Ontvangen 20 mei 2020
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in:
1. de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV);
2. de begrotingsstaat van het BES-fonds (H).
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,K.H. Ollongren
De beleidsmatige mutaties en technische mutaties, die groter dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn opgenomen, worden toegelicht. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat mutaties beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.
Begrotingsartikel | Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € mln.) | Technische mutaties (ondergrens in € mln.) |
---|---|---|
1. Versterken rechtsstaat | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
4. Bevorderen sociaaleconomische structuur | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
8. Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
6. Apparaat | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
7. Nog onverdeeld | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
1. BES-fonds | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
Op dit artikel is circa € 2,6 mln. minder verplicht en is er circa € 2,3 mln. minder uitgegeven binnen de begroting van Koninkrijksrelaties.
Toelichting
De onderschrijding op zowel het verplichtingen- als uitgavenbudget is hoofdzakelijk te verklaren door een overboeking per Slotwet naar de begroting van JenV ten behoeve van Recherche Samenwerkingsteam (RST). Dit in verband met de uitzending van personeel naar Caribisch Nederland en de landen Curaçao, Aruba en Sint Maarten. De Politie wordt via de begroting van JenV wordt bekostigd.
Op dit artikel is circa € 3,3 mln. minder verplicht. Daarnaast is er circa € 1,7 mln. minder uitgegeven en € 0,3 mln. minder ontvangen.
Toelichting
De lagere realisatie op de verplichtingen wordt veroorzaakt, doordat verplichtingen al in voorgaande jaren ingesteld waren en een lagere verplichting voor de pensioenen politieke ambtsdragers. De lagere realisatie op de uitgaven is met name veroorzaakt door een wisselkoersmeevaller van circa € 0,5 mln. en een betaling van circa € 0,7 mln. aan Aruba die over het boekjaar heen gegaan is, doordat een bankbetaling eind 2019 uitviel.
Op dit artikel is circa € 0,2 mln. minder verplicht. Daarnaast is er circa € 9,3 mln. meer ontvangen.
Toelichting
De ontvangsten zijn circa € 9,3 mln. hoger dan geraamd bij de tweede suppletoire begroting 2019. De meerontvangsten uit de landen zijn voornamelijk meer ontvangen rentebetalingen en aflossingen. Onderdeel hiervan is een wisselkoersmeevaller van circa € 1,7 mln. op de ontvangen rente. Deze is toegevoegd aan de wisselkoersreserve.
Op dit artikel is circa € 22,4 mln. minder verplicht en circa € 25,4 mln. minder uitgegeven.
Toelichting
Sinds de eerste incidentele begroting 2018 zijn meermaals middelen aan dit artikel toegevoegd. De resterende middelen worden jaarlijks doorgeschoven naar het nieuwe boekjaar. De niet-bestede middelen (circa € 25,4 mln.) worden toegevoegd aan de begroting 2020.
Op dit artikel is circa € 1,2 mln. minder verplicht en circa € 0,9 mln. minder uitgegeven. Daarnaast is tevens circa € 2,0 mln. meer ontvangen.
Toelichting
De lagere realisatie op de verplichtingen en uitgaven komt voornamelijk voort uit lagere uitgaven bij de Colleges financieel toezicht (Cft) van € 0,7 mln. en door lagere uitgaven bij de Vertegenwoordiging Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten (VN-ACS) van € 0,4 mln. De hogere ontvangsten van circa € 2,0 mln. hebben betrekking op Shared Service Organisatie Caribisch Nederland (SSO CN) voor geleverde diensten en een wisselkoersmeevaller. Deze gelden zijn toegevoegd aan de wisselkoersreserve.
Op dit artikel is circa € 6,5 mln. minder verplicht. Daarnaast is er circa € 6,5 mln. minder uitgegeven.
Toelichting
Op artikel 7.4 wordt een reserve aangehouden vanwege wisselkoersrisico's. Bij 1e suppletoire begroting en bij Slotwet worden aanpassingen gedaan in verband met te verwachten wisselkoersrisico's en daadwerkelijk gerealiseerde wisselkoerseffecten.
Het saldo in de 1e suppletoire begroting bedroeg € 6,5 mln.. Bij slotwet 2019 is € 2,4 mln. toegevoegd aan de wisselkoersreserve, waarmee de wisselkoersreserve toeneemt van circa € 6,5 mln. naar circa € 8,9 mln. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de begroting 2020.
Op dit artikel is circa € 1,5 mln. meer verplicht, uitgegeven en ontvangen.
Toelichting
De hogere realisatie is veroorzaakt door de ontwikkeling van de wisselkoers gedurende 2019. Dit leidde tot circa € 1,5 mln. meer uitgaven dan bij de tweede suppletoire begroting 2019 was voorzien. Deze overschrijding is gedekt door middel van een onttrekking uit de wisselkoersreserve op begrotingshoofdstuk 4 Koninkrijksrelaties.