Kamerstuk 35470-IIA-1

Jaarverslag Staten Generaal 2019

Dossier: Jaarverslag en slotwet Staten Generaal 2019

Gepubliceerd: 20 mei 2020
Indiener(s): Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35470-IIA-1.html
ID: 35470-IIA-1

Nr. 1 JAARVERSLAG VAN DE STATEN-GENERAAL (IIA)

Ontvangen 20 mei 2020

Vergaderjaar 2019–2020

GEREALISEERDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.). Totaal € 173.466.000,-

Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.). Totaal € 4.399.000,-

A. ALGEMEEN

1 1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik het jaarverslag van de begroting van de Staten-Generaal (IIA) over het jaar 2019 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2019 gevoerde financiële beheer.

Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:

  • a. het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiele bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;

  • b. de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financien;

  • c. de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • d. de totstandkoming van de niet-financiele verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • e. de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.

Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:

  • a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2019;

  • b. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • c. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2019 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2019, alsmede over de saldibalans over 2019 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,K.H. Ollongren

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. Leeswijzer

Algemeen

Voor u ligt het jaarverslag 2019 van de Staten-Generaal.

Het jaarverslag 2019 is als volgt opgebouwd:

A. een algemeen deel met de dechargeverlening;

B. het beleidsverslag met de artikelen en de bedrijfsvoeringsparagraaf;

C. de jaarrekening met de verantwoordingsstaat, de saldibalans en de WNT-verantwoording 2019.

Specificatie apparaatsuitgaven

De begroting van de Staten-Generaal heeft geen apart centraal apparaats-artikel. In de beleidsartikelen is bij de toelichting onder de tabel budgettaire gevolgen van beleid een uitsplitsing opgenomen van de apparaatsuitgaven.

Groeiparagraaf

Er zijn dit jaar geen nieuwe ontwikkelingen voor de groeiparagraaf te melden.

Grondslagen voor de vastlegging en de waardering

De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2020. Voor de begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast.

Focusonderwerpen

De Tweede Kamer heeft voor de verantwoording 2019 focusonderwerpen aangewezen, welke door het Ministerie van Financiën geïllustreerd worden middels een aantal specifieke casussen. Deze casussen hebben geen betrekking op de begrotingen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Beleidsverslag

Beleidsprioriteiten

Een College dient, conform de Comptabiliteitswet 2016, artikel 2.1 lid 7 betreffende een niet-departementale begroting, enkel haar taken en bedrijfsvoering weer te geven. Derhalve bevat de niet-departementale begroting – in vergelijking met departementale begrotingen waarbij wel een weergave van het beleid wordt opgenomen – geen beleidsprioriteiten. In aansluiting hierop worden geen beleidsprioriteiten opgenomen in het jaarverslag.

Beleidsartikelen

Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:

A. Algemene doelstelling;

B. Rol en verantwoordelijkheid;

C. Beleidsconclusies;

D. Budgettaire gevolgen van beleid;

E. Toelichting op de financiële instrumenten.

Het niet-beleidsartikel is opgebouwd uit de tabel buddgettaire gevolgen en de toelichting op de tabel.

Toelichting op de financiële instrumenten

In de toelichting op de financiële instrumenten wordt een toelichting gegeven bij verschillen tussen de vastgestelde begroting 2019 en de realisatie 2019. Indien van toepassing wordt hierbij verwezen naar de eerste en tweede suppletoire begroting 2019.

Bedrijfsvoeringsparagraaf

Voor de Eerste Kamer en voor de Tweede Kamer is een afzonderlijke bedrijfsvoeringsparagraaf opgenomen.

Jaarrekening

Verantwoordingsstaat

In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de Staten-Generaal.

Saldibalans

In de jaarrekening is de saldibalans opgenomen met de bijbehorende toelichting.

WNT-verantwoording

Het jaarverslag wordt afgesloten met de verantwoording van de Wet Normering Topinkomens (WNT) van de Staten-Generaal.

B. BELEIDSVERSLAG

3. Beleidsartikelen

Artikel 1 Wetgeving en controle Eerste Kamer

A. Algemene doelstelling

De Eerste Kamer vormt samen met de Tweede Kamer de Staten-Generaal. De voorzitter van de Eerste Kamer is tevens voorzitter van de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal.

De kerntaken van de Eerste Kamer liggen in het, als sluitstuk van de wetgevingsketen, toetsen van voorgenomen wetgeving en het controleren van de regering. De Eerste Kamer besteedt daarbij bijzondere aandacht aan de beoordeling van de wetgevingskwaliteit. Voorts heeft de Eerste Kamer taken op het terrein van de Europese wetgeving en het Europese beleid. Deze zijn door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in omvang en intensiteit toegenomen.

De algemene doelstellingen van de Eerste Kamer liggen op het terrein van een adequate wetgeving en controle, hetgeen verder is te operationaliseren naar een adequate toetsing van de kwaliteit van wet- en regelgeving, een adequate controle van het regeringsbeleid, transparantie over de taken en de uitvoering daarvan, en toereikende voorzieningen in een effectieve en efficiënte organisatie.

De Eerste Kamer vormt de voorlaatste schakel in de keten van het wetgevingsproces. Mede-actoren in het proces zijn, voorafgaand aan de bekrachtiging van een aanvaard wetsvoorstel door het Staatshoofd, respectievelijk de ministerraad, de Raad van State en de Tweede Kamer. De controle op het regeringsbeleid voltrekt zich in interactie met de regering. Uit hoofde van het Verdrag van Lissabon is de Eerste Kamer betrokken bij de voorbereiding van Europese wetgevings- en beleidsvoorstellen. De taken van de Eerste- en Tweede Kamer op dit terrein zijn gelijk. Binnen de nationale context voert de Eerste Kamer overleg met de regering over de regeringsinzet bij de voorbereiding van Europese wetgeving.

Voorts participeert de Eerste Kamer in het kader van internationale samenwerking en parlementaire diplomatie in parlementaire assemblees van internationale organisaties en onderhoudt zij contacten met parlementen en regeringen van andere staten.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheersafspraken) tussen de Minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.1

C. Beleidsconclusies

In 2019 had de Eerste Kamer, naast de reguliere werkzaamheden, een aantal bijzondere aandachtspunten:

Ontvlechting ICT-organisatie van de Tweede Kamer

In het jaar 2017 is een begin gemaakt met de loskoppeling van de «Dienst Automatisering (DA)» van de Tweede Kamer. Een en ander heeft zijn beslag gekregen in het laatste kwartaal van jaar 2018, dit is begin 2019 afgerond.

Dienstverlening aan Leden en griffie door P-Direkt

Vanaf 1 januari 2019 is de salaris-, verlof- en personeelsadministratie overgegaan naar P-Direkt. Voorheen deed de Eerste Kamer deze werkzaamheden geheel zelfstandig, in samenwerking met de Tweede Kamer. De Eerste Kamer behoudt een regierol voor de inrichting en kwaliteit van geleverde diensten door P-Direkt. In P-Direkt wordt, naast een aantal blijvende en/of nieuwe taken bij de Eerste Kamer, ook veel door de medewerkers en managers zelf gedaan, zoals het aanvragen van verlof, IKB, overige kosten etc.

Voorbereiding renovatie en tijdelijke huisvesting van het gedeelte Eerste Kamer

De voorbereidingen ten behoeve van de renovatie van het Binnenhof en daaruit voortvloeiend de verhuizing naar het Lange Voorhout, zijn in volle gang. In nauwe samenwerking met het Rijksvastgoedbedrijf wordt het voorlopig ontwerp aangepast tot een definitief ontwerp.

Implementatie aanbevelingen tijdelijke commissie werkwijze Eerste Kamer

De Tijdelijke commissie Werkwijze Eerste Kamer heeft een rapport gepubliceerd met een aantal aanbevelingen over de eigen (interne) werkwijze, die in 2019 zijn geïmplementeerd. Verder loopt de uitwerking van de audio-visuele voorzieningen ten behoeve van de openbaarheid van commissievergaderingen door.

Organisatie-ontwikkeling

De griffie van de Eerste Kamer streeft naar een flexibele en deskundige inzet van haar organisatie op toekomstige externe ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld de renovatie van het Binnenhof. Uitgangspunt daarbij is dat de Griffie op een efficiënte wijze haar werkzaamheden kan blijven verrichten onder veranderende omstandigheden waarbij de continuïteit van de kwaliteit van de werkzaamheden gewaarborgd is. Hiervoor is de griffie medio 2019 gestart met een integrale doorontwikkeling van de organisatie. Dit project is medio 2019 gestart en zal verder geëffectueerd worden.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 1 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Wetgeving en controle Eerste Kamer (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2015

2016

2017

2018

2019

2019

2019

Verplichtingen

11.047

11.732

11.711

14.424

13.433

12.464

969

        

Uitgaven

11.017

11.771

10.889

12.707

12.636

12.464

172

1.1 Apparaat Eerste Kamer

7.086

8.317

7.363

9.035

8.884

8.600

284

1.2 Vergoeding voorzitter/leden Eerste Kamer

3.368

3.360

3.439

3.590

3.639

3.789

‒ 150

1.3 Verenigde vergadering

563

94

87

82

113

75

38

        

Ontvangsten

213

198

169

193

218

140

78

E. Toelichting op de financiële instrumenten
Tabel 2 Specificatie apparaatsuitgaven artikel 1
 

2019

Totaal apparaat

12.636

waarvan personeel

 

Eigen personeel

4.679

Externe inhuur

113

Overig personeel

140

  

waarvan materieel

3.952

  

waarvan overig (leden EK)

3.639

  

waarvan overig (Prinsjesdag)

113

Uitgaven

1.1. Apparaat Eerste Kamer

Apparaat Eerste Kamer

De Eerste Kamer stelt zich op het standpunt dat het zich als zelfstandige begrotingsautoriteit en de eerder op dat vlak tussen regering en Kamer gemaakte afspraken, niet gebonden acht aan een van regeringswege voor de Kamer vastgestelde taakstelling, maar zorgvuldig zal ramen, rekening houdend met de toestand van ’s Rijks financiën.

Personeel

In 2019 heeft er nauwelijks personeelsuitbreiding plaatsgevonden. De overige personeelsuitgaven lagen ongeveer in lijn der verwachtingen.

Materieel

Er is in 2019 meer uitgegeven dan initieel begroot. Dit heeft voornamelijk te maken met meer representatiekosten en hogere uitgaven voor ProDemos.

Beheer gebouwen

Voor het gehele gebouw van de Eerste Kamer blijft een grootscheepse renovatie (met name ook installatietechnisch) op termijn noodzakelijk. In 2014 heeft overleg met het Rijksvastgoedbedrijf plaatsgevonden om nader te bezien wat er aan technische aanpassingen aan het gebouw noodzakelijk en mogelijk is. Een verhuizing, om de verbouwing ordentelijk te kunnen laten verlopen, vindt in 2021 plaats.

1.2 Vergoeding voorzitter/leden Eerste Kamer

De realisatie is vrijwel gelijk aan dat wat was begroot voor het jaar 2019. Door het tussentijds vertrekken van leden en de periode die er tussen zit voor een nieuw lid is geïnstalleerd is een kleine onderuitputting gerealiseerd.

1.3 Verenigde vergadering

Deze post is hoger dan begroot. Dit komt voornamelijk door een vertraagde doorbelasting van beveiligingskosten uit 2018 die in 2019 zijn geland.

Ontvangsten

Ontvangsten zijn in 2019 lager dan begroot. Dit komt onder andere door minder verkopen bij het restaurant van de Eerste Kamer, terugbetalingen van fracties en verkoop van iPad's en telefoons.

Artikel 2 Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement

A. Algemene doelstelling

Onder dit artikel worden rechtspositionele uitgaven aan leden en oud-leden van de Tweede Kamer, alsmede hun nagelaten betrekkingen, evenals de schadeloosstelling aan de Nederlandse leden van het Europees Parlement geraamd.

Het betreft de volgende aantallen gerechtigden pensioenen en wachtgelden.

Tabel 3 Aantal deelgerechtigden pensioenen en wachtgelden oud-leden
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Pensioenen oud-leden

455

460

455

448

442

430

Wachtgelden oud-leden

55

36

15

69

62

54

Totaal

510

496

470

517

504

484

Tabel 4 Gemiddelde uitgaven per Kamerzetel
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2.1 schadeloosstelling

18.801

19.304

22.583

22.180

23.461

24.416

Gemiddeld per lid Tweede Kamer

125

129

152

148

156

163

2.2 pensioenen en wachtgelden

8.859

8.775

8.606

11.296

10.943

9.463

Totaal 2.1 en 2.2

27.660

28.079

31.189

33.476

34.404

33.879

gemiddeld per lid Tweede Kamer

184

187

208

223

229

226

2.3 schadeloosstelling leden Europarlement

144

99

103

103

117

45

Gemiddeld per lid Europees Parlement

96

99

103

103

117

45

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheersafspraken) tussen de Minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.2

C. Beleidsconclusies

Vanaf de verkiezingen voor het Europees Parlement in mei 2014 worden er geen Europarlementariërs meer betaald door de Tweede Kamer, met uitzonderig van een herkozen lid. Dit lid is in mei 2019 niet herkozen. In de toekomst leidt dit tot minder uitgaven.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer alsmede leden van het Europees parlement (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2015

2016

2017

2018

2019

2019

2019

Verplichtingen

28.227

31.243

33.580

34.521

33.924

31.525

2.399

        

Uitgaven

28.178

31.292

33.580

34.521

33.924

31.525

2.399

2.1 Schadeloosstelling

19.304

22.583

22.181

23.461

24.416

20.900

3.516

2.2 Pensioenen en wachtgelden

8.775

8.606

11.296

10.943

9.463

10.516

‒ 1.053

2.3 Schadeloosstelling Europarlementariërs incl. tegemoetkoming ziektekosten

99

103

103

117

45

109

‒ 64

        

Ontvangsten

51

33

25

14

30

86

‒ 56

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

2.1 Schadeloosstelling

Op dit artikel is sprake van een overschrijding als gevolg van een betaalde eindheffing in 2019 over het jaar 2018 voor de werkkostenregeling.

2.2 Pensioenen en wachtgelden

Ten opzichte van 2018 is het aantal politieke pensioenen afgenomen met 12 en het aantal wachtgeldgerechtigden met 8 personen. De gemiddelde wachtgelduitkering is hoger dan het gemiddelde pensioen.

Tabel 6 Pensioenen en wachtgelden
 

Uitgaven 2018

Uitgaven 2019

Verschil

Pensioenen

6.266

6.286

20

Wachtgelden

3.844

3.074

‒ 770

Outplacement

489

95

‒ 394

Uitvoeringskosten

344

8

‒ 336

2.3 Schadeloosstelling Europarlementariërs incl. tegemoetkoming ziektekosten

Op dit artikelonderdeel werden tot mei 2019 (Europese verkiezingen) de uitgaven van één Eurparlementariër verantwoord. Dit lid is niet herkozen, waardoor de uitgaven lager uit zijn gevallen dan begroot.

Ontvangsten

De ontvangsten hebben betrekking op de verrekening van neveninkomsten van de leden.

Artikel 3 Wetgeving en controle Tweede Kamer

A. Algemene doelstelling

Volksvertegenwoordiging

Controle van de regering en (mede)wetgeving

Deze taken vloeien voort uit de grondwetsartikelen 50 (vertegenwoordiging van het gehele Nederlandse volk), 65 tot en met 72 (werkwijze), 81 tot en met 87 (wetgeving), 105 (begrotingen), 137 en 138 (grondwetgeving) en enkele andere (grond)wetsartikelen.

De ambtelijke diensten

Ondersteunen van het constitutioneel proces

Dit doen de ambtelijke diensten door middel van het bieden van een politiek neutrale, adequate en innovatieve ondersteuning van de Kamerleden in alle facetten van hun werk als volksvertegenwoordiger. De politieke prioriteiten, zoals door de Kamer bepaald, zijn daarbij leidend.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.3

C. Beleidsconclusies

Renovatie Binnenhof en tijdelijke huisvesting B67

De raming voor 2019 had als belangrijkste speerpunt de voorbereiding op de verhuizing van de Tweede Kamer van het Binnenhofcomplex naar Bezuidenhoutseweg 67 (B67). In 2019 is besloten om de verhuizing uit te stellen.Tot het moment van dit besluit heeft de organisatie zich gericht op de faciliteiten (onder andere indeling, ICT infrastructuur, beveiliging) in het pand B67. Na het besluit heeft de organisatie zich gericht op de impact van dit besluit op de instandhouding van het Binnenhofcomplex en het uitstel van de verhuizing.

Informatiepositie Kamer

De evaluatie van de nieuwe werkwijze van de (staf van de) Kamercommissies is begin 2019 afgerond. De hoge mate van tevredenheid bij Kamerleden werd herkend tijdens de bespreking van het evaluatierapport in de Presidiumvergadering van 20 februari 2019. Op aanbeveling van het Presidium is het evaluatierapport doorgeleid ter bespreking naar alle vaste Kamercommissies. De uitkomsten van die besprekingen zijn, tezamen met het evaluatierapport zelf, toegelicht en besproken in het overleg van commissievoorzitters op 1 oktober 2019.

Transparantie Kamerwerk

Live ondertiteling

Sinds 2019 wordt de ondertiteling direct in de livestream getoond. Naast plenaire debatten kunnen commissievergaderingen live worden ondertiteld. Ook is het mogelijk om twee debatten tegelijkertijd van live ondertiteling te voorzien. Het behaalde volume aan live ondertiteling in 2019 is met bijna 400 uur ruim voorbij het gestelde doel van 300 uur.

Debat direct app

In 2019 zijn de functies van Debat Direct geoptimaliseerd, onder andere met een uitgebreide zoekfunctie op debatten. Het gebruik van Debat Direct (web en app) is opnieuw sterk gegroeid, van 990.113 in 2018 naar 3.232.888 unieke bezoeken in 2019. Het aantal downloads in 2019 consolideert op 105.697.

Betrokkenheid burgers bij politiek.

Bezoek leerlingen aan parlement

Voor het schooljaar 2019/2020 stond de teller in oktober 2019 op 144.000 aanmeldingen voor bezoeken door scholieren aan de Tweede Kamer.

Kindervragenuur

Op dinsdag 19 november 2019 hebben leerlingen van vijf basisscholen in het kader van het Kindervragenuur 2019 vragen gesteld aan vijf bewindslieden, onder wie de minister-president Rutte. Er zaten 146 leerlingen in de blauwe zetels en vanaf de tribune keek een ruime vertegenwoordiging van Tweede Kamerleden toe. De Voorzitter van de Tweede Kamer moedigde de leerlingen aan om vervolgvragen te stellen. Het Kindervragenuur was ook dit jaar weer een groot succes en in de media is er weer ruim aandacht aan gegeven.

Open dagen

De Tweede Kamer is in 2019 open geweest voor het publiek tijdens verschillende evenementen, zoals de Museumnacht Kids en het Bevrijdingsfestival op 5 mei. Ook werd er een extra open dag georganiseerd in het kader van de viering van 100 jaar algemeen kiesrecht. Deze dag trok rond de 4000 bezoekers. In het najaar volgden nog de Open Monumentendag en de Museumnacht.

Burgerparticipatie

Burgers worden steeds vaker actief benaderd en betrokken bij het werk van de Tweede Kamer. Zo is in 2019 een vervolg gegeven aan het V100-initiatief. Honderd mbo-scholieren kwamen naar de Tweede Kamer om kritische vragen te stellen over de stukken bij Verantwoordingsdag. Ook organiseerde de commissie Binnenlandse Zaken in april 2019 een rondetafelgesprek over het uitdaagrecht, waaraan burgers een actieve bijdrage hebben geleverd door hun ervaringen te delen.

Reorganisatie Kamerorganisatie

Er is verder gebouwd aan de professionalisering van de ambtelijke organisatie. In 2019 zijn meerdere diensten gereorganiseerd of begonnen met het traject van reorganisatie. In het najaar van 2019 zijn voorbereidingen gestart om de IT gerelateerde diensten in samenhang te bekijken en waar nodig veranderingen door te voeren, om te komen tot een toekomstbestendige en effectieve informatievoorziening.

Instrumentarium Tweede Kamer

Reglement van Orde

De werkgroep Herziening Reglement van Orde heeft op 30 oktober 2019 haar voorstellen voor een algehele herziening van het Reglement van Orde aan het Presidium aangeboden. Het Presidium heeft de voorstellen doorgeleid naar de commissie voor de Werkwijze en heeft de leden van de werkgroep gevraagd de verdediging van de voorstellen ter hand te nemen.

Constitutionele toetsing door vakcommissie

In reactie op het verzoek van de Kamer (januari 2018), heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties namens het kabinet in november 2018 toegezegd de constitutionele toets nader te expliciteren in de memories van toelichting en in BNC-fiches onder de vermelding van «kopjes». Uit een steekproef onder de 91 wetten die nadien zijn voorgesteld, blijkt dat dit nog geen structurele praktijk is. In veel gevallen worden grondwettelijke aspecten wel in andere delen van de memorie van toelichting aan de orde gesteld.

De commissiestaven gaan nu ruim een jaar in wetgevingsrapporten steeds in een aparte paragraaf expliciet in op de mogelijke constitutionele aspecten van een wetsvoorstel, waarbij desnoods wordt benoemd dat deze aspecten geen rol spelen in het voorliggende wetsvoorstel. In deze paragraaf over de constitutionele toetsing worden constitutionele aspecten van het wetsvoorstel gesignaleerd. Eind 2019 is de voortgang van de nieuwe werkwijze ter facilitering van de constitutionele toetsing van wetgeving gemeten, gebaseerd op input van de commissiegriffiers.

Werkklimaat/sociale veiligheid Tweede Kamer

Rond het thema werkklimaat/sociale veiligheid zijn in 2019 activiteiten opgestart en afgerond. Het gaat om de volgende thema’s: ongewenste omgangsnormen en sociale veiligheid, sociale veiligheid/werkklimaat, vertrouwenspersonen, verhouding politiek en ambtelijk, waardering van klanten (in- of extern), communicatie tussen leidinggevenden en tussen diensten en fracties en respectvol leiderschap.

Viering algemeen kiesrecht

Op 27 september 2018 vond in de Statenpassage de aftrap van het parlementaire feestjaar plaats met de opening van een grote tentoonstelling en de onthulling van een borstbeeld van het eerste vrouwelijke Kamerlid, Suze Groeneweg. Vervolgens is een speciale website gelanceerd, zijn thema-rondleidingen door het Kamergebouw voor bezoekers aangeboden en theatervoorstellingen in de Oude Zaal georganiseerd en is een lespakket voor middelbare scholieren ontwikkeld. De speciale Open Dag die in het teken stond van 100 jaar algemeen kiesrecht op 30 maart 2019, met die middag het ‘Ik vier mijn stem’-debat over kiesrechtonderwerpen in de plenaire zaal waar iedereen zich voor kon aanmelden, trok ruim 4000 bezoekers. Op 17 mei 2019 werd in de Ridderzaal het kiesrecht, in aanwezigheid van de Koning en de Koningin, inwoners van alle provincies van Nederland, fractievoorzitters, Kamerleden en het kabinet, groots gevierd. De viering is live op NPO 1 uitgezonden.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Wetgeving en controle Tweede Kamer (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2015

2016

2017

2018

2019

2019

2019

Verplichtingen

100.320

96.927

108.035

104.748

131.664

102.007

29.657

Waarvan garantieverplichtingen

  

1.129

952

521

521

0

Waarvan overig

  

106.906

103.796

131.143

101.486

29.657

        

Uitgaven

100.615

99.309

105.349

105.456

125.725

102.007

23.718

3.1 Apparaat Tweede Kamer

68.292

68.639

68.177

73.756

92.493

69.028

23.465

3.2 Onderzoeksbudget

180

160

164

192

544

2.271

‒ 1.727

3.3 Drukwerk

1.512

1.528

1.525

1.209

1.042

1.832

‒ 790

3.4 Fractiekosten

27.431

26.813

33.601

28.007

29.292

26.455

2.837

3.5 Uitzending leden

298

187

131

316

322

442

‒ 120

3.6 Parlementaire enquêtes

1.230

115

0

0

11

0

11

3.7 Bijdrage ProDemos

1.672

1.867

1.751

1.976

2.021

1.979

42

        

Ontvangsten

5.845

5.001

3.669

3.751

4.151

3.966

185

E. Toelichting op de instrumenten
Specificatie apparaatsuitgaven artikelonderdeel 3.1
 

2019

Totaal apparaat

92.493

waarvan personeel

 

Eigen personeel

41.805

(Ambtelijke) Detacheringen

1.463

Externe inhuur

4.106

Overig personele kosten (vorming&opleiding)

1.287

  

waarvan materieel

43.832

Uitgaven

3.1 Apparaat Tweede Kamer

De vastgestelde begroting van artikelonderdeel 3.1 bedraagt circa € 69 mln., na suppletoire bijstellingen circa € 95 mln. Ten opzichte van de suppletoire bijstellingen is sprake van een onderuitputting van circa € 2,5 mln.

Het relatief grote verschil tussen de vastgestelde begroting en de suppletoire verhogingen heeft hoofdzakelijk te maken met (het niet doorgaan van) de verhuizing van de Tweede Kamer naar de locatie op het Bezuidenhoutseweg 67. De verhoging betrof de noodzakelijke investeringen in verband met de verhuizing en vervanging van de datacenter (deze waren aan vervanging toe, ongeacht het wel of niet verhuizen). Later is er sprake geweest van kosten door het niet doorgaan van de verhuizing. Hierdoor zijn noodgedwongen allerlei uitgestelde investeringen in het gebouwencomplex Binnenhof alsnog opgestart. De uitvoering hiervan heeft minimale vertraging opgelopen, hetgeen heeft geresulteerd in de genoemde onderuitputting.

In de Raming voor 2019 is reeds een voorbehoud gemaakt voor het project verhuizing/renovatie met betrekking tot aanpassingen van het pand Bezuidenhoutseweg 67. Het besluit om de verhuizing van de Tweede Kamer uit te stellen heeft een grote inpact gehad op de begrotingsuitvoering van de Tweede Kamer voor het artikelonderdeel «apparaat».

Roemernorm

In de motie-Roemer (Kamerstukken II 2009/10, 32360, nr. 5) worden de uitgaven binnen het Rijk aan niet-formatief personeel begrensd op 10% van de gezamenlijke uitgaven op alle artikelen voor formatief en niet-formatief personeel. Concreet betekent dit dat de Tweede Kamer in een begrotingsjaar ca. € 4 mln. mag uitgeven aan niet-formatief personeel. In 2019 heeft de Tweede Kamer aan deze norm voldaan.

Tabel 8 Roemernorm (bedragen x € 1.000)

Uitgaven aan formatief personeel

41.805

Uitgaven aan detacheringen

1.463

Uitgaven aan niet-formatief personeel

4.106

Totaal (A)

47.374

Niet-formatief personeel (B)

4.106

Roemernorm (B als % van A)

8,7

3.2 Onderzoeksbudget

Met ingang van 2018 is een deel van de begroting van het artikelonderdeel «Kennis en onderzoek» verdeeld over 14 Kamercommissies. Na een gewenningsperiode in 2018 (uitgaven € 0,192 mln.) bedragen de uitgaven over 2019 circa € 0,544 mln.

3.3 Drukwerk

Deze begrotingspost betreft de uitgaven voor de publicatie van de handelingen en officiële publicaties op Overheid.nl. De uitgaven in 2019 zijn lager dan begroot, omdat zowel de tarieven van de SDU als het aantal geproduceerde pagina’s lager zijn uitgevallen.

3.4 Fractiekosten

De fracties ontvangen op grond van de Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer een vergoeding per kamerzetel. De oorspronkelijke begroting bedroeg € 26,455 mln. en na bijstelling met compensatie voor gestegen lonen en prijzen € 27,230 mln. De uitgaven bedragen € 29,292 mln., een overschrijding van € 2,062 mln. Hiervan heeft een bedrag van € 0,537 mln. betrekking op een beroep op opgebouwde trekkingsrechten. De resterende overschrijding ad € 1,525 mln. heeft betrekking op de huidige raming van het artikel «Fractiekosten». Deze raming is nog gebaseerd op de oude fractiekostenregeling waarin werd uitgegaan van een bevoorschotting van de fracties van 90% van het bedrag waar zij op basis van het aantal zetels recht op hebben. In de nieuwe fractiekostenregeling worden de fracties voor 100% gefinancierd.

3.5 Uitzending Leden

Er zijn in 2019 minder reizen gemaakt dan voorzien. Dit resulteert in een onderbenutting van € 0,120 mln.

3.6 Parlementaire enquêtes

In de tweede helft van 2019 is suppletoir een bedrag van € 0,1 mln. toegevoegd voor de parlementaire ondervragingscommissie ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen. Hiervan is € 0,011 mln. uitgegeven.

3.7 Bijdrage ProDemos

Dit artikel is nagenoeg volledig uitgeput.

Ontvangsten

In 2019 is € 4,151 mln. ontvangen. De ontvangsten bestaan uit diverse posten. Zoals de omzet van het restaurantbedrijf (€ 1,511 mln.), doorbelastingen aan derden, inhoudingen op lonen en salaris en ontvangsten voor zwangerschap- en bevallingsuitkeringen (€ 2,640 mln.). De totale ontvangsten zijn € 0,185 mln. hoger dan begroot.

Artikel 4 Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

A. Algemene doelstelling

Het onder dit artikel opgenomen budget ten behoeve van wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer betreft de kosten van interparlementaire activiteiten.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.4

C. Beleidsconclusies

Voor wat betreft de uitvoering en de beoogde resultaten deden zich geen bijzonderheden voor.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2015

2016

2017

2018

2019

2019

2019

Verplichtingen

944

1.070

1.098

1.090

1.172

1.491

‒ 319

        

Uitgaven

1.357

1.070

1.008

1.171

1.181

1.491

‒ 310

4.3 Interparlementaire betrekkingen

1.357

1.070

1.008

1.171

1.181

1.491

‒ 310

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

23

‒ 23

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven

4.3 Interparlementaire betrekkingen

Dit artikelonderdeel heeft een vijftal subcategorieën. Twee daarvan hebben betrekking op contributies aan internationale organisaties en één op de ontvangst van buitenlandse parlementaire delegaties en vertegenwoordigers van internationale organisaties. De twee overige categorieën betreffen reizen naar de overzeese gebiedsdelen en het reizen naar internationale organisaties. De onderbenutting 2019 bevindt zich voor het overgrote deel op het onderdeel uitzending leden en ambtenaren van de Staten-Generaal naar internationale organisaties (€ 0,123 mln.) en voor een deel op de ontvangst van buitenlandse parlementaire delegaties (€ 0,112 mln.).

Tabel 10 Gemiddelde uitgaven per Kamerzetel (x €1.000)
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Interparlementaire betrekkingen

1.799

1.357

1.070

1.008

1.171

1.181

Gemiddeld per zetel (225)

8

6

5

5

5

5

Ontvangsten

De ontvangstenraming ad € 0,023 mln. is nog gebaseerd op een terugontvangst van de contributie van één van de internationale organisaties. De terugontvangst wordt, evenals vorig jaar, verrekend met de contributie voor het nieuwe jaar waardoor er geen sprake meer is van ontvangsten.

4. Niet-beleidsartikelen

Artikel 10 Nog onverdeeld

Tabel 11 Nog onverdeeld budgettaire gevolgen (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2015

2016

2017

2018

2019

2019

2019

Verplichtingen

0

0

0

0

0

‒ 1.957

1.957

        

Uitgaven

0

0

0

0

0

‒ 1.957

1.957

10.1 Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

10.2 Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

10.3 Onvoorzien

0

0

0

0

0

‒ 1.957

1.957

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Vanuit dit artikel wordt de loon- en prijsbijstelling naar de beleidsartikelen geboekt. Ook worden er taakstellingen op dit artikel geplaatst die nog niet aan de artikelen zijn toegedeeld. Voor de taakstelling Rutte I en II is bij 1e suppletoire begroting 2019 het oningevulde deel van de taakstelling vanaf 2019 gecompenseerd.

5. Bedrijfsvoeringsparagraaf

Bedrijfvoeringsparagraaf Eerste Kamer

Paragraaf 1. Uitzonderingsrapportage

Rechtmatigheid

In 2019 is uitsluitend betaald na levering van een product of dienst. Voor alle leveringen die groter zijn dan € 5.000,00 excl. btw worden er meerdere offertes aangevraagd en wordt in ieder geval een opdrachtbrief gemaakt, waarin bij derden (niet zijnde onderdelen van de Staat der Nederlanden) wordt verwezen naar de ARVODI 2018. (zie www.rijksoverheid.nl). Bovendien wordt bij bedragen groter dan € 5.000,00 excl. btw de verplichting aangemaakt. Alle facturen worden eerst gecontroleerd en getekend door de financieel medewerker, daarna door het Hoofd van betreffende afdeling. Facturen met een bedrag groter dan € 1.500,00 incl. btw worden ook nog door de Griffier getekend, voordat deze facturen betaald kunnen worden.

  • Prestatie-indicator: rechtmatig financieel beheer.

  • Streefniveau 2019: een goedkeurende controleverklaring.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Betreft de doorontwikkeling van de ondersteuning aan leden en commissies.

Het betreft hier de doorontwikkeling van de kerntaak van de ambtelijke organisatie: het leveren van een effectieve en optimale ondersteuning aan haar leden en commissies op velerlei gebied: inhoudelijk, organisatorische en publicitair. Hier vormt het werkplan 2017 en 2018 de basis, alsmede de tijdelijke commissie werkwijze.

  • Prestatie-indicator: tevredenheid van de leden over het geheel van de dienstverlening.

  • Streefniveau 2019: kwalificatie «goed».

Financieel en materieelbeheer

Er wordt gewerkt met het financieel systeem Oracle. Alle documenten, van zowel P&O, salaris als Financiën en Inkoop worden beoordeeld vanuit minstens het vier-ogenprincipe. Dit om fraude en omissies te voorkomen.

  • Prestatie-indicator: tevredenheid van de leden over het geheel van de dienstverlening.

  • Streefniveau 2019: een goedkeurende controleverklaring.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Administratie. Er is een beschrijving van de AO op financieel administratief terrein, waaronder de financiële-, de salaris- en de personeelsadministratie valt. In 2019 is dit verder uitgebouwd in Visio. De managementrapportage is in samenhang met het financiële systeem ‘Oracle’. De contracten worden beheerd door de financiële administratie en bijgehouden in een apart Excel bestand.

Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Er zijn geen overschrijdingen en/of bijzonderheden te melden.

Paragraaf 3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Er zijn geen overschrijdingen en/of bijzonderheden te melden.

Bedrijfsvoeringsparagraaf Tweede Kamer

Paragraaf 1. Uitzonderingsrapportage

Rechtmatigheid

In 2019 geeft het rapport van de Auditdienst Rijk geen aanleiding tot opmerkingen. De tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid zijn niet overschreden. Er is sprake van een getrouwe weergave.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan. De Tweede Kamer heeft voor de totstandkoming van de niet-financiële informatie de procedure gevolgd.

Financieel en materieelbeheer

Het financieel en materieel beheer is op orde en geeft geen aanleiding tot opmerkingen. Voor de aandachtspunten omtrent de prestatieverklaringen en IT controls worden in 2020 passende maatregelen getroffen.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

De informatiebeveiliging in brede zin en in het bijzonder van het financiële systeem heeft permanent de aandacht. In 2019 heeft de externe partij belast met het databasebeheer een ISO 27001 certificaat aangeleverd waaruit blijkt dat zij aan deze standaard voldoen. Daarnaast is een tabel opgesteld waarin de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van alle partijen betrokken bij het database- en applicatiebeheer zijn vastgelegd. In 2019 is een project gestart gericht op het monitoren van de activiteiten uitgevoerd op de database. Dit project wordt in 2020 afgerond.

De wijzigingen in de grondslag voor het berekenen van het zetelbedrag is in januari 2020 verwerkt. In deze wijziging is ook een verhoging van het zetelbedrag meegenomen. Naar aanleiding van het amendement Sneller op de begroting van de Staten-Generaal zijn middelen vrijgemaakt voor deze verhoging. Door deze wijzigingen is de regeling wederom geactualiseerd en vastgesteld door de Kamer.

Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Het Audit Committee is in 2019 driemaal bijeengekomen. De samenstelling is in 2019 gewijzigd vanwege het vertrek van interne en externe leden. Daarnaast neemt de Algemene Rekenkamer sinds 2019 deel aan het overleg als agenda lid.

Paragraaf 3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

C. JAARREKENING

6. Verantwoordingsstaat

Tabel 12 Verantwoordingsstaat 2019 van de Staten-Generaal (IIA) (Bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

(2) Realisatie

(3) = (2) - (1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting

  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

145.530

145.530

4.215

180.193

173.466

4.399

34.663

27.936

184

           
 

Beleidsartikelen

147.487

147.487

4.215

180.193

173.466

4.399

32.706

25.979

184

1

Wetgeving en controle Eerste Kamer

12.464

12.464

140

13.433

12.636

218

969

172

78

2

Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer

31.525

31.525

86

33.924

33.924

30

2.399

2.399

‒ 56

3

Wetgeving en controle Tweede Kamer

102.007

102.007

3.966

131.664

125.725

4.151

29.657

23.718

185

4

Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

1.491

1.491

23

1.172

1.181

0

‒ 319

‒ 310

‒ 23

           
 

Niet-beleidsartikelen

‒ 1.957

‒ 1.957

0

0

0

0

1.957

1.957

0

10

Nog Onverdeeld

‒ 1.957

‒ 1.957

0

0

0

0

1.957

1.957

0

7. Saldibalans

Tabel 13 Saldibalans per 31 december 2019 van de Staten-Generaal (IIA) (bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-2019

 

31-12-2018

 

Passiva

31-12-2019

 

31-12-2018

          

Intra-comptabele posten

   

Intra-comptabele posten

   

1

Uitgaven ten laste van de begroting

173.464

 

153.855

2

Ontvangsten ten gunste van de begroting

4.399

 

3.958

3

Liquide middelen

7

 

12

     

4

Rekening-courant RHB1

0

 

0

4a

Rekening-courant RHB

166.800

 

147.721

5

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

0

 

0

5a

Begrotingsreserves

0

 

0

6

Vorderingen buiten begrotingsverband

242

 

254

7

Schulden buiten begrotingsverband

2.514

 

2.442

8

Kas-transverschillen

0

 

0

     
          

Subtotaal intra-comptabel

173.713

 

154.121

Subtotaal intra-comptabel

173.713

 

154.121

          

Extra-comptabele posten

   

Extra-comptabele posten

   

9

Openstaande rechten

0

 

0

9a

Tegenrekening openstaande rechten

0

 

0

10

Vorderingen

0

 

0

10a

Tegenrekening vorderingen

0

 

0

11a

Tegenrekening schulden

0

 

0

11

Schulden

0

 

0

12

Voorschotten

67.496

 

52.867

12a

Tegenrekening voorschotten

67.496

 

52.867

13a

Tegenrekening garantieverplichtingen

8.392

 

8.913

13

Garantieverplichtingen

8.392

 

8.913

14a

Tegenrekening andere verplichtingen

19.853

 

12.603

14

Andere verplichtingen

19.853

 

12.603

15

Deelnemingen

0

 

0

15a

Tegenrekening deelnemingen

0

 

0

          

Subtotaal extra-comptabel

95.741

 

74.383

Subtotaal extra-comptabel

95.741

 

74.383

          

Totaal

269.454

 

228.504

Totaal

269.454

 

228.504

X Noot
1

Rijkshoofdboekhouding

TOELICHTING OP DE SALDIBALANS per 31 december 2019

Het intracomptabele deel van de saldibalans (financiële posten 1 t/m 8) bevat het resultaat van de financiële transacties in de departementale administratie die een directe relatie hebben met de kasstromen. Deze kasstromen worden via de rekening-courant met het ministerie van Financiën bijgehouden.

Het extracomptabele deel bevat het saldo van de overige rekeningen die met sluitrekeningen in evenwicht worden gehouden.

De cijfers in de saldibalans zijn vermeld in duizendtallen en afgerond naar boven. Hierdoor kunnen bij het subtotaal en het totaal afrondingsverschillen optreden.

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2019 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

Ad 3. Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders. Het totaalbedrag is als volgt opgebouwd:

Tabel 14 Overzicht liquide middelen (bedragen in €)

Liquide middelen

Saldo

a) Eerste Kamer

348

b) Tweede Kamer

6.085

  

Totaal

6.433

Ad 4a. Rekening‑courant Rijkshoofdboekhouding

Op de Rekening‑courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet. De volgende Rekening-courantverhouding is opgenomen in de balans.

Tabel 15 Overzicht Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding (bedragen in €)

Rekening-courant

Saldo

a) Rekening-courant FIN/RHB

166.799.211

  

Totaal

166.799.211

Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband

Tabel 16 Overzicht vorderingen buiten begrotingsverband (bedragen in €)

Intra-comptabele vorderingen

Saldo

a) Eerste Kamer

34.259

b) Tweede Kamer

204.954

  

Totaal

239.213

Ad a) Eerste Kamer. De vorderingen van de Eerste Kamer bestaan voornamelijk uit per 31 december 2019 openstaande voorschotten in het kader van buitenlandse dienstreizen.

Ad b) Tweede Kamer. De vorderingen van de Tweede Kamer hebben voornamelijk betrekking op de nog per 31 december 2019 af te wikkelen reizen en overige debiteuren (€ 0,1 mln.).

Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband

Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

Tabel 17 Overzicht schulden buiten begrotingsverband (bedragen in €)

Intra-comptabele schulden

Saldo

a) Eerste Kamer

165.195

b) Tweede Kamer

2.348.499

  

Totaal

2.513.694

Ad a) Eerste Kamer. De schulden van de Eerste Kamer bestaan uit de in de maand december ingehouden loonheffing en sociale premies die in de maand januari 2020 zijn afgedragen.

Ad b) Tweede Kamer. De schulden van de Tweede Kamer bestaan volledig uit de in december 2019 ingehouden loonheffing en pensioenpremies die in de maand januari 2020 zijn afgedragen.

Ad 12. Voorschotten

Ad 12a. Tegenrekening voorschotten

De saldi van de per 31 december 2019 openstaande voorschotten kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Tabel 18 Overzicht openstaande voorschotten per 31 december 2019 (bedragen in €)

Voorschotten openstaand

Saldo

a) Eerste Kamer

1.257.045

b) Tweede Kamer

66.238.250

  

Totaal

67.495.295

Ad a) Eerste Kamer. Het saldo van de Eerste Kamer bestaat voornamelijk uit verstrekte voorschotten aan de fractie-ondersteuning (€ 0,6 mln.) en aan Loyalis (€ 0,6 mln.).

Ad b) Tweede Kamer. Het saldo van de Tweede Kamer bestaat o.a. uit verstrekte voorschotten aan de fracties. (€ 28,7 mln.), voorschotten aan APG (€ 28,2 mln.), voorschotten aan D&MS (€ 6,8 mln.) en voorschotten Prodemos (€ 1,8 mln.).

De beginstand 2019 is verlaagd met € 6,1 mln. als gevolg van correcties voorschotten APG voorgaande jaren. Dit is ook verwerkt in de eindstand 2018.

Specificatie afgerekende voorschotten in 2019:

Tabel 19 Specificatie afgerekende voorschotten in 2019 (bedragen in €)

Voorschotten afgerekend

Saldo

a) Eerste Kamer

368.713

b) Tweede Kamer

32.593.621

  

Totaal

32.962.334

Ad 13. Garantieverplichtingen

Ad 13a. Tegenrekening garantieverplichtingen

Tabel 20 Overzicht stand garantieverplichtingen (bedragen in €)

Verplichtingen per 1/1

8.912.036

 

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar incl. negatieve bijstellingen

0

+/+

 

8.912.036

 

Tot betaling gekomen in 2019

521.026

-/-

Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren

0

 

Totaal

8.391.010

 

De garanties van de Tweede Kamer vloeien voort uit het gestelde in de regeling «Tegemoetkoming in de kosten van de fracties».

Ad 14. Andere verplichtingen

Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen

Tabel 21 Overzicht stand van de openstaande verplichtingen BiBBV (bedragen in €)

Verplichtingen per 1/1

12.602.222

 

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar incl. negatieve bijstellingen

180.193.868

+/+

 

192.796.090

 
   

Tot betaling gekomen in 2019

172.945.341

-/-

Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren

0

 

Totaal

19.850.749

 

8. WNT-verantwoording 2019 Staten-Generaal

De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT-instelling geen - al dan niet fictieve - dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het wettelijk bezoldigingsmaximum te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstverband vallen echter buiten de reikwijdte van de wet.

Voor de Hoge Colleges van Staat heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande functionarissen. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het algemeen bezoldigings­maximum bedraagt in 2019 € 194.000.

In 2019 kan voor het eerst de situatie zich voordoen dat een topfunctionaris die stopt met zijn werkzaamheden als topfunctionaris maar een dienstverband behoudt bij dezelfde WNT-instelling in een andere functie, niet zijnde een leidinggevende of toezichthoudende topfunctionaris, nog aangemerkt blijft als topfunctionaris. De normering als topfunctionaris geldt voor vier jaar vanaf het moment dat betrokkene geen leidinggevende of toezichthoudende topfunctionaris meer is. Deze bepaling geldt vanaf 1-1-2018 en doet zich, gezien het feit dat de ex-topfunctionaris de functie vervuld moet hebben voor een periode van tenminste twaalf maanden pas vanaf 1-1-2019 voor.

Tabel 22 Bezoldiging van topfunctionarissen

Naam instelling

Naam topfunctionaris

Functie

Datum aanvang dienstverband

Datum einde dienstverband

Omvang dienstverband in ft

Op externe inhuurbasis

Beloning plus onkostenvergoedingen (belast)

Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn

Totale bezoldiging in 2019

Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum

Motivering (indien overschrijding)

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Dhr. R. Nehmelman

Griffier

  

1 (1)

nee

134.121 (28.662)

19.813 (4.536)

153.934 (33.198)

194.000

 

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Mw. S.M. Roos

Griffier

  

1 (1)

nee

169.712 (86.121)

20.942 (10.708)

190.654 (96.829)

194.000

 

Naast de hierboven vermelde functionarissen zijn er geen andere functionarissen die in 2019 een bezoldiging boven het toepasselijke bezoldigingsmaximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2019 geen functionarissen die hun werkzaamheden als topfunctionaris hebben neergelegd en die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar aangemerkt worden als topfunctionaris. Er zijn in 2019 geen ontslaguitkeringen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd. Er zijn geen functies als leidinggevend topfunctionaris bij andere instellingen(en) die op grond van de WNT gemeld en openbaar gemaakt moeten worden.