de kwaliteit van de gegevensverwerking.
Vraag 11
Hoeveel meldingen «buitengewone voorvallen» zijn er bij de Douane gedaan en bij welke onderdelen?
Antwoord op vraag 11
Onder «buitengewone voorvallen» vallen meer dan alleen meldingen van mogelijke integriteitsschendingen. Het kunnen bijvoorbeeld ook meldingen betreffen inzake schade aan een dienstvoertuig, vermissing bedrijfsmiddelen of van een toegangspas of blessures opgedaan tijdens dienstsport. Hieronder staan die meldingen per organisatieonderdeel.
Meldingen buitengewone voorvallen 2019
Douaneregio Amsterdam |
85 |
Douaneregio Arnhem |
28 |
Douaneregio Breda |
42 |
Douane Landelijk Kantoor/Douane Centrale Processen |
24 |
Douaneregio Eindhoven |
24 |
Douane Groningen |
28 |
Douane Landelijke Serviceorganisatie |
9 |
Douane Landelijk Tactisch Centrum |
10 |
Douane Rotterdam Haven |
146 |
Douane Schiphol Cargo |
152 |
Douane Schiphol Passagiers |
258 |
Douane algemeen |
4 |
Totaal |
810 |
Vraag 12
Op welke uitbreiding van de screening instrumentarium Douane doelt de Algemene Rekenkamer? Wanneer wordt de screening uitgebreid?
Antwoord op vraag 12
In een brief van 22 augustus 20191 van de Staatssecretaris van Financiën aan de Tweede Kamer zijn diverse maatregelen aangekondigd om de screening bij de Douane te versterken. In aanvulling hierop heeft de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane begin dit jaar aan de Kamer gemeld dat ook wordt nagegaan hoe continue screening van de VOG mogelijk kan worden gemaakt voor douanemedewerkers die op risicovolle plekken werken. Deze versterkingsmaatregelen kennen ieder een eigen traject (planning, afhankelijkheden). De Staatssecretaris heeft toegezegd om medio 2020 een brief naar de Tweede Kamer te sturen met de stand van zaken versterking screening bij de Douane.
Vraag 13
Hoe moet de constatering van de Algemene Rekenkamer dat de Douane een goed en volledig beeld heeft van de kwetsbaarheden, kwetsbare functies en handelingen binnen de dienst bezien worden in relatie tot de praktijk, de verschillende bevindingen over bijvoorbeeld de beveiliging op Schiphol en de haven van Vlissingen, en de achterblijvende maatregelen om kwetsbaarheden binnen de Douane te minimaliseren?
Antwoord op vraag 13
De Algemene Rekenkamer heeft voor het jaar 2019 het integriteitsbeleid van de Douane getoetst aan de wettelijk minimumeisen van artikel 125quater van de Ambtenarenwet. Hierin staan de minimumeisen beschreven waaraan het integriteitsbeleid, het personeelsbeleid ter ondersteuning van het integriteitsbeleid, de gedragscode en de verantwoording van overheidswerkgevers op het gebied van integriteit moeten voldoen. De Algemene Rekenkamer heeft geen onderzoek gedaan naar individuele gevallen van integriteitsschendingen of corruptie.
De conclusie van de Algemene Rekenkamer dat het integriteitsbeleid van de Douane in 2019 in hoge mate voldoet aan de eisen die daaraan in de Ambtenarenwet worden gesteld, dat het management van de Douane veel aandacht heeft voor integriteit en hierop stuurt en dat de Douane zicht heeft op kwetsbaarheden, neemt niet weg dat er ook verbeteringen mogelijk zijn. De Minister van Financiën neemt in zijn reactie op het ARK jaarverslag dan ook de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer over om de effectiviteit van het integriteitsbeleid structureel te meten en om de medewerkers op de werkvloer beter te ondersteunen met onder meer voorlichting en dilemmatrainingen. Verder geeft de Minister aan dat het versterken van de screening prioriteit heeft bij de Douane.