Ontvangen 8 september 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan het in artikel IX, onderdeel 3, opgenomen negende lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Bij het doen van het verzoek, bedoeld in de eerste zin, onderbouwt de inspecteur de gerede twijfel.
Op grond van het voorgestelde artikel 5b, negende lid, AWR kan de inspecteur bij gerede twijfel over de integriteit van de ANBI of een of meer van de bestuurders, feitelijk leidinggevenden of gezichtsbepalende personen van die instelling aan die instelling of persoon vragen om een verklaring omtrent het gedrag (VOG) te overleggen.
Als gevolg van dit amendement is de inspecteur verplicht zijn gerede twijfel te motiveren bij het doen van het verzoek om een VOG te overleggen. Deze gerede twijfel kan het gevolg zijn van een signaal vanuit de FIOD, maar ook het gevolg van een signaal van een burger. De indiener acht het redelijk dat bij gerede twijfel een verzoek om een VOG gedaan kan worden. Toch acht de indiener het wenselijk dat de inspecteur de gronden van dit verzoek gemotiveerd aantoont en aan de ANBI overlegt. Dit voorkomt dat de inspecteur te lichtvaardig overgaat tot het vragen om een VOG. Tevens biedt dit voor de ANBI inzicht in de redenen van het verzoek, waardoor deze instelling eventueel ook zelf stappen kan ondernemen, bijvoorbeeld het ontslaan van een bestuurder of het herzien van de werkwijze.
Stoffer