Ontvangen 29 april 2020
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2020 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
Wetsartikel 3
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,S.A.M. Kaag
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2020 van hoofdstuk XVII van de begroting van het Rijk.
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de extra maatregelen die genomen zijn als gevolg van de impact van het coronavirus (COVID 19). Het betreft uitgaven welke binnen de bestaande budgettaire kaders op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking worden opgevangen. In de Kamerbrief zijn de maatregelen verder toegelicht, alsmede in het overzicht belangrijke uitgavenmutaties (onderdeel 2) en de artikelsgewijze toelichting budgettaire gevolgen van beleid (onderdeel 3).
Artikel | Naam maatregel | kamerstuk | bedrag verplichtingen | Bedrag uitgaven |
---|---|---|---|---|
2 | WASH programma UNICEF | 2020Z06703 | 7.500 | 7.500 |
4 | Strategic Preparedness and Responce Plan | 2020Z06703 | 7.500 | 7.500 |
4 | Dutch Relief Alliance | 2020Z06703 | 10.000 | 10.000 |
4 | Central Emergency Response Fund | 2020Z06703 | 15.000 | 15.000 |
4 | Country Based Pooled Funds | 2020Z06703 | 5.000 | 5.000 |
4 | Internationaal Comité van het Rode Kruis | 2020Z06703 | 5.000 | 5.000 |
3 | Global Financing Facility - Wereldbank | 2020Z06703 | 10.000 | 10.000 |
5 | IMF Catastrophe Containment and Relief Trust | 2020Z06703 | 25.000 | 25.000 |
5 | VN Responce and Recovery Trust Fund | 2020Z06703 | 15.000 | 15.000 |
Subtotaal | 100.000 | 100.000 | ||
4 | Noodfonds WHO | 2020Z06703 | 5.000 | 5.000 |
4 | Internationaal Comité van het Rode Kruis | 2020Z06703 | 6.300 | 6.300 |
Subtotaal | 11.300 | 11.300 | ||
Totaal | 111.300 | 111.300 |
In hoofdstuk 2 is een overzicht opgenomen met de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Ten slotte volgt per artikel een toelichting op de opmerkelijke verschillen.
Hoofdstuk 3 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na de tabel ‘budgettaire gevolgen van beleid’ wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikelniveau.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen | Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) | Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen die per saldo leiden tot een verlaging van de geraamde uitgaven op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingsamenwerking (XVII) met EUR 88 miljoen en daling van de ontvangsten met EUR 11 miljoen.
De belangrijkste uitgavenmutaties bij eerste suppletoire begroting worden in onderstaande tabel weergegeven en toegelicht. De uitgebreide toelichtingen zijn per beleidsartikel opgenomen in hoofdstuk 3.
Artikelnummer | Uitgaven 2020 |
---|
Vastgestelde begroting 2020 | 3.079.086 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden | 1.3 | ‒ 12.950 |
2) Voedselzekerheid | 2.1 | ‒ 10.100 |
3) Water | 2.2 | 1.389 |
4) Klimaat | 2.3 | ‒ 6.487 |
5) Vrouwen en gendergelijkheid | 3.2 | ‒ 1.979 |
6) Maatschappelijk middenveld | 3.3 | ‒ 10.601 |
7) Humanitaire hulp | 4.1 | 42.500 |
8) Opvang en bescherming in regio, migratiesamenwerking | 4.2 | ‒ 5.000 |
9) Veiligheid en rechtstaatontwikkeling | 4.3 | ‒ 18.280 |
10) Multilaterale samenwerking | 5.1 | 29.358 |
11) Overig armoede beleid | 5.2 | ‒ 7.374 |
12) Nog te verdelen ivm wijzigingen BNI en/of toerekeningen | 5.4 | ‒ 87.821 |
Overige mutaties | ‒ 115 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2020 | 2.991.626 |
Toelichting uitgaven
1) t/m 11): Via Kamerbrief Nederlandse inzet bestrijding coronacrisis ontwikkelingslanden van 14 april 2020 bent u geïnformeerd dat EUR 100 miljoen op de BHOS- begroting is vrijgemaakt ten behoeve van het bestrijden van de COVID-19 pandemie in ontwikkelingslanden en het mitigeren van de sociaaleconomische effecten. Deze uitgavenverlagingen worden ingezet ter financiering van het corona steunpakket. Daarnaast heeft Nederland, zoals ook in de Kamerbrief toegelicht, aan het begin van de coronacrisis al EUR 5 miljoen extra beschikbaar gesteld aan het noodfonds van de Wereldgezondheidsorganisatie en EUR 6,3 miljoen het Rode Kruis. Deze middelen zijn afkomstig uit het reguliere noodhulpbudget.
De bijdragen uit het steunpakket van EUR 100 miljoen zijn bedoeld voor preventie in de armste landen, het lenigen van humanitaire noden en de versterking van sociaaleconomische weerbaarheid en macro-economische stabiliteit van lage-inkomenslanden. Deze steun wordt zo veel mogelijk verleend via reeds bestaande financieringskanalen en coördinatiestructuren.
Een bedrag van EUR 90 miljoen voor de extra inspanningen voor het bestrijden van de coronacrisis is in het begrotingsjaar 2020 verwerkt. Hiermee is een belangrijk deel van de niet juridisch en bestuurlijk verplichte ruimte gebruikt.
De dekking van het resterende gedeelte gebeurt ten laste van 2021. Reden is dat een deel van de totale IMF bijdrage is aangeduid als ‘Contingent on demand’. Er wordt vanuit gegaan dat deze uitgaven plaatsvinden in 2021.
Bovenstaande mutaties geven de per saldo budgetoverhevelingen weer die nodig zijn om de snelle respons binnen de vastgestelde begroting te kunnen dekken.
12) De belangrijkste oorzaak van de daling van het budget op het artikel 5.4 is de hogere toerekening aan ODA van de kosten voor de eerstejaars opvang van asielzoekers.
Stand ontwerp begroting | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 20120 | 2020 | 2020 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||
(1) | (2) | (3)=(1+2) | (4) | (5)=(3+4) | ||||||
Verplichtingen | 524 896 | 0 | 524 896 | 28 159 | 553 055 | ‒ 24 011 | 150 539 | ‒ 14 209 | ‒ 19 209 | |
waarvan garantieverplichtingen | 129 000 | 129 000 | 129 000 | |||||||
waarvan overige verplichtingen | 395 896 | 395 896 | 424 055 | |||||||
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 540 518 | 0 | 540 518 | ‒ 10 805 | 529 713 | ‒ 4 050 | 1 999 | 1 749 | 1 749 | |
waarvan juridisch verplicht | 99% | 100% | ||||||||
1.1 | Duurzaam handels- en investeringssysteem, incl. MVO | 28 322 | 0 | 28 322 | 1 325 | 29 647 | 350 | 350 | 100 | 100 |
Subsidies | ||||||||||
MVO en beleidsondersteuning (ODA) | 9 575 | 9 575 | 1 125 | 10 700 | ||||||
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA) | 1 367 | 1 367 | 500 | 1 867 | 500 | 500 | 500 | 500 | ||
Opdrachten | ||||||||||
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA) | 2 685 | 2 685 | ‒ 650 | 2 035 | ‒ 500 | ‒ 500 | ‒ 500 | ‒ 500 | ||
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 1 500 | 1 500 | 350 | 1 850 | 350 | 350 | 100 | 100 | ||
Bijdrage (inter)nationale organisaties | ||||||||||
MVO en beleidsondersteuning (ODA) | 8 000 | 8 000 | 0 | 8 000 | ||||||
Contributies internationaal ondernemen (non-ODA) | 5 195 | 5 195 | 0 | 5 195 | ||||||
1.2 | Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie | 108 996 | 0 | 108 996 | ‒ 4 180 | 104 816 | ‒ 4 400 | 1 649 | 1 649 | 1 649 |
Subsidies | ||||||||||
Programma's internationaal ondernemen | 17 911 | 17 911 | ‒ 800 | 17 111 | ‒ 700 | 1 649 | 1 649 | 1 649 | ||
Versterking concurrentiepositie Nederland | 6 502 | 6 502 | 0 | 6 502 | ||||||
Invest NL Internationaal | 9 000 | 9 000 | 0 | 9 000 | ||||||
Dutch Trade and Investment Fund | 0 | 0 | 17 374 | 17 374 | 9 210 | 4 829 | 4 829 | 4 829 | ||
Leningen | ||||||||||
Dutch Trade and Investment Fund | 17 374 | 17 374 | ‒ 17 374 | 0 | ‒ 9 210 | ‒ 4 829 | ‒ 4 829 | ‒ 4 829 | ||
Garanties | ||||||||||
Dutch Trade and Investment Fund | 4 200 | 4 200 | 0 | 4 200 | ||||||
Opdrachten | ||||||||||
Programma's internationaal ondernemen | 2 000 | 2 000 | 250 | 2 250 | ||||||
Dutch Trade and Investment Fund | 440 | 440 | 0 | 440 | ||||||
Wereldtentoonstelling Dubaï | 2 000 | 2 000 | ‒ 30 | 1 970 | ||||||
China-strategie | 600 | 600 | 0 | 600 | ||||||
Bijdragen aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 42 648 | 42 648 | 200 | 42 848 | 200 | |||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Programma's internationaal ondernemen | 0 | 0 | 600 | 600 | 500 | |||||
Bijdragen aan ander begrotingshoofdstuk | ||||||||||
Versterking economische functie | 570 | 570 | 0 | 570 | ||||||
Overig | 5 751 | 5 751 | ‒ 4 400 | 1 351 | ‒ 4 400 | 0 | ||||
1.3 | Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden | 403 200 | 0 | 403 200 | ‒ 7 950 | 395 250 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies | ||||||||||
Marktontwikkeling en markttoegang | 6 950 | 6 950 | ‒ 1 500 | 5 450 | ‒ 1 500 | ‒ 1 500 | ‒ 1 500 | ‒ 1 500 | ||
Economic governance and institutions | 26 400 | 26 400 | 0 | 26 400 | ||||||
Financiële sector ontwikkeling | 10 000 | 10 000 | 0 | 10 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Infrastructuurontwikkeling | 34 350 | 34 350 | 0 | 34 350 | ||||||
Duurzame productie en handel | 39 700 | 39 700 | 0 | 39 700 | ||||||
(Jeugd)werkgelegenheid | 10 000 | 10 000 | 0 | 10 000 | ||||||
Dutch Good Growth Fund | 25 000 | 25 000 | 0 | 25 000 | ||||||
Leningen | ||||||||||
Infrastructuurontwikkeling | 7 000 | 7 000 | 0 | 7 000 | ||||||
Dutch Good Growth Fund | 24 000 | 24 000 | 0 | 24 000 | ||||||
Garanties | ||||||||||
Dutch Good Growth Fund | 1 000 | 1 000 | 0 | 1 000 | ||||||
Opdrachten | ||||||||||
Marktontwikkeling en markttoegang | 12 000 | 12 000 | 0 | 12 000 | ||||||
Economic governance and institutions | 18 000 | 18 000 | 0 | 18 000 | ||||||
Financiële sector ontwikkeling | 4 000 | 4 000 | 0 | 4 000 | ||||||
Infrastructuurontwikkeling | 750 | 750 | 0 | 750 | ||||||
(Jeugd)werkgelegenheid | 25 250 | 25 250 | 0 | 25 250 | ||||||
Bijdragen aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 36 000 | 36 000 | 0 | 36 000 | ||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties | ||||||||||
International Labour Organisation | 5 700 | 5 700 | ‒ 465 | 5 235 | ||||||
Lokale private sector ontwikkeling | 27 100 | 27 100 | ‒ 4 163 | 22 937 | ||||||
Marktontwikkeling en markttoegang | 7 000 | 7 000 | 1 500 | 8 500 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | ||
Partnershipprogramma ILO | 5 500 | 5 500 | ‒ 472 | 5 028 | ||||||
Economic governance and institutions | 7 000 | 7 000 | 0 | 7 000 | ||||||
Financiële sector ontwikkeling | 3 000 | 3 000 | 0 | 3 000 | ||||||
Infrastructuurontwikkeling | 45 000 | 45 000 | 0 | 45 000 | ||||||
(Jeugd)werkgelegenheid | 3 000 | 3 000 | 0 | 3 000 | ||||||
Nexus onderwijs en werk | 19 500 | 19 500 | ‒ 2 850 | 16 650 | ||||||
Ontvangsten | 6 373 | 0 | 6 373 | 0 | 6 373 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
1.10 | Ontvangsten duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen | 3 373 | 3 373 | 0 | 3 373 | |||||
1.30 | Ontvangsten DGGF | 3 000 | 3 000 | 0 | 3 000 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget is voor artikel 1 duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen verhoogd. Dit komt hoofdzakelijk door de verlenging van twee subsidies op het gebied van duurzame productie en handel.
Uitgaven
Artikel 1.1
Het uitgavenbudget op artikel 1.1 is voor 2020 verhoogd. Deze verhoging komt hoofdzakelijk door een toename in verwachte uitvoeringskosten van het Fonds Verantwoord Ondernemen dat bij de RVO is belegd.
Artikel 1.2
Het uitgavenbudget op artikel 1.2 is voor 2020 verlaagd. Dit komt hoofdzakelijk door een bijdrage aan de uitvoering van extra controles ten aanzien van internationaal sanctiebeleid bij de douane.
Verder is op artikel 1.2 voor de uitvoering van de amendement Amhaouch en Weverling (Kamerstuk, 35 300 XVII, nr. 19) eenmalig EUR 2 miljoen vrijgemaakt voor internationalisering van het MKB in de regio’s via het Trade Relations Programma. De middelen worden verspreid over twee jaar aan de partners beschikbaar gesteld. Naar aanleiding van het amendement Weverling (Kamerstuk, 35 300 XVII, nr. 25) is vanaf 2020 EUR 4 miljoen vrijgemaakt voor twee pilotprojecten. Deze projecten dienen ter ondersteuning van het bedrijfsleven bij het opzetten van langdurige, bilaterale innovatiesamenwerkingsprojecten, die inzicht zullen moeten geven in de mogelijke aansluitingen van het Nederlandse (internationale) innovatiebeleid en het handelsbeleid.
Artikel 1.3
Het uitgavenbudget op artikel 1.3 neemt per saldo af. Dit saldo is enerzijds het resultaat van een verhoging van het budget als gevolg van een overheveling uit artikel 2.1 Voedselzekerheid om aan een toezegging voor het versterken van de private sector in Tunesië op het gebied van voedselzekerheid invulling te geven. Anderzijds is er op dit artikelonderdeel sprake van een verlaging het budget voor de dekking van de respons op COVID-19. Deze dekking is hoofdzakelijk gevonden op aan ambassades gedelegeerde programma's.
Stand ontwerp begroting | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2020 | 2020 | 2020 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||
(1) | (2) | (3)=(1+2) | (4) | (5)=(3+4) | ||||||
Verplichtingen | 604 880 | 0 | 604 880 | 370 557 | 975 437 | ‒ 86 032 | ‒ 6 029 | ‒ 58 063 | ‒ 28 113 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 753 477 | 0 | 753 477 | ‒ 20 198 | 733 279 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
waarvan juridisch verplicht | 92% | 98% | ||||||||
2.1 | Voedselzekerheid | 339 295 | 0 | 339 295 | ‒ 15 100 | 324 195 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies | ||||||||||
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen | 24 445 | 24 445 | ‒ 2 445 | 22 000 | ‒ 4 845 | 770 | ‒ 5 700 | ‒ 4 850 | ||
Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sect. | 36 605 | 36 605 | ‒ 3 000 | 33 605 | ||||||
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid | 31 000 | 31 000 | ‒ 25 000 | 6 000 | ‒ 25 000 | ‒ 25 000 | ‒ 25 000 | ‒ 25 000 | ||
Uitbannen huidige honger en voeding | 22 085 | 22 085 | ‒ 12 095 | 9 990 | ||||||
Opdrachten | ||||||||||
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid | 10 000 | 10 000 | 25 000 | 35 000 | 25 000 | 25 000 | 25 000 | 25 000 | ||
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen | 15 000 | 15 000 | ‒ 3 000 | 12 000 | ‒ 3 550 | |||||
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 4 000 | 4 000 | 0 | 4 000 | ||||||
Bijdragen (inter) nationale organisaties | ||||||||||
Voedselzekerheid | 165 160 | 165 160 | 7 440 | 172 600 | 11 200 | ‒ 2 220 | 5 700 | 4 850 | ||
Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sect. | 15 000 | 15 000 | ‒ 2 000 | 13 000 | ‒ 2 805 | 1 450 | ||||
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid | 12 000 | 12 000 | 0 | 12 000 | ||||||
Uitbannen huidige honger en voeding | 4 000 | 4 000 | 0 | 4 000 | ||||||
2.2 | Water | 193 714 | 0 | 193 714 | 1 389 | 195 103 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies | ||||||||||
Waterbeheer | 22 449 | 22 449 | ‒ 3 075 | 19 374 | ‒ 4 494 | ‒ 1 407 | ‒ 2 100 | |||
Drinkwater en sanitatie | 25 500 | 25 500 | ‒ 8 241 | 17 259 | ‒ 8 041 | ‒ 4 928 | ‒ 3 000 | |||
Bijdragen aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 2 000 | 2 000 | 0 | 2 000 | ||||||
Bijdragen (inter) nationale organisaties | ||||||||||
Waterbeheer | 86 700 | 86 700 | 1 570 | 88 270 | 5 500 | 4 940 | 5 100 | |||
Drinkwater en sanitatie | 57 065 | 57 065 | 11 135 | 68 200 | 7 035 | 1 395 | ||||
2.3 | Klimaat | 220 468 | 0 | 220 468 | ‒ 6 487 | 213 981 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies | ||||||||||
Klimaat algemeen | 56 179 | 56 179 | ‒ 24 179 | 32 000 | ‒ 24 179 | ‒ 24 179 | ‒ 24 179 | ‒ 24 179 | ||
Hernieuwbare energie | 36 000 | 36 000 | ‒ 1 000 | 35 000 | ‒ 1 000 | ‒ 1 000 | ‒ 1 000 | ‒ 1 000 | ||
Dutch Fund for Climate and Development | 40 000 | 40 000 | 0 | 40 000 | ||||||
Opdrachten | ||||||||||
Klimaat algemeen | 4 000 | 4 000 | ‒ 4 000 | 0 | ‒ 4 000 | ‒ 4 000 | ‒ 4 000 | ‒ 4 000 | ||
Bijdragen aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 0 | 0 | 3 000 | 3 000 | 3 000 | 3 000 | 3 000 | 3 000 | ||
Bijdragen (inter) nationale organisaties | ||||||||||
Contributie IZA/IZT | 357 | 357 | 0 | 357 | ||||||
Klimaatprogramma's (non-ODA) | 1 550 | 1 550 | 0 | 1 550 | ||||||
Klimaat algemeen | 75 240 | 75 240 | 1 834 | 77 074 | 8 321 | 8 321 | 8 321 | 8 321 | ||
Hernieuwbare energie | 0 | 0 | 17 000 | 17 000 | 17 000 | 17 000 | 17 000 | 17 000 | ||
UNEP | 7 142 | 7 142 | 858 | 8 000 | 858 | 858 | 858 | 858 | ||
Verplichtingen
De stijging van het verplichtingenbudget kent een aantal oorzaken. De meest in het oog springende verhogingen ontstaan als gevolg van de verlenging van bestaande programma’s. Dit geldt voor zowel programma’s gefinancierd vanuit de centrale budgetten als voor budgetten die zijn gedelegeerd aan ambassades voor de financiering van activiteiten in het kader van de samenwerking met de Wageningen Universiteit en de Wereldbank in Ethiopië. Andere oorzaken zijn de verlenging van programma’s op het gebied van voedselzekerheid en water in de regio Grote Meren, van een aantal waterprogramma’s in Mali, en van centrale programma’s op het gebied van water, drinkwater en sanitatie. Tenslotte een kleine verhoging in verband met de optopping voor de UNICEF bijdrage in het kader van de COVID-19 respons, zie uitgaven.
Uitgaven
Artikel 2.1
Afgezien van een verlaging van het budget voor de dekking van de respons op COVID-19 neemt het budget voor het artikelonderdeel Voedselzekerheid ook af als gevolg van een budgetoverheveling naar het artikelonderdeel 1.3 ‘Versterkte Private sector en Arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden’ om aan een toezegging voor het versterken van de private sector op het gebied van voedselzekerheid in Tunesië invulling te geven.
Artikel 2.2
In verband met de snelle eerste respons op de COVID-19 pandemie is het budget voor de bijdrage aan het UNICEF WASH (water, sanitation and health) programma opgetopt. Deze optopping is deels opgevangen door verlagingen van budgetten op decentrale programma’s in een aantal West-Afrikaanse landen en in de Hoorn van Afrika.
Artikel 2.3
Over de uitvoering van het amendement Bouali (Kamerstuk, 35 300 XVII, nr. 16) is de Kamer reeds geïnformeerd in de brief Internationale Inzet Bosbehoud en Bosherstel van 9 maart jl. Hierin is aangegeven dat de financiering voor activiteiten die bijdragen aan het tegengaan van ontbossing worden verdubbeld naar ten minste EUR 25 miljoen vanaf dit jaar.
Verder is het budget voor het artikelonderdeel Klimaat teruggebracht vanwege de benodigde dekking voor de eerste snelle respons op COVID-19.
Stand ontwerp begroting | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2020 | 2020 | 2020 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||
(1) | (2) | (3)=(1+2) | (4) | (5)=(3+4) | ||||||
Verplichtingen | 1 366 461 | 0 | 1 366 461 | 843 098 | 2 209 559 | ‒ 364 598 | ‒ 86 002 | ‒ 25 196 | ‒ 5 002 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 764 679 | 0 | 764 679 | ‒ 13 180 | 751 499 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
waarvan juridisch verplicht | 97% | 97% | ||||||||
3.1 | Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv/aids | 421 784 | 0 | 421 784 | 0 | 421 784 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies | ||||||||||
SRGR en hiv/aids | 117 778 | 117 778 | ‒ 8 500 | 109 278 | ‒ 2 000 | ‒ 2 000 | ‒ 2 000 | |||
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis | 75 | 75 | 0 | 75 | ||||||
Opdrachten | ||||||||||
SRGR en hiv/aids | 14 478 | 14 478 | 0 | 14 478 | ||||||
Bijdragen aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 110 | 110 | 0 | 110 | ||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties | ||||||||||
WHO/PAHO | 6 713 | 6 713 | 0 | 6 713 | ||||||
Gezondheidszorg | 0 | |||||||||
SRGR en hiv/aids | 115 692 | 115 692 | 500 | 116 192 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | 2 000 | ||
UNFPA | 60 000 | 60 000 | ‒ 2 000 | 58 000 | ‒ 2 000 | |||||
UNAIDS | 20 000 | 20 000 | 0 | 20 000 | ||||||
Partnershipprogramma WHO | 12 013 | 12 013 | 0 | 12 013 | ||||||
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis | 51 925 | 51 925 | 0 | 51 925 | ||||||
UNICEF | 7 000 | 7 000 | 0 | 7 000 | ||||||
Vrouwenrechten en keuzevrijheid | 16 000 | 16 000 | 10 000 | 26 000 | ||||||
3.2 | Vrouwenrechten en gendergelijkheid | 52 439 | 0 | 52 439 | ‒ 1 979 | 50 460 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies | ||||||||||
Vrouwenrechten | 33 766 | 33 766 | ‒ 2 679 | 31 087 | 1 250 | 1 000 | ||||
Opdrachten | ||||||||||
Vrouwenrechten | 500 | 500 | 0 | 500 | ||||||
Bijdragen aan agentschappen | ||||||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 200 | 200 | 0 | 200 | ||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Vrouwenrechten | 11 973 | 11 973 | 700 | 12 673 | ‒ 1 250 | ‒ 1 000 | ||||
UNWOMEN | 6 000 | 6 000 | 0 | 6 000 | ||||||
3.3 | Maatschappelijk middenveld | 180 531 | 0 | 180 531 | ‒ 10 601 | 169 930 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies | ||||||||||
Twinningsfaciliteit Suriname | 1 700 | 1 700 | 0 | 1 700 | ||||||
Versterking maatschappelijk middenveld | 155 833 | 155 833 | ‒ 10 601 | 145 232 | ‒ 1 449 | ‒ 1 270 | ‒ 470 | ‒ 470 | ||
Opdrachten | ||||||||||
Versterking maatschappelijk middenveld | 11 000 | 11 000 | ‒ 2 895 | 8 105 | ||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Versterking maatschappelijk middenveld | 11 998 | 11 998 | 2 895 | 14 893 | 1 449 | 1 270 | 470 | 470 | ||
3.4 | Onderwijs | 109 925 | 0 | 109 925 | ‒ 600 | 109 325 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies | ||||||||||
Onderzoeksprogramma's | 1 500 | 1 500 | 0 | 1 500 | ||||||
Garanties | ||||||||||
Onderwijs | 40 375 | 40 375 | 0 | 40 375 | ||||||
Opdrachten | ||||||||||
Onderzoeksprogramma's | 1 500 | 1 500 | 0 | 1 500 | ||||||
Hoger Onderwijs | 38 300 | 38 300 | 7 400 | 45 700 | 8 000 | 8 000 | 8 000 | 8 000 | ||
Bijdragen (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Onderwijs | 18 250 | 18 250 | ‒ 8 000 | 10 250 | ‒ 8 000 | ‒ 8 000 | ‒ 8 000 | ‒ 8 000 | ||
Global partnership for education | 10 000 | 10 000 | 0 | 10 000 | ||||||
Verplichtingen
Op artikel 3 Sociale ontwikkeling is het verplichtingenbudget verhoogd. Deze verhoging is hoofdzakelijk het gevolg van de subsidietenders voor de nieuwe subsidiekaders voor Versterking Maatschappelijk Middenveld (Power of Voices), Power of Women, Women, Peace and Security en het SRGR-Partnerschap fonds van waaruit in 2020 nieuwe subsidies worden verstrekt. Voor een gedeelte zal de verhoging van het verplichtingenbudget in 2020 worden gecompenseerd door een verlaging van het verplichtingenbudget in 2021 en 2022.
In 2020 worden ook door de posten nieuwe verplichtingen aangegaan op het gebied van SRGR. Hiervoor is onder andere in Ethiopië, Niger en Burkina Faso het verplichtingenbudget voor 2020 naar boven bijgesteld. Ook wordt in Mozambique het Hands off! programma van het Aids fonds verlengd naar vijf jaar.
Uitgaven
Artikel 3.1
Ten aanzien van de eerste COVID-19 respons is er op artikel 3.1 SRGR EUR 10 miljoen vrijgemaakt voor Versterking van gezondheidssystemen, moeder en kindzorg via de Wereldbank.
Artikel 3.2
Het uitgavenbudget voor Vrouwenrechten en gendergelijkheid is in 2020 verlaagd vanwege de benodigde dekking voor de eerste snelle respons op COVID-19. Deze verlaging wordt opgevangen door geplande eerste betalingen voor de nieuwe subsidiekaders deels uit te stellen naar 2021.
Artikel 3.3
Het uitgavenbudget voor het maatschappelijk middenveld is in 2020 verlaagd vanwege de benodigde dekking voor de eerste snelle respons op COVID-19. Deze verlaging wordt opgevangen door geplande eerste betalingen voor de nieuwe subsidiekaders deels uit te stellen naar 2021.
Artikel 3.4
Geen opmerkingen.
Stand ontwerp begroting | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2020 | 2020 | 2020 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||
(1) | (2) | (3)=(1+2) | (4) | (5)=(3+4) | ||||||
Verplichtingen | 332 742 | 0 | 332 742 | 42 720 | 375 462 | ‒ 9 000 | ‒ 2 400 | ‒ 3 400 | 0 | |
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 767 260 | 0 | 767 260 | 20 020 | 787 280 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
waarvan juridisch verplicht | 71% | 80% | ||||||||
4.1 | Humanitaire hulp | 370 017 | 0 | 370 017 | 43 300 | 413 317 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies | ||||||||||
Noodhulpprogramma's | 87 000 | 87 000 | 15 000 | 102 000 | ||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Noodhulpprogramma's | 200 000 | 200 000 | 27 500 | 227 500 | ||||||
Noodhulpprogramma's non-ODA | 1 017 | 1 017 | 800 | 1 817 | ||||||
UNHCR | 33 000 | 33 000 | 0 | 33 000 | ||||||
UNRWA | 13 000 | 13 000 | 0 | 13 000 | ||||||
Wereldvoedselprogramma | 36 000 | 36 000 | 0 | 36 000 | ||||||
4.2 | Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking | 162 000 | 0 | 162 000 | ‒ 5 000 | 157 000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies | ||||||||||
Opvang in de regio | 5 000 | 5 000 | 0 | 5 000 | ||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Opvang in de regio | 123 000 | 123 000 | 0 | 123 000 | ||||||
Migratie en ontwikkeling | 34 000 | 34 000 | ‒ 5 000 | 29 000 | ||||||
4.3 | Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 235 243 | 0 | 235 243 | ‒ 18 280 | 216 963 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies | ||||||||||
Legitieme stabiliteit | 26 950 | 26 950 | ‒ 14 950 | 12 000 | ‒ 10 000 | ‒ 10 000 | ‒ 10 000 | ‒ 10 000 | ||
Inclusieve vredes- en politieke processen | 7 362 | 7 362 | 638 | 8 000 | 638 | 638 | 2 638 | 2 638 | ||
Vredesdividend: werkgelegenheid en basisvoorzieningen | 51 000 | 51 000 | ‒ 36 000 | 15 000 | ‒ 45 000 | ‒ 49 000 | ‒ 51 000 | ‒ 51 000 | ||
Functionerende rechtsorde | 14 476 | 14 476 | 11 612 | 26 088 | 19 412 | 17 902 | 19 862 | 19 862 | ||
Bijdragen (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Legitieme stabiliteit | 305 | 305 | 7 332 | 7 637 | 10 000 | 10 000 | 10 000 | 10 000 | ||
Functionerende rechtsorde | 110 150 | 110 150 | 3 350 | 113 500 | 14 950 | 20 460 | 16 500 | 16 500 | ||
Inclusieve vredes- en politieke processen | 25 000 | 25 000 | 9 738 | 34 738 | 10 000 | 10 000 | 12 000 | 12 000 | ||
4.4 | Noodhulpfonds | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen (inter)nationale organisaties | ||||||||||
Noodhulpfonds | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||||
Verplichtingen
Saldo van diverse mutaties waarvan de belangrijkste verhogingen in verband met programma’s in Burkina Faso, Niger en Palestijnse gebieden en een vanwege vertraging in de voorbereiding vanuit 2019 doorgeschoven verplichting voor Grote Meren. Daarnaast is het verplichtingenbudget verhoogd in verband met het kunnen opstarten van noodhulp programma's ten behoeve van de eerste snelle respons op de COVID-19 pandemie(Kamerbrief Nederlands inzet bestrijding coronacrisis ontwikkelingslanden van 14 april 2020).
Uitgaven
Artikel 4.1
In verband met de snelle eerste respons (Kamerbrief Nederlands inzet bestrijding coronacrisis ontwikkelingslanden van 14 april 2020) op de COVID-19 pandemie is het budget voor humanitaire hulp verhoogd. De extra middelen worden ingezet voor het Strategic Preparedness and Response Plan, voor acute crisis respons via de VN (CERF), inzet op lokale capaciteit, het Rode Krijs met bijzondere aandacht voor Psychosociale hulp en het flexibele noodhulpkanaal van het Nederlandse maatschappelijk middenveld.
Artikel 4.2
Het budget voor bijdragen migratie en ontwikkeling is teruggebracht vanwege de benodigde dekking voor de eerste snelle respons op COVID-19.
Artikel 4.3
Op het artikel onderdeel 4.3 wordt per saldo budgetneutraal geschoven tussen een aantal instrumenten. Vanwege voortschrijdend inzicht vindt overheveling plaats tussen de instrumenten subsidies en bijdragen internationale organisaties van het thema Legitieme stabiliteit. Verder wordt het instrument subsidies Vredesdividend uitgefaseerd ten gunste van instrumenten onder Functionerende rechtsorde en Inclusieve vredesprocessen. De wijziging heeft betrekking op de financiering van specifieke sociaaleconomische wederopbouw projecten. Deze zullen niet meer worden geïnitieerd onder beleidsartikel 4.3 aangezien deze projecten al onder andere thema’s worden uitgevoerd (zoals voedselzekerheid, water, werkgelegenheid).
De benaming van het beleidsartikel is in 2019 aangepast naar ‘veiligheid en rechtstaatontwikkeling’ om het in lijn te brengen met de beleidsnota BHOS Investeren in Perspectief (2018). Over de invulling van het veiligheid en rechtsorde thema is de Tweede Kamer geïnformeerd per brief van 14 december 2018 over de Theories of Change (ToC) voor de thematische prioriteiten van het ontwikkelingsbeleid en de geografische focus binnen de bilaterale samenwerking.
Aanvullend is het budget verlaagd vanwege de benodigde dekking voor de eerste snelle respons op COVID-19. De budgetten voor bijdragen functionele rechtsorde van een aantal decentrale programma's zijn teruggebracht, alsmede de centrale budgetten voor bijdragen en subsidies voor legitieme stabiliteit.
Artikel 4.4
Geen opmerkingen.
Stand ontwerp begroting | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2020 | 2020 | 2020 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||
(1) | (2) | (3)=(1+2) | (4) | (5)=(3+4) | ||||||
Verplichtingen | 59 800 | 0 | 59 800 | 871 462 | 931 262 | 8 458 | 80 542 | ‒ 1 542 | ‒ 9 042 | |
waarvan garantieverplichtingen | 828 440 | |||||||||
waarvan overige verplichtingen | 102 822 | |||||||||
Uitgaven: | ||||||||||
Programma-uitgaven totaal | 253 152 | 0 | 253 152 | ‒ 63 297 | 189 855 | ‒ 82 190 | 355 | 53 441 | 58 191 | |
waarvan juridisch verplicht | 99% | 99% | ||||||||
5.1 | Multilaterale samenwerking | 164 616 | 0 | 164 616 | 35 308 | 199 924 | 12 000 | 7 000 | 7 000 | 7 000 |
Bijdragen (inter)nationale organisaties | ||||||||||
UNIDO | 1 950 | 1 950 | ‒ 642 | 1 308 | ||||||
UNDP | 30 000 | 30 000 | 0 | 30 000 | ||||||
UNICEF | 31 000 | 31 000 | 2 000 | 33 000 | 2 000 | 7 000 | 7 000 | 7 000 | ||
Speciale multilaterale activiteiten | 11 077 | 11 077 | 15 000 | 26 077 | ||||||
Assistent deskundigenprogramma | 9 000 | 9 000 | 0 | 9 000 | ||||||
Internationale Financiële Instellingen | 8 324 | 8 324 | 15 000 | 23 324 | 10 000 | |||||
Middelenaanvullingen multilaterale banken en fondsen | 66 789 | 66 789 | 0 | 66 789 | ||||||
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbanken | 6 476 | 6 476 | 3 950 | 10 426 | ||||||
5.2 | Overig armoedebeleid | 87 448 | 0 | 87 448 | ‒ 9 696 | 77 752 | 388 | 1 565 | ‒ 5 416 | ‒ 5 560 |
Subsidies | ||||||||||
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling | 10 765 | 10 765 | ‒ 3 202 | 7 563 | ‒ 2 725 | ‒ 2 700 | ‒ 2 650 | ‒ 2 650 | ||
Bijdragen (inter)nationale organisaties | ||||||||||
UNESCO | 4 400 | 4 400 | ‒ 234 | 4 166 | ||||||
Diverse ondersteunende activiteiten | 9 903 | 9 903 | 85 | 9 988 | 2 388 | 3 565 | ‒ 3 416 | ‒ 3 560 | ||
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling | 2 200 | 2 200 | 395 | 2 595 | 725 | 700 | 650 | 650 | ||
Schuldverlichting | 59 930 | 59 930 | ‒ 6 740 | 53 190 | ||||||
Voorlichting op het terrein van Ontwikkelingssamenwerking | 250 | 250 | 0 | 250 | ||||||
5.4 | Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen | 1 088 | 0 | 1 088 | ‒ 88 909 | ‒ 87 821 | ‒ 94 578 | ‒ 8 210 | 51 857 | 56 751 |
Ontvangsten | 72 915 | 0 | 72 915 | ‒ 10 500 | 62 415 | ‒ 19 232 | ‒ 23 445 | ‒ 28 210 | ‒ 32 816 | |
5.20 | Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen | 41 739 | 41 739 | ‒ 5 500 | 36 239 | ‒ 9 232 | ‒ 13 445 | ‒ 18 210 | ‒ 22 816 | |
5.21 | Ontvangsten OS | 31 176 | 31 176 | ‒ 5 000 | 26 176 | ‒ 10 000 | ‒ 10 000 | ‒ 10 000 | ‒ 10 000 | |
5.22 | Koersverschillen OS | pm | pm | pm | ||||||
5.23 | Diverse ontvangsten non-ODA | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor beleidsartikel 5 Multilaterale samenwerking en overige inzet wordt in 2020 verhoogd. Deze stijging kan grotendeels worden toegeschreven aan de zevende kapitaalverhoging van de African Development Bank (AfDB). Op basis van het Nederlands aandelenbezit zal een garantieverplichting ter waarde van EUR 828 miljoen worden aangegaan in 2020. De Kamer zal spoedig een brief inclusief toetsingskader hierover ontvangen. Het resterende deel van de verhoging van het verplichtingenbudget in 2020 is nodig om aan zowel programma's van Internationale Financiële instellingen (IFI's) als programma's in het kader van beleidskader Internationaal Cultuurbeleid 2021-2024 te kunnen committeren.
Het verplichtingenbudget zal ook voor de jaren 2021 en verder worden verhoogd. Hier liggen verschillende redenen aan ten grondslag. Zo zal de verdeling van enkele bestaande verplichtingenbudgetten worden aangepast omdat er wordt overgegaan op een systematiek van meerjarige commiteringen. Dit is van toepassing op bijdragen aan VN-hervormingen, de Joint Agenda 2030 en aan enkele programma's van Internationale Financiële instellingen (IFI's). Daarnaast zal, vanwege de afspraken die gemaakt zijn in het VN Funding Compact, vanaf 2020 het uitgaven- en verplichtingenbudget voor UNICEF meerjarig toenemen. Ook hier zal worden overgegaan op een systeem van meerjarige committeringen. Om dit te faciliteren zal het verplichtingenbudget in 2022 met EUR 54 miljoen toenemen.
Bovenop de reguliere mutaties zal, in het kader van het steunpakket ter bestrijding van de coronacrisis in ontwikkelingslanden, het verplichtingenbudget in 2020 met EUR 29 miljoen toenemen en in 2021 per met EUR 10 miljoen toenemen.
Uitgaven
Artikel 5.1
Het uitgavenbudget voor artikel 5.1 Multilaterale samenwerking stijgt in totaal met EUR 6 miljoen in 2020. De redenen voor deze toename zijn tweeledig. Vanwege een aanvullende bijdrage aan UNICEF in verband met de afspraken die gemaakt zijn in het VN Funding Compact stijgt het uitgavenbudget meerjarig, beginnend met EUR 2 miljoen in 2020. Daarnaast is er sprake van een verhoging voor de financiering van een kapitaalaanvulling ten behoeve van African Development Bank (AfDB), ook in 2020.
Bovenop de eerdergenoemde mutaties vinden er, in het kader van Nederlands inzet ter bestrijding van de coronacrisis in ontwikkelingslanden, nog de volgende mutaties plaats op artikel 5.1. Het uitgavenbudget voor 2020 neemt met EUR 30 miljoen toe ten behoeve van bijdragen aan het Response and Recovery Trust Fund (RRTF) van de VN (EUR 15 miljoen) en aan de Catastrophe Containment and Relief Trust (CCRT) van het IMF (EUR 15 miljoen). Voor het CCRT is ook via het uitgavenbudget voor 2021 EUR 10 miljoen op aanvraag beschikbaar gesteld. Tegenover deze verhoging staat een verlaging van het uitgavenbudget van 2020 voor UNIDO met EUR 0,6 miljoen.
Artikel 5.2
Het uitgavenbudget voor artikel 5.2 Overig Armoedebeleid daalt per saldo met EUR 2 miljoen. Omdat er voor algemene decentrale programma's minder budget nodig bleek zijn budgetten van verschillende posten en directies hierop aangepast. Verder is vanwege het vervroegen van een betaling aan het Prins Claus Fonds van 2020 naar 2019 budget vrijgevallen.
Hiernaast worden enkele uitgavenbudgetten voor 2020 verlaagd om budget voor het COVID-19 steunpakket vrij met maken. Het betreft een verlaging van EUR 7 miljoen, bestaande uit lagere uitgavenbudgetten voor onder andere schuldverlichting en UNESCO.
Artikel 5.4
Om de inzichtelijkheid van de BHOS-begroting verder te verbeteren is er met ingang van begrotingsjaar 2017 artikelonderdeel 5.4 gecreëerd. Zie ook Kamerbrief 34 300 XVII, nr. 62 over de inzichtelijkheid van de BHOS-begroting. De ontwikkeling van het ODA-budget is gekoppeld aan de ontwikkeling van het BNI en wordt hiervoor bijgesteld. In het kader van behoedzaamheid en stabiliteit in de begroting worden groei en krimp niet direct door vertaald in de OS-programmalijnen. Deze zogeheten BNI-ruimte kan immers weer toenemen of afnemen als in de loop van het jaar de BNI-raming wordt bijgesteld. Daarnaast kan er sprake zijn van nog te verdelen toerekeningen aan het ODA-budget.
Per saldo neemt het budget van dit artikelonderdeel in 2020 af met EUR 89 miljoen. In de volgende jaren is juist er sprake van verhogingen.
De belangrijkste mutaties op dit artikel zijn:
– Het Centraal Planbureau heeft de ramingen van de groei van het BNI in hun meest recente raming structureel verhoogd. Het gevolg hiervan is een verhoging van het ODA-budget met EUR 26 miljoen in 2020, oplopend naar EUR 164 miljoen in 2022. In deze cijfers is nog geen rekening gehouden met de economische effecten als gevolg van de COVID-19 pandemie. Deze worden pas in de loop van het jaar in de macrocijfers verwerkt.
– Vooral door een langere verblijfsduur, vanwege achterstanden bij de IND, als ook door en een verhoging van de instroomramingen van asielzoekers voor 2020 en verder nemen de kosten voor eerstejaarsopvang van asielzoekers toe. Dit leidt in 2020 tot een overheveling van EUR 94 miljoen van de begroting van BHOS naar de begroting van JenV. Hier bovenop komt een bedrag van EUR 5 miljoen vanwege de afrekening van de asieltoerekeing over 2019.
– In het kader van het steunpakket ter bestijding van de coronacrisis in ontwikkelingslanden zal het uitgavenbudget tijdelijk in 2021 met EUR 10 mln verslechteren. Deze mutatie zal met de tweede suppletoire begroting 2020 worden gecorrigeerd.
Ontvangsten
Artikel 5.2
Het ontvangstenbudget voor 2020 en verder is naar beneden aangepast. Dit omdat recente ramingen van terugbetalingen op leningen die worden beheerd door de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden (NIO) een afloop laten zien.
Artikel 5.21
De ontvangsten van artikel 5.21 Ontvangsten OS zijn jaar-op-jaar relatief volatiel. Op basis van inschattingen over 2020 en verder zal het ontvangstenbudget in 2020 afnemen met EUR 5 miljoen en vanaf 2021 met EUR 10 mln.