Ontvangen 8 september 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In het in artikel IX, onderdeel 3, opgenomen negende lid wordt «niet een verklaring» vervangen door «niet binnen een termijn van minimaal zestien weken nadat dit verzoek is gedaan een verklaring».
Artikel 5b van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) bevat een aantal voorwaarden waaraan een instelling moet voldoen om als algemeen nut beogende instelling (ANBI) aangemerkt te worden. Op grond van het voorgestelde artikel 5b, negende lid, AWR kan de inspecteur bij gerede twijfel over de integriteit van de ANBI of een of meer van de bestuurders, feitelijk leidinggevenden of gezichtsbepalende personen van die instelling aan die instelling of persoon vragen om een verklaring omtrent het gedrag (VOG) te overleggen.
Als gevolg van dit amendement voorziet het negende lid in een termijn van minimaal zestien weken gerekend vanaf de datum waarop de inspecteur het verzoek heeft gedaan, waarbinnen de VOG moet worden overgelegd.
De termijn van 16 weken is gekozen op basis van de wettelijke beslistermijn van acht weken. Hierbij geldt dat zowel Justis (de verstrekker van de VOG) als de bestuurder van de instelling acht weken de tijd krijgen om te reageren op een verzoek. Om beide termijnen te respecteren is volgens de indiener een totale termijn van 16 weken gerechtvaardigd.
Op dit moment kan de redelijke termijn vrij ingevuld worden, afhankelijk van wat in een voorkomend geval als een redelijke termijn heeft te gelden met inachtneming van de feiten en omstandigheden. De indiener wenst vast te houden aan deze vrijheid met betrekking tot het vaststellen van de termijn, vandaar dat de termijn ten minste 16 weken bedraagt.
Stoffer