Ontvangen 5 juni 2020
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
De wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2020 komt te luiden (bedragen x € 1.000):
Vastgestelde begroting incl. NvW en amendementen |
Mutaties suppletoire begrotingen1 |
Mutatie 3e ISB 2020 |
||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel |
Omschrijving |
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
TOTAAL |
18.277.138 |
7.903.361 |
161.962.988 |
14.857.1762 |
2.147.631 |
135.763 |
5.760.798 |
-4.000 |
-228.000 |
|
Beleidsartikelen |
||||||||||
1 |
Belastingen |
2.864.839 |
2.944.639 |
156.369.310 |
321.481 |
298.663 |
– 526.518 |
– 4.000 |
– 4.000 |
– 228.000 |
2 |
Financiële markten |
26.608 |
26.608 |
9.155 |
11.294 |
11.294 |
– 250 |
|||
3 |
Financieringsactiviteiten publiek-private sector |
143.836 |
442.176 |
1.816.656 |
5.500 |
5.500 |
145.000 |
|||
4 |
Internationale financiële betrekkingen |
912.681 |
103.694 |
52.804 |
2.090.017 |
3.290 |
– 7.455 |
5.764.798 |
||
5 |
Exportkredietkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen |
10.015.244 |
77.244 |
235.954 |
12.140.244 |
1.540.244 |
520.244 |
|||
6 |
Btw-compensatiefonds |
3.426.667 |
3.426.667 |
3.426.667 |
3.886 |
3.886 |
3.886 |
|||
9 |
Douane |
440.852 |
440.852 |
605 |
– 10.087 |
– 10.087 |
0 |
|||
Niet-beleidsartikelen |
||||||||||
8 |
Apparaat kerndepartement |
266.049 |
266.049 |
51.837 |
9.436 |
9.436 |
856 |
|||
10 |
Nog onverdeeld |
180.362 |
175.432 |
0 |
285.405 |
285.405 |
0 |
Kamerstukken II 2019–2020, 35 450, nr. 1, II 2019–2020, 35 412, nr. 1, II 2019–2020, 35 433, nr. 1, II 2019–2020, 35 466, nr. 1.
In de derde ISB is het totaal van «mutaties suppletoire begrotingen» van de verplichtingen een onjuiste opmaak gehanteerd. Hier staat 14.857.176. Dit moet 14.857.176 zijn.
Toelichting
Algemeen
De aanleiding voor deze nota van wijziging op de derde ISB is drieledig:
1. Het kabinetsbesluit van donderdag 28 mei 2020 om inzake het Noodpakket 2.0 twee maatregelen in de derde incidentele suppletoire begroting van Financiën niet tot 1 september maar tot 1 oktober te verlengen (zie toelichting bij artikel 1, pagina 2).
2. Het herstellen van een afrondingsfout in de verplichtingenophoging als gevolg van de garantstelling SURE (zie toelichting bij «reeds gecorrigeerde onjuistheid», pagina 3).
3. Het aanvullend toelichten van een onjuistheid in de eerste suppletoire begroting, welke in de derde incidentele suppletoire begroting reeds is gecorrigeerd (zie toelichting bij artikel 4, pagina 3).
Onderdeel
Artikel 1 – Belastingen
Donderdag 28 mei 2020 heeft het kabinet besloten twee maatregelen in de derde incidentele suppletoire begroting niet tot 1 september maar tot 1 oktober te verlengen:
• De maatregel uit het Noodpakket van 17 maart 2020, waarin het kabinet ondernemers tijdelijk tegemoetkomt door het achterwege laten of terugdraaien van betaalverzuimboetes.
• De maatregel waarbij de Belastingdienst tijdelijk aan ondernemers, die daarop een beroep doen, uitstel van betaling verleent en de (dwang)invordering opschort.
Hieronder zijn de budgettaire gevolgen hiervan weergegeven.
De verlaging van de belasting- en invorderingsrente was in de derde incidentele suppletoire begroting van Financiën reeds verlengd tot 1 oktober. De mutatie op de belasting- en invorderingsrente verandert dan ook niet.
Als gevolg van het kabinetsbesluit van 28 mei 2020 wordt het bedrag van de ontvangstenmutatie in 2020 van – € 221 mln. vervangen door – € 228 mln. Deze aanvullende verlaging van ontvangsten bestaat voor € 4 mln. uit «boetes en schikkingen» en voor € 3 mln. uit «kosten vervolging».
Voor 2021 wordt het bedrag van de ontvangstenmutatie van – € 116 mln. vervangen door – € 124 mln. Deze aanvullende verlaging van ontvangsten bestaat voor € 4 mln. uit «boetes en schikkingen» en voor € 4 mln. uit «kosten vervolging».
Voor de volledigheid worden in onderstaande tabel de meerjarige gevolgen van de nota van wijziging op de derde incidentele suppletoire begroting weergegeven.
Artikel |
Omschrijving |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
---|---|---|---|---|---|---|
1 |
Ontvangsten boetes en schikkingen |
|||||
Stand vóór derde ISB |
207.777 |
251.777 |
251.777 |
251.777 |
251.777 |
|
Mutatie derde ISB |
– 88.000 |
– 55.000 |
0 |
0 |
0 |
|
NvW op derde ISB |
– 4.000 |
– 4.000 |
0 |
0 |
0 |
|
Stand na derde ISB |
115.777 |
192.777 |
251.777 |
251.777 |
251.777 |
|
1 |
Ontvangsten kosten vervolging |
|||||
Stand vóór derde ISB |
179.827 |
227.827 |
227.827 |
227.827 |
227.827 |
|
Mutatie derde ISB |
– 63.000 |
– 42.000 |
0 |
0 |
0 |
|
NvW op derde ISB |
– 3.000 |
– 4.000 |
0 |
0 |
0 |
|
Stand na derde ISB |
113.827 |
181.827 |
227.827 |
227.827 |
227.827 |
|
Totaal |
Artikel 1 ontvangsten |
|||||
Stand vóór derde ISB |
155.842.792 |
156.200.739 |
165.921.734 |
170.303.146 |
174.749.440 |
|
Mutatie derde ISB |
– 221.000 |
– 116.000 |
– 16.000 |
– 14.000 |
– 11.000 |
|
NvW op derde ISB |
– 7.000 |
– 8.000 |
0 |
0 |
0 |
|
Stand na derde ISB |
155.614.792 |
156.076.739 |
165.905.734 |
170.289.146 |
174.738.440 |
Artikel 4 – Internationale financiële betrekkingen
De totale garantstelling van de lidstaten aan de Europese Commissie (EC) ten behoeve van SURE is € 100 mld. Het Nederlandse aandeel in deze garantstelling is 5,7648%, gebaseerd op de Europese BNI-verdeelsleutel (EU-27). In de derde ISB was 5,7% gehanteerd. Dit betekent dat het bedrag van de verplichtingenmutatie in 2020 van € 5,7 mld. wordt vervangen door circa € 5,8 mld.
Reeds gecorrigeerde onjuistheid eerste suppletoire begroting 2020 van Financiën
In de begrotingsstaat van de eerste suppletoire begroting 2020 van Financiën (Kamerstuk II 2019–2020, 35 450, nr. 1) is abusievelijk onder «mutaties suppletoire begroting», onderdeel ontvangsten artikel 1 Belastingen, een bedrag van € 149,2 mln. vermeld in plaats van – € 361,5 mln. Per abuis is een bijstelling op de belastingontvangsten van – € 510,7 mln. op artikel 1 Belastingen (die daar wel is vermeld en inhoudelijk toegelicht) niet meegenomen in de totaaltelling. De onjuistheid in de begrotingsstaat van de eerste suppletoire begroting 2020 is in de derde ISB van Financiën (Kamerstuk II 2019–2020, 35 466, nr. 1, 20 mei 2020) gecorrigeerd door in de begrotingsstaat het juiste mutatiebedrag op te nemen.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra