Vastgesteld 17 juni 2020
De vaste commissie voor Defensie, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 2 juni 2020 voorgelegd aan de Minister van Defensie. Bij brief van 16 juni 2020 zijn ze door de Minister van Defensie beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Aukje de Vries
De griffier van de commissie, De Lange
1
In de brief aan de Kamer van 22 mei 2020 over de stand van zaken vastgoed Defensie (Kamerstuk 34 919, nr. 55) heeft de Staatssecretaris aangegeven 700 mln euro te gebruiken om de investeringsplannen te versnellen. Deze staan echter nog niet op de 1e suppletoire begroting, wanneer worden deze verwerkt? Op welke manier wordt de begroting hierop aangepast?
Deze 700 mln. euro is verwerkt in de Defensiebegroting 2020. De versnellingsopties zelf worden verwerkt in de Defensiebegroting 2021 en de 2e suppletoire begroting 2020, daar waar het uitvoeringsjaar geraakt wordt.
2
De keuze om 700 mln euro te investeren in vastgoed ging ten koste van investeringen in wapensystemen, is al bekend wanneer deze investeringen alsnog kunnen plaatsvinden?
De 700 mln. euro voor vastgoedinvesteringen is vrijgemaakt door (in de huidige planning) te schuiven met twee projecten:
1. De vervanging van het Luchtverdedigings- en Commandofregat (LCF) vindt vijf jaar later plaats.
2. De Pantserhouwitzer wordt een jaar langer operationeel gehouden.
3
Heeft deze versnelling van 700 mln euro vastgoeduitgaven nog andere gevolgen voor het budget en de planning? Zal dit ook ten koste gaan van andere materieelinvesteringen?
De versnelling van 700 mln euro vastgoeduitgaven heeft geen andere gevolgen dan aangegeven in de brief over de stand van zaken vastgoed die op 22 mei jongstleden aan uw Kamer is gestuurd (Kamerstuk 34 919, nr. 55). Deze versnelling gaat niet ten koste van andere materieelinvesteringen.
4
De in 2019 onttrokken 100 mln euro bij investeringsmiddelen is niet teruggekomen in de 1e suppletoire begroting 2020, ook al werd dit wel vermeld in de 2e suppletoire begroting van 2019. Wat is hierover besloten?
In de 2e suppletoire begroting 2019 is inderdaad aangegeven dat de middelen in de komende jaren (2020 en verder) weer worden toegevoegd aan de investeringsbegroting. Er is nog niet besloten uit welke exploitatiebudgetten en in welke jaren wordt terugbetaald. Bij het uitkomen van de 1e suppletoire begroting stonden we aan het begin van de COVID-19-crisis waardoor ik op dat moment een onzeker beeld had van de verdere begrotingsuitvoering. Dat beeld maak ik nu op en de eventuele mutaties die hiermee samenhangen in dit jaar zullen bij de 2e suppletoire begroting worden verwerkt. Mutaties in latere jaren zullen via de begroting van 2021 aan uw Kamer gemeld worden.
5
Is de volledige onderuitputting in 2019 op het investeringsartikel, volgens de 100% eindejaarsmarge, meegenomen naar 2020?
Ja.
6
Is er dit jaar een grote kans op onderuitputting? Zo ja, wordt hier rekening mee gehouden, en met hoeveel onderuitputting?
Mede als gevolg van de COVID-19-crisis is de uitkomst van de begrotingsuitvoering minder voorspelbaar dan in andere jaren. Ik ga er op dit moment nog vanuit dat de exploitatiebegroting volledig wordt uitgeput. Bij de investeringen is dit nu lastiger te voorspellen omdat ook de leveranciers van Defensie moeilijkheden ondervinden om de productie op het geplande niveau te houden. Ik zal dit nauwlettend monitoren en verwacht hier ten tijde van de 2e suppletoire begroting meer informatie over te kunnen verstrekken.
7
Hoe zullen alle coronagerelateerde niet begrote uitgaven van Defensie gefinancierd worden? Wordt dit volledig uit het FNIK gedaan, of ook uit eigen middelen?
Zie vraag 8.
8
Wat zijn de geschatte extra kosten voor coronagerelateerde Defensie-inzet?
De huidige geschatte extra kosten van coronagerelateerde Defensie-inzet in Nederland en het Caribisch gebied zijn ca. € 22 miljoen, boven het beschikbare FNIK budget van ca. € 3 miljoen. Het betreft inzet van Defensie die aan te merken is als Militaire Steunverlening in het Openbaar Belang of Militaire Bijstand. Hierop is het FNIK-convenant van toepassing. Daarnaast loopt Defensie naar verwachting € 15 mln. mis aan ontvangsten doordat de capaciteit die normaliter ingezet wordt voor reguliere zorg bij ziekenhuizen nu is ingezet in de strijd tegen het COVID-19 virus. Tot slot verwacht Defensie nog extra kosten te maken die indirect voortkomen uit deze crisis zoals de kosten voor de aanschaf van Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM) en voor het noodgedwongen verplaatsen van de Invictus Games naar 2021. Zoals bij ieder departement, worden de overige kosten die volgen uit het inrichten van de 1,5 meter samenleving binnen Defensie op dit moment in kaart gebracht.