Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 december 2021
In mijn brief van 29 juni 2021 heb ik uw Kamer toegezegd, naar aanleiding van eerdere vragen vanuit uw Kamer over ongewenst gedrag door ANBI’s, een commissie in te stellen die zal kijken naar de definitie van algemeen nut in relatie tot de grenzen voor ANBI’s.1 Daarbij heb ik ook toegezegd uw Kamer nader te informeren over de instelling van deze commissie en het verwachte tijdpad.
Hierbij wil ik u informeren dat inmiddels drie deskundigen bereid zijn gevonden gezamenlijk deze opdracht uit te voeren. Het betreft mr. G.J. van Leijenhorst, dr. A.E.M. Leijten LLM MA en prof. dr. R.H.F.P. Bekkers. Deze deskundigen beschikken over ruime kennis op het gebied van fiscaliteit, grondrechten en filantropie. De vraag aan de commissie van deskundigen is om vanuit de verschillende visies en deskundigheden te beoordelen welke mogelijkheden er zijn, al dan niet door aanpassing van ANBI-regelgeving, om het algemeen nut karakter beter tot uitdrukking te laten komen. Daarbij moet vanzelfsprekend rekening worden gehouden met de uitvoerbaarheid door de Belastingdienst en de ANBI’s. Daarnaast is gevraagd hoe zij aankijken tegen het risico op witwaspraktijken via ANBI’s. Deze commissie van deskundigen zal daarbij waar zij dat wenselijk acht, gebruik maken van de expertise van de goededoelensector en de Belastingdienst. Streven is dat de commissie uiterlijk in maart 2022 haar bevindingen oplevert.
De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief