Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 28 april 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de culturele sector zwaar te lijden heeft onder de maatregelen die de overheid heeft genomen om de verdere verspreiding van het coronavirus tegen te gaan;
constaterende dat het overgrote deel van de 300 miljoen die de regering heeft uitgetrokken voor aanvullende ondersteuning aan culturele instellingen die «van vitaal belang» zijn, terechtkomt bij gesubsidieerde instellingen en organisaties;
constaterende dat een groot deel van het culturele aanbod in Nederland wordt gecreëerd door niet-gesubsidieerde makers en instellingen;
verzoekt de regering, om te onderzoeken hoe niet-gesubsidieerde instellingen en organisaties meer ondersteuning kan worden geboden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Asscher
Belhaj