Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State d.d. 19 februari 2020 en het nader rapport d.d. 6 april 2020, aangeboden aan de Koning door de Minister van Economische Zaken en Klimaat. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 3 januari 2020, no. 2019002741, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Economische Zaken en Klimaat, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie teneinde een grondslag op te nemen voor de energie-audit, met memorie van toelichting.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 3 januari 2020, nr. 2019002741, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 19 februari 2020, nr. W18.19.0432/IV, bied ik U hierbij aan.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen inhoudelijke opmerkingen bij het voorstel.
De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. De eerste redactionele opmerking aangaande het uitsluiten van ondernemingen die op 31 december 2016 nog geen grote onderneming waren van de werking van het voorgestelde tweede lid van artikel 18 van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie is niet verwerkt. Dit omdat het uitsluiten van deze ondernemingen niet goed aansluit bij de huidige werkwijze. De tweede redactionele opmerking is verwerkt in die zin dat de voorgestelde te vervangen zinsdelen uit artikel 18a, eerste lid, zijn verwijderd en dat in plaats daarvan aangesloten is bij het moment van toesturen van het verslag. De memorie van toelichting is hiermee in lijn gebracht.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om een tweetal verwijzingen in artikel 1 te verbeteren.
De Afdeling adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes
- Sluit ondernemingen die op 31 december 2016 nog geen grote onderneming waren uit van de werking van het voorgestelde tweede lid van artikel 18 van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie.
- Vervang in het voorgestelde eerste lid van artikel 18a van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie «de datum van inwerkingtreding van het onderhavige artikel» en «1 januari 2020» door «1 juli 2019».